Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Weststellingwerf

Beleidsregels Schuldhulpverlening 2023 Weststellingwerf

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWeststellingwerf
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Schuldhulpverlening 2023 Weststellingwerf
CiteertitelBeleidsregels schuldhulpverlening 2023 Weststellingwerf
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-03-2023nieuwe regeling

07-03-2023

gmb-2023-112688

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Schuldhulpverlening 2023 Weststellingwerf

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Weststellingwerf,

gelet op de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

besluiten:

vast te stellen de

Beleidsregels Schuldhulpverlening 2023 Weststellingwerf

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    De definities als bedoeld in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs), Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en van de Gedragscode Schuldhulpverlening NVVK (Nederlandse Vereniging Voor Volkskrediet) zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    In deze beleidsregels worden verschillende termen genoemd. Hieronder een overzicht met een korte toelichting daarbij:

    • a.

      College: College van burgemeester en wethouders van de gemeente Weststellingwerf;

    • b.

      Inwoner: Ingezetene die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij de gemeente Weststellingwerf is ingeschreven;

    • c.

      Aanvrager: Persoon die een aanvraag voor schuldhulpverlening heeft ingediend;

    • d.

      Schuldhulpverlening: Integrale schuldhulpverlening. Een samenhangend hulpaanbod van vroeg signalering tot en met nazorg met als doel zowel financiële problemen als de oorzaken hiervan op te lossen op basis van een eenduidige doelstelling en eenduidige methodiek;

    • e.

      Minnelijk traject: schuldhulpverleningstraject waarin wordt geprobeerd schulden buiten de rechter om te schikken;

    • f.

      Wettelijk traject: schuldhulpverleningstraject op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen;

    • g.

      Financiële schuldhulpverlening: Het door een professionele schuldbemiddelaar proberen te regelen van de schulden van een natuurlijke persoon, door het minnelijke of het wettelijke traject;

    • h.

      Externe Partijen: Partijen waarmee het college een overeenkomst heeft gesloten voor de levering van producten op het gebied van schuldhulpverlening.

    • i.

      Crisisinterventie: Een dreigende situatie waarbij het noodzakelijk is dat er binnen 3 dagen na aanmelding een gesprek plaatsvindt om de hulpvraag vast te stellen. Een crisisinterventie heeft als doel een crisis af te wenden zodat daarna schuldhulpverlening mogelijk wordt geacht.

    • j.

      Stabilisatie: Vangnetvoorziening die er op gericht is dat de inwoner, ondanks het bestaan van schulden, kan blijven beschikken over de elementaire voorzieningen (huis, gas, elektriciteit, water, zorgverzekering en leefgeld). Stabilisatie heeft als doel de inkomsten en uitgaven van de inwoner in evenwicht te brengen.

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Alle inwoners van de gemeente Weststellingwerf van 18 jaar en ouder kunnen het college benaderen voor schuldhulpverlening.

Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening

  • 1.

    Een aanvraag voor aanbod van schuldhulpverlening wordt ingediend bij het gebiedsteam van de Gemeente Weststellingwerf.

  • 2.

    Het college verleent een aanvrager schuldhulpverlening als of wanneer het college schuldhulpverlening nodig vindt. Als of wanneer deze noodzaak er volgens het college niet is, dan kan een aanvraag worden geweigerd.

  • 3.

    De beschikking tot schuldhulpverlening of de afwijzing ervan wordt genomen binnen maximaal 8 weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 4.

    De vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan per situatie verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn:

    • a.

      Aard, zwaarte en/of omvang van de schulden;

    • b.

      Psychosociale situatie of verslavingsproblematiek;

    • c.

      Houding en gedrag van aanvrager (motivatie);

    • d.

      De (financiële) vaardigheden van de aanvrager en de mate van zelfredzaamheid;

    • e.

      Een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening;

    • f.

      Het inkomen van de aanvrager.

  • 5.

    Schuldhulpverlening kan bestaan uit een of meer van de volgende producten:

    • a.

      Preventie

    • b.

      Vroeg signalering

    • c.

      Budget coaching

    • d.

      Crisisinterventie

    • e.

      Financiële schuldhulpverlening

    • f.

      Stabilisatie

    • g.

      Nazorg

  • 6.

    Voor schuldhulpverlening aan inwoners en zelfstandigen kan een overeenkomst worden gesloten met externe partijen om de aanvraag schuldhulpverlening uit te voeren.

Artikel 4. Financiële schuldhulpverlening

  • 1.

    Financiële schuldhulpverlening wordt pas ingezet, als de aanvrager geschikt wordt geacht het relatief zware schuldregelingstraject te doorlopen.

  • 2.

    Financiële schuldhulpverlening is tijdelijk. De duur van financiële schuldhulpverlening is begrensd op de duur van het minnelijke traject, dan wel het wettelijke traject.

  • 3.

    Bij de inzet van Financiële schuldhulpverlening conformeert het college zich aan de richtlijnen en voorwaarden van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet.

  • 4.

    Aanvrager kan slechts eenmalig in aanmerking komen voor financiële schuldhulpverlening op kosten van de gemeente Weststellingwerf.

  • 5.

    In afwijking van het vierde lid kan er in geval van bijzondere individuele omstandigheden meer dan een keer financiële schuldhulpverlening worden aangeboden.

Artikel 5. Stabilisatie

  • 1.

    Om in aanmerking te komen voor stabilisatie dient de aanvrager tijdelijk of structureel niet in staat te zijn om zelfstandig zijn budget te beheren.

  • 2.

    Stabilisatie kan worden ingezet in het voordeel van de aanvrager die:

    • a.

      Tijdelijk of permanent niet geschikt is voor een schuldregeling vanwege achterliggende problematiek, die het slagen van een schuldregeling belemmert;

    • b.

      Onvoldoende gemotiveerd is voor het slagen van een schuldregeling;

    • c.

      In het verleden al een schuldregeling of een schuldsanering heeft gehad en opnieuw problematische schulden heeft;

    • d.

      Schulden die niet voor een schuldregeling in aanmerking komen.

  • 3.

    Stabilisatie voldoet aan de volgende uitgangspunten:

    • a.

      De beslagvrije voet wordt correct vastgesteld en gerespecteerd, de beslagen op het inkomen van de aanvrager voldoen aan de wettelijke bepalingen;

    • b.

      De aanvrager beschikt over voldoende leefgeld;

    • c.

      Betaling van de vaste lasten (huur, zorgverzekering, energie, water) is gegarandeerd;

    • d.

      Betaling van de zorgverzekering is gegarandeerd;

    • e.

      De aanvrager wordt (wanneer nodig) begeleid in het benutten van minimaregelingen;

    • f.

      De aanvrager wordt (wanneer nodig) begeleid in het maximaliseren van het inkomen;

    • g.

      De aanvrager ontvangt (wanneer nodig) ondersteuning van het gebiedsteam of een door het gebiedsteam extern aangewezen partij die het beste bij de situatie van de aanvrager past.

Artikel 6. Verplichtingen

  • 1.

    De aanvrager doet aan het college op verzoek of direct uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.

  • 2.

    De aanvrager is verplicht om alle medewerking te verlenen die nodig is tijdens de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject. De medewerking bestaat in ieder geval uit:

    • a.

      Het nakomen van afspraken;

    • b.

      Geen nieuwe schulden aangaan;

    • c.

      Het houden aan de bepalingen van de schuldhulpverleningsovereenkomst;

    • d.

      Zoveel mogelijk afloscapaciteit creëren door het verruimen van het inkomen, het inzetten van beschikbaar vermogen en het minimaliseren van uitgaven, en deze afloscapaciteit te gebruiken voor het afbetalen van de schulden.

  • 3.

    Naast de algemene verplichtingen, kan het college in de beschikking in individuele gevallen aanvullende bijzondere verplichtingen opnemen.

Artikel 7. Afwijzingsgronden

  • 1.

    Met uitzondering van het geven van informatie en advies kan het college een verzoek tot schuldhulpverlening afwijzen als:

    • a.

      Het college schuldhulpverlening niet noodzakelijk vindt;

    • b.

      Naar redelijkheid ingeschat kan worden dat er niet binnen zes maanden gestart kan worden met schuldbemiddeling;

    • c.

      De aanvrager niet of in onvoldoende mate de verplichtingen nakomt zoals genoemd in artikel 6 van deze beleidsregels;

    • d.

      De aanvrager fraude heeft gepleegd die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft en aanvrager in verband daarmee onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijke bestuurlijke sanctie, en probeert leed toe te voegen, is opgelegd;

    • e.

      Voordat het college besluit schuldhulpverlening te weigeren wordt de aanvrager eenmaal een maximale hersteltermijn van 1 jaar geboden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of de gevraagde informatie te verstrekken.

Artikel 8. Beëindiginggronden

  • 1.

    Los van de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening als:

    • a.

      Het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

    • b.

      Het college de schuldhulpverlening niet langer nodig vindt;

    • c.

      De geboden schuldhulpverlening, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de aanvrager, niet (langer) passend is;

    • d.

      De schuldhulpverlening op – zo later is gebleken – onjuiste gegevens is toegekend, terwijl wanneer deze tijdens de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een ander besluit zou zijn genomen;

    • e.

      De aanvrager niet of in onvoldoende mate de verplichtingen als bedoeld in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, screeningsregels van externe partijen of als bedoeld in artikel 6 van deze beleidsregels nakomt;

    • f.

      De aanvrager tegen de medewerkers, die zich bezighouden met werkzaamheden vanuit het schuldhulpverleningstraject, misdraagt.

Artikel 9. Vroegsignalering en nazorg

  • 1.

    Het college ontvangt volgens de Wgs signalen van vaste lastenpartners van betalingsachterstanden. Er is sprake van een achterstand als de vervaldatum van de factuur is verstreken en minimaal één herinnering is verstuurd. De vaste lastenpartner meldt klanten aan wanneer een van de volgende situaties zich voordoet:

    • a.

      Achterstand bij het betalen van de energierekening (elektriciteit, gas en/of warmte);

    • b.

      Achterstand bij het betalen van de drinkwaterrekening;

    • c.

      Achterstand bij het betalen van de zorgverzekeringspremie, inclusief de premie voor aanvullende verzekering, eigen risico en eigen bijdragen;

    • d.

      Achterstand bij het betalen van de huur.

  • 2.

    Na het ontvangen van een onder lid 1 genoemde signaal, neemt het college binnen een termijn van twee weken contact op met de inwoner om een ondersteuningsaanbod te doen.

  • 3.

    Het college bepaalt het aanbod en de duur van de nazorg. De nazorg duurt maximaal een jaar na het afronden van de schuldregeling.

  • 4.

    De vorm waarin het college nazorg aanbiedt is gebaseerd op een analyse van de schuldhulpverlening, de onderliggende problematiek en de verdere prognose van de financiële situatie van de inwoner. De wijze en de duur van de nazorg wordt vastgelegd in het plan van aanpak.

Artikel 10. Onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, wanneer onverkorte toepassing daarvan zou leiden tot onbillijkheden van overwegend aard.

  • 2.

    In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college.

Artikel 11. Intrekking eerdere beleidsregels, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Beleidsregels Schuldhulpverlening 2013 worden ingetrokken.

  • 2.

    De Beleidsregels Schuldhulpverlening 2023 treden in werking met ingang van de dag van bekendmaking.

  • 3.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: “Beleidsregels schuldhulpverlening 2023 Weststellingwerf”.

Aldus vastgesteld op 7 maart 2023,

Burgemeester en Wethouders van Weststellingwerf,

de secretaris, de burgemeester,

Toelichting Beleidsregels schuldhulpverlening 2023 Weststellingwerf

Algemeen

Deze beleidsregels geven handvatten voor de inzet van deze voorzieningen. De inwoner weet hierdoor wat de voorwaarden zijn voor toelating tot de gemeentelijke schuldhulpverlening en waaraan zich te moeten houden. De gemeente weet welke verplichtingen zij aan de inwoner mag opleggen en wanneer zij de toegang tot de onderdelen van de schuldhulpverlening kan weigeren of beëindigen.

Artikelsgewijs

Artikel 1. Begripsbepalingen

De begripsbepalingen van dit artikel zijn afkomstig uit de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening, de huidige Kadernota Armoedebeleid en Schuldhulpverlening en het huidige Uitvoeringsplan Armoedebestrijding.

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Zoals is vastgelegd in de Kadernota Armoedebeleid en Schuldhulpverlening is schuldhulpverlening, met een paar uitzonderingen, toegankelijk voor alle inwoners van de gemeente Weststellingwerf.

De volgende personen zijn uitgesloten van schuldhulpverlening via de gemeente Weststellingwerf:

- Illegalen;

- Dak- en thuislozen.

Illegalen:

Alleen vreemdelingen die rechtmatig in Nederland verblijven komen voor schuldhulpverlening in aanmerking. Dit is opgenomen in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). Illegalen komen dus niet voor schuldhulpverlening in aanmerking.

Dak- en thuislozen:

Alleen ingezetenen die op grond van de Wet BPR in onze gemeente zijn ingeschreven komen voor schuldhulpverlening in aanmerking. Personen zonder woonadres (dak- en thuislozen), worden in het kader van bijstandsverlening geholpen door bij algemene maatregel van bestuur (AMvB) aangewezen centrumgemeenten. Zij worden in onze regio geholpen door de gemeente Leeuwarden.

Voor dak- en thuislozen geldt dat de schuldhulpverlening wordt verleend door het college van B en W van de gemeente waar de dakloze zich bevindt op het moment dat hij zich tot de gemeente wendt. In de praktijk zal dit betekenen dat de centrumgemeenten voor dak- en thuislozen de schuldhulpverlening voor deze groep op zich zullen nemen. Dan is gegarandeerd dat de zorg voor dak- en thuislozen, inclusief het eventueel verstrekken van een uitkering op grond van de Participatiewet en de schuldhulpverlening door dezelfde gemeente plaatsvindt.

Wij verwijzen dak- en thuislozen voor schuldhulpverlening door naar de gemeente Leeuwarden.

Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening

De zelfredzame inwoner is in staat, met behulp van digitale ondersteuning, zijn schuldhulpvraag te beantwoorden en zelf zijn schulden te regelen. Heeft de inwoner ondersteuning nodig van een professional? Dan kan hij een aanvraag voor schuldhulpverlening indienen bij het gebiedsteam Weststellingwerf.

Het gebiedsteam neemt namens het college besluiten over toekenning of afwijzing van schuldhulpverlening. Na toekenning van de schuldhulpverlening kan besloten worden dat een externe partij deze schuldhulpverlening uitvoert.

Bij een melding voor schuldhulpverlening wordt binnen 8 weken getoetst of en in hoeverre de inwoner zelf in staat is om de schuldenproblematiek zelf te regelen en op te lossen. Wanneer ondersteuning nodig is komt de inwoner in aanmerking voor financiële schuldhulpverlening. Voor degenen die daar (nog) niet voor in aanmerking komen, wordt beoordeeld of stabilisatie noodzakelijk is.

In het vierde lid van artikel 3 wordt aangegeven dat de mate waarin de gemeente één of meerdere voorzieningen inzet van meerdere factoren afhankelijk is. Het aanbod van schuldhulpverlening wordt afgestemd op de persoonlijke en financiële situatie van de inwoner. In sommige gevallen kan de gemeente niets of nauwelijks iets betekenen voor de inwoner. Bijvoorbeeld bij zware verslavingsproblematiek. Als iemand zo verslaafd is dat hij blijvend nieuwe schulden aangaat, dan is dit een ernstige belemmering voor een schuldhulpverleningstraject. Een belangrijke voorwaarde is dan dat deze persoon gaat werken aan zijn verslavingsprobleem.

In het vijfde lid wordt aangegeven uit welke voorzieningen het aanbod van schuldhulpverlening kan bestaan. Voorwaarde voor het inzetten van voorzieningen is dat de inwoner zijn probleem niet zelfstandig kan oplossen. Van het gebiedsteam wordt verwacht dat zij de aanvraag voor schuldhulpverlening toetsen aan de gekantelde schuldhulpverlening. De gekantelde schuldhulpverlening doet eerst een beroep op wat de inwoner zelf kan doen om zijn schuldhulpvraag te beantwoorden.

Aan de hand van de motivatie van de schuldenaar en de mate waarin het schuldenpakket regelbaar is, wordt bepaald welke voorzieningen in het kader van de schuldhulpverlening het meest passend zijn voor de inwoner. Uiteraard is het uitgangspunt steeds dat er maatwerk wordt verricht en voorzieningen aan elkaar gekoppeld kunnen worden.

Artikel 4. Financiële schuldhulpverlening

Gemeente Weststellingwerf verzorgt voor onze inwoners de Financiële schuldhulpverlening. Daarbij horen diverse producten, die afhankelijk van de persoonlijke situatie van de inwoner kunnen worden ingezet. Maar deze dienstverlening is per definitie tijdelijk (de maximale periode is in de meeste gevallen ongeveer 3 jaar). Structurele ondersteuning (bijvoorbeeld structureel inkomensbeheer) valt onder Stabilisatie.

Recidivisten en inwoners die verwijtbaar uitvallen bij een traject voor het regelen van schulden, kunnen uitsluitend nog aanspraak maken op Stabilisering. Zij kunnen geen aanspraak meer maken op Financiële schuldhulpverlening. Dat wil zeggen: Niet op kosten van de gemeente.

Slechts in bijzondere omstandigheden kan het college in het individuele geval besluiten toch meer dan één keer Financiële schuldhulpverlening aan te bieden.

Artikel 5. Stabilisatie

Geen enkele inwoner van onze gemeente is uitgesloten van schuldhulpverlening. Dit betekent echter niet dat alle onderdelen van de schuldhulpverlening voor iedereen onbeperkt toegankelijk zijn. Niet in alle gevallen is Financiële schuldhulpverlening direct mogelijk of wenselijk. In die gevallen kan de gemeente het instrument “Stabilisatie” inzetten. Stabilisatie is er op gericht dat de inwoner, ondanks het bestaan van schulden, gebruik kan blijven maken van de elementaire voorzieningen. Stabilisatie is een vangnetvoorziening die (verdere) escalatie van problematiek moet voorkomen.

Met de schulden wordt tijdens de Stabilisatie niets gedaan. Schuldeisers kunnen beslag op het inkomen leggen. De beslagvrije voet - het deel van het inkomen waarop de schuldeiser geen beslag mag leggen - vormt de ondergrens waar de schuldenaar van moet leven. Uiteraard moet de beslagvrije voet wel correct zijn vastgesteld.

Stabilisatie richt zich op:

• het stabiliseren van het leven van de schuldenaar

(huis, gas, elektrisch, water, zorgverzekering, leefgeld);

• het voorkomen van nieuwe schulden;

• het bevorderen (of onderhouden) van participatie;

• beheer van het inkomen (indien noodzakelijk);

• het treffen van een betalingsregeling (wanneer wenselijk);

• doorgeleiding naar schuldregeling (wanneer tijdelijk niet geschikt voor schuldregeling).

Door Stabilisatie zijn ook gezinnen met kinderen die (tijdelijk) zijn uitgesloten van een schuldregeling verzekerd van de elementaire voorzieningen.

Artikel 6. Verplichtingen

Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde, recente informatie te geven en medewerking te verlenen. Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject.

De inwoner dient alle maatregelen te treffen om de aflossingscapaciteit te verhogen.

Voorbeelden hiervan zijn:

• het vragen van kostgeld aan de kinderen;

• het opzeggen van deelname aan loterijen;

• het verkopen van niet noodzakelijke bezittingen;

• het aanvragen van inkomens verhogende regelingen, zoals de inning van alimentatie en het aanvragen van toeslagen bij de Belastingdienst.

Naast alle algemene voorwaarden kunnen er ook aanvullende bijzondere verplichtingen worden opgelegd op grond van de individuele situatie.

Artikel 7. Afwijzingsgronden

Bij iedere individuele aanvraag wordt door het college gekeken of schuldhulpverlening kan worden toegekend. Het geven van informatie en advies staat hier buiten, dit kan bij iedere aanvraag worden gegeven.

Een aanvraag van een van de andere voorzieningen van het aanbod schuldhulpverlening kan het college op verschillende gronden afwijzen. Deze gronden staan beschreven in het eerste lid van artikel 7.

Als het college besluit tot weigering van de aanvraag schuldhulpverlening krijgt de aanvrager eenmaal een herstel aangeboden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of gevraagde informatie te verstrekken. Hiervoor wordt door het college een hersteltermijn afgesproken.

Artikel 8. Beëindiginggronden

Schuldhulpverlening is maatwerk. Dit kan betekenen dat de schuldhulpverlening wordt beëindigd als bijvoorbeeld de vorm van hulpverlening niet (langer) aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van de aanvrager.

De aanvrager die in staat is om zijn schulden zelf te regelen of in staat is de schulden zelfstandig te beheren, hoeft niet te worden ondersteund met Financiële schuldhulpverlening of stabilisatie.

Als de aanvrager niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals genoemd in artikel 6 kan besloten worden om schuldhulpverlening te weigeren, aan te passen of te beëindigen.

De aanvrager die zich misdraagt ten opzichte van de medewerkers, die helpen in het kader van schuldhulpverlening, kan zijn recht op schuldhulpverlening verspelen. Dit is alleen mogelijk wanneer het agressieve gedrag plaatsvindt binnen het kader van het onderzoek naar het vaststellen van het recht op schuldhulpverlening. Van belang is dat het college (in de besluitvorming) de afweging maakt dat door het agressieve gedrag van de cliënt deze de schuldhulpverlening belemmert.

Artikel 8 is geformuleerd als een zogenaamde ‘kan’-bepaling. Dit betekent dat het college de bevoegdheid heeft tot weigering of beëindiging, maar niet een verplichting. Dit biedt voldoende ruimte om bij de besluitvorming alle individuele omstandigheden mee te wegen.

Artikel 9. Vroegsignalering en Nazorg

Inwoners met problematische schulden blijken in de praktijk lang te wachten voordat ze zelf hulp inschakelen. Vroeg signalering is mogelijk door een wijziging in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening op 1 januari 2021. Door deze wijziging kan het college eerder mensen helpen die door schulden in de problemen dreigen te komen.

Bepaalde bedrijven en instanties mogen het college waarschuwen als zij zien dat hun klanten hun rekeningen niet betalen. Het betreft hierbij verhuurders van woningen, drinkwaterbedrijven, energieleveranciers en zorgverzekeraars. Deze bedrijven en instanties hebben hiervoor niet eerst toestemming nodig van de klant om een waarschuwing te melden bij het college. Ze geven een signaal als hun eigen inspanningen betalingsachterstanden niet oplossen. Hierbij gaat het om inspanningen zoals een betalingsregeling aanbieden en persoonlijk contact zoeken.

Na het ontvangen van een signaal nemen wij binnen twee weken contact op met de inwoner door middel van een brief of huisbezoek. Hierbij wordt een ondersteuningsaanbod gedaan. De inwoner mag de hulp wel weigeren.

Om recidive en terugval na het schuldhulpverleningstraject te voorkomen proberen wij inwoners na afloop van een schuldregelingstraject zo zelfredzaam mogelijk te maken. Hiervoor wordt een nazorgtraject aangeboden.

Voor het nazorgtraject wordt een analyse van schuldhulpverlening, onderliggende problematiek en verdere prognose gemaakt. Aan de hand van deze analyse bepaalt het college het aanbod en de duur van het nazorgtraject. Dit traject duurt maximaal een jaar na het afronden van het schuldhulpverleningstraject.

Artikel 10. Onvoorziene omstandigheden

Dit artikel geeft ruimte aan het college om in bijzondere (lid 1) c.q. onvoorziene (lid 2) gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling.

Artikel 11. Intrekking eerdere beleidsregels, inwerkingtreding en citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.