Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westerwolde

Beleidsregels Kindgebonden financiering peuteropvang gemeente Westerwolde 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWesterwolde
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Kindgebonden financiering peuteropvang gemeente Westerwolde 2023
CiteertitelBeleidsregels kindgebonden financiering peuteropvang Westerwolde 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening gemeente Westerwolde 2018

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-03-2023nieuwe regeling

07-03-2023

gmb-2023-109739

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Kindgebonden financiering peuteropvang gemeente Westerwolde 2023

Het college van Westerwolde, gelet op:

  • -

    de Algemene subsidieverordening gemeente Westerwolde 2018

Overwegende dat:

  • -

    Aan alle kinderopvangorganisaties in de gemeente Westerwolde de mogelijkheid wordt geboden om een subsidieaanvraag in te dienen om peuteropvang uit te voeren;

  • -

    De kwaliteitseisen beschreven zijn in het document Kwaliteitskader Peuteropvang Westerwolde welke als bijlage bij deze regeling is gevoegd;

  • -

    Uit de Wet Kinderopvang volgt dat de verantwoordelijkheid voor peuteropvang voor ouders, die niet in aanmerking komen voor de Kinderopvangtoeslag van het Rijk, bij de gemeente ligt;

  • -

    Door het Rijk en de VNG bestuursafspraken zijn gemaakt om zich gezamenlijk in te zetten voor toegankelijke voorschoolse voorzieningen en een groter bereik van peuters, met als doel dat alle peuters naar een voorschoolse voorziening kunnen gaan;

  • -

    De wet op het primair onderwijs (WPO) de opdracht geeft om regels vast te stellen over de uitvoering van de voor- en vroegschoolse educatie;

besluit vast te stellen:

 

de beleidsregels kindgebonden financiering peuteropvang gemeente Westerwolde 2023.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.

Awb:

Algemene wet bestuursrecht.

b.

KOT:

Ouders die een beroep kunnen doen op de kinderopvangtoeslagregeling conform de WKO.

c.

niet-KOT:

Ouders die geen beroep kunnen doen op de kinderopvangtoeslagregeling conform de WKO.

d.

VVE:

Voor- en vroegschoolse educatie.

e.

College:

College van burgemeester en wethouders van Westerwolde.

f.

JGZ:

Jeugdgezondheidszorg, in Westerwolde uitgevoerd door de GGD.

g.

Houder

Degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet toebehoort en die met die onderneming een kinderdagverblijf exploiteert die staat vermeld in het Landelijk Register Kinderopvang.

h.

Gecertificeerde voorschoolse voorziening:

Een voorziening voor peuteropvang die zowel aan de geldende wettelijke eisen, als aan het in Westerwolde van toepassing zijnde kwaliteitskader voldoet.

i.

VVE-indicatie

Een door JGZ 0-4 jaar (consultatiebureau) afgegeven indicatie dat een peuter aan de voorwaarden voldoet om voor een aanvullend aanbod in aanmerking te komen.

j.

Landelijk register kinderopvang:

Een register met gegevens van alle gecertificeerde kinderopvangvoorzieningen in Nederland.

k.

Ouder:

Persoon met ouderlijk gezag.

l.

Peuter:

Een kind in de leeftijd van 2 tot 4 jaar woonachtig in de gemeente Westerwolde.

m.

Peuteropvangplaats regulier:

Een kindplaats met een omvang van 8 uur per week verdeeld over minimaal 2 dagdelen op een gecertificeerde voorschoolse voorziening, waar het kind een programma voor voorschoolse educatie aangeboden krijgt.

n.

Peuteropvangplaats aanvullend aanbod:

Een kindplaats met een omvang van 8 uur per week bovenop een reguliere peuteropvangplaats. Het totale aantal uren regulier en aanvullend is verdeeld over minimaal 3 dagdelen.

o.

Inkomensafhankelijke bijdrage:

Voor de eerste 8 uur per week betalen ouders een inkomensafhankelijke bijdrage. Deze is afhankelijk van de hoogte van het bruto jaarinkomen. Hiervoor volgt de aanvrager de ouderbijdragetabel van de kinderopvang die jaarlijks door het Rijk wordt vastgesteld. Voor peuters die een verklaring hebben voor aanvullend aanbod zijn de extra 8 uur per week volledig voor rekening van de gemeente Westerwolde.

p.

Inkomensverklaring:

Een officiële verklaring (voorheen IB60) van de Belastingdienst met daarop de inkomensgegevens van een bepaald belastingjaar.

 

q.

Normtarief kinderopvang:

Maximum uurprijs dagopvang: Het bedrag dat als maximum uurprijs voor dagopvang is opgenomen in artikel 4, eerste lid, van het Besluit kinderopvangtoeslag.

r.

Wet IKK

Wet Innovatie en Kwaliteit in de Kinderopvang.

s.

Pedagogisch beleidsmedewerker voor voorschoolse educatie

De hbo-coach/ pedagogisch medewerkers op de VVE-groep zoals bedoeld in art. 2a Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.

Artikel 2. Doel

Deze regeling is ondersteunend aan de visie om alle kinderen van 0 tot 12 jaar woonachtig in Westerwolde een ononderbroken ontwikkeling te bieden en ouders te stimuleren om hun peuters van 2 tot 4 jaar de peuteropvang te laten bezoeken.

Peuteropvang in Westerwolde betreft:

  • -

    een basisvoorziening die toegankelijk is voor alle peuters in Westerwolde, ook voor ouders die geen beroep kunnen doen op kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst (niet-KOT);

  • -

    een basisvoorziening van 8 uur per week, beschikbaar voor alle peuters. Peuters die een aanvullend aanbod nodig hebben komen in aanmerking voor 16 uur peuteropvang per week, gedurende 40 weken;

  • -

    een basisvoorziening die voldoende gespreid binnen de gemeente aanwezig is;

  • -

    een basisvoorziening die binnen de financiële kaders van de gemeente in stand gehouden kan worden.

  • -

    de kwaliteit van de VVE te verhogen door het uitvoeren van kwaliteit verhogende beleidsmaatregelen en/of coaching van pedagogisch medewerkers door de inzet van een pedagogisch coach.

Om deze basisvoorziening ook in de kleinere kernen van de gemeente in stand te houden voert de gemeente aanvullend een kleine-kernenbeleid (bijlage 1).

Artikel 3. Subsidieaanvrager

  • 1.

    De subsidie peuteropvang wordt aangevraagd door de aanbieder van de gecertificeerde voorschoolse voorziening.

  • 2.

    De aanvrager voldoet, bovenop de eisen Wet Kinderopvang, aan het door de gemeente Westerwolde vastgestelde kwaliteitskader (zie bijlage 2).

  • 3.

    Houder vraagt ouders die niet aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag een inkomensverklaring aan te leveren en stelt op basis daarvan de ouderbijdrage vast. Dit zijn de zogenaamde niet KOT-ouders.

  • 4.

    De aanvrager brengt de subsidie in mindering op het door ouders van de peuters te betalen uurtarief voor gebruik van een peuteropvangplaats.

Artikel 4. Aanvraag en aanvraagtermijn

  • 1.

    De aanvrager vraagt jaarlijks subsidie aan door het indienen van ingevulde aanvraagformulieren.

  • 2.

    De aanvraag wordt ingediend voor 1 oktober vóór het jaar waarop de subsidie op van toepassing is.

Artikel 5. Subsidiehoogte

  • 1.

    De aanvrager ontvangt subsidie van de gemeente voor de uitvoering van peuteropvang op basis van het ingediende aanvraagformulier.

  • 2.

    De subsidie per uur voor “reguliere peuteropvang KOT” bestaat uit de jaarlijks door het college vastgestelde opslag per uur voor extra voorbereidings- en evaluatietijd en het door de gemeente gehanteerde kwaliteitskader bovenop de wettelijke minimumeisen.

  • 3.

    De subsidie per uur voor “reguliere peuteropvang niet-KOT” bestaat uit twee componenten:

    • a.

      een aanvulling op de inkomensafhankelijke ouderbijdrage tot de landelijk vastgestelde maximale uurprijs dagopvang (normtarief kinderopvang);

    • b.

      een jaarlijks door het college vastgestelde opslag per uur voor extra voorbereidings- en evaluatietijd en het door de gemeente gehanteerde kwaliteitskader bovenop de wettelijke minimumeisen.

  • 4.

    De subsidie per uur voor het aanvullend aanbod voor peuters (KOT en niet-KOT met een verklaring voor een aanvullend aanbod), zogenaamde doelgroeppeuters, is voor ouders gratis. De subsidie wordt aan de aanbieders beschikbaar gesteld op basis van werkelijk afgenomen uren. De hoogte is gelijk aan het bedrag voor een reguliere peuteropvangplaats.

  • 5.

    Per peuter met een VVE-indicatie, geldt een toeslag van € 425,- per jaar voor de inzet van de hbo-coach/pedagogisch medewerker voor 10 uur per kalenderjaar.

Artikel 6. Bevoorschotting

  • 1.

    De gemeenteraad stelt in november in de gemeentelijke begroting het budget vast dat het komende jaar voor de subsidie peuteropvang beschikbaar is.

  • 2.

    Uiterlijk op 31 december na vaststelling van de begroting ontvangt de aanvrager de subsidiebeschikking betreffende de bevoorschotting van het budget voor het komende kalenderjaar.

  • 3.

    Een voorschot op het subsidiebedrag wordt in 4 termijnen beschikbaar gesteld.

    De hoogte van het termijnbedrag kan op basis van de kwartaalverantwoording worden aangepast.

  • 4.

    De kostprijs wordt jaarlijks als volgt bepaald:

    • a.

      de landelijk vastgestelde maximale uurprijs dagopvang zoals vastgesteld door het Rijk;

    • b.

      de door het college vastgestelde opslag per uur wordt jaarlijks op basis van de landelijke / wettelijke ontwikkelingen vastgesteld in de gemeentelijke begroting.

Artikel 7. Subsidieplafond

De gemeenteraad stelt jaarlijks in november de gemeentelijke begroting vast. In de gemeentelijke begroting is het budget opgenomen dat beschikbaar is voor subsidie reguliere peuteropvang. Dit budget is taakstellend.

Artikel 8. Verantwoording

  • 1.

    De vaststelling van de subsidie vindt plaats op basis van het werkelijk aantal contractueel afgenomen uren en de gefactureerde ouderbijdragen.

  • 2.

    Verantwoording vindt per kwartaal plaats en afrekening vindt aan het einde van het jaar plaats door middel van de Peutermonitor.

    De houder levert na afloop van elk kwartaal van het jaar waarvoor subsidie is verleend, per peuter tenminste de volgende informatie aan via de Peutermonitor: BSN, NAW-gegevens, geboortedatum, inkomen ouders bij niet-KOT, eerste kind ja/nee, VVE-indicatie ja/nee, kinderopvangtoeslag ja/nee, startdatum peuteropvang, (verwachte) einddatum peuteropvang, aantal uren regulier aanbod, aantal uren aanvullend aanbod.

  • 3.

    In de jaarlijkse kwalitatieve verantwoording wordt ingegaan op:

    • -

      De voortgang van de activiteiten en inspanningen die in het (pedagogisch-educatief) plan van het betreffende jaar zijn beschreven conform het kwaliteitskader.

Artikel 9. Vaststelling subsidie

  • 1.

    De gemeente toetst aan de hand van de verantwoording als bedoeld in artikel 8 of de aanvrager heeft voldaan aan de verplichtingen uit deze regeling. Het college beslist binnen drie maanden na ontvangst van de verantwoording over de vaststelling van de subsidie. De subsidie wordt vastgesteld op de daadwerkelijk bestede uren per peuter aan de hand van het afgesproken uurtarief en onderverdeling naar de verschillende categorieën.

  • 2.

    Het college kan de subsidie lager vaststellen als de gegevens uit artikel 9 niet of niet tijdig worden aangeleverd.

  • 3.

    De gemeente is bevoegd steekproefsgewijs de juistheid van de aangeleverde gegevens als bedoeld in artikel 9 te controleren in de administratie van de aanvrager. De aanvrager verleent hieraan haar volledige medewerking.

Artikel 10. Weigeringsgronden subsidie

Naast de weigeringsgronden in de Awb kan het college de subsidieverstrekking weigeren als:

  • a.

    de aanvrager het aanvraagformulier niet tijdig (volledig) heeft ingediend (artikel 4.2);

  • b.

    de aanvrager niet voldoet aan het gestelde kwaliteitskader genoemd in de bijlage 2;

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2023.

Artikel 12. Hardheidsclausule

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college. Het college kan van de bepalingen in deze verordening afwijken, als toepassing ervan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 13. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als ‘Beleidsregels kindgebonden financiering peuteropvang Westerwolde 2023’.

Sellingen, 7 maart 2023

Burgemeester en wethouders van de gemeente Westerwolde,

H. Scheper,

gemeentesecretaris

J. Velema,

burgemeester

Bijlage 1:  

 

Aanvullende beleidsregels peuteropvang in kleine kernen Westerwolde

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze aanvullende beleidsregels worden dezelfde begripsbepalingen gebruikt als in de beleidsregels.

Onder een kleine kern wordt in deze aanvullende beleidsregels verstaan:

  • -

    een kern met één enkele peuteropvangvoorziening, die op basis van de gehanteerde kostprijs niet op rendabele wijze in stand gehouden kan worden.

Artikel 2. Toepasselijkheid Algemene subsidieverordening

De geldende Algemene subsidieverordening gemeente Westerwolde is van toepassing, tenzij daarvan in deze aanvullende beleidsregels uitdrukkelijk wordt afgeweken.

 

Artikel 3. Doel aanvullende beleidsregels

Doel is om in kleine kernen een peuteropvangvoorziening in stand te houden, waar dit op basis van de gehanteerde kostprijs niet op rendabele wijze mogelijk is. De oorzaken hiervan zijn divers. Belangrijkste oorzaken zijn het beschikbare aantal peuters (bezetting), het aantal openingsmomenten en de beschikbare ruimte.

 

Artikel 4. Subsidiabele activiteiten

Het college kan ieder jaar een subsidie verlenen als tegemoetkoming in de kosten om peuteropvangvoorzieningen in de kleine kernen open te houden. De restrictie is dat daarmee geen oneerlijke concurrentie alsmede marktverstorende werking optreedt. Jaarlijks wordt dit per afzonderlijke kern beoordeeld en vastgesteld.

De aanvrager en de peuteropvangvoorziening in de kleine kernen dienen aan dezelfde voorwaarden te voldoen als peuteropvangvoorzieningen in de andere kernen met uitzondering van de verplichting om 8 uur aanvullend aanbod aan te bieden.

 

Artikel 5. Subsidieplafond en verdeelsleutel

  • 1.

    Het college stelt voor deze subsidiabele activiteit het maximale budget vast. Het budget per kleine kern wordt vastgesteld door middel van een gespecificeerde subsidieaanvraag.

  • 2.

    Indien het budget niet toereikend is, wordt het beschikbare bedrag evenredig verdeeld over de aanvragen die voldoen aan de criteria voor subsidieverlening.

Deze kosten kunnen jaarlijks binnen het budget voor onderwijsachterstandenbeleid opgevangen worden.

 

Artikel 6. De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door de aanbieder van peuteropvang in een gecertificeerde voorschoolse voorziening, die voldoet aan de voorwaarden voor periodieke subsidie op grond van de Beleidsregels kindgebonden financiering peuteropvang gemeente Westerwolde 2023.

 

Artikel 7. Aanvraag subsidie

  • 1.

    De aanvraag voor de aanvullende subsidie dient samen met de aanvraag kindgebonden financiering peuteropvang voor 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarop de aanvullende subsidie van toepassing is, ingediend te worden.

  • 2.

    Uiterlijk op 31 december na vaststelling van de begroting ontvangt de aanvrager de subsidiebeschikking betreffende de bevoorschotting van het budget voor het komende kalenderjaar.

  • 3.

    Een voorschot op het subsidiebedrag wordt in 4 termijnen beschikbaar gesteld.

Artikel 8. Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

Per kleine kern, i.c. peuteropvangvoorziening, levert de aanvrager een toelichting op het tekort en een plan van aanpak met de inspanningen het tekort zoveel mogelijk te beperken.

 

Artikel 9. Hoogte subsidiebedrag

De aanbieder stemt met de gemeente Westerwolde af of de peuteropvanglocatie een aanbod heeft voor maximaal een halve groep (8 kindplaatsen) of 1 hele groep (16 kindplaatsen).

De aanbieder vraagt per locatie een aanvullende subsidie aan.

Voor een locatie met een halve groep kan maximaal aangevraagd worden: het verschil tussen de exploitatiekosten van de desbetreffende voorziening vanaf 6 geplaatste peuters (gemiddeld over het kalenderjaar van de subsidieaanvraag) en een sluitende begroting.

Indien deze peuteropvangvoorziening structureel boven de 8 peuters komt, vindt nader overleg met de gemeente plaats. Dit overleg kan leiden tot aanpassing van de aanvullende subsidie

Voor een locatie met een hele groep kan maximaal aangevraagd worden: het verschil tussen de exploitatiekosten van de desbetreffende peuteropvangvoorziening vanaf 12 geplaatste peuters (gemiddeld over het kalenderjaar van de subsidieaanvraag) en een sluitende begroting.

Op basis van de aanvragen stelt de gemeente een maximaal aanvullend subsidiebedrag vast voor de locaties met een halve groep en een maximaal aanvullend subsidiebedrag voor locaties met een hele groep.

 

Artikel 10. Vaststelling subsidie

Verantwoording vindt aan het einde van het jaar plaats via het aanvraag/verantwoordingsformulier. Het college beslist binnen drie maanden na ontvangst van de eindverantwoording over de vaststelling van de subsidie. De subsidie wordt vastgesteld op basis van de aanvraag, tenzij tussentijds sprake is geweest van onder artikel 9 genoemde aanpassing van het budget.

 

Artikel 11. Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 13 van de Algemene subsidieverordening gemeente Westerwolde 2023 kan het college weigeren subsidie te verlenen als:

  • a)

    de bezetting van een voorziening in een kleine kern gemiddeld minder dan 6 geplaatste peuters over het voorgaande kalenderjaar van de subsidieaanvraag is;

  • b)

    in het jaar van de subsidieaanvraag een andere LRK-geregistreerde kinderopvangaanbieder peuteropvang aanbiedt in de desbetreffende kleine kern;

  • c)

    niet is voldaan aan de verplichtingen genoemd in de Beleidsregels kindgebonden financiering peuteropvang gemeente Westerwolde;

  • d)

    er geen toelichting is verschaft over de oorzaken van het financieel tekort en de mogelijke maatregelen die zijn genomen om het te kort te beperken.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2023.

Bijlage 2: Kwaliteitskader

Gemeenten moeten ervoor zorgen dat peuteropvang en VVE voldoen aan wettelijke kwaliteitseisen1.

In het Kwaliteitskader staat beschreven wat de gemeente Westerwolde verstaat onder peuteropvang en aan welke (wettelijke) eisen en voorwaarden aanbieders van Peuteropvang en VVE moeten voldoen om in aanmerking te komen voor subsidie. Dit kwaliteitskader is gekoppeld aan de beleidsregels kindgebonden financiering peuteropvang.

 

Doel

Het doel van dit kwaliteitskader is:

  • -

    Eén kwaliteitsstandaard in Westerwolde voor peuteropvang en voorschoolse educatie.

  • -

    Duidelijkheid naar ouders/verzorgers over de wijze waarop peuteropvang en voorschoolse educatie in Westerwolde is georganiseerd.

  • -

    Duidelijke kwaliteitseisen voor aanbieders om voor gemeentelijke subsidie in aanmerking te kunnen komen.

Looptijd

Dit kwaliteitskader gaat in per 1-1-2023 en eindigt uiterlijk 31-12-2026.

In het najaar van 2023 zal het kwaliteitskader uitgebreid worden met één gezamenlijk begrippenkader (educatieve kwaliteit) voor peuteropvang en voorschoolse educatie. Dit kader zal in de werkgroep OAB/VVE ontwikkeld worden. In 2026 zal het complete kwaliteitskader geëvalueerd worden in de werkgroep, met als doel het kwaliteitskader dat vanaf 1-1-2027 in zal gaan te ontwikkelen.

 

Toetsing

De GGD inspecteert jaarlijks de basiseisen kwaliteit voorschoolse educatie en adviseert de gemeente over haar constateringen.

 

Inhoud

1. Wet- en regelgeving

De aanbieder van peuteropvang moet voldoen aan de volgende wettelijke eisen:

  • -

    Wet Kinderopvang

  • -

    Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang

  • -

    Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie

  • -

    Toezichtkader onderwijsinspectie

  • -

    Controlerende instantie GGD

2. Peuteropvang

Peuteropvang is een kortdurende, laagdrempelige voorziening voor alle peuters van 2 tot 4 jaar. Voor de leeftijdsgroep van 2 tot 4 jaar, woonachtig in de gemeente Westerwolde, zijn de beleidsregels kindgebonden financiering peuteropvang gemeente Westerwolde van kracht. Daarnaast gelden de volgende kwaliteitseisen:

  • -

    Peuteropvang is een voorziening waar peuters, in groepsverband (horizontale groepen), aan de hand van een VVE-programma in hun ontwikkeling gestimuleerd worden door middel van spel en gerichte activiteiten (spelen, ontmoeten, ontwikkelen). Deze activiteiten zijn gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.

  • -

    Er is zoveel mogelijk sprake van gemengde groepen: kinderen met en zonder recht op een aanvullend aanbod en wel of niet vallend onder de kinderopvangtoeslag spelen en ontwikkelen zich gezamenlijk in een groep. Alleen wanneer de aanbieder kan aantonen dat dit niet te realiseren is kan hiervan afgeweken worden met instemming van de gemeente.

  • -

    De aanbieder van peuteropvang wisselt ervaringen uit met ouders over de ontwikkeling van hun kinderen en biedt ouders ondersteuning bij opvoed- en ontwikkelingsvragen.

  • -

    De aanbieder van peuteropvang heeft een vroegtijdige signaleringsfunctie. De aanbieder werkt dan ook samen met andere organisaties zoals Jeugdgezondheidszorg, zorgaanbieders en basisscholen om ervoor te zorgen dat iedere peuter, indien nodig, passende aanvullende begeleiding en zorg krijgt aangeboden, dan wel dat er een goede overdracht plaatsvindt naar een andere (voorschoolse) voorziening.

  • -

    De aanbieder van peuteropvang werkt met een kindvolgsysteem om het welbevinden en de ontwikkeling van peuters op de verschillende gebieden te monitoren.

  • -

    De aanbieder van peuteropvang hanteert een systeem om de eigen kwaliteit te evalueren, te verbeteren en te waarborgen.

  • -

    De aanbieder van peuteropvang werkt opbrengst- en doelgericht.

  • -

    De aanbieder van peuteropvang werkt volgens de gemeentelijke afspraken vastgelegd in het overdrachtsprotocol van voorschoolse voorziening naar basisschool binnen de gemeente Westerwolde2.

Voor alle peuters van 2 tot 4 jaar is er een aanbod voor tenminste 2 dagdelen van in totaal 8 uur per week, gedurende 40 weken per jaar.

Voor peuters die risico lopen op een ontwikkelingsachterstand is er een aanvullend aanbod van 8 uur extra per week (in totaal 16 uur per week), verdeeld over minimaal 3 dagdelen, gedurende 40 weken.

Peuters die voldoen aan de gemeentelijke definitie doelgroepkinderen komen in aanmerking voor het aanvullend aanbod voorschoolse educatie. De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) kan het risico op onderwijsachterstand al in een vroeg stadium inschatten omdat zij de kinderen volgen vanaf de eerste levensweken. JGZ geeft een VVE-indicatie af indien een peuter tot de doelgroep behoort. Soms blijkt pas op de peuteropvang dat een ontwikkelings- of taalachterstand heeft. In dat geval legt de voorschoolse organisatie dit ter toetsing voor aan JGZ.

 

3. Inhoudelijk aanbod/ doorgaande lijn:

Er is een actueel (pedagogisch-educatief) plan waarin de samenwerking tussen de peuteropvang-aanbieder en het onderwijs staat beschreven. Uit het gehanteerde plan blijkt dat er afspraken zijn over een gezamenlijk pedagogisch klimaat, over een gedeelde visie ten aanzien van ontwikkelen en leren voor 0 tot 12-jarigen, over de doorgaande leer- en ontwikkelingslijn, over een brede zorgstructuur 0 tot 12 jarigen (intern en extern), over een gezamenlijk ouderbeleid (met speciale aandacht voor de doelgroepkinderen), en over een gezamenlijke kwaliteitsbeleid.

Peuteropvanglocaties kunnen samenwerking met een school of meerdere scholen hebben.

 

4. Pedagogisch personeel:

De pedagogisch medewerkers in vaste dienst en invalkrachten voor een langdurige periode:

  • -

    zijn geschoold in een door het NJI erkend vve programma of staan ingeschreven om uiterlijk binnen een jaar na de vaste aanstelling te starten met de vve scholing. De desbetreffende medewerker is tot die tijd wel aantoonbaar bezig met het (in)werken in de methodiek tijdens de uren peuteropvang, vooruitlopend op het starten van de opleiding.

  • -

    Spreken voldoende Nederlands; voldoen aan taalniveau 3f (mondelinge- en leesvaardigheid) en 2f (schrijfvaardigheid).

De aanbieder draagt zorg voor continuïteit op de groepen.

  • -

    Vanaf 1 januari 2022 komt voor de voorschoolse educatie extra hbo inzet bovenop de eisen uit de Wet IKK. Deze inzet dient een extra kwaliteitsimpuls te geven. De peuteropvang aanbieders dienen in hun pedagogisch beleidsplan en werkplan aan te geven hoe deze hbo-uren ingezet worden.

5. Monitoring:

De aanbieder van peuteropvang verstrekt op aanvraag cijfermatige en inhoudelijke gegevens ten behoeve van monitoring door de gemeente, de Inspectie van het Onderwijs en organisaties die als opdrachtnemer van de gemeente optreden. Hierbij wordt gehandeld op basis van de Algemene Verordening Gegevensverwerking (AVG). De gegevenslevering aan de gemeente loopt middels de Peutermonitor. De inhoudelijke verantwoording verloopt middels het subsidie aanvraag/verantwoordingsformulier.

Bijlage 4: Formulier rapportage in de Peutermonitor

 

Informatie die moet worden aangeleverd voor de monitoring van het (non)bereik peuters en financiële verantwoording

Welke kolommen?

Uitleg

Hoe?

Kwartaal

Het betreffende kwartaal waarover de gegevens ingediend worden

2018KW1/2018KW2/etc.

Maand

De betreffende maand waarover de gegevens ingediend worden

201801/201802/etc.

Locatie

(Voorvoegsel en) naam van de locatie

KDV Naam Kinderopvanglocatie

LRK ID

Identificatiecode van de locatie in het LRK (zie https://www.landelijkregisterkinderopvang.nl)

123456789

Voorschoolse educatie

Hoeft alleen ingevuld te worden wanneer dit invloed heeft op de subsidieregeling.

Is de locatie een erkende VVE locatie?

Ja/Nee

Kind ID

Het Burgerservicenummer (BSN) van de peuter. Let op: Deze kolom is cruciaal voor de werking van de Peutermonitor, zorg dat deze juist gevuld is!

123456789

Indicatie

Heeft de peuter een VVE-indicatie?

Ja/Nee

Kinderopvangtoeslag

Hebben de ouder(s)/verzorger(s) van de peuter recht op kinderopvangtoeslag?

Ja/Nee

Voornaam

Voornaam van de peuter

Voornaam

Achternaam

Achternaam van de peuter

Achternaam

Postcode

Postcode van het woonadres van de peuter

1234AB (6 tekens)

Huisnummer

Huisnummer van het woonadres van de peuter

123

Toevoeging

Toevoeging op het huisnummer van het woonadres van de peuter

A

Woonplaats

Woonplaats van de peuter

Woonplaats

Geboortedatum

Geboortedatum van de peuter

dd-mm-jjjj

Eerste kind

Hoeft alleen ingevuld te worden voor ouders die geen kinderopvangtoeslag kunnen aanvragen. Wordt gelijk gesteld aan de tabel Kinderopvangtoeslag 2018. Indien er meer kinderen van hetzelfde gezin naar de opvang gaan, is het kind met de meeste opvanguren het eerste kind. Dit hoeft dus niet het oudste kind te zijn.

Ja/Nee

Startdatum

(Verwachte) startdatum van de peuter in het peuterarrangement op deze locatie

dd-mm-jjjj

Einddatum

(Verwachte) einddatum van de peuter in het peuterarrangement op deze locatie

dd-mm-jjjj

Uren regulier

Het aantal gesubsidieerde reguliere uren dat de peuter opvang heeft genoten in de betreffende maand (standaard uren die voor alle peuters gelden)Let op: dit gaat om contracturen, ook wel 'geplaatste uren' genoemd en niet zozeer om de werkelijke uren waarin de peuter aanwezig was.

16,67

Uren VVE

Het aantal gesubsidieerde extra uren dat de peuter opvang heeft genoten in de betreffende maand (voor peuters die hier recht op hebben)Let op: dit gaat om contracturen, ook wel 'geplaatste uren' genoemd en niet zozeer om de werkelijke uren waarin de peuter aanwezig was.

16,67

Inkomen ouders

Hoeft alleen ingevuld te worden voor ouders die geen kinderopvangtoeslag kunnen aanvragen. Gezamenlijk toetsingsinkomen van de ouder(s)/verzorger(s) (peildatum eerste dag van de maand).

12.345


1

WPO, Wet Kinderopvang, Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie, Wet IKK

2

Op het moment van vaststelling van dit kwaliteitskader is er binnen de gemeente Westerwolde nog sprake van twee protocollen, een voor het noordelijk gedeelte van de gemeente en een voor het zuidelijke deel. In 2019 wordt er in overleg met de samenwerkingspartners een geharmoniseerd nieuw protocol opgesteld.