Organisatie | Westerwolde |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Kindgebonden financiering peuteropvang gemeente Westerwolde 2023 |
Citeertitel | Beleidsregels kindgebonden financiering peuteropvang Westerwolde 2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Algemene subsidieverordening gemeente Westerwolde 2018
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-03-2023 | nieuwe regeling | 07-03-2023 |
In deze regeling wordt verstaan onder:
Deze regeling is ondersteunend aan de visie om alle kinderen van 0 tot 12 jaar woonachtig in Westerwolde een ononderbroken ontwikkeling te bieden en ouders te stimuleren om hun peuters van 2 tot 4 jaar de peuteropvang te laten bezoeken.
Peuteropvang in Westerwolde betreft:
Om deze basisvoorziening ook in de kleinere kernen van de gemeente in stand te houden voert de gemeente aanvullend een kleine-kernenbeleid (bijlage 1).
De subsidie per uur voor het aanvullend aanbod voor peuters (KOT en niet-KOT met een verklaring voor een aanvullend aanbod), zogenaamde doelgroeppeuters, is voor ouders gratis. De subsidie wordt aan de aanbieders beschikbaar gesteld op basis van werkelijk afgenomen uren. De hoogte is gelijk aan het bedrag voor een reguliere peuteropvangplaats.
De gemeenteraad stelt jaarlijks in november de gemeentelijke begroting vast. In de gemeentelijke begroting is het budget opgenomen dat beschikbaar is voor subsidie reguliere peuteropvang. Dit budget is taakstellend.
Verantwoording vindt per kwartaal plaats en afrekening vindt aan het einde van het jaar plaats door middel van de Peutermonitor.
De houder levert na afloop van elk kwartaal van het jaar waarvoor subsidie is verleend, per peuter tenminste de volgende informatie aan via de Peutermonitor: BSN, NAW-gegevens, geboortedatum, inkomen ouders bij niet-KOT, eerste kind ja/nee, VVE-indicatie ja/nee, kinderopvangtoeslag ja/nee, startdatum peuteropvang, (verwachte) einddatum peuteropvang, aantal uren regulier aanbod, aantal uren aanvullend aanbod.
Artikel 9. Vaststelling subsidie
De gemeente toetst aan de hand van de verantwoording als bedoeld in artikel 8 of de aanvrager heeft voldaan aan de verplichtingen uit deze regeling. Het college beslist binnen drie maanden na ontvangst van de verantwoording over de vaststelling van de subsidie. De subsidie wordt vastgesteld op de daadwerkelijk bestede uren per peuter aan de hand van het afgesproken uurtarief en onderverdeling naar de verschillende categorieën.
Artikel 10. Weigeringsgronden subsidie
Naast de weigeringsgronden in de Awb kan het college de subsidieverstrekking weigeren als:
Sellingen, 7 maart 2023
Burgemeester en wethouders van de gemeente Westerwolde,
H. Scheper,
gemeentesecretaris
J. Velema,
burgemeester
Aanvullende beleidsregels peuteropvang in kleine kernen Westerwolde
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze aanvullende beleidsregels worden dezelfde begripsbepalingen gebruikt als in de beleidsregels.
Onder een kleine kern wordt in deze aanvullende beleidsregels verstaan:
Artikel 2. Toepasselijkheid Algemene subsidieverordening
De geldende Algemene subsidieverordening gemeente Westerwolde is van toepassing, tenzij daarvan in deze aanvullende beleidsregels uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 3. Doel aanvullende beleidsregels
Doel is om in kleine kernen een peuteropvangvoorziening in stand te houden, waar dit op basis van de gehanteerde kostprijs niet op rendabele wijze mogelijk is. De oorzaken hiervan zijn divers. Belangrijkste oorzaken zijn het beschikbare aantal peuters (bezetting), het aantal openingsmomenten en de beschikbare ruimte.
Artikel 4. Subsidiabele activiteiten
Het college kan ieder jaar een subsidie verlenen als tegemoetkoming in de kosten om peuteropvangvoorzieningen in de kleine kernen open te houden. De restrictie is dat daarmee geen oneerlijke concurrentie alsmede marktverstorende werking optreedt. Jaarlijks wordt dit per afzonderlijke kern beoordeeld en vastgesteld.
De aanvrager en de peuteropvangvoorziening in de kleine kernen dienen aan dezelfde voorwaarden te voldoen als peuteropvangvoorzieningen in de andere kernen met uitzondering van de verplichting om 8 uur aanvullend aanbod aan te bieden.
Artikel 5. Subsidieplafond en verdeelsleutel
Deze kosten kunnen jaarlijks binnen het budget voor onderwijsachterstandenbeleid opgevangen worden.
Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door de aanbieder van peuteropvang in een gecertificeerde voorschoolse voorziening, die voldoet aan de voorwaarden voor periodieke subsidie op grond van de Beleidsregels kindgebonden financiering peuteropvang gemeente Westerwolde 2023.
Artikel 8. Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
Per kleine kern, i.c. peuteropvangvoorziening, levert de aanvrager een toelichting op het tekort en een plan van aanpak met de inspanningen het tekort zoveel mogelijk te beperken.
Artikel 9. Hoogte subsidiebedrag
De aanbieder stemt met de gemeente Westerwolde af of de peuteropvanglocatie een aanbod heeft voor maximaal een halve groep (8 kindplaatsen) of 1 hele groep (16 kindplaatsen).
De aanbieder vraagt per locatie een aanvullende subsidie aan.
Voor een locatie met een halve groep kan maximaal aangevraagd worden: het verschil tussen de exploitatiekosten van de desbetreffende voorziening vanaf 6 geplaatste peuters (gemiddeld over het kalenderjaar van de subsidieaanvraag) en een sluitende begroting.
Indien deze peuteropvangvoorziening structureel boven de 8 peuters komt, vindt nader overleg met de gemeente plaats. Dit overleg kan leiden tot aanpassing van de aanvullende subsidie
Voor een locatie met een hele groep kan maximaal aangevraagd worden: het verschil tussen de exploitatiekosten van de desbetreffende peuteropvangvoorziening vanaf 12 geplaatste peuters (gemiddeld over het kalenderjaar van de subsidieaanvraag) en een sluitende begroting.
Op basis van de aanvragen stelt de gemeente een maximaal aanvullend subsidiebedrag vast voor de locaties met een halve groep en een maximaal aanvullend subsidiebedrag voor locaties met een hele groep.
Artikel 10. Vaststelling subsidie
Verantwoording vindt aan het einde van het jaar plaats via het aanvraag/verantwoordingsformulier. Het college beslist binnen drie maanden na ontvangst van de eindverantwoording over de vaststelling van de subsidie. De subsidie wordt vastgesteld op basis van de aanvraag, tenzij tussentijds sprake is geweest van onder artikel 9 genoemde aanpassing van het budget.
In aanvulling op artikel 13 van de Algemene subsidieverordening gemeente Westerwolde 2023 kan het college weigeren subsidie te verlenen als:
Gemeenten moeten ervoor zorgen dat peuteropvang en VVE voldoen aan wettelijke kwaliteitseisen1.
In het Kwaliteitskader staat beschreven wat de gemeente Westerwolde verstaat onder peuteropvang en aan welke (wettelijke) eisen en voorwaarden aanbieders van Peuteropvang en VVE moeten voldoen om in aanmerking te komen voor subsidie. Dit kwaliteitskader is gekoppeld aan de beleidsregels kindgebonden financiering peuteropvang.
Het doel van dit kwaliteitskader is:
Dit kwaliteitskader gaat in per 1-1-2023 en eindigt uiterlijk 31-12-2026.
In het najaar van 2023 zal het kwaliteitskader uitgebreid worden met één gezamenlijk begrippenkader (educatieve kwaliteit) voor peuteropvang en voorschoolse educatie. Dit kader zal in de werkgroep OAB/VVE ontwikkeld worden. In 2026 zal het complete kwaliteitskader geëvalueerd worden in de werkgroep, met als doel het kwaliteitskader dat vanaf 1-1-2027 in zal gaan te ontwikkelen.
De GGD inspecteert jaarlijks de basiseisen kwaliteit voorschoolse educatie en adviseert de gemeente over haar constateringen.
De aanbieder van peuteropvang moet voldoen aan de volgende wettelijke eisen:
Peuteropvang is een kortdurende, laagdrempelige voorziening voor alle peuters van 2 tot 4 jaar. Voor de leeftijdsgroep van 2 tot 4 jaar, woonachtig in de gemeente Westerwolde, zijn de beleidsregels kindgebonden financiering peuteropvang gemeente Westerwolde van kracht. Daarnaast gelden de volgende kwaliteitseisen:
Peuteropvang is een voorziening waar peuters, in groepsverband (horizontale groepen), aan de hand van een VVE-programma in hun ontwikkeling gestimuleerd worden door middel van spel en gerichte activiteiten (spelen, ontmoeten, ontwikkelen). Deze activiteiten zijn gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Er is zoveel mogelijk sprake van gemengde groepen: kinderen met en zonder recht op een aanvullend aanbod en wel of niet vallend onder de kinderopvangtoeslag spelen en ontwikkelen zich gezamenlijk in een groep. Alleen wanneer de aanbieder kan aantonen dat dit niet te realiseren is kan hiervan afgeweken worden met instemming van de gemeente.
De aanbieder van peuteropvang heeft een vroegtijdige signaleringsfunctie. De aanbieder werkt dan ook samen met andere organisaties zoals Jeugdgezondheidszorg, zorgaanbieders en basisscholen om ervoor te zorgen dat iedere peuter, indien nodig, passende aanvullende begeleiding en zorg krijgt aangeboden, dan wel dat er een goede overdracht plaatsvindt naar een andere (voorschoolse) voorziening.
De aanbieder van peuteropvang werkt volgens de gemeentelijke afspraken vastgelegd in het overdrachtsprotocol van voorschoolse voorziening naar basisschool binnen de gemeente Westerwolde2.
Voor alle peuters van 2 tot 4 jaar is er een aanbod voor tenminste 2 dagdelen van in totaal 8 uur per week, gedurende 40 weken per jaar.
Voor peuters die risico lopen op een ontwikkelingsachterstand is er een aanvullend aanbod van 8 uur extra per week (in totaal 16 uur per week), verdeeld over minimaal 3 dagdelen, gedurende 40 weken.
Peuters die voldoen aan de gemeentelijke definitie doelgroepkinderen komen in aanmerking voor het aanvullend aanbod voorschoolse educatie. De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) kan het risico op onderwijsachterstand al in een vroeg stadium inschatten omdat zij de kinderen volgen vanaf de eerste levensweken. JGZ geeft een VVE-indicatie af indien een peuter tot de doelgroep behoort. Soms blijkt pas op de peuteropvang dat een ontwikkelings- of taalachterstand heeft. In dat geval legt de voorschoolse organisatie dit ter toetsing voor aan JGZ.
3. Inhoudelijk aanbod/ doorgaande lijn:
Er is een actueel (pedagogisch-educatief) plan waarin de samenwerking tussen de peuteropvang-aanbieder en het onderwijs staat beschreven. Uit het gehanteerde plan blijkt dat er afspraken zijn over een gezamenlijk pedagogisch klimaat, over een gedeelde visie ten aanzien van ontwikkelen en leren voor 0 tot 12-jarigen, over de doorgaande leer- en ontwikkelingslijn, over een brede zorgstructuur 0 tot 12 jarigen (intern en extern), over een gezamenlijk ouderbeleid (met speciale aandacht voor de doelgroepkinderen), en over een gezamenlijke kwaliteitsbeleid.
Peuteropvanglocaties kunnen samenwerking met een school of meerdere scholen hebben.
De pedagogisch medewerkers in vaste dienst en invalkrachten voor een langdurige periode:
zijn geschoold in een door het NJI erkend vve programma of staan ingeschreven om uiterlijk binnen een jaar na de vaste aanstelling te starten met de vve scholing. De desbetreffende medewerker is tot die tijd wel aantoonbaar bezig met het (in)werken in de methodiek tijdens de uren peuteropvang, vooruitlopend op het starten van de opleiding.
De aanbieder draagt zorg voor continuïteit op de groepen.
De aanbieder van peuteropvang verstrekt op aanvraag cijfermatige en inhoudelijke gegevens ten behoeve van monitoring door de gemeente, de Inspectie van het Onderwijs en organisaties die als opdrachtnemer van de gemeente optreden. Hierbij wordt gehandeld op basis van de Algemene Verordening Gegevensverwerking (AVG). De gegevenslevering aan de gemeente loopt middels de Peutermonitor. De inhoudelijke verantwoording verloopt middels het subsidie aanvraag/verantwoordingsformulier.
Bijlage 4: Formulier rapportage in de Peutermonitor
Op het moment van vaststelling van dit kwaliteitskader is er binnen de gemeente Westerwolde nog sprake van twee protocollen, een voor het noordelijk gedeelte van de gemeente en een voor het zuidelijke deel. In 2019 wordt er in overleg met de samenwerkingspartners een geharmoniseerd nieuw protocol opgesteld.