Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zevenaar

Beleidsregels Jeugdwet gemeente Zevenaar 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZevenaar
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Jeugdwet gemeente Zevenaar 2023
CiteertitelBeleidsregels Jeugdhulp gemeente Zevenaar 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregels jeugdwet 2021.

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-03-2023nieuwe regeling

06-12-2022

gmb-2023-109391

1128349

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Jeugdwet gemeente Zevenaar 2023

Inleiding

Deze beleidsregels zijn een uitwerking van de Verordening jeugdhulp gemeente Zevenaar 2023. De beleidsregels geven een toelichting op en een instructie voor de uitvoering van het beleid in het kader van de Jeugdwet. Hieronder verduidelijkt het college van burgemeester en wethouders hoe bepaalde begrippen worden uitgelegd en hoe met bevoegdheden wordt omgegaan. En ook hoe wordt omgegaan met de individuele voorzieningen, die mogelijk zijn in het kader van de Jeugdwet. De andere voorzieningen komen hier niet aan de orde omdat dit vrij toegankelijke voorzieningen zijn. De beleidsregels dragen voor de uitvoeringspraktijk ertoe bij dat alle (min of meer) vergelijkbare gevallen op een gelijke manier worden behandeld.

 

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

 

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • 1)

    Verordening: de Verordening jeugdhulp gemeente Zevenaar 2023.

Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet, het Besluit Jeugdwet, de Algemene wet bestuursrecht en de Verordening.

Hoofdstuk 2 Beoordelingskader

2.1 Algemene beoordelingskader

Vertrekpunt bij de beoordeling van een aanspraak op hulp is dat de primaire levensbehoeften (onderdak, inkomen, voeding, kleding) van onze inwoners op orde zijn. Inwoners zijn zelf verantwoordelijk voor hun primaire levensbehoeften, als dat niet op eigenkracht lukt, worden zij verwezen naar andere vormen van ondersteuning (zoals de maatschappelijke opvang, de sociaal raadslieden, de inkomensondersteuning, de schuldhulpverlening, de voedselbank of de kledingbank).

 

Bij het beoordelen of er aanspraak gemaakt kan worden op jeugdhulp moet worden gekeken naar de volgende aspecten:

 

  • 1)

    De jeugdige heeft zijn of haar woonadres in de gemeente Zevenaar op grond van de Basisregistratie Personen (BRP). Dit is uitgewerkt in het in de Jeugdwet vastgelegde woonplaatsbeginsel. In geval dat de jeugdige in het kader van Jeugdhulp met Verblijf elders verblijft, is zijn/ haar woonplaats de BRP inschrijving direct voordat de Jeugdhulp met Verblijf startte.

  • 2)

    Er is geen aanspraak mogelijk op een voorliggende wetten, zoals de Wet langdurige zorg, de Zorgverzekeringswet of Passend Onderwijs. De afbakening met andere wetten is geregeld in artikel 1.2 van de Jeugdwet.

  • 3)

    De eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van het gezin en diens omgeving (zie 2.1.1).

  • 4)

    Er zijn geen voorliggende, overige voorzieningen beschikbaar waarmee de ondersteuningsbehoefte weggenomen kan worden.

De jeugdige of ouders kunnen geen aanspraak maken op een individuele voorziening als ze er voor kiezen geen gebruik te maken van overige - of voorliggende voorzieningen die geschikt en beschikbaar zijn om de ondersteuningsbehoefte op te lossen.

 

2.1.1 Eigen mogelijkheden en probleemoplossend vermogen omgeving

Als de veiligheid en de primaire levensbehoeften op orde zijn, dan wordt gekeken naar de eigen mogelijkheden van het gezin en het probleemoplossend vermogen van de omgeving van het gezin.

Van inwoners wordt verwacht dat zij eerst zelf kijken hoe ze hun problemen op kunnen lossen. En als het lastig is om zelf de problemen op te lossen, dat ze dan kijken welke vormen van hulp en ondersteuning geboden kunnen worden vanuit hun eigen sociale omgeving of welke voorzieningen in hun wijk of kern een bijdrage kunnen leveren aan de gewenste ondersteuning (samenredzaamheid). Als de eigen mogelijkheden en die van de omgeving redelijkerwijs niet toereikend of afdoende zijn, kan vanuit de Jeugdwet een individuele voorziening worden getroffen.

 

2.2 Algemene voorwaarden en weigeringsgronden

Bij het beoordelen van de aanspraak op een individuele voorziening wordt gekeken naar de in de verordening opgenomen algemene voorwaarden voor individuele voorzieningen.

 

2.2.1 Best passende voorziening

Individuele voorzieningen dienen passend te zijn bij de hulp- of ondersteuningsvraag van de jeugdige of het gezin. De voorziening is zo licht als mogelijk, maar zo zwaar als nodig is om de hulp- of ondersteuningsvraag van de jeugdige of het gezin te beantwoorden.

 

2.2.2. Weigeringsgronden

Algemene weigeringsgronden zijn:

  • 1)

    Een jeugdige en/of ouder(s) komen niet in aanmerking voor een individuele voorziening als:

    • a)

      De jeugdige en/of ouder(s) aanspraak (kunnen) maken op een voorliggende voorziening, die voorziet in de ondersteuningsbehoefte, of de mogelijkheid bestaat dat zij aanspraak kunnen maken op een voorliggende voorziening die voorziet in de ondersteuningsbehoefte, maar zij hiervoor geen aanvraag wensen in te dienen. Voorziet de voorliggende voorziening gedeeltelijk in de ondersteuningsbehoefte dan kan aanvullend alsnog een individuele voorziening worden afgegeven;

    • b)

      De jeugdige en/of ouder(s) onvoldoende meewerken aan het onderzoek waardoor de gemeente geen juist onderzoek kan uitvoeren en hierdoor de ondersteuningsbehoefte niet op een juiste wijze kan vaststellen;

    • c)

      Er ondersteuning is aangevraagd, die zal worden verleend buiten Nederland, tenzij het college van oordeel is dat het inzetten van ondersteuning buiten de landsgrenzen een bijzondere bijdrage levert aan het behalen van het beoogde resultaat;

    • d)

      De individuele voorziening niet voldoet aan de eisen met betrekking tot kwaliteit zoals bedoeld in paragraaf 4.1 van de wet;

  • 2)

    Indien de aanvraag betrekking heeft op kosten voor jeugdhulp die de jeugdige en/of ouder(s) voorafgaand aan de aanvraag heeft gemaakt dan worden deze kosten niet vergoed.

Weigeringsgronden specifiek voor het PGB:

  • 1)

    Er wordt geen PGB verstrekt:

    • a)

      Als het Pgb hoger is dan de kosten van jeugdhulp voorziening in natura;

    • b)

      Als het college eerder een beslissing heeft herzien of ingetrokken omdat:

      • i)

        De jeugdige en/of ouder(s) of zijn vertegenwoordiger Pgb-zaken onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid;

      • ii)

        De jeugdige en/of ouder(s) of zijn vertegenwoordiger Pgb-zaken niet hebben voldaan aan de aan de individuele voorziening of het Pgb verbonden voorwaarden;

      • iii)

        De jeugdige en/of ouder(s) of zijn vertegenwoordiger Pgb-zaken het Pgb niet of voor een ander doel hebben gebruikt dan waarvoor het is bestemd.

Hoofdstuk 3 Individuele voorzieningen

 

De individuele voorzieningen zijn onderverdeeld in de volgende gecontracteerde zorgvormen (landelijk of gecontracteerde inkoop).

  • Ambulante jeugdhulp individueel

    • o

      Begeleiding

    • o

      behandeling

  • Ambulante jeugdhulp groep

    • o

      Begeleiding

    • o

      Behandeling

  • Verblijf

    • o

      Langdurend verblijf

    • o

      Kortdurend verblijf (waaronder crisiszorg en spoedzorg)

  • Activerend Werk

  • Jeugdbescherming en Jeugdreclassering

Spoedeisende zorg en crisishulp heeft te maken met de snelheid waarmee de hulp verleend moet worden, gelet op de ernst van de situatie. Bij iemand die al in zorg is, is de betreffende instelling verantwoordelijk voor het bieden van zorg in een crisissituatie. Bij iemand die nog niet in zorg is bekijkt Jeugdbescherming Gelderland welke zorg geboden moet worden.

 

De inhoud van de regionaal gecontracteerde ondersteuning is opgenomen in de inkoopdocumenten van de regio Centraal Gelderland. (https://www.inkoopsdcg.nl/home+inkoop/inkoop/inkoopdocumenten/default.aspx)

De inhoud van de landelijk gecontracteerde ondersteuning is jaarlijks te vinden op de site van de VNG onder Functies en zorgaanbieders Jeugd.

(https://vng.nl/artikelen/functies-en-aanbieders-jeugdhulp)

 

De gemeente heeft ook de mogelijkheid om een vrijwillige gesloten plaatsing te doen.

 

Naast de gemeente zijn er nog een aantal verwijzers die de zorg kunnen inzetten.

  • Een gecertificeerde instelling, waar jeugdbescherming en jeugdreclassering onder vallen (dit gaat via het berichtenverkeer). Hierover zijn in het kader van de Gelderse Verbeteragenda Jeugdbescherming (regionale) afspraken gemaakt. Zie ook https://www.gvjb.nl/contract-afspraken

  • Een huisarts, specialist of jeugdarts. Deze artsen hebben de mogelijkheid om rechtstreeks naar een aanbieder te verwijzen (dit gaat via het berichtenverkeer). Het gaat vaak over onderzoek voor eventuele diagnoses.

  • De officier van justitie heeft de mogelijkheid om rechtstreeks naar een aanbieder te verwijzen. Dit kan bijvoorbeeld een taakstraf zijn, die door een werk- of leerproces wordt ingezet.

  • De rechtbank doet een verzoek voor in te zetten hulp naar de gemeente, die zij nodig acht en voortvloeit uit een strafrechtelijke beslissing.

  • Scholen kunnen alleen voor een dyslexie-onderzoek aanvragen doen (dit gaat via het berichtenverkeer). Wanneer zij andere zorgen hebben, kunnen zij ouders verwijzen naar de gemeente.

    • o

      Huiswerkbegeleiding ziet op het begeleiden van de leerling bij het structureren, plannen en zelfstandig maken van huiswerk. Deze hulp is primair gericht op het leerproces en het doorlopen van het onderwijsprogramma. Dit valt onder de zorgplicht van scholen. Huiswerkbegeleiding kan niet gezien worden als jeugdhulp. De gemeente hoeft hiervoor geen voorziening te treffen.

Hoofdstuk 4 Persoonsgebonden budget (PGB)

 

Het college maakt voor het beoordelen van de pgb-vaardigheid gebruik van het “kader voor pgb-vaardigheid” met 10-criteria voor pgb-vaardigheid als leidraad in het gesprek met jeugdige en/ of ouders, zoals door het ministerie van VWS is opgesteld. De jeugdige of zijn ouders of een bewindvoerder moeten ten minste aan deze 10 criteria voldoen om in aanmerking te kunnen komen voor een persoonsgebonden budget.

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2021/09/21/infographic-met-toelichting---toetsing-10-punten-pgb-vaardigheid

 

De jeugdige en/of ouders leveren een pgb-plan aan, waarin zij beschrijven welke zorg zij nodig achten, welke doelen zij willen bereiken met de zorg en welde zorgverlener deze zorg kan verlenen en tegen welke prijs.

 

De mogelijkheid bestaat om het PGB in te zetten voor ondersteuning door iemand uit het sociale netwerk van de jeugdige en/ of de ouders. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om een familielid, buur, vriend, mantelzorg of een medelid van een vereniging.

Hoofdstuk 5 Inwerkingtreding

 

Deze beleidsregels treden in werking op 01-01-2023.

Hoofdstuk 6 Hardheidsclausule

 

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jeugdige gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien onverkorte toepassing daarvan leidt tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

Hoofdstuk 7 Intrekking oude beleidsregels

 

De Beleidsregels jeugdwet 2021 worden ingetrokken.

Hoofdstuk 8 Citeertitel

 

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Zevenaar 2023.

Ondertekening

Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders op 6 december 2022.

de secretaris,

D. Janssen

de burgemeester,

L.J.E.M. van Riswijk