Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zuidplas

Beleidsregels uitwegen gemeente Zuidplas

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZuidplas
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels uitwegen gemeente Zuidplas
CiteertitelBeleidsregels uitwegen (omgevingsvergunning) gemeente Zuidplas
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregels uitwegen die zijn vastgesteld bij besluit van 5 januari 2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 2.2, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
  2. Algemeen plaatselijke verordening
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-03-2023nieuwe regeling

27-11-2012

gmb-2023-107877

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels uitwegen gemeente Zuidplas

0.Inleiding

Ingevolge artikel 2.2 eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Zuidplas is een omgevingsvergunning nodig voor de activiteit maken, hebben of veranderen van een uitweg dan wel het veranderen van het gebruik van een uitweg naar de openbare weg.

 

De bevoegdheid tot het beslissen op aanvragen om een omgevingsvergunning berust bij het college van burgemeester en wethouders.

Op grond van artikel 2.12 lid 3 van de APV kan een omgevingsvergunning worden geweigerd in het belang van:

  • de bruikbaarheid van de weg;

  • het veilig en doelmatig gebruik van de weg;

  • de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

  • de bescherming van groenvoorzieningen in de gemeente.

Artikel 4.81 van de Algemene wet bestuursrecht biedt de mogelijkheid om beleidsregels op te stellen voor de hantering van de weigeringsgronden. Deze beleidsregels hebben de vorm van toetsingscriteria per weigeringsgrond.

Artikel 4.84 van de Algemene wet bestuursrecht bevat de opdracht aan het college van burgemeester en wethouders om te handelen overeenkomstig de beleidsregels, maar biedt daarnaast de ruimte om van een beleidsregel af te wijken als de gevolgen van de toepassing van de beleidsregel voor één of meer belanghebbenden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.

 

De “Beleidsregels uitwegen (omgevingsvergunning) gemeente Zuidplas” bevatten criteria voor wijze van behandeling van aanvragen om een omgevingsvergunning voor de activiteit maken, hebben of veranderen van een uitweg dan wel het veranderen van het gebruik van een uitweg naar de openbare weg.

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zuidplas

 

Gelet op artikel 2:12 van de Algemeen plaatselijke verordening van de gemeente Zuidplas en artikel

2.2, eerste lid, onder e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

 

Overwegende:

 

Dat het op grond van artikel 2:12 van de Algemeen plaatselijke verordening verboden zonder vergunning van het college van B&W :

  • a.

    een uitweg te maken naar de weg;

  • b.

    van de weg gebruik te maken voor het hebben van een uitweg;

  • c.

    verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg.

 

Dat artikel 2:12, lid 3 van de Algemeen plaatselijke verordening weigeringsgronden bevat voor de verlening van een uitwegvergunning.

 

Dat het college op grond van artikel 4.81 van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd is tot het opstellen van beleidsregels voor de wijze waarop de weigeringsgronden gehanteerd dienen te worden

 

Besluit:

 

Vast te stellen de “Beleidsregels uitwegen (omgevingsvergunning) gemeente Zuidplas”

Artikel 1. Reikwijdte

Deze beleidsregels zijn van toepassing op alle aanvragen om een omgevingsvergunning voor de activiteit maken, hebben of veranderen van een uitweg dan wel het veranderen van het gebruik van een uitweg naar wegen in eigendom van de gemeente Zuidplas.

Artikel 2. Aanleg

De aanleg van een uitweg wordt uitgevoerd door de gemeente, of door een aannemer in opdracht van de gemeente. Het is de aanvrager niet toegestaan zelf een uitweg aan te (laten) leggen.

Artikel 3. Kosten

De aanleg-, aanpassings, - en verwijderkosten van de uitweg zijn voor de aanvrager. Dit geldt tevens voor alle kosten die met de aanleg samenhangen, bijvoorbeeld het aanpassen van groenvakken of kavels en leidingen of het verplaatsen van straatmeubilair of lichtmasten.

Artikel 4 Relatie onderdelen omgevingsvergunning

In het geval dat een omgevingsvergunning wordt aangevraagd voor een andere activiteit, bijvoorbeeld voor de bouw van een garage of carport, wordt de vergunningaanvrager gewezen op de noodzaak ook een omgevingsvergunning voor de activiteit maken, hebben of veranderen van een uitweg dan wel het veranderen van het gebruik van een uitweg aan te vragen.

Artikel 5 Ondergrond eigendom van derden

Mogelijk moet voor de aanleg van een uitweg gemeentelijk eigendom doorkruist worden. Geeft de gemeente in een dergelijke situatie de omgevingsvergunning af, dan wordt daarmee impliciet ook privaatrechtelijk toestemming voor het gebruik van de grond afgegeven.

Een afgegeven omgevingsvergunning mag niet gefrustreerd worden door het weigeren van een privaatrechtelijke toestemming van de gemeente.

Het is ook mogelijk dat eigendom van derden doorkruist moet worden. Dit kan evenmin reden zijn om een omgevingsvergunning te weigeren. Wel zal de gemeente de aanvrager er op wijzen dat hij ook privaatrechtelijke dan wel publiekrechtelijke toestemming van een derde nodig heeft.

Artikel 6 Toetsingscriteria algemeen

Een uitweg

  • A.

    Een nieuwe uitweg ten behoeve van een woning mag, gemeten langs de openbare weg, maximaal vier meter breed worden.

  • B.

    Een nieuwe uitweg op een bedrijfsterrein en ten behoeve van landbouwpercelen mag, gemeten langs de openbare weg, maximaal 12 meter breed worden.

  • C.

    In principe wordt een omgevingsvergunning voor een tweede uitweg ten behoeve van een woning geweigerd. Uitsluitend wanneer de noodzaak van een tweede inrit door de vergunningaanvrager wordt aangetoond kan van het principe van één inrit per woning worden afgeweken.

  • D.

    Voor percelen met een andere dan een woonbestemming wordt de aanvraag voor een tweede inrit per geval bekeken. Voor de verlening van een vergunning voor een nieuwe uitweg kan de gemeente eisen dat de oude inrit binnen een bepaalde periode wordt verwijderd.

Artikel 7 Bruikbaarheid van de weg

Onder “weg” wordt de weg zelf, alsmede ook de bijbehorende voorzieningen zoals openbare verlichting en straat-/trottoirkolken voor afvoer van hemelwater. Als voorzieningen niet verplaatst of gecompenseerd kunnen worden wordt de aanvraag omgevingsvergunning voor de activiteit maken, hebben of veranderen van een uitweg dan wel het veranderen van het gebruik van een uitweg geweigerd. Daarnaast wordt een omgevingsvergunning voor de activiteit maken, hebben of veranderen van een uitweg dan wel het veranderen van het gebruik van een uitweg geweigerd indien door het maken of veranderen van de uitweg:

  • A.

    het aantal openbare parkeerplaatsen wordt verminderd en er niet binnen een afstand van 50 meter voldoende openbare parkeerplaatsen voorhanden blijven dan wel dat nieuwe openbare parkeerplaatsen (op kosten van de aanvrager) niet binnen een afstand van 50 meter kunnen worden aangelegd;

  • B.

    een verzamelpunt van afval (containers) verloren gaat;

  • C.

    de doorstroming op een gebiedsontsluitende weg of op een weg die deel uitmaakt van de hoofdwegenstructuur negatief beïnvloed wordt;

  • D.

    de bij het ontwerpen van de wijkstructuur gemaakte afbakening tussen voetgangers- en autogebied wordt aangetast;

  • E.

    er in de toekomst een probleem zal ontstaan, bijvoorbeeld door een op handen zijnde wijziging van de omstandigheden ter plaatse of precedentwerking;

  • F.

    Indien de bruikbaarheid van de weg naar verwachting negatief beïnvloed zal worden door een inrit, kan toch een vergunning worden verleend indien er sprake is van bijzondere omstandigheden die verstrekking rechtvaardigen. Bijvoorbeeld indien er geen andere manier is om ontsluiting van het perceel mogelijk te maken.

Artikel 8 Veilig en doelmatig gebruik van de weg

Een uitwegvergunning wordt in het belang van het veilig en doelmatig gebruik van de weg geweigerd indien de inrit komt te liggen:

 

  • A.

    op of bij een kruising of splitsing van wegen;

  • B.

    op een voetpad of voetgangersoversteekplaats

  • C.

    op de plaats van opstelstroken dan wel voorsorteervakken;

  • D.

    binnen een afstand van 50 meter van een verkeersregelinstallatie;

  • E.

    op een plaats waar de aanliggende rijbaan van de weg zodanig smal is dat de inrit wegens te beperkte manoeuvreerruimte met een personenauto niet direct kan worden ingereden;

  • F.

    kort bij een helling van de weg, waardoor onoverzichtelijke en/of onveilige situaties kunnen ontstaan;

  • G.

    op een plaats waar de ruimte voor het plaatsen van een personenauto op het eigen erf minder is dan 2,5 meter breed en 5.0 meter lang, zoals gedefinieerd in de Aanbevelingen Stedelijke Verkeersvoorzieningen (ASVV);

  • H.

    op een plaats waar belemmeringen ontstaan voor het in- en uitrijden met een personenauto van één of meer bestaande garages;

  • I.

    op een plaats waar de inrit op een fiets- en/of voetgangerspad uitkomt en dat pad in lengterichting moet worden bereden om de openbare weg te bereiken;;

  • J.

    op een plaats ten behoeve van de openbare verlichting aanwezige lichtmast die wegens verlichtingseisen en/of openbaar groen niet te verplaatsen is;

  • K.

    op een zodanige plek dat de verkeersveiligheid en of de doorstroming van het verkeer in gevaar komen, bijvoorbeeld wanneer door een inrit het verkeer geremd wordt, de doorstroming of de vrije in/uitrijruimte beperkt wordt en de weg onvoldoende of zelfs niet meer gebruikt kan worden voor het doel waarvoor hij bedoeld is en tenslotte wanneer de zichtafstand van een naderend voertuig op het conflictvlak minder is dan de stopafstand van het verkeer (reactieafstand + remweg).

Artikel 9 Bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving

Een uitwegvergunning wordt in het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving geweigerd indien in een Bestemmingsplan, in Stedenbouwkundige randvoorwaarden, in de Welstandsnota, een Beeldkwaliteitplan of in het kader van beschermd Stads- of dorpsgezicht is vastgelegd dat uitwegen ter plekke niet wenselijk of toegestaan zijn.

Artikel 10 Bescherming van groenvoorzieningen van de gemeente

Een uitwegvergunning wordt in het belang van de bescherming van groenvoorzieningen in de gemeente geweigerd indien:

 

  • A.

    op de locatie van de aanvraag een of meerdere bomen die op gemeentegrond staan gekapt moeten worden, ook indien geen kapvergunning vereist zou zijn;

  • B.

    de inrit geprojecteerd is in groen dat een onderdeel uitmaakt van de groenstructuur in de omgeving

  • C.

    de inrit geprojecteerd is in groen dat eerder als snippergroen is uitgegeven aan de eigenaar van een nabijgelegen perceel

  • D.

    op de locatie van de aanvraag een of meerdere bomen gekapt moeten worden die eigendom zijn van de aanvrager en waarvoor geen kapvergunning kan worden verleend.

  • E.

    door het maken of veranderen van de inrit het openbare groenvak aangetast zal worden. Per geval zal een belangenafweging gemaakt worden, waarbij beoordeeld wordt of het aantasten van het groenvlak een negatieve uitstraling zal hebben op het uiterlijk van de straat.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Inwerkingtreding: deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie. Op dat moment vervallen de beleidsregels uitwegen die zijn vastgesteld bij besluit van 5 januari 2010.

Artikel 12 Citeertitel

Citeertitel: dit besluit wordt aangehaald als “Beleidsregels uitwegen (omgevingsvergunning) gemeente Zuidplas”.

Aldus besloten in de vergadering van 27 november 2012

Het college van burgemeester en wethouders,

J. Brinkman,

gemeentesecretaris

K.J.G. Kats

burgemeester