Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Berg en Dal

Beleidskader Recreatie en Horeca in het Buitengebied

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBerg en Dal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidskader Recreatie en Horeca in het Buitengebied
CiteertitelBeleidskader Recreatie en Horeca in het Buitengebied
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-03-2023nieuwe regeling

15-12-2022

gmb-2023-107862

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidskader Recreatie en Horeca in het Buitengebied

De raad van de gemeente Berg en Dal;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2022.

 

overwegende dat:

  • -

    Het concept van het beleidskader heeft van 31 januari tot 13 maart 2020 voor inwoners en andere belanghebbenden ter inzage gelegen;

  • -

    Tegen het beleidskader zijn 8 zienswijzen naar voren gebracht;

  • -

    De zienswijzen zijn van beantwoording voorzien in de Nota Zienswijzen;

  • -

    Daarnaast zijn er keukentafelgesprekken gevoerd met agrarische ondernemers en is het concept beleid met een afvaardiging uit de sector besproken.

b e s l u i t : 

  • 1.

    De nota zienswijzen vast te stellen;

  • 2.

    Het beleidskader Recreatie en Horeca vast te stellen;

Inleiding

 

Aanleiding

Het college heeft besloten om een beleidskader voor recreatie en horeca in Berg en Dal uit te laten werken. Dit beleidskader ligt nu voor u. Het bestaande recreatie en horecabeleid van de gemeente Berg en Dal namen we hierin verduidelijkt op. Dit beleidskader stelden we op met de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Het beleidskader heeft niet als doel om concurrentieverhoudingen te regelen.

  • 2.

    Bestaande beleidskeuzes blijven bestaan.

  • 3.

    We maken onderscheid tussen hoofd- en nevenactiviteiten en gemengde bedrijven.

  • 4.

    We benaderen nieuwe initiatieven of uitbreiding van bestaande horeca-activiteiten in het buitengebied met “ja, mits”.

  • 5.

    Het beleidskader en de vertaling daarvan in regelgeving moet handhaafbaar zijn.

Context

In onze gemeente hebben we ongeveer 130 horecavestigingen. En 1.140 werknemers werken in de horeca. Horeca is daardoor een belangrijke economische sector in Berg en Dal. Per 10.000 inwoners zijn er 38 vestigingen. Dat is ruim boven het landelijke gemiddelde van 30.

 

Op 9 maart 2017 stelden we de Economische visie vast. Daarin staan 2 hoofddoelstellingen:

  • 1.

    Meer werkgelegenheid in Berg en Dal;

  • 2.

    Een positief voorzieningenniveau in Berg en Dal.

De groei en ontwikkeling van de recreatie en horeca in Berg en Dal hebben een positief effect op deze doelstellingen. Tussen 2010 en 2016 zijn er in Berg en Dal namelijk 30 vestigingen bijgekomen. Dat is een groei van 23%. En de werkgelegenheid is met 13% gestegen. De situatie op de arbeidsmarkt is momenteel wel anders dan in 2017. We hebben nu te maken met tekort aan personeel. Ook in andere opzichten verandert de sector snel. Trends volgen elkaar snel op. Denk daarbij aan: blurring, Airbnb, gezonde levensstijl en voorkeur voor lokale producten.

 

Doelstelling

We willen een duidelijk en eerlijk speelveld voor reguliere horecabedrijven. En een duidelijk onderscheid tussen hoofd- en nevenactiviteiten en gemengde bedrijven in het buitengebied.

 

Leeswijzer

Dit beleidskader bestaat uit 6 hoofdstukken die ieder een verschillend thema behandelen. Per hoofdstuk staan de voorwaarden die gelden helder opgesomd. In hoofdstuk 1 en 5 staat informatie over ontwikkelingen. In hoofdstuk 2, 3 en 4 staan onze ambities voor dat thema. In hoofdstuk 6 gaan we in op het overgangsrecht.

 

Hoofdstuk 1 | Recreatie en Horeca in het buitengebied

In dit hoofdstuk leest u eerst over de ontwikkelingen in het buitengebied. Vervolgens over wat onze ambities zijn voor het buitengebied. En tot slot de spelregels om deze ambities te bereiken.

 

Wat zijn de ontwikkelingen in het buitengebied?

Voor agrariërs zijn nevenactiviteiten een steeds belangrijkere inkomstenbron

Vooral voor agrariërs die afhankelijk zijn van veeteelt. Dit komt o.a. door de stikstofproblematiek.

 

Bewoners van burgerwoningen starten vaker een B&B

We zien steeds vaker B&B’s bij burgerwoningen zowel in het buitengebied als in de kern.

 

De grenzen van nevenactiviteiten worden soms overschreden

Dit komt bijvoorbeeld doordat een nevenactiviteit groeit in omvang en daardoor geen nevenactiviteit meer is. Het bestemmingsplan wordt hier niet automatisch op aangepast. Daarnaast hebben bedrijven soms meerdere nevenactiviteiten naast elkaar. Of ze hebben nevenactiviteiten bij nevenactiviteiten, zoals een kantine voor de gasten van een boerencamping. De hoofdactiviteit is dan bijna niet meer te herkennen.

 

Wat zijn onze ambities voor het buitengebied?

We behouden 3 belangrijke waarden voor het buitengebied

De natuur, het karakteristieke landschap en de rust. Zij vormen namelijk een belangrijke basis voor de toeristische sector en voor het woonklimaat. Horeca in het buitengebied is een voorbeeld van een belangrijke toevoeging aan ons toeristische aanbod.

 

We bieden ruimte voor horeca die iets toevoegt aan het bestaande aanbod

Dit gaat dan specifiek om plannen die groter zijn dan een nevenactiviteit. Deze plannen mogen aanwezige waarden en functies in de omgeving niet aantasten. En ze moeten goed in het landschap passen.

 

We willen de kwaliteiten van het buitengebied behouden of versterken

Daarom is het belangrijk om zorgvuldig om te gaan met uitbreiding of nieuwe horeca in het buitengebied.

 

Met welke voorwaarden bereiken we bovenstaande ambities?

  • We staan een beperkte groei van recreatie en horeca in het buitengebied toe.

  • We nemen de verschillen in de volgende 3 definities weg: nevenactiviteit, een ondersteunende activiteit en een ondergeschikte activiteit.

  • We toetsen nieuwe principeverzoeken en aanvragen voor omgevingsvergunningen goed op de nieuwe definitie van een nevenactiviteit. In de vergunning staat voor welke gebruiksactiviteiten we de vergunning verlenen en voor welke omvang.

  • We leggen in beleidskaders vast onder welke voorwaarden we doorgroeien van neven- naar hoofdactiviteit of een gemengd bedrijf toestaan.

Hoofdstuk 2 | Nevenactiviteiten in het buitengebied en B&B’s

In dit hoofdstuk leest u eerst over de ontwikkelingen van horeca gerelateerde / recreatieve nevenactiviteiten in het buitengebied. En vervolgens over de voorwaarden voor nevenactiviteiten in het buitengebied en B&B’s. En tot slot staan we stil bij de vraag: wanneer is een nevenactiviteit geen nevenactiviteit meer.

 

In dit hoofdstuk bespreken we de veel voorkomende recreatieve nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven:

  • 1.

    Boerenkamers

  • 2.

    Boerenterras

  • 3.

    Boerencamping

  • 4.

    Zaalverhuur voor activiteiten die een relatie hebben met de agrarische bestemming

Naast bovenstaande recreatieve nevenactiviteiten zijn er onder voorwaarden ook andere kleinschalige nevenactiviteiten toegestaan zoals caravanstalling tot een maximum van 350 m² (binnen de bestaande bebouwing). Andere horeca gerelateerde activiteiten zien we als aparte hoofdactiviteit.

 

Daarnaast zijn er mogelijkheden voor een bed en breakfast bij burgerwoningen in zowel de kern als het buitengebied.

 

Wat zijn de ontwikkelingen van horeca gerelateerde nevenactiviteiten in het buitengebied?

Het beleid over nevenactiviteiten van de voormalige gemeenten verschillen van elkaar

Het Ubbergse beleid voor boerenterrassen is bijvoorbeeld ruimer dan het Groesbeekse. Terwijl het Groesbeekse beleid voor B&B’s weer ruimer is dan het Ubbergse. En in het bestemmingsplan van Millingen aan de Rijn staan bijna geen uitspraken over recreatie en horeca in het buitengebied.

 

Welke voorwaarden gelden voor nevenactiviteiten in het buitengebied?

Hieronder staan de voorwaarden per nevenactiviteit:

 

Algemeen

  • We gebruiken voor het hele buitengebied het meest ruime beleid over de recreatie en horeca gerelateerde nevenactiviteiten. Dit beleid komt uit de bestaande bestemmingsplannen: ‘Buitengebied Groesbeek 2013’ en ‘Buitengebied Ubbergen 2013’.

  • We staan verkoop van eten en drinken bij horeca gerelateerde nevenactiviteiten toe tijdens de volgende openingstijden:

    • Van 15 maart tot en met 31 oktober van 07.00 uur tot 21.00 uur;

    • Van 1 november tot 15 maart van 07.00 uur tot 19.00 uur.

  • Dit nemen we op in het Omgevingsplan.

Boerenkamers bij agrarische bedrijven

  • Het bevoegd gezag kan de realisatie van boerenkamers bij agrarische bedrijven toestaan. Agrarische ondernemers mogen dan bestaande agrarische bedrijfsgebouwen gebruiken voor recreatief verblijf- en overnachtingen, waarbij de volgende voorwaarden gelden:

    • Per bouwvlak maximaal 5 logeereenheden zijn toegestaan;

    • De oppervlakte per logeereenheid maximaal 50 m² is.

    • Een zelfstandige kookgelegenheid is toegestaan;

    • Het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkeling van de omliggende (agrarische) bedrijven;

    • Het parkeren plaatsvindt op eigen terrein.

  • Boerenkamers bij agrarische bedrijven zijn in beginsel alleen toegestaan binnen bestaande bebouwing. Indien er sprake is van een unieke logeereenheid, welke niet mogelijk is binnen bestaande bebouwing, kan worden besloten ook nieuwe bebouwing toe te staan. Nieuwe bebouwing is alleen toegestaan binnen het agrarische bouwvlak en mag niet ten koste gaan van de landschappelijke kwaliteiten in de omgeving. De overige voorwaarden voor boerenkamers blijven van toepassing.

Boerenterras bij agrarische bedrijven

  • Het bevoegd gezag kan de realisatie van een boerenterras bij agrarische bedrijven toestaan, waarbij de volgende voorwaarden gelden:

    • Voor een verhard terras geldt een maximum oppervlakte van 100 m², exclusief bijbehorende voorzieningen;

    • Voor een onverhard terras geldt geen maximum oppervlakte;

    • De omvang van het terras (verhard, onverhard of combinatie) mag voor maximaal 60 personen plaats bieden;

    • Het terras aansluit bij het bebouwde gedeelte van het erf;

    • Het boerenterras is er voor dagtoeristen;

    • Eten en drinken wordt klaargemaakt in bestaande gebouwen;

    • Geen sterk-alcoholische drank wordt verkocht;

    • Bij het schenken van zwak-alcoholische dranken de AW eisen worden nageleefd. Zo moet de inrichting waar het horecabedrijf wordt uitgeoefend tenminste één horecalokaliteit (binnenruimte) hebben met een vloeroppervlakte van tenminste 35m2;

    • Bezoekers hun voertuigen parkeren op het erf;

    • Het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkeling van de omliggende (agrarische) bedrijven;

    • De ontwikkeling dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn en mag geen onevenredige nadelige invloed hebben op bestaande functies in de omgeving.

Boerencamping bij agrarische bedrijven

  • Het bevoegd gezag kan de realisatie van een boerencamping bij agrarische bedrijven toestaan, waarbij de volgende voorwaarden gelden:

    • De grond voor de camping binnen het bouwvlak ligt of aangrenzend aan het bouwvlak;

    • De camping niet meer dan 25 kampeerplaatsen heeft;

    • De camping alleen gebruikt wordt van 15 maart tot en met 31 oktober;

    • De voorzieningen in bestaande gebouwen gemaakt worden;

    • Er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing op basis van een door burgemeester en wethouders goedgekeurd erfbeplantingsplan, waarbij de landschappelijke kenmerken in acht worden genomen en waarbij gebruik wordt gemaakt van inheemse soorten.

    • De ontwikkeling dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn en mag geen onevenredige nadelige invloed hebben op bestaande functies / bedrijven in de omgeving.

    • Bezoekers hun voertuigen parkeren op het erf;

  • De boerencamping kan in beginsel alleen worden gebruikt van 15 maart tot en met 31 oktober. Indien er behoefte ontstaat om buiten dit seizoen gebruik te maken van de boerencamping kan de gemeente daar toestemming voor verlenen, mits het geen onevenredige afbreuk doet aan de landschappelijke kwaliteiten. De overige voorwaarden voor boerencampings blijven van toepassing.

Zaalverhuur voor activiteiten die een directe relatie hebben met de agrarische bestemming

  • Het bevoegd gezag kan zaalverhuur bij agrarische bedrijven toestaan, waarbij de volgende voorwaarden gelden:

    • We staan zaalverhuur voor activiteiten die een directe relatie hebben met de agrarische bestemming toe tot een maximale oppervlakte van 350 m². Dit zijn bijvoorbeeld:

      • Kinderfeestjes met het thema boerderij en/of dieren;

      • Bedrijfsrondleidingen;

      • Proeverijen van agrarische streekproducten;

      • Een verzamelplek van waaruit het omliggende landschap wordt bezichtigt;

    • De ontwikkeling dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn en mag geen onevenredige nadelige invloed hebben op bestaande functies en bedrijven in de omgeving.

    • Bezoekers hun voertuigen parkeren op het erf;

    • Het betreft geen zodanige verkeersaantrekkende activiteit, die kan leiden tot nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van verkeer.

Bed & Breakfast bij burgerwoningen in het buitengebied

  • Het bevoegd gezag kan de realisatie van een B&B voor een gedeelte van een burgerwoning of bijbehorende bouwwerken in het buitengebied toestaan, waarbij de volgende voorwaarden gelden:

    • Maximaal 70 m² van de woning of bijbehorende gebouwen gebruikt wordt voor de B&B;

    • Per burgerwoning maximaal 2 logeereenheden zijn;

    • In de logeereenheden geen zelfstandige kookgelegenheid is;

    • Het betreft geen zodanige verkeersaantrekkende activiteit, die kan leiden tot nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van verkeer;

    • Het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkeling van de omliggende (agrarische) bedrijven;

    • Het parkeren plaatsvindt op eigen terrein.

Bed & Breakfast bij burgerwoningen in de kern

  • Het bevoegd gezag kan de realisatie van een B&B voor een gedeelte van een burgerwoning of bijbehorende bouwwerken in de kern toestaan, waarbij de volgende voorwaarden gelden:

    • Maximaal 50 m² van de woning of bijbehorende gebouwen gebruikt wordt voor de B&B;

    • Per overnachting maximaal 2 bezoekers overnachten;

    • De bezoekers maximaal 2 parkeerplaatsen in de openbare ruimte gebruiken. Als deze niet op eigen terrein beschikbaar zijn en in de openbare ruimte wel;

    • In de logeereenheden geen zelfstandige kookgelegenheid is.

Wanneer is een activiteit geen nevenactiviteit?

  • Activiteiten die niet voldoen aan de definitie nevenactiviteit en geen vergunning hebben;

  • Een woonbestemming met een B&B en een andere nevenactiviteit;

  • Niet recreatief gebruik en tijdelijke of permanente bewoning van een B&B;

  • Stacaravans of andere permanente recreatieve voorzieningen (uitzondering in bestaande bebouwing);

  • Het gebruiken of verhuren van zalen voor activiteiten die niets te maken hebben met de agrarische hoofdbestemming;

Stapeling nevenactiviteiten

Voor agrarische bedrijven geldt dat er meerdere nevenactiviteiten zijn toegestaan, mits het totaal aan nevenactiviteiten ondergeschikt blijft aan de (agrarische) hoofdfunctie. Voor de bebouwing geldt dat er maximaal 25% van de bebouwing in gebruik mag zijn voor nevenactiviteiten.

Hoofdstuk 3 | Gemengde en volwaardige horeca-/ recreatiebedrijven in het buitengebied

In dit hoofdstuk leest u de voorwaarden voor gemengde bedrijven en volwaardige horeca- of recreatiebedrijven in het buitengebied. Indien een activiteit niet meer past binnen de voorwaarden van een nevenactiviteit dient te worden beoordeeld of er medewerking kan worden verleend. Als er sprake is van één hoofactiviteit dient de juiste bestemming (bijvoorbeeld Horeca of Recreatie) te worden opgenomen in het bestemmingsplan / omgevingsplan. Indien er sprake is van twee hoofdactiviteiten bijvoorbeeld Horeca of Recreatie in combinatie met een agrarisch bedrijf kan dit mogelijk worden gemaakt met een gemengde bestemming.

 

Welke voorwaarden gelden voor gemengde en volwaardige horeca- en recreatiebedrijven in het buitengebied?

  • We staan een gemengd, recreatie- of horecabedrijf in het buitengebied toe, onder de volgende voorwaarden:

    • De initiatiefnemer een duidelijk bedrijfsplan heeft met: een duidelijke doelgroep en beschrijving van activiteiten. En zo nodig ook de eisen voor een Alcoholwet-vergunning;

    • De recreatie en / of horeca goed past in het landschap en wordt zoveel mogelijk gerealiseerd in bestaande bebouwing;

    • Er moet sprake zijn van een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit;

    • De locatie aansluit op loop-, wandel en/of fietsroutes of ligt in of bij een recreatiegebied;

    • De activiteit een duidelijke relatie heeft met de recreatief-toeristische en ruimtelijke kwaliteiten van het buitengebied en versterkt deze;

    • De activiteit de waarden en functies in de omgeving niet onnodig beschadigt. Dit beoordelen we door te kijken naar de plannen voor mitigatie. En compensatie van nadelige effecten van het plan door de initiatiefnemer;

    • Er in de omgeving draagvlak is;

    • Het bedrijf een toegevoegde waarde is voor de gemeente;

    • Het betreft geen zodanige verkeersaantrekkende activiteit, die kan leiden tot nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van verkeer;

    • De ontwikkeling dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn en mag geen onevenredige nadelige invloed hebben op bestaande functies en bedrijven in de omgeving;

    • Er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing op basis van een door de gemeente goedgekeurd erfbeplantingsplan, waarbij de landschappelijke kenmerken in acht worden genomen en waarbij gebruik wordt gemaakt van inheemse soorten.

  • Bij Toeristische overstappunten maken we beperkt ruimte voor horeca als nevenactiviteit.

Hoofdstuk 4 | Musea

In dit hoofdstuk leest u wat onze voorwaarden zijn over horeca bij musea.

 

Welke voorwaarden gelden voor het musea?

  • We staan volwaardige/commerciële horeca in of bij de bestaande musea toe. En nemen dit voor de bestaande musea in het Omgevingsplan op.

  • Wil een initiatiefnemer horeca in of bij musea? Dan stelt hij een ruimtelijke onderbouwing op. Deze moet aansluiten bij de voorwaarden voor uitbreiding of nieuwvestiging van zelfstandige horeca in het buitengebied (zie hoofdstuk 3).

Hoofdstuk 5 | Evenementen

In dit hoofdstuk leest u eerst over de effecten van evenementen op de horeca. En vervolgens over de spelregels die gelden voor het organiseren van evenementen.

 

Wat zijn de effecten van evenementen op de horeca?

Evenementen verbeteren onze economie

De reden hiervoor is dat ze bezoekers naar onze gemeente brengen. Grote evenementen zorgen bijvoorbeeld voor overnachtingen in onze verblijfsaccommodaties. Dat is goed voor de omzet in de horecasector en detailhandel. En daarnaast maken nieuwe bezoekers kennis met onze gemeente. Zij komen mogelijk nog eens terug.

 

Evenementen kunnen concurrentie zijn voor onze horecasector

Er wordt natuurlijk eten en drinken verkocht. Daarnaast nemen evenementen soms een parkeerterrein in beslag. Dat kan nadelig zijn voor de plaatselijke horeca en winkels. Maar in de meeste gevallen zijn evenementen positief voor horecabedrijven. Bestaande horeca organiseert ook een aantal evenementen. Of ze zijn erbij betrokken.

 

Welke spelregels gelden voor het organiseren van evenementen?

Dat staat in het gemeentelijke evenementenbeleid. De link naar dit beleid is te vinden op de gemeentelijke website.

Hoofdstuk 6 | Overgangsrecht

In dit hoofdstuk leest u eerst over de afspraken die we maken over toezicht en handhaving.

 

Wat zijn onze ambities voor het overgangsrecht?

We willen duidelijkheid voor ondernemers, de gemeente en belanghebbenden

Op dit moment voldoen bestaande bestemmingsplannen niet altijd aan verleende omgevingsvergunningen en/of Alcoholwetvergunningen. Voor alle partijen is daardoor onduidelijkheid welke horeca-activiteiten we nu precies toestaan en in welke grootte.

 

Welke afspraken maken we over het overgangsrecht?

  • Voldoet een bestaande activiteit aan de voorwaarden in deze notitie? Dan geven we alsnog de juiste vergunningen op basis van het bestemmingsplan of nemen het op in het Omgevingsplan.

  • Voldoet een bestaande activiteit niet aan de voorwaarden in deze notitie? Dan bekijken we per situatie of we het bestemmingsplan aanpassen aan de feitelijke situatie. We houden daarbij rekening met het rechtszekerheidsbeginsel en andere omstandigheden. Er moet altijd worden voldaan aan bestaande regelgeving.

  • Bestaande legale horeca mag doorgaan, ook als ze niet voldoen aan het nieuwe beleidskader.

  • Bestaande legale horeca mag activiteiten veranderen als ze daardoor niet verder afwijken van het nieuwe beleidskader.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Berg en Dalop 15 december 2022,

De raadsgriffier,

mr. G.A.J. Winters

De wnd. voorzitter,

J.H. Peters

Bijlage 1 | Definities

In dit beleidskader gebruiken we onderstaande definities van verschillende horecatermen. Hiermee voorkomen we verwarring.

 

agrarisch bedrijf:

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van agrarische producten door middel van het telen van gewassen of het houden van dieren, waaronder begrepen een productiegerichte paardenhouderij.

 

bed en breakfast:

logies en ontbijt, het aanbieden van nachtverblijf zonder bijbehorende voorzieningen tot het bereiden van maaltijden.

 

bedrijf:

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.

 

bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.

 

boerencamping:

een inrichting gericht op het bieden van gelegenheid tot seizoensgebonden, gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober, verblijfsrecreatie in kampeermiddelen met de bijbehorende sanitaire voorzieningen, waarbij het aantal kampeermiddelen maximaal 25 mag bedragen.

 

boerenkamer:

een binnen de bestaande agrarische bedrijfsgebouwen opgenomen recreatief verblijf, waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.

 

boerenterras:

Een terras bij een agrarisch bedrijf of boerencamping. Of een burgerwoning waar overwegend eigen of lokaal gemaakte producten worden verkocht voor gebruik op locatie.

 

camping:

een inrichting gericht op het bieden van gelegenheid tot verblijfsrecreatie in kampeermiddelen met de bijbehorende sanitaire voorzieningen en voorzieningen voor openluchtrecreatie.

 

detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

 

erfbeplanting:

afschermende (rand)beplanting binnen of direct aansluitend bij het bouwvlak van een agrarisch bedrijf of binnen of direct aansluitend bij een ander bedrijf of een woning.

 

erfbeplantingsplan:

plan, waarin wordt aangegeven hoe de erfbeplanting ingericht en beheerd zal gaan worden.

 

horeca:

het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren en/of logies;

 

mini-camping:

een inrichting gericht op het bieden van gelegenheid tot seizoensgebonden, gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober, verblijfsrecreatie in kampeermiddelen met de bijbehorende sanitaire voorzieningen, waarbij het aantal kampeermiddelen maximaal 15 mag bedragen.

 

nevenactiviteit:

een activiteit met een zodanige beperkte omvang dat de functie waaraan zij wordt toegevoegd qua aard, omvang en verschijningsvorm als hoofdfunctie herkenbaar blijft.

 

ondergeschikte horeca:

een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men uitsluitend ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor de consumptie van drank en etenswaren, zoals een kantine in een verenigingsgebouw of sportvoorziening

Bijlage 2 | Uitgangspunten horeca zoals vastgesteld in de Economische visie (2017)

In de Economische visie zijn de volgende uitgangspunten voor het beleidskader horeca gedefinieerd:

  • Toestaan van beperkte groei van horeca in het buitengebied. Om de ruimtelijke kwaliteit te waarborgen gelden hierbij de volgende voorwaarden:

    • Goede landschappelijke inpassing.

    • Kleinschalig.

    • Aan loop- wandelroutes, nabij kernen of nabij recreatiegebieden.

    • Binnen bestaande bebouwing.

  • Toestaan van volwaardige/commerciële horeca bij musea. De musea vormen een belangrijke pijler van het toeristisch aanbod. Volwaardige/commerciële horeca draagt bij aan een solide basis voor de musea.

  • Toestaan van beperkte ondergeschikte horeca bij minicampings en agrariërs (inclusief wijnboeren mits de benodigde AW-vergunning afgegeven kan worden).

  • Niet toestaan van volwaardige/commerciële horeca in dorpshuizen, dit in verband met het moeilijk waarborgen van een eerlijk speelveld.