Paragraaf 1 Voorbereiding
Artikel 8 Vergaderfrequentie
- 1.
In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissie:
- •
Financiën & Bestuur plaats op dinsdag, in de week, minimaal 2 weken voorafgaande aan de week van de raadsvergadering;
- •
Ruimte & Mobiliteit plaats op woensdag, in de week, minimaal 2 weken voor de week van de raadsvergadering;
- •
Sociaal Domein, Onderwijs & Sport plaats op donderdag, in de week, minimaal 2 weken voorafgaande aan de week van de raadsvergadering.
- 2.
De vergaderingen van de raadscommissies vangen aan om 19.30 uur en worden uiterlijk om 22.30 uur geschorst, tenzij de commissie van oordeel is de vergadering af te ronden. De voorzitter bepaalt indien mogelijk samen met de commissie wanneer de vergadering wordt voortgezet.
- 3.
De vergadering vinden plaats in de raadzaal van het gemeentehuis, tenzij de agendacommissie een andere locatie gekozen wordt.
- 4.
Een commissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien ten minste een vijfde van de leden van de gemeenteraad of als ten minste twee fracties schriftelijk, met opgaaf van redenen, daarom verzoeken.
- 5.
De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier en zo mogelijk met de agendacommissie.
Artikel 9 Oproep
- 1.
De commissievoorzitter draagt er zorg voor, dat de leden ten minste 7 werkdagen voor een vergadering een digitale oproep en de voorlopige agenda met de daarbij horende stuken onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering ontvangen.
- 2.
De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de informatie waarop geheimhouding is opgelegd, worden tegelijkertijd met de oproep gepubliceerd.
- 3.
In spoedeisende gevallen kan de commissievoorzitter na het verzenden van de oproep een aanvullende agenda opstellen. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering wordt deze met de daarbij horende informatie aan de leden beschikbaar gesteld.
Artikel 10 De agenda
- 1.
De agenda wordt bij aanvang van de vergadering vastgesteld
- 2.
Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan zij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
Artikel 11 Ter inzage leggen van stukken
- 1.
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep digitaal ter beschikking gesteld. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken digitaal worden gepubliceerd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden.
- 2.
Informatie van de raadscommissie of aan de raadscommissie verstrekte informatie waaromtrent op grond van Hoofdstuk Va van de wet geheimhouding is opgelegd, blijft in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier.
Artikel 12 Openbare kennisgeving
- 1.
De vergaderingen worden openbaar bekend gemaakt door aankondiging op de gemeentelijke website.
- 2.
In spoedeisende gevallen kan de openbare kennisgeving uitsluitend via de gemeentelijke website plaatsvinden.
Artikel 13 Presentielijst
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.
Artikel 14 Opening vergadering en quorum
- 1.
Een vergadering wordt niet geopend voordat blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.
- 2.
Als op grond van het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de commissievoorzitter opnieuw een vergadering op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproep is gelegen.
- 3.
Op een vergadering als bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. Een raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.
Artikel 15 Vragenrecht
- 1.
Op de agenda van de vergaderingen wordt na de opening en de vaststelling van de agenda een agendapunt “Vragenrecht” opgenomen.
- 2.
Leden die tijdens dit agendapunt vragenuur vragen willen stellen, melden dit onder aanduiding van het onderwerp en de vragen ten minste 24 uur voor aanvang van de vergadering bij de commissiegriffier.
- 3.
De voorzitter bepaalt de volgorde waarin aangemelde onderwerpen tijdens het vragenuur aan de orde worden gesteld.
- 4.
Voor het inleiden, toelichten en uitspreken van een mondelinge vraag heeft het lid maximaal 2 minuten spreektijd.
- 5.
De voorzitter kan aan andere leden het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het college of de burgemeester vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.
- 6.
Tijdens het vragenrecht zijn geen interrupties toegestaan.
Artikel 16 Inspreken burgers
- 1.
Burgers kunnen in een vergadering het woord voeren over zowel geagendeerde als niet geagendeerde onderwerpen die behoren tot de werkzaamheden van de betreffende raadscommissie. De inspreker dient inwoner te zijn van de gemeente Gemert-Bakel of te spreken namens een inwoner dan wel namens een organisatie met belangen in deze gemeente
- 2.
Het woord kan niet gevoerd worden over:
- a.
een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan, niet zijnde een zienswijze vanwege een vast te stellen bestemmingsplan;
- b.
benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;
- c.
een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;
- d.
raadsvragen, de beantwoording van raadsvragen, door het college of de burgemeester gegeven verantwoording of inlichtingen aan de raad, aan de raad gerichte informatienota’s, interne raadsaangelegenheden, moties, verslagen en besluitenlijsten van de commissie of de raad.
- 3.
Degene die van de inspreekmogelijkheid gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk 24 uren voor de aanvang van de vergadering aan de commissiegriffier. Hij vermeldt daarbij zijn contactgegevens en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.
- 4.
De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.
- 5.
De inspreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de deelnemers aan de commissievergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.
- 6.
De voorzitter verleent insprekers het woord direct voorafgaande aan de behandeling van het onderwerp of het voorstel op de agenda waarover de inspreker het woord wenst te voeren. Indien een inspreker het woord wenst te voeren over een niet geagendeerd onderwerp of voorstel kan de voorzitter hiertoe de gelegenheid bieden onmiddellijk voordat de vergadering wordt geopend.
- 7.
Elke inspreker krijgt eenmaal maximaal voor vijf minuten het woord. Voor alle insprekers bij een betreffende vergadering geldt een maximale spreektijd van 30 minuten, waarbij bij meer dan 6 insprekers de tijd evenredig wordt verdeeld, met een minimum aan 2 minuten spreektijd.
- 8.
De griffier kan, na overleg met de voorzitter, de gevraagde gelegenheid tot inspreken gemotiveerd weigeren.
- 9.
De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de inspreker.
Artikel 17 Verslag
- 1.
Een commissiegriffier draagt zorg voor verslagen van de vergaderingen.
- 2.
Het verslag wordt aan het begin van de vergadering vastgesteld. De leden en de voorzitter hebben het recht een voorstel tot wijziging van het verslag aan de raadscommissie te doen, indien het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen geconcludeerd of besloten is. Een voorstel tot verandering wordt voor aanvang van de vergadering bij de commissiegriffier ingediend.
- 3.
Het verslag moet inhouden:
- a.
de namen van de voorzitter, de commissiegriffier, de in de vergadering aanwezige leden, de/het aanwezige collegeleden/lid alsmede de namen van de overige personen die het woord gevoerd hebben;
- b.
een vermelding van de onderwerpen en voorstellen die aan de orde zijn geweest;
- c.
een samenvatting van de conclusie en/of het advies aan de raad;
- d.
de eventuele toezeggingen gedaan door de burgermeester en/ of wethouder;
- e.
bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 26 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.
Artikel 18 Aantal spreektermijnen
- 1.
De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.
- 2.
Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.
- 3.
Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.
- 4.
Per fractie is er voor ieder agendapunt/ onderwerp één woordvoerder per iedere termijn.
- 5.
Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde of een door de voorzitter toegestane interruptie.
Artikel 19 Spreektijd
De voorzitter en een lid kunnen een voorstel doen over de spreektijd van de leden.
Artikel 20 Voorstellen van orde
- 1.
Ieder lid kan tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.
- 2.
Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.
- 3.
Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.
Artikel 21 Handhaving orde; schorsing
- 1.
Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:
- a.
de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;
- b.
een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.
- 2.
De voorzitter roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven, kunnen door hem het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.
- 3.
De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig laat de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
- 4.
De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.
Artikel 22 Deelname aan beraadslaging door anderen
De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.
Artikel 23 Advies
- 1.
Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht en behandeld, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.
- 2.
Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of een advies aan de raad wordt uitgebracht.
- 3.
Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.
- 4.
In het advies worden de standpunten van alle leden opgenomen. Een lid kan daarbij laten aantekenen namens een raadsfractie te adviseren.
- 5.
Indien geen advies wordt uitgebracht aan de raad en het onderwerp voldoende is behandeld, kan de voorzitter concluderen dat de commissie door het college(lid) toereikend is geïnformeerd dan wel dat de commissie toereikend overleg heeft gevoerd met het college(lid).
- 6.
Indien de voorzitter concludeert als in lid 5 aangegeven, wordt het onderwerp aansluitend weer in handen van het college gegeven. In de overige gevallen is het onderwerp in handen van de gemeenteraad.
- 7.
Indien de voorzitter met betrekking tot een voorstel van het college concludeert dat zich tijdens de commissiebehandeling nieuwe of onvoorziene feiten en/of omstandigheden hebben aangediend die inhoudelijk van invloed kunnen zijn voor de raadsbehandeling c.q. advisering aan de raad, geeft de voorzitter de agendacommissie in overweging om het voorstel in handen te stellen van het college zodat hij aanvullend kan adviseren.
- 8.
Het advies aan de raad bevat minimaal of het betreffende onderwerp of voorstel in de raad kan worden aangemerkt als een hamerstuk of dat verdere bespreking in de raad wenselijk. Indien een lid van mening is dat verdere bespreking wenselijk is, wordt dit onderwerp of voorstel als bespreekpunt aangemerkt.
- 9.
De commissie kan adviseren dat het voorstel nog niet rijp is voor besluitvorming in de gemeenteraad.
Artikel 24 Verantwoording
- 1.
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht om aan de raadscommissie verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn.
- 2.
Ieder lid van de raad kan aan een persoon als bedoeld in het eerste lid, schriftelijke vragen stellen.
- 3.
Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over de wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels in dit reglement voor het vragen van inlichtingen zijn van overeenkomstige toepassing.
- 4.
Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op andere organisaties of instituties, waarin de raad één van zijn leden heeft benoemd, aangewezen of anderszins heeft afgevaardigd.
Paragraaf 2 Besloten vergaderingen
Artikel 25 Algemeen
Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 26 Verslag
- 1.
Het verslag van een besloten vergadering worden niet verspreid, maar berusten bij de griffier dan wel worden door de griffier aangeboden in de voor raadsleden besloten digitale omgeving van de raad.
- 2.
Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan opheffen van de geheimhouding op dit verslag.
Artikel 27 Geheimhouding
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.
Artikel 28 Opheffing geheimhouding
Als de raad op grond van artikel 89, vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding van de aan de raad verstrekt informatie op te heffen wordt, als de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.
Paragraaf 3 Toehoorders en pers
Artikel 29 Toehoorders en pers
- 1.
De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.
- 2.
Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.
- 3.
De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken.
- 4.
De voorzitter is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.
Artikel 30 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die van een vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.
Artikel 31 Gebruik mobiele telefoons
In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen toegestaan, tenzij dit gebruik naar het oordeel van de voorzitter hinder kan veroorzaken of veroorzaakt of inbreuk maakt of kan maken op de orde van de vergadering.