Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Diemen

Kwaliteitsplan Openbare Ruimte: Verbinden, ontmoeten en thuiskomen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDiemen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingKwaliteitsplan Openbare Ruimte: Verbinden, ontmoeten en thuiskomen
CiteertitelKwaliteitsplan Openbare Ruimte: Verbinden, ontmoeten en thuiskomen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp
Externe bijlageKwaliteitsplan Openbare ruimte

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-03-2023nieuwe regeling

28-03-2013

gmb-2023-106469

Tekst van de regeling

Intitulé

Kwaliteitsplan Openbare Ruimte: Verbinden, ontmoeten en thuiskomen

Deel 1: Visie en routekaart voor de openbare ruimte van Diemen

 

1. Inleiding

De gemeente Diemen heeft jarenlang een beleid voor de openbare ruimte gevoerd waarin ‘schoon’,‘heel’ en ‘veilig’ de uitgangspunten waren. Dit heeft geresulteerd in een openbare ruimte die er grotendeels goed onderhouden en netjes bijligt. Deze waarden zijn het fundament voor een goed functionerende openbare ruimte en zullen dit ook in de toekomst blijven.

 

Maatschappelijke veranderingen vragen echter om aanvullingen op dit fundament. Mensen zijn steeds mobieler geworden, waardoor ze niet meer vanzelfsprekend hun hele leven lang blijven wonen in hetzelfde dorp. De krapte op de woningmarkt is enigszins afgenomen, waardoor er steeds meer keuze is in waar iemand kan wonen. Ook de manier waarop mensen zich bewegen door de openbare ruimte is veranderd: de buurt is niet meer vanzelfsprekend het domein waar ook de vrienden en kennissen wonen of waar de vrije tijd wordt doorgebracht.

 

Verder is ook de regio waarin Diemen ligt het laatste decennium ingrijpend veranderd. Het ‘unique selling point’ van Diemen, eengezinswoningen binnen de voetafdruk van Amsterdam, is niet meer vanzelfsprekend. Zo wordt in Amsterdam Zuid-Oost en de Westelijke Tuinsteden veel hoogbouw vervangen door eengezinswoningen en worden er op steenworpafstand van Diemen, op IJburg en Zeeburg, eveneens eengezinswoningen gebouwd.

 

De ‘kritische’ bewoner of ondernemer vraagt in het licht van die twee ontwikkelingen terecht om een ‘kwalitatieve’ openbare ruimte, waarbij naast de eerder genoemde uitgangspunten ‘schoon, heel en veilig‘ook ‘aantrekkelijkheid’ en ‘levendigheid, gezelligheid en recreatiemogelijkheden‘ steeds belangrijker criteria zijn voor het welzijn en de keuze van een woon- /werkomgeving. De openbare ruimte dient hierop in te spelen. Verschillende (bewoners) onderzoeken geven daarnaast als uitkomst aan dat inwoners tevreden zijn over het onderhoud maar dat het geheel als vlak en kleurloos wordt ervaren.

 

Het CDA diende in 2007 een motie in met de strekking dat het straatbeeld in Diemen vaak rommelig oogt, door het gebruik van veel verschillende materialen en het schijnbaar willekeurige karakter daarvan. Hier staat deze bank, daar de volgende en bij elkaar geeft het geen stijl, lijkt geen wijk zich te onderscheiden van de andere en oogt de openbare ruimte kleurloos. Opgeruimd en voldoende onderhouden, maar ‘vlak’ en soms wat ‘kleurloos’ van karakter. Het was een motie die breed werd gedragen. Uit bewonersenquêtes en gesprekken binnen de gemeentelijke organisatie komt een soortgelijk beeld naar voren. Hier ligt dan ook belangrijke opgave voor de gemeente voor de komende jaren.

 

Foto 1: Het straatbeeld oogt rommelig en wat kleurloos

 

 

Ook de structuurvisie van de gemeente ademt een vernieuwde aandacht uit voor de openbare ruimte, waarbij breder wordt gekeken dan technisch goed beheer. Er zijn plekken nodig waar een prettig verblijf voorop staat, zodat mensen elkaar kunnen ontmoeten en er langere tijd door willen brengen. De buitengebieden verdienen een betere ontsluiting om te kunnen recreëren en te sporten.. Routes vanuit Diemen naar met name Amsterdam moeten aantrekkelijker gemaakt worden.

 

Gemeentes zullen de komende jarenmoeten bezuinigen; ook de gemeente Diemen ontkomt hier niet aan.. Hierbij is het van belang inzichtelijk te maken wat er te kiezen valt en hoe de verschillende keuzes samenhangen met het bredere functioneren van de openbare ruimte en de ambitie om een kwaliteitsimpuls te geven.

 

Het voorliggend document biedt een antwoord op de geschetste uitdagingen. Het visiedocument maakt keuzes voor de kwaliteit van openbare ruimte in de diverse delen van Diemen en geeft inzicht in de financiële implicaties ervan. Ook worden voorstellen gedaan voor de vertaling van deze visie naar het werk van alledag. Hierbij gaat het om een handboek openbare ruimte en een programmaboek. Ook wordt ingegaan op de werkwijze van de gemeentelijke organisatie die kan waarborgen dat de uitvoering ook volgens plan verloopt. De burger krijgt in dit geheel een steeds belangrijkere en actievere rol.

 

Het kwaliteitsplan (deel 1: visie en routekaart) bestaat uit twee onderdelen. Deel A beschrijft de visie die de komende jaren als baken geldt voor de verbetering van de openbare ruimte. Deel B is de routekaart die wordt gehanteerd om de visie te realiseren.

De delen 2 en 3 (handboek en programmaboek) worden apart aangeboden.

 

Het kwaliteitsplan deel 1 A; de visie bestaat uit vier hoofdstukken:

Hoofdstuk 2 schetst de typische karakteristieken van de openbare ruimte van Diemen in een notendop.

Hoofdstuk 3 geeft een definitie van het begrip kwaliteit openbare ruimte en beschrijft het instrumentarium waarmee verschillende niveaus van kwaliteit kunnen worden gedefinieerd. Hoofdstuk 4 beschrijft de hoofdlijnen van de visie gericht op de verbetering van de openbare ruimte Hoofdstuk 5 concretiseert deze visie door aan te geven welke kwaliteitsniveaus worden nagestreefd voor de diverse delen van Diemen.

 

Het kwaliteitsplan deel 1 B; de routekaart bevat twee hoofdstukken.

Hoofdstuk 6 beschrijft de huidige kwaliteit van de openbare ruimte aan de hand van een integraal instrumentarium. Op basis hiervan wordt aangegeven welke delen van de gemeente met voorrang moeten worden verbeterd. Ook wordt beschreven welke aanpak in de diverse delen van Diemen nodig is om de gewenste kwaliteit (op termijn) te halen.

Hoofdstuk 7 geeft aan wat er nodig is om de visie en voorgestelde aanpak in het werk van alledag waar te maken. Hierbij wordt ingaan op de financiële consequenties, de gemeentelijke organisatie, de samenwerking met burgers en de praktische vertaling van het kwaliteitsplan deel 1; visie en routekaart in werkprogramma’s en handboeken.

Inmiddels zijn op dit vlak ook stappen gezet. Er is een handboek inrichting openbare ruimte en een programmaboek beschikbaar. Dit zijn respectievelijk deel 2 en deel 3 van het kwaliteitsplan.

 

Figuur 1 Het kwaliteitsplan openbare ruimte Diemen bestaat uit verschillende onderdelen

 

Het handboek concretiseert de visie op het onderdeel inrichting van de openbare ruimte.. Dit boek beschrijft de uitgangspunten voor de inrichting openbare ruimte voor de hoofdonderdelen van de stedenbouwkundige structuur van Diemen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de Oost-West-as, de Groengebieden, de wijken uit de verschillende bouwperioden. Een verdere uitwerking van het handboek is gemaakt voor het straatmeubilair. In dit deel 2A van het kwaliteitsplan wordt onder andere bepaald welk type afvalbakken, borden,,zitbanken e.d. bij voorkeur worden toegepast in Diemen.

 

Kwaliteitsplan deel 1 A; Visie voor de openbare ruimte van Diemen

In deel A van dit kwaliteitsplan wordt de visie geschetst waarmee de gemeente en haar partners de komende jaren samen kunnen werken aan het verbeteren van de openbare ruimte. Hierbij vormen de typische eigenschappen van Diemen het uitgangspunt.

2. De Diemense openbare ruimte

. Diemen heeft zich in de 19e en 20e eeuw in snelle sprongen ontwikkeld van een dorp met kleinschalige en gevarieerde lintbebouwing tussen de weilanden, tot een gemeente met circa 25.000 inwoners. Kenmerkend voor Diemen is de opzet in diverse kleine woonbuurtjes met een eigen karakter en uitstraling. Het grootste deel van de bebouwing stamt uit de periode na de Tweede Wereldoorlog. De tijdgeest van de verschillende wijken is nog goed af te lezen in de uitstraling van de wijken en buurten.

 

Diemen is goed bereikbaar met het openbaar vervoer: door de ligging nabij Amsterdam kan het meeprofiteren van een tramsysteem en metrohaltes. Door de ligging aan de A10 en A1 is Diemen ook per auto goed bereikbaar. Diemen is daarmee voor veel bedrijven en inwoners een gunstige vestigingsplaats, nabij Amsterdam, Schiphol en Almere.

De goede bereikbaarheid stelt Diemen tegelijk ook voor belangrijke opgaven. Zo zijn er veel grootschalige infrastructurele doorsnijdingen door het dorp. De Weespertrekvaart, het Amsterdam- Rijnkanaal en de Ouddiemerlaan, vormen belangrijke verbindende en historische elementen in de stedenbouwkundige opzet van Diemen.

Kaart 1: Diemen in de regio

 

 

Diemen is op veengrond gebouwd waardoor de openbare ruimte continu verzakt. De consequentie is dat elke wijk (gemiddeld) eens per twintig jaar moet worden opgehoogd. Dat maakt dat groot onderhoud in Diemen eigenlijk altijd meer is dan alleen onderhoud: in feite gaat het om reconstructies, het moderniseren van de openbare ruimte. Dit kan omdat de openbare ruimte door ophogen toch fors op de schop gaat. Dit verklaart waarom de Diemense openbare ruimte relatief jong is: grote delen van wijken uit de jaren zeventig en tachtig, en zelfs een aantal uit de jaren negentig, zijn reeds volledig gereconstrueerd. De ophogingen leggen een grote druk op de financiën, maar geven ook kansen om tegemoet te komen aan veranderende inrichtingseisen.Voor het begrip van de Diemense openbare ruimte is het belangrijk te realiseren dat grote delen van de openbare ruimte niet in beheer zijn van Diemen. Zo zijn de snelwegen en bijvoorbeeld de metroremise en knooppunt Watergraafsmeer in beheer van o.a. Rijkswaterstaat. Ook voor de buitengebieden Gemeenschapspolder en het Diemerbos geldt dat niet de gemeente de beherende partij is, maar Staatsbosbeheer. Van de 1130 hectare openbare ruimte binnen de grenzen van de gemeente is zo slechts 45% daadwerkelijk in beheer van de gemeente Diemen. Onderstaande figuur geeft de situatie schematisch weer.

 

Figuur 1: De openbare ruimte van Diemen

 

Figuur 2 De buitenruimte van Diemen bestaat voor een deel uit particuliere gronden (tuinen, wegen in eigendom / beheer bij particulieren) en uit wegen, vaarten, groen e.d. die in beheer zijn bij andere publieke instanties. (Rijk, NS, Staatsbosbeheer). De rest is in beheer bij Diemen . Hieronder val ook het z.g. Diemer wandellandschap.

 

De figuur vermeldt ook het Diemer Wandellandschap. Dit is een zone die als een soort groene long Diemen omzoomt en als tegenwicht voor de grote infrastructurele doorkruisingen kan worden gezien. Dit gebied is wel in handen van de gemeente en maakt 11% uit van het totale beheerde areaal door Diemen.

 

Kaart 2 laat zien welke gebieden in beheer van derden zijn.

 

Kaart 2: Openbare ruimte in beheer van derden

 

3. De definitie van het begrip kwaliteit van de openbare ruimte

Wat is openbare ruimte met een goede kwaliteit? Onbewust weten mensen vaak of een winkelcentrum, een park of een woonstraat ‘klopt’ of niet. Maar wie probeert dat te vatten in woordenen een definitie van kwaliteit wil geven zal merken dat een eenduidige definitie moeilijk te geven is. Toch is het nodig in een visie waarin ‘kwaliteit van de openbare ruimte’ centraal staat dat nader te duiden. In dit hoofdstuk doen we dat voor Diemen. Daarbij houden we telkens de opgave voor Diemen om meer kleur of reliëf aan de openbare ruimte te geven voor ogen. Ook houden we rekening met het maken van bewuste keuzes voor een bepaald kwaliteitsniveau in relatie tot de financiële mogelijkheden.

3.1 Wat is kwaliteit van de openbare ruimte?

Kwaliteit in de openbare ruimte ontstaat als de verschillende ingrediënten die een plek moeten krijgen in de openbare ruimte in een juiste verhouding tot elkaar staan. Bij kwaliteit valt te denken aan een aantrekkelijke openbare ruimte, waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en aangenaam in kunnen verblijven, maar die ook veilig en goed te onderhouden is en zo is ingericht dat ze goed gebruik op natuurlijke wijze stimuleert. Hierbij wordt actieve betrokkenheid en participatie van burgers en ondernemers bij hun woon- en werkomgeving zoveel mogelijk ondersteund.

In bovenstaande beschrijving zijn zes thema’s vervat, die hieronder nader zijn gespecificeerd in vijftien subcriteria.

 

Kader 1: Criteria voor een aantrekkelijke openbare ruimte

 

 

Het gaat dus duidelijk om meer dan alleen goed beheer, hoewel een schone en hele openbare ruimte, wel mede de kwaliteit bepaalt.

 

Een belangrijke component is de ‘sociale kwaliteit’ van de openbare ruimte de sociale kwaliteit staat voor levendigheid, gezelligheid, mogelijkheden om te spelen, te sporten of rustig op een bankje of op een terras te zitten. Maar ook de mate waarin burgers en ondernemers zich betrokken voelen en tonen bij hun woon- en werkomgeving hoort onder dit kopje thuis evenals de mogelijkheden voor activiteiten en evenementen .

 

Juist het gebruik en het stimuleren elkaar te ontmoeten verdient meer aandacht dan voorheen. Indirect draagt daar ook de aantrekkelijkheid van de openbare ruimte aan bij. Als de ene plek zich in identiteit van de andere onderscheidt, het materiaalgebruik er goed gekozen is en er bijvoorbeeld aantrekkelijk groen of water in de openbare ruimte is, dan heeft dat aantrekkingskracht op mensen.

 

Thema’s die al wat langer in de belangstelling staan in de openbare ruimte zijn het verkeer en de veiligheid. Bij veiligheid gaat het dan met name om het gevoel van veiligheid, en of men zich ergens op z’n gemak voelt; bij verkeer om bijvoorbeeld de toegankelijkheid van de openbare ruimte voor mensen met een beperking. Ook hierin schemert telkens een ‘sociale’ component door.

Voor het laatste onderdeel, natuur en ecologie, geldt dat niet: hier gaat het om de mogelijkheden de natuurlijke ontwikkeling van een gebied te stimuleren. Soms heeft dat prioriteit, zoals in het buitengebied, soms is het zoeken binnen de mogelijkheden, zoals bijvoorbeeld het creëren van stepping stones (wat zijn dat?) in een woongebied, zonder dat natuurlijke waarden een heel woongebied domineren.

 

De zes onderdelen die de kwaliteit van de openbare ruimte beïnvloeden zijn allemaal terug te leiden tot het collegeprogramma en diverse beleidsdocumenten binnen de gemeente, bijvoorbeeld het groenplan of het Wmo beleidsplan.

3.2. Kwaliteitswaaiers

Niet alle thema’s zijn op elke plek in de openbare ruimte even belangrijk. Zo is het thema ‘sociaal’, waarbinnen bijvoorbeeld spelen valt, wel belangrijk in een woonwijk, maar niet op een hoofdroute. Daar zal eerder veel gewicht aan ‘verkeer’ worden toegekend. Het gaat dus telkens om de afweging tussen al deze thema’s onderling, die overal verschillend uit zal pakken. Kwaliteit ontstaat als de juiste ‘mix’ is gevonden die past bij die plek. Een winkelcentrum zal meer evenementen hebben, het buitengebied meer natuur en ecologie. Voor de gemeente als geheel geldt ook dat kwaliteit ontstaat als er voldoende samenhang tussen alle onderdelen is, zodat het totaalbeeld niet rommelig is.

 

De verschillende gradaties van kwaliteit zijn inzichtelijk te maken door ze meetbaar te maken in niveaus. Bij het beheer van de openbare ruimte wordt al enige tijd gewerkt met het begrip beeldkwaliteit waarbij in foto’s de te realiseren kwaliteit buiten op straat wordt uitgebeeld. Daarbij wordt met een systematiek waarbij A of A+ het hoogste en C het laagste niveau is, aangegeven wat de ambitie is voor verschillende plekken in de openbare ruimte. Het kader hieronder geeft een voorbeeld.

 

Kader 1: voorbeeld van een beeldmaatlat (zwerfvuil)

 

De twee foto’s geven weer hoeveel zwerfvuil aanvaardbaar is wanneer er een hoge ambitie is (A) en wanneer de ambitie laag is (D). Op niveau A mag zwerfvuil niet aanwezig zijn, bij niveau D ligt zichtbaar vuil.

Dergelijke maatlatten kunnen uitgebreid worden met allerlei ambities daar tussenin en worden toegepast op allerhande onderhoudsthema’s, bijvoorbeeld m.b.t. bekladding, de staat van het straatmeubilair en het onderhoud aan het groen. Het voordeel van het werken met beeldkwaliteit is dat dergelijke foto’s voor iedereen duidelijk zijn en dat de inspanning wordt afgestemd op het beeld, in plaats van dat onderhoudsfrequenties leidend zijn

 

Een dergelijke systematiek op beeldkwaliteit is ook voor Diemen vastgesteld. Hiervoor hebben we zgn. waaiers ontwikkeld: Daarbij is enerzijds in lijn gewerkt met de gangbare methode, door maatlatten te ontwikkelen die de te realiseren onderhoudskwaliteit inzichtelijk maken. De integrale kijk op de openbare ruimte is vertaald in de ‘blauwe waaier’ (figuur 2a) waarin de maatlatten voor de gebruiks-, inrichtings- en onderhoudskwaliteit zijn beschreven aan de hand van zes hoofd- en vijftien subcriteria. Het begrip onderhoudskwaliteit is in de ‘groene waaier’ (figuur 2b) verder uitgewerkt in veertien afzonderlijke maatlatten. De complete waaiers zijn als bijlage 1 opgenomen.

 

Figuur 2a: De Blauwe waaier; gebruik, inrichting en onderhoud

 

 

Figuur 2b: De Groene waaier; onderhoud (in meer detail)

 

Met de kwaliteiten is zo voor heel Diemen te spelen en variëren.. Op sommige plekken moet de openbare ruimte geschikt zijn voor een ommetje of het uitlaten van de hond, op andere plekken moeten meer uiteenlopende mogelijkheden zijn, zoals bijvoorbeeld zwemmen en vissen. Zulke plekken trekken mensen uit de wijdere omgeving.

Of een ander voorbeeld: op bepaalde plekken wordt absoluut voorrang gegeven aan aantrekkelijk groen en water. Op andere plekken wordt hier niet speciaal op ingezet omdat een andere kwaliteit,

,bijvoorbeeld een veilige verkeerssituatie, belangrijker is.

 

Op het vaststellen van de kwaliteit gaan we in de volgende hoofdstukken nader in.

4. Visie: verbinden, ontmoeten en thuiskomen

In hoofdstuk 3 is gedefinieerd welke elementen de kwaliteit van de openbare ruimte bepalen. De volgende stap is om te kiezen hoe gespeeld wordt met die elementen van plek tot plek, en wat nodig is om toch voor de gemeente als geheel de eenheid te bewaren. Waarbij laten we ons in Diemen leiden bij het sturen van de kwaliteit van de openbare ruimte?

De visie benoemt waar we voor gáán in de openbare ruimte. De visie bevat vier speerpunten.

 

Speerpunt 1: meer differentiatie in beheer, gebruik en inrichting

Speerpunt 2: afstemmen van de inrichting op de identiteit van een buurt of plek

Speerpunt 3: het verstevigen van routes, met name naar de (recreatieve) buitengebieden

Speerpunt 4: het steviger inzetten op ontmoetingsplekken en recreatieve plekken

 

De visie op de openbare ruimte biedt een paraplu voor beleidskeuzes en ambities die eerder zijn bepaald in onder meer de gemeentelijke structuurvisie, het groenbeleidsplan, het WMO- beleid enzovoort )1. Overal zijn stukjes benoemd, en in die zin zijn de speerpunten niet ‘nieuw’, maar komen ze op deze plek samen tot één samenhangende visie. De speerpunten zijn samen te vatten onder de noemer ‘verbinden, ontmoeten en thuiskomen’. Het meer differentiëren en bewuster keuzes maken voor verschillende kwaliteitsniveaus vormt de ruggengraat van de visie. Zo kan de openbare ruimte aantrekkelijker, socialer en duurzamer worden en een nog grotere bijdrage leveren aan de kwaliteiten van Diemen.

 

Speerpunt 1: meer differentiatie in beheer, gebruik en inrichting

De openbare ruimte in Diemen moet meer reliëf of anders gezegd, meer kleurverschil krijgen. Voor de schaal van Diemen als geheel geldt dat er te weinig verschillen zijn qua ontwerp en inrichting van de openbare ruimte. Alles lijkt een beetje hetzelfde. Dit maakt dat er nauwelijks plekken zijn die meer de moeite waard zijn dan de rest. Bijna elke gemeente kent wel plekken waar mensen graag samenkomen, bijvoorbeeld in een park, de binnenstad of een bijzonder stukje groen net buiten de bebouwde kom. Hier is in Diemen ook behoefte aan. Tot nu toe is daar niet op gestuurd.

Ook voor het beheer van de openbare ruimte geldt dat overal dezelfde kwaliteit wordt nagestreefd. Hooguit wordt een net iets hogere ambitie voor het reinigen van het centrum nagestreefd. Ook voor het beheer is meer differentiatie mogelijk.

Kortom, er zou op alle fronten meer ruimte moeten komen voor onderscheidende plekken.

 

Foto 2: De Weespertrekvaart

 

 

De vraag is welke plekken dan inderdaad meer aandacht verdienen. Dat geldt bijvoorbeeld voor het centrum . Winkelen is in de loop der jaren een vorm van vrijetijdsbesteding geworden. Bovendien zijn mensen steeds mobieler geworden, waardoor ze meer kunnen kiezen waar ze gaan winkelen.

Gemeente en ondernemers kunnen hierop inspelen door de kwaliteit van het centrum te verbeteren. Er moet dus veel aandacht zijn voor een meer bijzondere en aantrekkelijke inrichting, een schone en hele omgeving, activiteiten en evenementen, terrassen, bankjes enzovoort.

Op bedrijventerreinen krijgen juist andere ingrediënten van kwaliteit meer gewicht. Hier zal worden ingezet op een sobere maar heel degelijke en functionele inrichting.

 

Door onderscheid te maken naar gebruik en gebiedstypen en hier verschillende ambities aan te koppelen voor de inrichting en het beheer van de openbare ruimte kan met hetzelfde geld ook meer kleur en reliëf worden aangebracht. Door in bepaalde gebieden bijvoorbeeld over te stappen op een wat extensiever beheer en hier de inrichting op aan te passen kan geld vrij komen om in andere gebieden een intensiever beheer toe te passen. Bij de (her)inrichting van plekken kan al bij de aanleg voorgesorteerd worden op het ‘beoogde’ beheerregime, waardoor ontwerp en toekomstig beheer goed op elkaar aansluiten.

Dit betekent dat bijvoorbeeld in het centrum niet gekozen wordt voor een geluidsluwe bestrating als deze alleen in een ‘sobere’ betonsteen te verkrijgen is. Het betekent dat bij de inrichting al rekening wordt gehouden met hoe het centrum schoongehouden kan worden; bijvoorbeeld door het beperken van losse fietsrekken, en te opteren voor fietsvakken waarbij de fiets gestald wordt in een zone op de standaard. Bij buurtontsluitingswegen in een woonwijk ligt de prioriteit weer anders: hier staat geluidsreductie wellicht hoger in de ambitieladder en kan volstaan worden met een minder intensief dagelijks onderhoud. Een bankje langs een doorgaande route kan misschien eenvoudiger zijn en geen rugleuning hebben, vooral dienend ter ontlasting van de benen, terwijl een bankje in een park vooral lekker moet zitten. Prullenbakken op intensief gebruikte verblijfsplekken zouden wellicht een grotere inhoud moeten hebben dan doorsnee bakken in een woonwijk.

 

Zo moet telkens samenhang in beheer, inrichting en gebruik gezocht worden.

 

Daarbij gaan we uit van een indeling in gebiedstypen, zoals in de kaart in bijlage 2 weergegeven. Daar bovenop is een verbijzondering gemaakt naar plekken met een bijzondere functie, zoals stations en winkelcentra, routes en stukjes openbare ruimte met potentie, die we ‘parels’ noemen. Deze kaart is hieronder afgebeeld.

 

Kaart 3: de indeling van Diemen in parels en routes

 

De verschillende gebiedstypen, zoals woon- of werkgebieden, krijgen elk hun eigen ‘profiel’. Ook een aantal routes naar Amsterdam en naar het buitengebied, krijgen een kwaliteit van de openbare ruimte die uit mag steken boven een gemiddeld niveau. Dit geldt ook voor de ‘parels’, plekken die potentie hebben om uit te groeien tot een bijzondere plek waar ontmoeten en recreëren voorop staat. Een uitwerking van deze basisgedachte is te vinden in het volgende hoofdstuk.

 

Speerpunt 2: afstemmen van de inrichting op de identiteit van een buurt of plek

Differentiatie kan op verschillende manieren: beschreven zoals in speerpunt 1 voor de gemeente als geheel, met variatie tussen gebiedstypen en met oog voor bijzondere plekken en routes. Maar ook tussen bijvoorbeeld woonbuurten of kantoorgebieden onderling kan binnen de daar geldende kwaliteitsambitie verschil worden gemaakt. Daarbij gaat het vooral het afstemmen van de inrichting op de stedenbouwkundige karakteristieken van een bepaalde buurt (zie kaart 4).

 

Diemen wordt gekenmerkt door een veelheid van kleine buurtjes met een eigen gezicht. De identiteit en uitstraling van deze buurtjes kan versterkt worden door duidelijke keuzes te maken in het straatmeubilair en het materiaalgebruik. Een herkenbare buurt, met een eigen karakter is goed voor gevoel van ‘thuiskomen’, en heeft misschien zelfs invloed op de sociale samenhang. Door duidelijke keuzes te maken ontstaan er ook verschillen tussen buurten en daarmee keuzes tussen woonmilieus met onderscheidende kwaliteiten. De inrichting van de openbare ruimte, het straatmeubilair en de bestrating kunnen gekoppeld worden aan de architectonische en stedenbouwkundige kwaliteit van de buurten. Deze wordt getekend door de specifieke bouwperiode (vooroorlogs, wederopbouw, jaren ’70- 80). Zo ontstaat er een aantal ‘profielen’ (klassiek, modern, jaren ’70) waarmee tegelijkertijd een beperking van het assortiment aan toegepaste materialen en straatmeubilair ontstaat. In dit kader is het van belang goed af te wegen op welke onderdelen (bestrating, lantaarnpaal, prullenbakken, kleurstelling, materialen, logo’s etc.) wordt aangesloten bij de uitstraling van de buurt en op welke onderdelen er uniformiteit voor de gehele gemeente geldt.

Een goed voorbeeld is de wijk Schelpenhoek: daar is al in lijn met dit speerpunt is gewerkt, door paadjes tussen de huizenblokken te verharden met schelpen.

 

Kaart 4: Buurten met verschillende stedenbouwkundige karakteristieken

 

Door zo te werk te gaan wordt gaandeweg de verrommeling van de openbare ruimte tegengegaan. Materialen en straatmeubilair gaan dan steeds meer passen bij de identiteit van een buurt en zorgen daarmee voor meer harmonie voor Diemen als geheel. Duidelijke keuzes in het assortiment kunnen bovendien schaalvoordelen genereren bij inkoop. Goede afstemming tussen straatmeubilair en de gebruikers ervan voorkomt praktische problemen, zoals prullenbakken die te klein zijn, banken die niet lekker zitten enzovoort. Keuzes ten aanzien van duurzaam inkopen en bijvoorbeeld de straatverlichting kunnen een bijdrage leveren het verantwoord omgaan met grondstoffen en op termijn een besparing op de energierekening.

 

Speerpunt 3: het verstevigen van routes, met name naar de (recreatieve) buitengebieden

Speerpunt drie gaat over de verbindingen tússen de wijken en naar de buitengebieden. Er zijn nu relatief weinig ‘kwalitatieve’ verbindingen, waardoor de buurten vooral op zichzelf gericht blijven. Dat wordt nog eens versterkt door alle infrastructuur die Diemen doorsnijdt, vaak met een bovenregionale functie. Die maakt ook dat Diemen als geheel afgesneden ligt van Amsterdam.

Dat pleit dan ook voor het inzetten op aantrekkelijke en veilige (fiets) routes tussen Amsterdam, Diemen en het buitengebied. Als daarbij bovendien wordt ingezet op een aantal strategisch gekozen locaties voor verblijfsplekken en horeca versterkt dat ook de aantrekkelijkheid van de openbare ruimte als geheel. Dit stimuleert ook het recreëren en sporten in het buitengebied.

De bestaande kwaliteiten van bijvoorbeeld het Diemer Wandellandschap en recreatieve groengebieden, zoals het Diemerbos, worden zo toegankelijker voor meer mensen. Met het versterken van veilige en aantrekkelijke routes, die logisch zijn gekozen, wordt het gebruik van deze ‘aantrekkelijke’ plekken gestimuleerd.

Logische routes zijn bijvoorbeeld de Weespertrekvaart en de Muiderstraatweg/Hartveldseweg, zoals aangegeven op kaart 3 (een aantal pagina’s terug).

 

Speerpunt 4: het steviger inzetten op ontmoetingsplekken en recreatieve plekken

In Diemen is behoefte aan meer plekken waar levendigheid, gezelligheid en betrokkenheid voorop staan. Dit leeft onder bewoners en bestuurders, en komt in gesprekken en discussies over de openbare ruimte veel naar voren. Daarbij moet duidelijk gekozen worden op welke plekken in de gemeente hier vooral meer op gestuurd moet worden.

Meer in het algemeen is het doel om meer plekken en routes in Diemen een aantrekkelijker gestalte te geven en de sociale functie te versterken. Dit zijn plekken waar het prettig is om te zitten, te kijken, te ontspannen.

 

Spontane ontmoetingen kunnen gefaciliteerd worden door aanleidingen te scheppen. Een aanleiding kan een aantrekkelijk ingericht pleintje met wat horeca zijn, heen mooie wandelpromenade langs de Weespertrekvaart of een markt zijn waar mensen op af komen.

Gelijktijdig blijft er ruime aandacht voor basiselementen van de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals het onderhoudsniveau, de sociale veiligheid en verkeersveiligheid.

 

De sociale kwaliteit van de openbare ruimte kan ook bestaan uit betrokkenheid; ‘verbinden’ geldt dan tussen mensen onderling. Door bewoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties te betrekken en in sommige gevallen zelfs een deel te laten adopteren van de openbare ruimte ontstaat een sterke binding met die openbare ruimte en de beoogde gebruikersgroep. Ontmoetingen die plaatsvinden in de openbare ruimte zijn belangrijk voor de sociale samenhang in de gemeente.

Verder kunnen kleinschalige ontmoetingsplekken in de buurt door een betere afstemming tussen vraag en aanbod beter aansluiten bij de ‘vraag uit de buurt’. Dit zijn uitermate geschikte plekken om via burgerparticipatie initiatieven uit de buurt te faciliteren en zo de betrokkenheid van bewoners te vergroten.. Het programma van eisen bij herinrichtingen zou op die manier niet enkel uitgedrukt kunnen worden in stenen doelen, maar ook in sociale structuren die opgebouwd kunnen worden.

5. Concretisering visie – Welke kwaliteitsniveaus waar in Diemen ?

Het verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte van Diemen is een centrale doelstelling van het nieuwe beleid. Het verbeteren van bepaalde routes en het creëren van meer ontmoetingsplekken krijgt veel meer aandacht dan voorheen. Doel is ook om de karakteristieke kwaliteiten en functies van de diverse gebiedstypen (winkelcentrum, bedrijventerrein, woongebieden e.d) te versterken waardoor de openbare ruimte ‘kleurrijker’ wordt en beschikbare middelen beter benut kunnen worden. Hierbij wordt ook nog zoveel mogelijk rekening gehouden met de verschillende stedenbouwkundige kenmerken van de diverse woonbuurten. Het verbeteren van de kwaliteit wil dus niet altijd zeggen een hoger kwaliteitsniveau van meubilair en dergelijke maar veeleer het beter benutten van kansen en synergiemogelijkheden.

In alle gevallen dient de vraag zich aan welke kwaliteitsingrediënten in welke mate worden toegepast in de diverse delen van de gemeente. Hoe schoon moet het centrum zijn, in hoeverre wordt er extra ingezet op luxe materiaalgebruik of hoe veel gewicht krijgt het stimuleren van natuur en ecologie in woonwijken ?

Op dit vlak valt er erg veel te kiezen. Aan de hand van visie en gekozen speerpunten zijn deze keuzes gemaakt. Voor de verschillende delen van de openbare ruimte zijn ambities bepaald voor de kwaliteit van de openbare ruimte.

Naast de woonbuurten is er gekeken naar bijvoorbeeld het Diemer Wandellandschap, de buitengebieden, kantoorlocaties etc. Een aantal van de belangrijkste ruimtelijke dragers, de zogenaamde ‘parels’ en routes’, zijn hierbinnen weer onderscheiden. Deze routes en plekken vervullen een buurtoverstijgende functie en krijgen bijzondere aandacht.

Bij het benoemen van ambities is aangesloten bij eerder vastgesteld gemeentelijk beleid en/ of de bestaande praktijk van werken in Diemen.

 

Per gebied is bewust gekozen voor een bepaald kwaliteitsniveau (A, B of C) voor elk van de zes invalshoeken van de kwaliteit van de openbare ruimte2.Niveau A is het hoogst’3. Zo ontstaan ‘ambitieprofielen’. Voor de gemeente als geheel is een profiel opgesteld. Dit profiel is weergegeven in figuur 3. Deze is vervolgens weer verder uitgewerkt voor de verschillende soorten gebieden binnen Diemen. Dit is gedaan voor zowel de criteria uit de blauwe waaier (gebruik, inrichting en onderhoud) als voor de criteria uit de groene waaier (onderhoud in meer detail). Twee voorbeeldprofielen zijn te vinden in figuur 4.

 

Bij het vaststellen van integrale ambities voor de openbare ruimte aan de hand van de zes invalshoeken, gaat het vooral om het aangeven wat leidende principes zijn voor een bepaald gebied. Een C voor natuur en ecologie in een woonwijk betekent niet dat natuur daar geen kans moet krijgen, of dat er geen groen aanwezig moet zijn, groen is vaak essentieel voor aantrekkelijke wijken. De betekenis van deze keuze is vooral dat ecologie in afweging t.a.v. andere belangen zoals veiligheid, gezelligheid, spelen, onderhoudbaarheid en aantrekkelijkheid minder aandacht kan krijgen. Voor groengebieden ontstaat een andere verhouding waarbij groen en ecologie een hogere prioriteit heeft bij inrichting en beheersaspecten. Op deze manier kunnen de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk worden ingezet en de beschikbare fysieke ruimte in bijvoorbeeld woonbuurten optimaal benut voor de hoofdfuncties van het gebied.

 

In onderstaande tabel worden de hoofdkeuzes / het ambitieprofiel voor de gemeente als geheel gevisualiseerd.

 

Figuur 3: Ambities kwaliteit openbare ruimte Diemen

 

Gebied

Woongebieden

Winkelgebieden

Stations

Kantoorgebieden

Parken

en groen

Bedrijventerrein

Buitengebieden

Routes

Parels

Kwaliteitsthema

schoon

A

A+

A

A

B

A

B

B

A+

heel

A

A

A

A

B

B

B

A

A

aantrekkelijk

B

A

A

B

B

B

B

B

A

milieu

C

C

C

C

A

C

A

C

C

verkeer

B

A

A

A

B

A

C

B

A

veiligheid

A

A

A

B

B

B

B

A

A

sociaal

A

A

C

C

B

C

B

B

A

 

Hieruit komt onder meer naar voren dat de maatlat hoog wordt gelegd in. Relatief veel onderdelen dienen op niveau A te worden gebracht. Verder is ervoor gekozen om die gebieden waar veel mensen verblijven of vaak komen om te winkelen, te reizen of te recreëren een hoog ambitieniveau te geven. Het gaat dan om de woonwijken, de winkelgebieden en de stations. Dat de ambities vrij hoog liggen is duidelijk te zien aan de bedrijventerreinen. Waar landelijk niveau C vaak wordt gehanteerd, kiest Diemen voor niveau A / B als het gaat om onderhoud en sociale veiligheid.4 Dit betekent dus dat ook op kantoor- en bedrijvenlocaties er veel aandacht is voor veiligheid.

Verder springen ook de routes en parels er uit. Deze gebieden krijgen extra aandacht. Om deze gebieden aantrekkelijk te maken om te recreëren, te ontspannen en te ontmoeten dienen de veiligheid en onderhoudstoestand in ieder geval dik in orde te zijn. Voor de parels geldt nog dat aan de sociale kwaliteit de hoogste eisen worden gesteld. De inrichting en het beheer van de openbare ruimte en de activiteiten op het vlak van evenementen, activiteiten en de recreatieve voorzieningen moeten hierop worden afgestemd.

 

Een voorbeeld laat zien hoe de ambitieprofielen doorwerken voor een concrete locatie, zoals in winkelcentrum De Kruidenhof. Dit is een plek waar veel bewoners en bezoekers komen waardoor het gewenst is een hoge kwaliteit te realiseren. Zowel op het dagelijks onderhoud, als op de inrichtingskwaliteit en identiteit van de winkelgebieden moet stevig worden ingezet- het moet er schoon zijn, vrij van onkruid, de inrichting moet met aantrekkelijke materialen zijn uitgevoerd en de sociale veiligheid is er nadrukkelijk belangrijk. Ook moet er extra aandacht worden besteed aan levendigheid en gezelligheid. De ambitieprofielen voor winkelcentra zijn weergegeven in onderstaande figuur.

In een groengebied als het Bergwijkpark hoeft het daarentegen niet onkruidvrij te zijn en gaat de aandacht juist uit naar het natuurlijk groen. Verder wordt qua gebruik ingezet op de geschiktheid voor het organiseren van evenementen. Dat laatste geldt weer expliciet voor het Bergwijkpark en niet voor bijvoorbeeld een groengebied als het Park Rene Cassinlaan.

 

Figuur 4: Het ambitieprofiel winkelgebieden voor onderhoud en gebruik/ inrichting

 

 

Kwaliteitsplan deel 1B. Routekaart openbare ruimte Diemen

Het opstellen van een visie is één ding, het zorgen dat deze visie ook daadwerkelijk kan worden uitgevoerd is de noodzakelijke vervolgstap. Hiervoor moet in ieder geval de vraag worden beantwoord of hiervoor wel voldoende geld beschikbaar is. Om dit te kunnen bepalen is onderzocht in hoeverre de nieuwe ambities voor de kwaliteit van de openbare ruimte op dit moment al worden gehaald. Voor elk gebied is globaal beschreven welke soort aanpak en soms ook al welke maatregelen er nodig zijn om de kwaliteit op niveau te brengen of te houden. In hoofdstuk 6 is dit uitgewerkt.

De routekaart geeft verder aan in hoeverre de ambities binnen de op dit moment beschikbare budgetten kunnen worden gerealiseerd. De visie en routekaart gaan over de openbare ruimte in al zijn facetten. Werken volgens deze documenten vergt een integrale aanpak. Samenwerking en binnen de gemeentelijke organisatie moet krachtig worden ondersteund. Hiervoor worden voorstellen gedaan in termen van organisatie en processen. Ook het versterken van de samenwerking met burgers, ondernemers en instellingen krijgt ook meer aandacht. Voor de borging van de nieuwe werkwijze zal ook het beleidsinstrumentarium verder worden aangevuld. Visie en routekaart krijgen een duurzame en praktische vertaling in werkprogramma’s en handboeken.

6. Huidige kwaliteit, gewenste aanpak en prioriteiten

Nu de ambities voor de openbare ruimte zijn bepaald, wordt het mogelijk om te onderzoeken in hoeverre deze kwaliteit al wordt gehaald in de gemeente. Pas dan kan worden aangegeven welke aanpak nodig is om de kwaliteit op peil te brengen of te houden en wat de financiële consequenties hiervan zijn. Mede op basis hiervan kunnen prioriteiten worden bepaald en kan een programma worden opgesteld.

 

Methodiek

In 2011 is voor het eerst een integrale kwaliteitsmeting uitgevoerd5. Hierbij is de kwaliteit bepaald voor zes hoofdingrediënten van de openbare ruimte. Voor het onderdeel beheer en onderhoud is nog meer in detail gekeken6. De meting is uitgevoerd aan de hand van de ambitieprofielen en bijbehorende kwaliteitswaaiers voor alle buurten, gebieden, routes en parels in Diemen.

 

Per gebied is hiervoor een zogenaamde ‘buurtblad’ gemaakt waarop onder meer zichtbaar wordt welke ambities er gelden en in welke mate deze worden gehaald. Ook is op dit blad aangegeven welke maatregelen en welke aanpak nodig worden geacht (zie bijlage 5 voor een voorbeeld).

 

Op basis van de kwaliteitsanalyse kan worden aangegeven welke beleidsvelden en aspecten van de kwaliteit van de openbare ruimte de meeste aandacht verdienen, en ook voor welke gebieden, routes e.d. binnen Diemen dat vooral geldt.

Bij de beoordeling van de huidige kwaliteit moet worden gerealiseerd dat het gaat om het verschil tussen dat wat aan kwaliteit gewenst is en de feitelijk kwaliteit. Op deze manier kunnen onder andere de gebieden naar voren komen die tot voor kort geen extra aandacht kregen maar volgens het nu voorgestelde beleid wel een hoge ambitie meekrijgen.

 

Conclusies over huidige kwaliteit

De eerste conclusie is dat in Diemen op dit moment al een vrij hoog wordt gerealiseerd. In die zin wordt al goeddeels gewerkt in lijn met de visie. Afwijkingen betreffen vooral het onderhoudsniveau van de beplanting, de bomen en water en oevers, terwijl pleksgewijs meer zwerfvuil voorkomt dan in de rest van Diemen.. In de winkelgebieden wordt de gewenste, hoge onderhoudskwaliteit echter grotendeels nog niet gehaald. Dit geldt in sterke mate voor de kwaliteit van de bomen en het straatmeubilair in deze gebieden.

 

Foto 3: De onderhoudskwaliteit is in het algemeen voldoende

 

 

Als het gaat om het thema ‘aantrekkelijke inrichting’ geldt voor vrijwel geheel Diemen dat er geen duidelijke identiteit per gebied / parel of route te onderscheiden is. Dat strookt met het algemeen heersende beeld dat Diemen een wat uniforme en weinig onderscheidende openbare ruimte heeft. Gedeeltelijk is daarin een overlap te vinden met de eveneens matige scores op aantrekkelijk groen en water, potentieel belangrijke identiteitsdragers. Daar is veel winst te halen, bijvoorbeeld voor de Stammerdijk, het van Gemertplantsoen en Centrum West.

Er is betrekkelijk weinig samenhang in het straatbeeld. Op veel plekken lijkt het gekozen straatmeubilair willekeurig en sluit het niet aan bij de gebiedseigen kwaliteiten, waardoor een rommelig beeld ontstaat.

 

Ook verdient op veel plekken van de gemeente de burgerbetrokkenheid de aandacht. Uit de gehouden kwaliteitsmeting komt naar voren dat het stimuleren van meer actieve vormen van burgerschap extra aandacht vraagt.

 

De mogelijkheden voor het ontwikkelen van recreatieve activiteiten in Diemen zijn niet slecht. Maar er zijn zeker plekken en routes waar meer op moet worden ingezet om tegemoet te komen aan het gewenste reliëf. Dit geldt bijvoorbeeld voor de Weespertrekvaart en in de Diem Zuid. (wat is dat?) Zeker meer aandacht verdient de inzet op het bieden van gelegenheden voor (grotere) activiteiten en evenementen. Zowel de woongebieden, als de routes en parken zijn hier tot nu toe weinig geschikt voor. Door de hele gemeente heen is behoefte om hier op in te spelen op nog nader te bepalen locaties.

 

Eveneens matig scoort de sociale veiligheid. Hier is winst te boeken voor heel Diemen, te beginnen bij de stations. Daar wordt op dit punt nog onvoldoende rekening gehouden met de veiligheid van de reizigers en passanten.

 

Er is ook een aantal kwaliteitsaspecten dat al grotendeels in orde is. Zo is de verkeersveiligheid op de meeste plekken voldoende en is de openbare ruimte in voldoende mate toegankelijk voor alle verkeersdeelnemers. Ook kan er genoeg gespeeld worden. Op al deze thema’s zijn slechts op punten afwijkingen gesignaleerd.

 

Ten tweede is zowel de continuïteit als de kwaliteit en uitstraling van een aantal belangrijke verbindingen op dit moment niet optimaal. De langzaamverkeersroutes tussen Amsterdam, Diemen en het buitengebied en tevens de Noord-Zuid as (Ouddiemerlaan, Diemen Zuid) zijn sterk voor verbetering vatbaar. De verkeersstructuur in Diemen Zuid is ondoorzichtig en belemmert in veel opzichten een goed functioneren van de wijk als geheel en het winkelcentrum in het bijzonder.

 

Prioriteiten

Op basis van de kwaliteitsmeting7 kan een prioriteitsvolgorde worden bepaald. Welke buurten, gebieden, routes en parels dienen met voorrang te worden opgeknapt? Dit kunnen de delen van Diemen zijn waar op meerdere vlakken tekorten c.q afwijkingen van de ambities samenkomen. Voor elk van de vierenvijftig onderscheiden delen van Diemen is dit beeld geschetst.

Hieruit kan onder meer een ‘top 10’ worden afgeleid waar de urgentie het grootst is en waar vaak een ingrijpende aanpak gewenst is.

De top 10 bevat de volgende gebieden: van Gemertplantsoen, Ruimzicht West, Centrum West, Spoorzicht, het Park Rene Cassinlaan, Begraafplaats Rustoord, Biesbosch, Buytenstee, Verrijn Stuart en de Weespertrekvaart Noord.

 

Kaart 5: Prioriteitsgebieden verbetering openbare ruimte

 

Deze uitkomst is grotendeels een bevestiging van het reconstructieprogramma dat enige tijd geleden is vastgesteld. Nieuw op deze lijst zijn het van Gemertplantsoen en de Weespertrekvaart Noord; alle andere buurten en plekken staan al gepland in het programma Groot Onderhoud. De verbetering van het van Gemertplantsoen was al voorzien en gebudgetteerd voor 2013. De Weespertrekvaart Noord wordt op middellange termijn aangepakt (2017).

Het nieuwe in de nu gekozen aanpak is de integrale analyse die eraan ten grondslag ligt. Tot voor kort werd het reconstructieprogramma samengesteld op basis van grotendeels technische argumenten met het oog op wegbeheer en de noodzaak om op te hogen.

 

Gewenste aanpak voor de verschillende delen van Diemen

Op basis van de gedetailleerde beschrijving van de knelpunten per gebied/ parel of route, is het mogelijk gebleken ook al een aanpak en een set maatregelen te bepalen. Deze zijn terug te vinden in de buurtbladen. Aangezien de huidige situatie integraal is beschreven aan de hand van de ‘zes brillen’ van kwaliteit spreekt het voor zich dat ook de gekozen aanpak per gebied integraal van aard is. Niet alleen fysieke maatregelen zoals het intensiveren van het onderhoud of reconstructie / herinrichting bepalen de aanpak. Ook vergunningverlening, handhaving, welzijnsactiviteiten, het stimuleren van bewonersparticipatie of het evenementenbeleid behorend tot het scala van mogelijke maatregelen.

Het spreekt voor zich dat voor deze aanpak samenwerking tussen diverse gemeentelijke afdelingen, maar ook met ondernemers en burgers noodzakelijk kan zijn. Voordeel is dat nu de krachten en financiële mogelijkheden kunnen worden gebundeld, waardoor meer resultaat voor het zelfde geld kan worden behaald.

 

De reconstructies bieden de kans om niet alleen fysieke onderhoudsachterstanden en zettingen te verhelpen, maar gelijk maatregelen te nemen om ambities op het vlak van een meer aantrekkelijke en onderscheidende inrichting mogelijk te maken. Hierbij kan bijvoorbeeld ook worden gewerkt aan het creëren van de gewenste ontmoetingsplekken (parels) waardoor de levendigheid, gezelligheid van Diemen kan worden vergroot.

 

Globaal gesproken kunnen drie hoofdstrategieën worden onderscheiden;

  • reconstructie,

  • impuls en

  • regulier.

Reconstructie is de meest ingrijpende en vergaande aanpak. Het gaat dan om het ophogen en een gedeeltelijke herinrichting van de openbare ruimte. In bepaalde gevallen gaat deze aanpak gepaard met acties op het vlak van vergunningverlening, welzijnsactiviteiten, handhaving, evenementen en burgerparticipatie.

Deze laatste activiteiten aangevuld met kleine herinrichtingen, en het lokaal herstellen van onderhoudsproblemen, vormen de kern van de ‘impuls-aanpak’.

Gebieden waar de kwaliteit grotendeels overeenkomt met het wensbeeld, vragen om een meer routinematige aanpak. Hier volstaat het uitvoeren van het reguliere, vaak verzorgende onderhoud.

 

Ook kan hier soms wat extra inzet nodig zijn op het vlak van bijvoorbeeld handhaving en burgerparticipatie.

 

Ter illustratie enkele voorbeelden:

Reconstructie is gewenst voor onder meer het van Gemertplantsoen, Ruimzicht Oost, Weespertrekvaart Noord en de pleinen in het Centrum

Een kwaliteitsimpuls wordt nodig geacht in het Scheepskwartier, de Vlindertuin en de Laad- en loswal. De strategie ‘regulier’ ligt meer voor de hand voor de Anne Frank-buurt en de Kruidenhof.

In onderstaande kaartjes wordt het type aanpak voor elk van de vierenvijftig gebieden gevisualiseerd. De gekozen aanpak wordt op de buurtbladen nader toegelicht.

 

Kaart 6 a en b: Aanpak per gebied

 

7. Benodigde ‘gereedschap’ voor de realisatie van het plan

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de vraag wat ervoor nodig is om de visie en de routekaart op straat zichtbaar te maken. Allereerst is in beeld gebracht wat de financiële consequenties zijn.

Verder vereist het werken met de voorgestelde visie een nadere uitwerking. Hiervoor worden een handboek en een programmaboek opgesteld. Anderzijds zullen nadere afspraken worden gemaakt over de wijze waarop samenwerking en regie binnen de gemeentelijke organisatie vorm krijgen.

Immers de visie is breed en integraal van opzet. Uitvoering ervan vraagt inspanningen vanuit diverse afdelingen van de gemeente. Ook wordt aangegeven hoe de samenwerking wordt gezocht met burgers en ondernemers.

7.1 Benodigde financiële middelen en voorstel voor bekostiging

De beschreven visie op de openbare ruimte van Diemen is ambitieus te noemen. De kwaliteit van de openbare ruimte dient op een hoog niveau te worden onderhouden. Ook zijn financiële middelen nodig voor het opwaarderen van diverse routes en het vormgeven van een aantal echte ‘parels’ in de stad. Verder is er de ambitie om de openbare ruimte aantrekkelijker en meer onderscheidend in te richten. Er zijn duidelijke keuzes gemaakt wat dit betreft. Niet overal in Diemen is het zelfde kwaliteitsniveau haalbaar. Een doelmatig besteding van beschikbare middelen vraagt om het differentiëren van de kwaliteit in de diverse delen van de gemeente . En verder is duidelijk dat de ‘knelpunten’ gelukkig ook niet overal in Diemen even groot zijn. Soms kan worden volstaan met het voortzetten van de reguliere aanpak, soms volstaat en impuls maar soms ook is reconstructie nodig. zijn. Ambitie is nodig maar geduld evenzeer. Een visie maak je voor een groot aantal jaren. Dit kan bijvoorbeeld gelden om het vervangen van meubilair of het aanpassen van de inrichting. Het plaatselijk terugdringen van het zwerfvuil daarentegen kan vaak op kortere termijn worden gerealiseerd.

 

Bevindingen

Met de huidige budgetten blijkt de gemeente een alleszins acceptabel tot goed onderhoudsniveau te kunnen realiseren. Dat wil niet zeggen dat er geen aandachtspunten zijn, maar over de gehele linie zijn de beheerbudgetten toereikend om de ambities op het gebied van onderhoud alsnog te halen8.

 

Winst is vooral te halen door meer structurele keuzes te maken. Voorheen werd vooral gestuurd op één uniforme kwaliteit van onderhoud en met name op de kwaliteit in de woonwijken. Nu wordt er nadrukkelijker gekeken hoe de middelen kunnen worden ingezet om Diemen meer ‘kleur’ en reliëf te geven. Meer aandacht voor specifieke routes en parels, meer aandacht voor verschil in inrichting, meer levendigheid en sociale kwaliteit.

Bij de besteding van middelen zal meer per wijk / gebied worden gevarieerd om zo op plekken onderscheidende openbare ruimte te realiseren. Er zal scherper worden gekozen waarin wel geïnvesteerd wordt en waar het een tandje minder kan. Wanneer dan daarbij tegelijk een bredere scope wordt toegepast, namelijk het sturen op inrichtings- en gebruikskwaliteit, naast de onderhoudskwaliteit, kan tot een beter resultaat gekomen worden (tegen zo goed als dezelfde kosten). Dat vergt wel dat ook wat betreft gebruik- en inrichtingskwaliteit kostenafwegingen gemaakt moeten kunnen worden. Er ligt de opgave om deze kosten inzichtelijk te maken op basis van kostenkengetallen. Daarnaast vergt het scherpe keuzes in waar meer en waar minder geïnvesteerd moet worden om overall het beste rendement te halen. Ook zal de focus van wijkbeheer op bepaalde onderdelen wat moeten worden aangepast om bepaalde achterstanden in het onderhoud van met name het groen weg te werken.

 

De financiële consequenties van de nieuwe visie worden kort opgesomd:

 

  • De ambities voor onderhoudskwaliteit liggen vrij hoog in Diemen. Deze worden in het overgrote deel van de gemeente gehaald. Uitzonderingen zijn beplanting, bomen, wateroevers en straatmeubilair.

  • De in 2011 beschikbare budgetten voor onderhoud zijn over het algemeen gesproken toereikend voor het realiseren van het gewenste kwaliteitsniveau.

  • Voor wateroevers wordt momenteel beleid voorbereid. Hierbij bestaat het inzicht dat het budget toereikend is om de ambities te halen.

  • Het straatmeubilair is in diverse delen van de gemeente verouderd en aan vervanging toe. Dit zal de komende jaren binnen de bestaande budgetten voor reconstructie en ophoging aangevuld met subsidies worden verholpen.

  • De pleksgewijze en incidentele afwijkingen op het vlak van zwerfafval en hondenpoep kunnen binnen de bestaande budgetten voor wijkbeheer worden opgelost. Dit geldt ook voor de plaatselijke achterstanden in het onderhoud van bomen en beplanting.

  • Meer in het algemeen worden de buurten die slecht scoren op onderhoud, met name de verharding, de komende jaren opgeknapt via het reconstructieprogramma.

  • De ambities voor wat het aantrekkelijker, veiliger en socialer maken van de openbare ruimte kunnen worden betaald vanuit voorziening reconstructies en subsidies zoals het ISV budget. Hiernaast is gerichte en gecoördineerde inzet van Welzijn, de wijkcoördinatoren en de buurtregisseurs wenselijk om de sociale kwaliteit, betrokkenheid en veiligheid op het gewenste niveau te brengen.

  • De voorzieningen aangaande het meerjarenprogramma reconstructies openbare ruimte 2011- 2015 hebben aan het einde van de planperiode een positief saldo. Aangevuld met de 6 ton subsidie vanuit het ISV is dit voldoende vergeleken met de budgetten (circa €1 miljoen) die in de planperiode nodig zijn voor het ontwikkelen van de parels en het op plussen van diverse locaties en het stimuleren van burgerparticipatie.

  • Indien na 2015 blijkt dat er minder budgetten of subsidies beschikbaar zijn, kunnen met behulp van de ontwikkelde werkwijze van ambties bepalen, meten, en prioriteren, snel en transparant een nieuw programma worden opgesteld9. Faseren van de uitvoering of het bijstellen ambities behoren tot de mogelijke oplossingen. De visie blijft ook in deze gevallen het baken aan de hand waarvan deze keuzes worden voorgelegd aan het bestuur.

Hiernaast is het denkbaar om in bepaalde opzichten het verzorgend onderhoud te reduceren. Anders gezegd; er kan worden gekozen om in bepaalde delen van Diemen of voor de hele gemeente een lager kwaliteitsniveau voor verzorgend onderhoud van bijvoorbeeld het groen na te streven. Met het bijstellen van de ambities voor verzorgend onderhoud kan geld worden vrijgemaakt om andere ambities waar te maken. Het gaat hierbij om een bedrag van circa € 200.000. Vooralsnog is deze bijstelling echter niet nodig om het programma te realiseren.

 

Hierbij moet een kanttekening worden gemaakt. Bekend is dat grote delen van de openbare ruimte niet in beheer zijn door Diemen. Het gaat dan over de snelwegen, knooppunt Watergraafsmeer en de metroremise, maar ook om de Gemeenschapspolder en het Diemerbos. Van de 1130 hectare openbare ruimte binnen de grenzen van de gemeente is zo slechts 45% daadwerkelijk in beheer van de gemeente Diemen. In het kwaliteitplan zijn de kosten om de andere delen van de openbare ruimte op niveau te brengen niet in beeld gebracht. Om de kwaliteitsambities voor o.a. de Gemeenschapspolder te realiseren is overleg met Staatsbosbeheer noodzakelijk.

 

Foto 4: Differentiëren in kwaliteit: aandacht voor natuurlijk groen in het Bergwijkpark

 

7.2 Van visie naar uitvoering; het handboek en het programmaboek

De visie openbare ruimte geeft aan waar de gemeente Diemen voor gáát bij de aanpak van de openbare ruimte. Het beschrijft de hoofdlijnen van beleid maar geeft ook ‘ambitieprofielen’ voor de verschillende delen van de gemeente. Om deze kwaliteit ook daadwerkelijk op straat zichtbaar te maken is het enerzijds noodzakelijk dat de ambities verder worden geconcretiseerd. Hiervoor wordt een handboek openbare ruimte opgesteld. Anderzijds vraagt een integrale visie om een vertaling naar een aanpak en nog specifieker om een overzicht van projecten, activiteiten e.d. die gemeente en derden uitvoeren in de openbare ruimte. Afstemming is noodzakelijk. Met dit doel wordt een programmaboek opgesteld.

 

Handboek openbare ruimte

Op verschillende punten is het rommelige karakter van de Diemense openbare ruimte genoemd, de behoefte aan meer identiteit en de ambities die er zijn om de openbare ruimte meer podium voor het gebruik te zien. Dat vraagt om concrete keuzes voor bepaalde materialen en inrichtingsprincipes, maar ook bijvoorbeeld om het specifieker aangeven waar de gemeente terrassen wil stimuleren en waar evenementen kunnen worden georganiseerd Ook hiervoor is een Handboek een geëigend instrument .

 

Het nog samen te stellen handboek voor de openbare ruimte zou een aantal onderdelen moeten bevatten.

In het eerste deel is ruimte voor een stedenbouwkundige analyse en staan inrichtingsprincipes. Er wordt in woord en beeld beschreven welke hoofdinrichting voor Diemen geldt, welke standaardmaterialen worden gebruikt en voor welke gebiedstypes die in elk geval toegepast worden. Zo is het handboek een instrument om verrommeling op straat in te perken. Door te kiezen voor bijvoorbeeld 1 type afvalbak wordt een wildgroei aan allerlei kleuren en soorten tegengegaan. Dat wil niet zeggen dat er geen ruimte meer is voor variatie: in de parels kan bijvoorbeeld voor een luxere soort afvalbak gekozen worden. Ook is het een mogelijkheid om voor de verschillende wijken een weliswaar uniforme bak te nemen, maar daarbij per wijk wel een andere kleur te kiezen. Het gaat er dus niet om een eenheidsworst te maken, maar wel heel duidelijk te kiezen voor bepaalde materialen op bepaalde plekken, om zo de identiteit van de openbare ruimte te verduidelijken.

Een en ander is telkens een uitwerking van de in de visie gekozen ambitieprofielen. Als bijvoorbeeld wordt gesproken over ‘aantrekkelijk materiaalgebruik’ niveau A, over welk soort meubilair en bestratingsmateriaal hebben we het dan ?

 

Ten tweede bevat het handboek uitgangspunten voor de onderhoudsstrategie, zoals met welke maatregelpakketten wordt gewerkt, welke wijze van onkruidbestrijding geëigend is en welke principes voor gladheidsbestrijding gelden. Strooien alleen op hoofdwegen, of ook op fietspaden? Chemische onkruidbestrijding of de heetwatermethode? Hondenpoep alleen op veldjes opruimen of ook op andere plekken?

 

Ten derde zou het handboek uitgangspunten voor gebruik moeten bevatten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het betrekken van burgers bij hun eigen woonomgeving. Het handboek zou een richtlijn moeten bevatten wanneer meedenken aan de orde is en wanneer meedoen gewenst is. Het geeft richtlijnen en houvast voor vragen als: Op welk punt in een project betrekken we burgers bij het plan? Wat is dan hun rol; hebben ze veel ruimte om mee te beslissen of gaat het er vooral om betrokkenen te informeren? En wat is het aandeel van burgers in het latere beheer?

Het handboek zal ook handvatten bieden voor het beleid voor evenementen, markten maar ook bijvoorbeeld voor het al dan niet verlenen van terrasvergunningen.

 

Ten vierde biedt het handboek een draaiboek voor het werk in de openbare ruimte. Het verschaft inzicht in de verschillende (plan)processen, en wie op welk moment verantwoordelijk is voor (het beheer van) de openbare ruimte. Nadrukkelijk moeten daarbij ook externe adviseurs, zoals de politie en brandweer een rol krijgen. Ook bevat het afspraken om de samenhang van alle keuzes voor de openbare ruimte (per project, maar ook voor de hele gemeente) te waarborgen. Hoe voorkom je bijvoorbeeld dat op een plein die als parel geldt, en waar elkaar ontmoeten belangrijk is, terrassen worden ingeperkt?

Het handboek biedt ook handvatten voor het maken van keuzes tussen diverse belangen. Op basis van de ambitieprofielen zullen de ontwerprichtlijnen voor een plek beter en transparanter worden bepaald. Zo zullen uitstraling, identiteit en samenhang, kosten, onderhoud, gebruik en duurzaamheid op een integrale manier tegen elkaar afgewogen waardoor gefundeerde keuzes gemaakt kunnen worden.

Het samenstellen van het draaiboek gaat hand in hand met het op punten wijzigen van de organisatie met het oog op het versterken van het integraal werken.

 

Programmaboek openbare ruimte

Het programmaboek geeft een overzicht van projecten, activiteiten e.d die gemeente en derden uitvoeren en de komende jaren zullen uitvoeren in de openbare ruimte.

Hieraan ligt een kwaliteitsanalyse ten grondslag waarbij nauwkeurig in beeld wordt gebracht waar de openbare ruimte voldoet aan de ambitie en waar nog op moet worden ingezet om die te bereiken. Een eerste kwaliteitsmeting is al bij het opstellen van deze visie verricht.

 

Het programma is integraal van aard. Naast de reconstructieprojecten zullen bijvoorbeeld ook projecten op het vlak van verkeer, het plaatsen van ondergrondse afvalcontainers of het aanleggen van natuurvriendelijke oevers er in voorkomen. Ook acties op het vlak van welzijn en handhaving en acties ontstaan vanuit burgerparticipatie krijgen een plek in het programmaboek. De afstemming van werkzaamheden wordt hierdoor makkelijker.

 

Het programmaboek biedt een integraal programma voor een periode van 5 jaar, waarin enerzijds op het niveau van de gemeente als geheel een programma wordt vastgelegd, maar waarbij ook een uitwerking per buurt mogelijk is. Te denken valt bijvoorbeeld aan een uitbreiding van de huidige WijkUitvoeringsPlannen (WUPs) naar een Plusvariant. Voor alle buurten, winkelcentra, stations, kantoorgebieden, routes, parels en dergelijke worden zogenaamde ‘buurtbladen’ gemaakt. Hierin wordt aangegeven wat de kwaliteit van dat stukje Diemen is vergeleken met de wensen, maar ook welke maatregelen zullen worden genomen om de kwaliteit te waarborgen of te verbeteren.

 

Kader 2: (sectorale) plannen, t.a.v de openbare ruimte samengevat in programmaboek

  • Structuurvisie

  • Programma Groot Onderhoud

  • Gemeentelijk Rioleringsplan

  • Beheer- en onderhoudsplan civieltechnische kunstwerken

  • Natuurbeleidsplan

  • Groenplan

  • Investeringsfonds Stedelijke Vernieuwing

  • Speelruimteplan

  • Meerjarenbeleidsplan WMO

  • Handhavingsbeleid

  • Beleidsplan integrale veiligheid

  • Waterplan

  • Verkeerscirculatieplan

  • Actieplan verkeerslawaai

7.3 Organisatie beter toerusten op integraal werken

Om de visie voortvarend uit te kunnen voeren, is het wenselijk om de gemeentelijke werkwijze op enkele onderdelen aan te passen. Kernbegrippen zijn hierbij integraler, planmatiger, transparanter en meer in samenwerking met de burger van Diemen. De visie zelf is al een eerste stap in de goede richting. Het opstellen van een handboek en programmaboek een goede vervolgstap. Maar ook is het wenselijk dat taken en verantwoordelijkheden binnen de gemeentelijke organisatie nog eens kritisch tegen het licht worden gehouden.

 

Er zijn verschillende opgaven die vragen om meer regie binnen de organisatie.

Denk bijvoorbeeld aan het bewaken van in het handboek vast te leggen stijl van inrichting , het bewaken van de afstemming van werkzaamheden op straat en het monitoren van de uitvoering van het programma. Maar ook versterken van de aandacht voor sociale- en beheeraspecten bij het ontwerp van nieuwe openbare ruimte is een punt van aandacht.

Doel is om eerder kansen te zien en samen op te pakken en in voorkomende gevallen vanuit diverse invalshoeken te bepalen welke aanpak het meest geschikt is voor een probleem. Denk bijvoorbeeld aan de aanpak van de Muiderstraatweg. Door ambities vanuit stedenbouw, onderhoud en recreatie en horecabeleid te combineren kan veel worden bereikt.

 

Binnen de gemeentelijke organisatie zijn diverse disciplines betrokken bij de openbare ruimte. Ruimtelijke Ontwikkeling, Ruimtelijk Beheer en Samenleving kunnen een centrale rol spelen bij het waarmaken van de ambities. Deze liggen immers niet alleen op het vlak van het beheer, maar gaan ook om het versterken van routes en het bepalen van de gewenste inrichting. Ook het stimuleren van burgerparticipatie en het versterken van sociale veiligheid maken onderdeel uit van het beleid.

 

Evident is dat samenwerking enk afstemming noodzakelijk zijn. Het is wenselijk om de krachten en financiële mogelijkheden te bundelen.

Voorgesteld wordt daarom om de afstemming duurzaam te organiseren. Dit kan ondermeer door één coördinator c.q regisseur te benoemen en een multidisciplinaire commissie / regiegroep samen te stellen.

Regisseur en regiegroep zullen zich buigen over:

  • het afstemmen van beleidsvoornemens;

  • het afstemmen van werkprogramma’s mede ten behoeve van het programmaboek openbare ruimte;

  • het bespreken van concrete projecten in de openbare ruimte;

  • het afstemmen van diverse contacten en overleggen met burgers en ondernemers over de openbare ruimte.

Doel is om te waarborgen dat er geen invalshoeken ondergesneeuwd raken en dat er zo doelmatig mogelijk wordt gewerkt. Dit betekent dat kansen voor synergie tijdig worden gesignaleerd en worden benut.

 

Gezien de breedte van het werkpakket van de manager Ruimtelijk Beheer en zijn centrale rol in de ‘keten’ openbare ruimte en in de begeleiding van de wijkcoördinatoren, is hij de aangewezen persoonvoor de functie van regisseur.

 

Bij het duurzaam inbedden van de kwaliteitsvisie in de organisatie kan gebruik worden gemaakt van hulpmiddelen (kwaliteitswaaiers e.d. ). Deze zijn bruikbaar op lange termijn. Helemaal vanzelf gaat dat echter niet. Om over bijvoorbeeld vijf jaar opnieuw een kwaliteitsmeting in de openbare ruimte uit te voeren is inbedding in de organisatie nodig. Ook een handboek is een dynamisch instrument dat jaarlijks of tweejaarlijks moet worden aangepast, al is het alleen al omdat bepaalde materialen niet meer leverbaar zijn , de ervaringen uitwijzen dat opties toegevoegd moeten worden, enzovoort. Het is verstandig om daar in dit stadium al op voor te sorteren.

7.4 Samenwerken met burgers en ondernemers aan een kwalitatieve openbare ruimte

Meer samenwerken met burgers is één van de uitgangspunten van de gemeente. De gemeente is er voor de burgers, maar steeds meer wordt ook van burgers gevraagd om een actieve bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de eigen leefomgeving. Dit geldt in sterke mate voor de openbare ruimte.

Een aantal jaren geleden is de stap gemaakt naar wijkgericht werken. De achterliggende gedachte daarbij is dat wijkgericht werken het mogelijk maakt om beter in te spelen op de ‘couleur locale’ van een wijk, de verbinding met de sociale sector makkelijker maakt en het contact met burgers laagdrempeliger inricht.

Wijkcoördinatoren fungeren als verbindingsschakel en motor van samenwerking tussen burgers en de gemeentelijke organisatie.

Foto 5: samenwerken met burgers aan de openbare ruimte, moestuinproject

.

De komende periode wordt het samenwerken met burgers verder geprofessionaliseerd10 en gestimuleerd. In veel wijken blijft de participatiegraad nog achter bij de verwachtingen. Hierbij kan worden gedacht aan. het samenstellen van een inspiratiecatalogus met mogelijkheden en randvoorwaarden voor burgerparticipatie. Daarbij wordt aangesloten bij bestaande succesvolle voorbeelden uit Diemen11.

BIJLAGE 1: kwaliteitswaaiers ‘Onderhoud’en ‘Gebruik, inrichting en beheer’

 

‘Kwaliteit openbare ruimte’ Diemen

Welke kwaliteit mag een bewoner, ondernemer of bezoeker van Diemen verwachten van de openbare ruimte van Diemen? Om deze discussie duidelijk te kunnen voeren heeft Diemen twee kwaliteitswaaiers gemaakt. Eén voor het onderhoud en één voor het gebruik en de inrichting van de openbare ruimte. De kwaliteitswaaiers bevatten criteria en kwaliteitsomschrijvingen voor 30 onderdelen binnen de openbare ruimte. We gebruiken de waaiers om te bepalen wat de kwaliteit nu is, maar ook om vast te stellen welke kwaliteit we gewenst vinden.

 

De onderdelen van deze kwaliteitswaaier Gebruik en Inrichting beschrijft hoe bruikbaar en aantrekkelijk de openbare ruimte is. De criteria zijn gebaseerd op het beleid van de gemeente Diemen, zoals de sociale voorzieningen en het verkeersbeleid.

Er zijn drie kwaliteitsniveaus die in het schema hieronder algemeen worden beschreven.

 

Maatlat

Omschrijving

A

Bijzondere kwaliteit, goed functionerende buitenruimte, maatwerk oplossingen

B

Standaard kwaliteit, voldoende functionerende buitenruimte, standaard oplossingen

C

Sobere kwaliteit, matig tot slecht functionerende buitenruimte, eenvoudige oplossingen

 

 

‘Kwaliteit openbare ruimte’ Diemen

Welke kwaliteit mag een bewoner, ondernemer of bezoeker van Diemen verwachten van de openbare ruimte van Diemen? Om deze discussie duidelijk te kunnen voeren heeft Diemen twee kwaliteitswaaiers gemaakt. Eén voor het onderhoud en één voor het gebruik en de inrichting van de openbare ruimte. De kwaliteitswaaiers bevatten criteria en kwaliteitsomschrijvingen voor 30 onderdelen binnen de openbare ruimte. We gebruiken de waaiers om te bepalen wat de kwaliteit nu is, maar ook om vast te stellen welke kwaliteit we gewenst vinden.

 

De onderdelen van deze kwaliteitswaaier Gebruik en Inrichting beschrijft hoe bruikbaar en aantrekkelijk de openbare ruimte is. De criteria zijn gebaseerd op het beleid van de gemeente Diemen, zoals de sociale voorzieningen en het verkeersbeleid.

Er zijn drie kwaliteitsniveaus die in het schema hieronder algemeen worden beschreven.

 

Maatlat

Omschrijving

A

Bijzondere kwaliteit, goed functionerende buitenruimte, maatwerk oplossingen

B

Standaard kwaliteit, voldoende functionerende buitenruimte, standaard oplossingen

C

Sobere kwaliteit, matig tot slecht functionerende buitenruimte, eenvoudige oplossingen

 

 

‘Kwaliteit openbare ruimte’ Diemen

Welke kwaliteit mag een bewoner, ondernemer of bezoeker van Diemen verwachten van de openbare ruimte van Diemen? Om deze discussie duidelijk te kunnen voeren heeft Diemen twee kwaliteitswaaiers gemaakt. Eén voor het onderhoud en één voor het gebruik en de inrichting van de openbare ruimte. De kwaliteitswaaiers bevatten criteria en kwaliteitsomschrijvingen voor 30 onderdelen binnen de openbare ruimte. We gebruiken de waaiers om te bepalen wat de kwaliteit nu is, maar ook om vast te stellen welke kwaliteit we gewenst vinden.

 

De onderdelen van deze kwaliteitswaaier Onderhoud bes- chrijft hoe schoon en heel de openbare ruimte is. Het gaat hierbij om meubilair, verharding en het groen.

De criteria zijn gebaseerd op de landelijke kwaliteitscatalo- gus van het CROW en vertaald naar de Diemense praktijk. Er zijn vijf kwaliteitsniveaus die in het schema hieronder algemeen worden beschreven.

 

Maatlat

Omschrijving

A+

Zeer hoog, uitstekend onderhouden, als nieuw

A

Hoog, goed onderhouden, bijna niets op aan te merken

B

Basis, voldoende onderhouden, wel wat op aan te merken

C

Laag, sober, achterstanden in onderhoud

D

Zeer laag, onvoldoende onderhouden, flinke achterstanden

 

BIJLAGE 2: Diemen ingedeeld in gebiedstypen

 

 

BIJLAGE 3: Ambitiematrix onderhoud

 

Thema

Criterium

Bedrijventerrein

Buitengebieden

Kantoorgebieden

Parels

Park en groen

Routes

Sportpark

Stations

Winkelgebieden

Woongebieden

onderhoud

zwerfvuil

A

B

A

A

B

A

A

A

A

A

onderhoud

hondenpoep

A

B

A

A+

B

B

A+

A

A+

A

onderhoud

bekladding

A

B

A

A

B

A

A

A

A

A

onderhoud

onkruid in beplanting

B

C

B

A

B

B

A

A

A

B

onderhoud

onkruid verharding

B

B

B

B

B

B

A

A

A

B

onderhoud

beplanting

A

B

A

A+

A

A

A

A

A+

A

onderhoud

water en oevers

A

B

A

A

A

A

A

A

A

A

onderhoud

straatmeubilair

A

B

A

A

A

A

A

A

A+

A

onderhoud

onderhoud rijbaan

B

B

B

B

C

B

B

B

B

B

onderhoud

onderhoud fietspad

A

B

A

C

B

A

A

A

A

A

onderhoud

onderhoud voetpad

B

B

A

A

B

A

B

A

A

A

onderhoud

natuurlijk groen

C

A

B

B

A

B

A

C

C

C

onderhoud

bomen

A

A

A

A+

A

A

A

A

A+

A

onderhoud

gras

B

B

B

B

B

B

A+

B

B

B

onderhoud

onderhoudbaarheid

A

A

A

B

B

B

A

A

B

B

BIJLAGE 4: Ambitiematrix ‘Gebruik, inrichting en

 

Thema

Criterium

Bedrijventerrein

Buitengebieden

Kantoorgebieden

Parels

Park en groen

Routes

Sportpark

Stations

winkelgebieden

woongebieden

aantrekkelijk

identiteit

B

A

A

A

A

A

A

B

A

A

aantrekkelijk

groen en water

B

B

B

A

B

B

B

A

A

B

aantrekkelijk

materiaalgebruik

C

C

B

A

B

B

C

A

A

B

verkeer

verkeersveiligheid

B

B

B

A

A

A

B

A

B

B

verkeer

fietsparkeren

C

C

C

A

B

C

A

A

A

C

verkeer

autoparkeren

A

C

A

C

C

C

A

B

A

A

verkeer

toegankelijkheid

A

C

A

A

B

B

A

A

A

A

veiligheid

sociale veiligheid

B

B

B

A

B

A

A

A

A

A

sociaal

activiteiten en evenemen

C

C

C

B

B

C

A

B

A

B

sociaal

spelen

C

B

C

C

B

C

A

C

C

A

sociaal

recr. voorzieningen

C

B

C

B

B

B

A

C

C

B

sociaal

betrokken burgers

A

A

A

B

B

B

A

B

A

A

milieu

duurzame oplossingen

A

A

A

A

A

A

A

A

A

A

milieu

natuur en ecologie

C

A

C

C

A

C

B

C

C

C

BIJLAGE 5 Voorbeelden buurtbladen

 

Anne Frank

Buurtnummer 02

Rangorde 4

Gemiddelde score totaal: 1,31

 

Aanpak: Regulier

Laatste reconstructie: 2009

Geplande reconstructie: geen dd

 

Toelichting strategie

De Anne Frank buurt is in 2009 opnieuw ingericht met de bestaande materialen. Dit is goed zichtbaar op straat; er zijn nagenoeg geen afwijkingen op het gebied van onderhoud. Door het hergebruik van bestaande materialen en de inboet van het tekortkomende materiaal heeft de buurt wel wat ingeleverd op de identiteit. Dit is niet zorgwekkend en is inherent aan het hergebruik van materialen in het kader van duurzaamheid en zuinigheid.

In de Anne Frankbuurt worden in diverse straten activiteiten georganiseerd, veelal op eigen initiatief en zonder gebruik te maken van de BIG gelden.

Ten slotte willen we in de Anne Frankwijk -net als in de rest van Diemen Zuid- monitoren wat het effect is van de verhuur van koopwoningen aan groepen Polen.

 

Anne Frank blad 2

Kosten per woning 0

Woongebied

 

Ambities

 

Van Gemertplantsoen

Buurtnummer 40

Rangorde 21

Gemiddelde score totaal: 2,21

 

Aanpak: Reconstructie

Laatste reconstructie: geen dd

Geplande reconstructie: 2013

 

Toelichting strategie

Het van Gemertplantsoen is verouderd. De plantsoenen zijn aan onderhoud toe en de inrichting is niet meer van deze tijd. Een reconstructie, waarbij functie en inrichting op elkaar worden afgestemd, is noodzakelijk. De ecologisch inrichting alsmede een betere verbinding met het wandellandschap is een onderdeel van dit project. Ook is het realiseren van een evenemententerrein in dit park een groot aandachtspunt. Deze werkzaamheden zijn reeds voorzien en gebudgetteerd in 2013.

 

Van Gemertplantsoen blad 2

Kosten per woning 0

parels

 

Ambities

BIJLAGE 6 Beschikbare middelen voor beheer 2011

 

De Gemeente Diemen geeft in totaal per jaar ruim €8,9 mln uit aan de openbare ruimte . Hiervan zijn ruim €1,4 mln zogenaamde ‘kapitaalslasten’. Er resteert na aftrek van deze post nog circa € 7,4 miljoen voor het feitelijk beheer. Hierin zit ook zo’n 15% voor de interne gemeentelijke kosten die nodig zijn voor het organiseren van het beheer, het bijhouden van de beheersystemen e.d.. Dit zijn de zogenaamde VAT-kosten. Van deze € 7,4 miljoen wordt jaarlijks circa 2,2 miljoen gebruikt voor groot onderhoud/ vervanging / ophoging. Het onderhoud aan het riool, het groen en de verhardingen vormen daarbinnen de hoogste kostenposten. Figuur 1 geeft een overzicht van de bestedingen binnen alle beheerdisciplines.

 

Figuur 5: Verdeling van beschikbare middelen beheer openbare ruimte

 

 

Uit de exploitatiebegroting worden zowel de uitvoering van werkzaamheden door derden, als wat in eigen beheer door de gemeente zelf wordt gedaan bekostigt. Het deel dat in eigen beheer wordt uitgevoerd bedraagt ongeveer 1/3 van het totale bedrag (kapitaalslasten niet meegerekend). Figuur 1 laat zien dat de eigen dienst zich vooral richt op het vegen, het groen en het onderhoud aan kunstwerken.

Omgerekend naar het aantal adressen in Diemen kost de openbare ruimte €522 per woning per jaar. Naast de kosten voor dagelijks onderhoud zijn er jaarlijks gelden beschikbaar voor grotere projecten en/ of reconstructies. Voor de planperiode 2011-2015 gaat het om een bedrag van €21,5 mln, wat staat voor een gemiddelde van €4,3 mln per jaar. Deze kosten zijn inbegrepen in het eerder genoemde bedrag van €8,9 mln.

Gemiddeld wordt de openbare ruimte één keer in de twintig jaar opgehoogd. Gelijk worden problemen van slijtage van de openbare ruimte verholpen en worden kleine aanpassingen in de inrichting uitgevoerd om deze weer aan te passen aan de eisen van deze tijd. De grootste kostenpost binnen de reconstructies vormen de rioleringen, zie figuur 5. Hier is een belangrijke relatie met de zettingsproblematiek: de reconstructiebudgetten zijn daardoor vrij hoog. Dit zijn kosten die blijvend, ook de komende decennia, nog moeten worden gemaakt. Dit hoort nu eenmaal bij Diemen.


1

Andere bronnen: Meerjaren beleidsplan integrale veiligheid, Fietsbeleid, Geef ze de Ruimte (spelen), Beleidsnota openbare verlichting, Parkeernota, Actieplan Luchtkwaliteit, Actieplan Omgevingslawaai, milieubeleidsplan

2

Onderhoud(schoon en heel), aantrekkelijk, milieu, verkeer, veiligheid en sociaal

3

Voor de maatlatten onderhoud (in meer detail) wordt de maatlat A+, A, B, C en D gehanteerd.

4

Hierbij wordt onder meer aangesloten bij het overleg rond het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO)

5

De huidige kwaliteit van de openbare ruimte is via een ‘quick scan’ bepaald door het combineren van diverse bronnen.Beheersystemen, onderzoeken, parate kennis van de gemeentelijke beheerders en wijkcoördinatoren. Ook is in gebruik gemaakt van de inbreng die burgers hebben geleverd op de gemeentedag, straatinterviews (film) en de opmerkingen van de klankbordgroep.

6

Hierbij is de onderhoudstoestand vanuit 14 verschillende ‘brillen’ onderzocht (zie kwaliteitswaaier onderhoud in bijlage 2)

7

Uitgevoerd eind 2011 / begin 2012. Inmiddels (oktober 2012) zijn diverse gebieden in het reguliere werk opgeknapt. Hierdoor is de lijst met prioriteiten zoals die in dit deel van het Kwaliteitsplan zijn gevisualiseerd op het kaartje niet meer helemaal actueel. In dit kader fungeert het kaartje vooral om de werkwijze van programmeren te illustreren. In deel 3 van het kwaliteitsplan; het Progrmmaboek is de actuele stand van zaken weer gegeven. Dit programmaboek zal elke twee jaar worden geactualiseerd.

8

Hiertoe is de begroting van Diemen op het vlak van onderhoud geanalyseerd en zijn kostenkengetallen afgeleid. Op basis van een vergelijking met landelijk geldende normen kan de stelling worden onderbouwd.

9

Met dit doel is een rekenmodel voor onderhoudskosten gemaakt. Op basis van kostenkengetallen kunnen diverse scenario’s van ‘gedifferentieerd beheer’ worden doorgerekend.

10

Hierbij wordt aangesloten bij de voorgenomen evaluatie van het “wijkgericht werken” in Diemen. Daarbij wordt aangegeven welke ambities en ‘regels’ er zijn. Welke invulling participatie kan krijgen is ook afhankelijk van de plek / functie van de openbare ruimte voor de gemeente. Telkens moet worden afgewogen hoe het initiatief zich verhoudt tot de ambities die in het kwaliteitsplan openbare ruimte zijn beschreven.

11

Deze zijn inmiddels via een aantal ‘leaflets’ / informatiebladen beschreven en zijn o.a. beschikbaar via de website van de gemeente.