Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling voorschoolse educatie Den Haag 2023 |
Citeertitel | Subsidieregeling voorschoolse educatie Den Haag 2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | Subsidieregeling voorschoolse educatie Den Haag 2023 |
Geen
Algemene subsidieverordening Den Haag 2020
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-03-2023 | 31-12-2025 | nieuwe regeling | 07-03-2023 | RIS314673 OCW/10482126 |
Ten behoeve van de voorschoolse educatie in Den Haag is er een nieuwe Subsidieregeling voorschoolse educatie Den Haag 2023 opgesteld conform de uitgangspunten van de Kadernota subsidiebeleid Den Haag 2020-2023 (RIS305416) en de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020 (RIS305417). De Subsidieregeling voorschoolse educatie 2023 volgt de Subsidieregeling voorschoolse educatie Den Haag 2022 (RIS312183) op.
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in de artikel 2.2.2, 2.3.2, 2.4.2, 2.5.2 en 3.2.2 bedoelde activiteiten.
In afwijking van artikel 9, tweede lid, van de ASV, wordt een aanvraag om subsidie ingediend:
a. voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.2.2, 2.5.2 en 3.2.2 in de periode van 1 oktober tot en met 30 november direct voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft;
b. voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.3.2 en 2.4.2 in de periode van 1 december direct voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft tot en met 30 september van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.
Het college beslist, in afwijking van artikel 10, tweede lid, van de ASV, binnen 12 weken na sluiting van de aanvraagtermijn, nadat de volledige digitale subsidieaanvraag om subsidie is ingediend.
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35, van de Awb, en de artikelen 11, eerste, tweede en derde lid, van de ASV kan het college de subsidie weigeren als:
a. het een aanvraag betreft op grond van de paragrafen 2.2 en 2.4 terwijl minder dan 6 maanden daaraan voorafgaand aan de aanvrager een startsubsidie als bedoeld in paragraaf 2.3 is toegekend;
b. zich gedurende een langere periode zorgen voordoen op het gebied van de kwaliteit van de dienstverlening van de aanvragende organisatie, blijkend uit rapporten van toezichthouders van de inspectie kinderopvang en voorschoolse educatie.
Onverminderd artikel 4:37, van de Awb en de artikelen 12 en 13, van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
a. de subsidieontvanger werkt mee aan het onderzoek op grond van de door het college aangewezen toezichthouder;
b. de subsidieontvanger werkt mee aan inhoudelijk onderzoek ten behoeve van monitoring en evaluatie;
c. de subsidieontvanger stelt, op verzoek van het college, de ervaringen en ontwikkelde producten ter beschikking aan andere kindercentra of instellingen.
Subsidies worden bevoorschot met 100% van de verleende subsidie in één keer.
Artikel 1.8 Wijze van verantwoorden
In aanvulling op artikel 17, vierde en vijfde lid, van de ASV bevat de aanvraag tot vaststelling tevens:
a. voor subsidie voor de activiteiten als bedoeld in de paragrafen 2.2 en 2.4 jaarlijks een bestuursverklaring met een voor openbaarmaking geschikt overzicht, waarin is opgenomen het aantal uren openstelling per locatie en het aantal bereikte doelgroepkinderen als bedoeld in de artikelen 2.2.4, tweede lid en 2.4.4, tweede lid;
b. voor subsidie voor de activiteiten als bedoeld in de paragrafen 2.3, 2.5 en 3.2 een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag waaruit jaarlijks de werkelijk gemaakte kosten blijken.
Hoofdstuk 2 Subsidie meer kansengelijkheid met voorschoolse educatie
Paragraaf 2.1 Algemene bepaling
Artikel 2.1.1 Achterliggende maatschappelijke doel van de subsidies in hoofdstuk 2
Het achterliggende maatschappelijk doel is om de kansengelijkheid en de leer- en ontwikkelomgeving voor alle Haagse doelgroepkinderen te verbeteren, zodat zij hun potentieel optimaal kunnen benutten.
Paragraaf 2.2 Subsidie versterken kwaliteit voorschoolse educatie
Artikel 2.2.1 Doel van de subsidie
Het bieden van voorschoolse educatie aan doelgroepkinderen en het verhogen van het bereik van die educatie onder doelgroepkinderen om de taal- en de sociaal-emotionele ontwikkeling van doelgroepkinderen te stimuleren, voor een goede start in het basisonderwijs met zo min mogelijk taal- en ontwikkelingsachterstand.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de volgende activiteiten ter uitvoering van de voorschoolse educatie en die bijdragen aan het verhogen van het bereik van doelgroepkinderen:
a. activiteiten gericht op toeleiding die bevorderen dat doelgroepkinderen tijdig vanaf 2,5 jaar deelnemen aan de voorschoolse educatie totdat zij 4 jaar zijn en die:
1° de bekendheid met voorschoolse educatie bij de ouders van doelgroepkinderen vergroten;
2° de werving van ouders met doelgroepkinderen versterken;
3° ondersteuning bieden aan ouders bij plaatsing van hun kind op kinderopvang met voorschoolse educatie;
4° de deelname aan toeleidingsprogramma’s voorschoolse educatie voor ouders en doelgroepkinderen bevorderen voorafgaand aan de plaatsing op de voorschoolse educatie;
b. activiteiten gericht op de overdracht ten behoeve van een soepele overgang van doelgroepkinderen op de kinderopvang met voorschoolse educatie naar het basisonderwijs;
c. activiteiten gericht op het versterken van de rol van ouders van doelgroepkinderen bij de deelname aan voorschoolse educatie van hun kind en die de taal- en de sociaal- emotionele ontwikkeling van hun kind bevorderen;
d. activiteiten gericht op (bij-)scholing van gecertificeerde pedagogisch medewerkers voorschoolse educatie op grond van de Wet kinderopvang;
e. activiteiten gericht op het opstellen en uitvoeren van de resultaatafspraken voor- en vroegschoolse educatie.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een houder van een kindercentrum met voorschoolse educatie die als zodanig is ingeschreven in het LRK met minimaal één in Den Haag gevestigde locatie.
Artikel 2.2.4 Hoogte van de subsidie
Een subsidie bedraagt maximaal per aanvrager per kalenderjaar:
a. per lokaal, dat de aanvrager als ruimte in gebruik heeft als kindercentrum voorschoolse educatie:
1° € 25.000,-, indien het lokaal minimaal 900 uur per kalenderjaar is geopend;
2° € 12.500,-, indien het lokaal minimaal 640 uur per kalenderjaar is geopend; en
b. € 1.500,- per doelgroepkind, aan wie de aanvrager minimaal 640 uur voorschoolse educatie op jaarbasis aanbiedt.
Artikel 2.2.6 Wijze van verdeling
Artikel 2.2.7 Verplichtingen kwaliteit voorschoolse educatie
In aanvulling op artikel 1.6 heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
a. de subsidieontvanger is aangesloten op het gemeentelijk registratiesysteem;
b. de subsidieontvanger werkt mee aan locatiebezoeken door de toezichthouder voor het verkrijgen van inzicht in de gesubsidieerde activiteiten en de aansluiting van de voorschoolse educatie op de vroegschoolse educatie ten behoeve van de kwaliteitsspiegel.
Paragraaf 2.3 Subsidie start en uitbreiding voorschoolse educatie
Artikel 2.3.1 Doel van de subsidie
Het doel van de subsidie is het vergroten van het aantal beschikbare plaatsen van kinderopvang met voorschoolse educatie bij kindercentra in Den Haag.
De subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de activiteiten die:
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een reeds bestaande kinderopvang met locaties die reeds twee jaar in Den Haag gevestigd zijn, en die:
a. niet eerder kinderopvang met voorschoolse educatie heeft aangeboden;
b. al uitvoering geeft aan kinderopvang met voorschoolse educatie en de voorschoolse educatie wil uitbreiden in een bestaande kinderopvangvoorziening met voorschoolse educatie of wil uitbreiden met voorschoolse educatie in een nieuwe kinderopvangvoorziening; of
c. al uitvoering geeft aan kinderopvang met voorschoolse educatie en deze op een bestaande voorziening voor reguliere kinderopvang wil uitbreiden.
Artikel 2.3.4 Hoogte van de subsidie
De subsidie wordt eenmalig verstrekt, en bedraagt per aanvrager per op te zetten lokaal:
Artikel 2.3.6 Wijze van verdeling
Paragraaf 2.4 Subsidie overbrugging voorschoolse educatie
Artikel 2.4.1 Doel van de subsidie
Het doel van de subsidie is overbrugging naar het eerstvolgende kalenderjaar waarin voor het eerst aanspraak op subsidie op grond van paragraaf 2.2 mogelijk is en is maximaal voor de duur van het aantal maanden ter overbrugging naar dit eerstvolgende kalenderjaar.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt na inschrijving van voorschoolse educatie in het LRK of uitbreiding kindplaatsen voorschoolse educatie in het LRK en wordt verstrekt voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.2.2.
De subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een houder kinderopvang met voorschoolse educatie die staat ingeschreven in het LRK met minimaal één in Den Haag gevestigde locatie.
Artikel 2.4.4 Hoogte van de subsidie
Een subsidie bedraagt maximaal per aanvrager per kalenderjaarjaar:
a. per lokaal, dat de aanvrager als ruimte in gebruik heeft als kindercentrum voorschoolse educatie:
1° € 25.000,-, indien het lokaal minimaal 900 uur per kalenderjaar is geopend;
2° € 12.500,-, indien het lokaal minimaal 640 uur per kalenderjaar is geopend.
b. € 1.500,- per doelgroepkind voorschoolse educatie, aan wie de aanvrager minimaal 640 uur voorschoolse educatie op jaarbasis aanbiedt.
Artikel 2.4.6 Wijze van verdeling
In aanvulling op artikel 1.6 heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
a. de subsidieontvanger is aangesloten op het gemeentelijk registratiesysteem;
b. de subsidieontvanger werkt mee aan locatiebezoeken door de toezichthouder voor het verkrijgen van inzicht in de gesubsidieerde activiteiten en de aansluiting van de voorschoolse educatie op de vroegschoolse educatie ten behoeve van de kwaliteitsspiegel.
Paragraaf 2.5 Subsidie peuterconsulent als onderdeel van een pilot voor twee jaar
Artikel 2.5.1 Doel van de subsidie
Het doel van de subsidie is middels een meerjarig plan van aanpak meerdere peuterconsulenten in te zetten om meer doelgroepkinderen naar voorschoolse educatie toe te leiden.
De subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een aanvrager:
a. die zorgt voor een ondertekende samenwerkingsovereenkomst met minimaal 50% van de houders van een kinderopvang met voorschoolse educatie in Den Haag;
b. die meerdere peuterconsulenten aanstelt ten behoeve van alle houders van een kinderopvang met voorschoolse educatie in Den Haag;
c. die de peuterconsulenten inzet om het gat tussen indiceren en toeleiden van doelgroepkinderen te verbeteren;
d. die ervoor zorgt dat de peuterconsulenten zichtbaar aanwezig zijn in de wijk en op het CJG om meer doelgroepkinderen naar voorschoolse educatie toe te leiden;
e. die de peuterconsulenten inzet om samen te werken met kinderopvanghouders en het CJG als verbindende schakel;
f. die de peuterconsulenten inzet voor het opbouwen van een netwerk in de wijk ten behoeve van toeleiding van doelgroepkinderen.
De subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan één houder kinderopvang met voorschoolse educatie die staat ingeschreven in het LRK met minimaal één in Den Haag gevestigde locatie.
Artikel 2.5.4 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Voor subsidie in aanmerking komen:
a. de kosten voor de marktconforme bezoldiging van de peuterconsulent;
b. de kosten voor het aansturen van de peuterconsulent met een maximum van 4% van het aangevraagde bedrag;
c. de kosten voor het organiseren van activiteiten door de peuterconsulent met een maximum van 1% van het aangevraagde bedrag.
Artikel 2.5.5 Hoogte van de subsidie
Artikel 2.5.7 Wijze van verdeling
In afwijking van artikel 1.3, tweede lid, wordt een subsidieaanvraag voor het kalenderjaar 2023 uiterlijk op 30 april 2023 ingediend.
Hoofdstuk 3 Subsidie facilitering bestuurlijk overleg
Paragraaf 3.1 Algemene bepalingen
Artikel 3.1.1 Doel van de subsidie
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan één houder kinderopvang met voorschoolse educatie, ten behoeve van alle houders van een kinderopvang met voorschoolse educatie in Den Haag voor het uitvoeren van alle volgende activiteiten:
a. het coördineren van, het afstemmen met en het consulteren van alle houders van een kinderopvang met voorschoolse educatie in Den Haag ten behoeve van het ambtelijk overleg en ter voorbereiding van de Onderwijskamer (Kamerbreed);
b. het middels een nieuwsbrief na iedere bijeenkomst van het Kinderopvang Platform, maar ten minste vier keer per jaar infomeren van alle houders van een kinderopvang met voorschoolse educatie;
c. het faciliteren van de inhoudelijke en secretariële ondersteuning ten behoeve van het bestuurlijk overleg tussen het kinderopvang- en onderwijsveld en de gemeente.
De subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een houder kinderopvang met voorschoolse educatie die staat ingeschreven in het LRK met minimaal één in Den Haag gevestigde locatie.
Artikel 3.1.4 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt maximaal € 75.000,- per kalenderjaar.
Artikel 3.1.6 Wijze van verdeling
Het college evalueert deze subsidieregeling voor 1 december 2025.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt op 31 december 2025.
De Subsidieregeling voorschoolse educatie Den Haag 2022 wordt ingetrokken.
De bepalingen van de Subsidieregeling voorschoolse educatie 2022 blijven van toepassing op subsidies die vóór inwerkingtreding van deze regeling zijn aangevraagd op basis van de Subsidieregeling voorschoolse educatie Den Haag 2022.
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling voorschoolse educatie Den Haag 2023.