Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veiligheidsregio Flevoland

Nota Weerstandsvermogen Veiligheidsregio Flevoland 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeiligheidsregio Flevoland
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingNota Weerstandsvermogen Veiligheidsregio Flevoland 2021
CiteertitelNota weerstandsvermogen
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-10-2021Nota weerstandsvermogen

06-10-2021

bgr-2023-278

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota Weerstandsvermogen Veiligheidsregio Flevoland 2021

Het Algemeen Bestuur van Veiligheidsregio Flevoland;

 

overwegende dat het gewenst is om uitgangspunten te formuleren voor beleid met betrekking tot weerstandsvermogen en risicomanagement,

 

BESLUIT

 

vast te stellen de navolgende „Nota Weerstandsvermogen Veiligheidsregio Flevoland 2021”.

1. Inleiding

 

De complexiteit van processen en projecten waar veiligheidsregio’s bij betrokken zijn en de veranderende wet- en regelgeving dwingen tot een groot risicobewustzijn. In dit kader is het van belang om zicht te hebben op de risico’s die zich manifesteren bij de uitvoering van de taken van de veiligheidsregio, de oorzaken op te sporen en om daarbij passende maatregelen te treffen. In veel gevallen is er bij daadwerkelijk optreden van het risico ook sprake van financiële schade voor de organisatie.

 

Meer toegespitst op dat laatste aspect, bepaalt het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV, art. 11) dat gemeenten en ook gemeenschappelijke regelingen beleid moeten formuleren omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s. De bedoeling daarvan is dat jaarlijks via de paragraaf weerstandsvermogen in de begroting en jaarstukken een oordeel kan worden gegeven over de toereikendheid van het weerstandsvermogen. Aan deze verplichting wordt invulling gegeven via de financiële verordening Veiligheidsregio Flevoland 2021 (ex. art. 212 Gemeentewet). In deze verordening is vastgelegd dat het Dagelijks Bestuur een nota Weerstandsvermogen opstelt waarin uitgangspunten worden geformuleerd voor bovenstaand beleid met betrekking tot weerstandvermogen en risicomanagement.

 

1.1. Leeswijzer

In hoofdstuk 2 van deze nota wordt ingegaan op risicomanagement. In hoofdstuk 3 wordt inzicht gegeven in de begrippen weerstandscapaciteit en het weerstandsvermogen. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 de systematiek van het uitvoeren van het risicomanagement uiteengezet.

 

2. Risicomanagement

 

 

2.1 Het begrip risico

Van belang zijn de begrippen risico, weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen. Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) laat organisaties vrij in het inkleuren van deze begrippen. Welke risico’s relevant zijn en wat tot de weerstandscapaciteit wordt gerekend, kan niet in zijn algemeenheid worden aangegeven. Organisaties dienen de risico’s en de capaciteit zelf na te lopen en in kaart te brengen. Doordat de risico’s per organisatie verschillen, is het niet mogelijk een algemene norm te stellen voor een goede relatie tussen risico’s en weerstandscapaciteit. Het is aan de organisatie zelf een beleidslijn te formuleren over de noodzakelijk geachte weerstandscapaciteit in relatie tot de risico’s.

 

Het begrip risico definiëren we als volgt:

  • Risico = een onzekere ongewenste gebeurtenis, waardoor het realiseren van de organisatiedoelstellingen en -strategie in gevaar komt.

 

Dat betekent dat als er zekerheid bestaat over het optreden van de gebeurtenis er geen sprake meer is van een risico. Dat heeft gevolgen voor de wijze waarop met de (financiële) gevolgen moet worden omgegaan.

 

  • als de gebeurtenis geen gevolgen heeft voor het realiseren van de organisatiedoelen, er ook geen sprake is van risico. Dat betekent dat het altijd gaat om substantiële zaken.

  •  

  • het missen van een kans is ook een risico.

 

2.2 Doelstelling en reikwijdte risicomanagement

Risicomanagement is het effectief omgaan met de kansen en bedreigingen die de realisatie van organisatiedoelstellingen kunnen beïnvloeden. Met andere woorden: het is gericht op proactief handelen in plaats van reactief. Risicomanagement is, als normaal onderdeel van de verantwoordelijkheid van het management, een periodiek terugkerend proces dat bestaat uit een aantal onderdelen:

  • Identificeren van risico’s

  • Kwantificeren van risico’s

  • Definiëren en implementeren van beheersmaatregelen

  • Financieel afdekken van risico’s

 

Hierna wordt dit nader toegelicht. Door een koppeling aan te brengen met de BBV-cyclus wordt benadrukt dat er sprake is van een cyclisch proces.

Identificeren van risico’s

In deze fase worden alle potentiële risico’s geïnventariseerd. Bij het uitvoeren van processen en het nastreven van doelen heeft de veiligheidsregio te maken met een scala aan risico’s. Daarbij zijn niet alleen financiële risico’s relevant, maar ook risico’s op het terrein van bijvoorbeeld letsel/veiligheid, imago en juridische risico’s. Doel van risicomanagement is het minimaliseren van de effecten van die risico’s op de processen en doelbereiking. Op het operationele vlak is het

inventariseren van risico’s binnen de veiligheidsregio al ingebed in de normale bedrijfsvoering. In deze nota weerstandsvermogen van de Veiligheidsregio Flevoland zal het inventariseren van risico’s zich beperken tot de risico’s met een financiële impact.

 

Kwantificeren van risico’s

De analyse bestaat uit een inschatting van de kans dat een gebeurtenis optreedt, en wat daarvan de gevolgen zullen zijn. Met behulp van beoordelingstechnieken kan worden afgewogen hoe groot het risico is. Ieder individueel risico wordt bepaald als: Kans x Gevolg.

 

Doel is om de hoge risico’s te identificeren. Het waarderen van risico’s behoort zoals gezegd tot de normale managementverantwoordelijkheid. In zijn aard is het een proces van taxeren en inschatten, en heeft daarmee altijd in bepaalde mate een subjectief karakter. Deze subjectiviteit wordt zoveel mogelijk beperkt, door enerzijds er voor te zorgen dat er altijd meerdere personen bij het proces betrokken zijn, en anderzijds waar mogelijk risicoprofielen van andere veiligheidsregio’s te gebruiken als spiegel voor de inschattingen van Veiligheidsregio Flevoland.

 

Definiëren en implementeren van beheersmaatregelen

Er worden beheersmaatregelen gedefinieerd die zijn gericht op het beheersen van de risico’s. Beheersmaatregelen kunnen preventief van aard zijn, gericht op het voorkomen van de gebeurtenis. Maatregelen kunnen ook curatief zijn, gericht op het beperken van de gevolgen. Voorbeelden daarvan zijn risicofinanciering en verzekering. Het is van belang dat de beheersmaatregel in verhouding staat tot de omvang van het risico. Op grond van een kosten/batenanalyse kan ook worden besloten dat bepaalde risico’s moeten worden geaccepteerd.

 

Financieel afdekken van risico’s

Tot slot kan dan op grond van deze analyses bepaald worden hoeveel middelen gereserveerd moeten worden ter afdekking van deze risico’s. Het gaat daarbij om de restrisico’s. Daarmee wordt bedoeld dat de mate waarin de getroffen beheersmaatregelen het oorspronkelijke risico terugdringen, moet worden meegewogen. De uitkomsten hiervan moet afgezet worden tegen de middelen die de organisatie beschikbaar heeft.

3. Weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen

 

 

3.1 Weerstandscapaciteit

De weerstandcapaciteit is te omschrijven als de omvang van de direct beschikbare financiële middelen om onverwachte financiële tegenvallers op te vangen. Het is als het ware een buffer om er voor te zorgen dat bestaand beleid en voorzieningen niet in gevaar komen, als risico’s werkelijkheid worden. De weerstandscapaciteit bestaat uit:

  • Algemene reserve;

  • Bestemmingsreserves (vrij besteedbaar);

  • Stille reserves;

  • Post onvoorzien;

  • Flexibiliteit van budgetten

 

De mate waarin deze posten kunnen bijdragen aan de weerstandscapaciteit zal steeds opnieuw moeten worden bezien. Hierin wordt voorzien via de paragraaf Weerstandsvermogen in de begroting en de jaarrekening.

 

3.2. Weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen is de mate waarin onverwachte financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen. Hierbij wordt de weerstandscapaciteit afgezet tegen de risico’s die een organisatie loopt. Weerstandsvermogen bestaat uit beschikbare weerstandscapaciteit gedeeld door de benodigde weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door het risicoprofiel van de organisatie, waarbij de kans en de omvang van ieder risico afzonderlijk is gewaardeerd.

 

Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit / Benodigde weerstandscapaciteit

 

De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen. Door het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR) is een uitspraak gedaan over verschillende klassen van aan te houden weerstandsvermogen in relatie tot zich manifesterende risico’s. Hierbij is de onderstaande kwalificatie gegeven van de omvang van het weerstandsvermogen in relatie tot geïdentificeerde risico.

 

Waarderingscijfer

Ratio weerstandsvermogen

Betekenis

A

2,0 < x

Uitstekend

B

1,4 < x < 2,0

Ruim voldoende

C

1,0 < x< 1,4

Voldoende

D

0,8 < x < 1,0

Matig

E

0,6 < x < 0,8

Onvoldoende

F

X < 0,6

Ruim onvoldoende

 

 

Veiligheidsregio Flevoland streeft na om de impact van de risico’s te minimaliseren. Dit betekent dat een weerstandsvermogen beoogd wordt dat tenminste voldoende is. Dat komt neer op een ratio weerstandsvermogen tussen de 1,0 en 1,4 met als waarderingscijfer C.

4. Uitvoering risicomanagement

 

 

4.1. Kader is de BBV-cyclus

Door de bepalingen van het BBV, de verplichte paragraaf Weerstandsvermogen, is risicomanagement onlosmakelijk verbonden aan de BBV-cyclus. Dat betekent dat het Dagelijks Bestuur elk jaar, bij het opstellen van de kadernota, de risico’s zo objectief mogelijk vaststelt en communiceert en dit opneemt in de begroting en jaarstukken. Hierbij wordt een integraal beeld gegeven van de risico’s, de aanwezige weerstandscapaciteit en het weerstandsvermogen.

 

4.2. Kwaliteit van de risicobepaling

In de geschetste methodiek van risicomanagement worden risico’s individueel beoordeeld op kans van optreden en het daarmee gepaard gaande gevolg. Hierbij worden de meerjarige risico’s voor maximaal twee jaar verwerkt in het risicoprofiel. Daarmee wordt bereikt dat er beschikking is over een betrouwbaar beeld van het totale risiconiveau.

 

4.3. Omvang van het weerstandsvermogen

Op basis van de gepresenteerde waarderingstabel weerstandsvermogen hanteert het Dagelijks Bestuur een ratio weerstandsvermogen van minimaal 1,0. Daarmee krijgt het weerstandsvermogen de kwalificatie “voldoende”. Verder wordt benadrukt dat ieder risico afzonderlijk gewogen wordt, en de daarbij benodigde beheersmaatregelen bepaald worden.

Het uiteindelijke risicoprofiel bevat dan de restrisico’s die overblijven nadat de beheersmaatregelen zijn getroffen. De algemene reserve is voor de veiligheidsregio het belangrijkste bestanddeel van de weerstandscapaciteit. Het kan zijn dat de algemene reserve afwijkt – zowel in positieve als in negatieve zin- van het benodigde weerstandsvermogen. Dit laatste kan in een situatie waarin het totale risicoprofiel zich ongunstig ontwikkelt. Het Dagelijks Bestuur zal in dat geval voorstellen doen om voldoende weerstandsvermogen te realiseren.

 

4.4. Risicoprofiel

Het Dagelijks Bestuur zal bij het opstellen van de kadernota een geactualiseerd risicoprofiel opstellen ten behoeve van de begroting en jaarstukken. Hierbij zal het risicoprofiel geactualiseerd worden op basis van de hierboven geschetste methodiek, waarbij de risico’s en de gevolgen van risico’s individueel gewaardeerd worden. Daarbij zal een relatie gelegd worden met het weerstandsvermogen.

 

 

 

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur, 6 oktober 2021.

Secretaris,

J.A. van der Zwan

Voorzitter,

F.M. Weerwind