Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Doesburg

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Doesburg 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDoesburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels leerlingenvervoer gemeente Doesburg 2014
CiteertitelBeleidsregels leerlingenvervoer gemeente Doesburg 2014
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op het primair onderwijs
  2. Wet op de expertisecentra
  3. Verordening leerlingenvervoer gemeente Doesburg 2014
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-03-2023nieuwe regeling

22-05-2014

gmb-2023-99830

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Doesburg 2014

 

1. Inleiding

 

De wettelijke basis voor het leerlingenvervoer is vastgelegd in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs. Deze wetten geven de gemeenteraad de opdracht om een verordening vast te stellen voor het vervoer van leerlingen naar scholen voor (speciaal) basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs. In deze verordening dienen de aanspraken van ouders/verzorgers op een gehele of gedeeltelijke vergoeding van de vervoerskosten vastgelegd te worden. Het college is belast met de uitvoering van deze regeling.

 

De gemeenteraad heeft de Verordening leerlingenvervoer gemeente Doesburg 2014 vastgesteld. Dit document beschrijft in aanvulling op deze verordening de beleidsregels die het college bij de uitvoering van de verordening hanteert en de eisen die gesteld worden aan de kwaliteit van de dienstverlening bij de uitbesteding van het door de gemeente verzorgde vervoer.

2. Bepalen afstand en reistijd

2.1. Bepalen afstand

Voor het bepalen van de afstand tussen het woonadres en het schooladres maakt het college gebruik van de routeplanner op www.ANWB.nl. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de optie ‘kortste route’, waarna het gemiddelde van zowel de heen- als terugreis wordt vastgesteld. Het door deze routeplanner aantal uitgerekende kilometers, is voor het college te allen tijde uitgangspunt bij de beoordeling van de aanvraag en voor de bekostiging van leerlingenvervoer. Wegwerkzaamheden worden in de berekening van de afstand niet meegenomen.

 

Als de afstand tussen de woning en (speciaal) basisonderwijs of speciaal onderwijs korter is dan zes kilometer, wordt voor de berekening van de afstand van huis naar school de optie kortste route per fiets aangehouden.

 

Als de afstand tussen de woning en voortgezet onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs korter is dan tien kilometer, wordt voor de berekening van de afstand van huis naar school de optie ‘kortste route per fiets’ aangehouden.

 

2.2. Afstand fietsvergoeding

De verordening gaat allereerst uit van een fietsvergoeding of een vergoeding op basis van de kosten voor openbaar vervoer. Hier wordt niet gesproken over een redelijke afstand voor kinderen om te fietsen. Het college vindt dan ook dat een afstand van huis naar school met een maximale afstand van 6 kilometer als redelijk gezien kan worden voor leerlingen van het (speciaal) basisonderwijs en het speciaal onderwijs. Voor leerlingen van het voortgezet onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs is die afstand 10 kilometer.

 

Wordt de afstand van 6 of 10 kilometer overschreden, dan zal er automatisch gekeken worden naar een vergoeding op basis van de kosten voor openbaar vervoer.

 

2.3. Het vaststellen van de reistijd

Het vaststellen van de reistijd per openbaar vervoer vindt plaats op basis de door de REISinformatiegroep bv beschikbaar gestelde informatie via 0900-9292, www.9292ov.nl en mobiel.9292ov.nl. Voor het vaststellen van de reistijd per aangepast vervoer, wordt de vervoerder geraadpleegd.

 

2.4. Maximale reistijd openbaar vervoer

De maximale reistijd voor een leerling die zelfstandig gebruik maakt van het openbaar vervoer is 90 minuten enkele reis.

3. Medische keuring

 

  • 1.

    Wanneer wordt aangegeven dat een leerling gebruik moet maken van aangepast vervoer op grond van een handicap, moet ter onderbouwing een medische verklaring worden meegestuurd. Wanneer een medische verklaring ontbreekt zal de leerling worden opgeroepen voor een medische keuring. Dit geldt ook wanneer de overgelegde medische verklaring onvoldoende houvast biedt voor een beoordeling van de aanvraag.

  • 2.

    Het medisch onderzoek wordt uitgevoerd door een door het college aan te wijzen onafhankelijke adviesorganisatie. De kosten van dit externe advies komen voor rekening van het college.

  • 3.

    Het medisch onderzoek dient zich te richten op de vraag of de leerlingen zelfstandig of onder begeleiding gebruik kan maken van het openbaar vervoer. Daarnaast kan de medische adviesvraag ook zijn of een kind onder begeleiding van een volwassene kan fietsen.

  • 4.

    Van een verstandelijke handicap in de zin van de Verordening kan pas sprake zijn indien de desbetreffende leerling een IQ van minder dan 70 heeft.

  • 5.

    Daarnaast dient de handicap ook structureel te zijn. Een tijdelijke handicap tot 3 maanden levert geen aanspraak op leerlingenvervoer op. Duurt de tijdelijke handicap langer dan 3 maanden, dan kan aanspraak bestaan op leerlingenvervoer gedurende de periode van herstel/revalidatie.

4. Vergoeden kosten

4.1. Vergoeding kosten openbaar vervoer

Bekostiging van het leerlingenvervoer vindt in principe plaats op basis van de kosten openbaar vervoer. De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van de mogelijkheden van het openbaar vervoer en de daaraan verbonden kosten.

 

4.2. Vergoeding kosten begeleider

Indien de leerling bij aanvang van het schooljaar jonger is dan 9 jaar en/of de leerling niet zelfstandig gebruik kan maken van het openbaar vervoer of fiets, kunnen ook de fiets- of OV-kosten van een begeleider worden vergoed.

 

4.3. Vergoeding kosten eigen vervoer (auto, fiets)

In de gemeente Doesburg is in de Verordening de mogelijkheid opgenomen van een vergoeding van de kosten van eigen vervoer per auto of fiets. Voorwaarde is dat er aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college toestemming heeft verleend voor het vervoer per eigen auto of fiets.

 

Indien meerdere kinderen worden vervoerd (uit meerdere gezinnen), wordt de vergoeding berekend op basis van de afstand tussen woning en school van de verst van de school wonende leerling.

 

4.4. uitbetaling vergoeding

De vergoeding van de kosten voor auto en fiets zal twee maal per jaar na afloop van de periode plaatsvinden. De kosten van openbaar vervoer worden vergoed op basis van declaraties.

 

4.5. Terugvordering

Ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden teruggevorderd, dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuwe verstrekking van bekostiging.

 

Het college hanteert het uitgangspunt dat ten onrechte ontvangen tegemoetkomingen voor leerlingenvervoer altijd van de ouder worden teruggevorderd, tenzij er sprake is van dringende redenen om van terugvordering af te zien.

5. Leerlingenvervoer is uitsluitend bestemd voor vervoer naar en van school

 

Dit betekent dat deze vorm van vervoersvoorziening niet kan worden gebruikt voor vervoer van leerlingen naar bijv. sportvoorzieningen. Vervoer van school naar de buitenschoolse opvang of een door ouders aangewezen ander opvangadres dat niet is aangemerkt als woning, is bij hoge uitzondering mogelijk als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    Alleen indien het opvangadres binnen de route ligt van het taxibusje waarin de leerling vervoerd wordt.

  • 2.

    Er geen extra kosten mee gemoeid zijn.

  • 3.

    De overige leerlingen in betreffend vervoermiddel er geen onevenredig veel nadeel van ondervinden.

  • 4.

    Structuur is bepalend, dus een vaste dag en een vast adres.

In de volgende situaties is er geen sprake van leerlingenvervoer:

  • Vervoer tussen schoolgebouwen onderling

  • Vervoer tussen school en zwembad of gymnastieklokaal

  • Vervoer voor medische of paramedische behandeling

  • Vervoer voor schoolreisjes en sportdagen

  • Vervoer naar logeerhuizen buiten de gemeente Doesburg

6. Lestijden en lesuitval

 

Indien een leerling in aanmerking komt voor aangepast vervoer, wordt voor de planning van het feitelijke vervoer uitgegaan van de lestijden zoals die vermeld staan in het schoolplan. Indien er sprake is van lesuitval worden de mogelijkheden voor een andere route bekeken op het moment dat de lesuitval meer dan twee lesuren bedraagt. Hieraan kunnen geen rechten worden ontleend.

 

Indien er sprake is van een roosterwijzing dient deze structureel van aard te zijn en minimaal twee weken voor ingang bekend te zijn bij de gemeente.

7. Feitelijk verblijf

 

De verordening geeft aan dat de aanvraag moet worden ingediend bij de gemeente waar de leerling feitelijk verblijft. In gevallen van crisisopvang kan hiervoor een uitzondering worden gemaakt, als de leerling:

  • Van het leerlingenvervoer gebruik maakt in de voorgaande woongemeente

  • Een korte periode (maximaal drie maanden) verblijft in Doesburg

  • De oude school blijft bezoeken

  • Na die korte periode terugkeert naar de woongemeente

Onder crisisopvang in dit verband wordt verstaan: opvang voor mensen die in noodsituaties verkeren. Voor hen is per direct tijdelijke opvang nodig. In die periode wordt onderzocht welke hulp daarna moet worden ingezet.

 

In alle gevallen geldt dat de eerste zes weken de kosten van het leerlingenvervoer niet voor rekening van de gemeente Doesburg komen. Volgens een landelijke afspraak worden deze kosten over het algemeen betaald door de gemeente waar de ouders/verzorgers reeds een beschikking leerlingenvervoer hadden.

8. Ernstige benadeling van het gezin (artikel 12, lid 1, onder c van de Verordening)

 

  • 1.

    Er is geen sprake van ernstige benadeling van het gezin als er alleen sprake is van de omstandigheid dat ouders/verzorgers wegens werkzaamheden of andere bezigheden de leerling niet naar school kunnen brengen.

  • 2.

    De begeleiding van een leerling naar school mag een begeleider maximaal drie uur per dag kosten en maximaal één uur per enkele reis afstand woning-school of v.v.

9. Berekening kosten Drempelbedrag Openbaar Vervoer (artikel 14 Verordening)

 

De kosten van het openbaar vervoer over de afstand van de eerste zes kilometer zoals opgenomen in artikel 14 van de Verordening zijn voor het schooljaar 2014/2015 € 393,60 en zullen ieder jaar worden aangepast aan de hand van NEA-index en worden afgerond op een gehele euro.

10. Ontzeggen van de toegang tot het vervoer door de gemeente

 

Het college kan een leerling aan wie een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer is verstrekt, tijdelijk of voor de rest van het schooljaar de toegang tot dit vervoer ontzeggen indien bij herhaling is gebleken dat de leerling door agressief gedrag of anderszins de orde in de bus verstoort of de veiligheid van bus en inzittenden in gevaar brengt.

 

Hierbij worden de volgende stappen ondernomen:

  • 1.

    Klachten worden in beginsel door de vervoerder opgelost.

  • 2.

    Na de melding van een klacht door de vervoerder bij de gemeente Doesburg wordt een onderzoek opgestart. In het kader van dat onderzoek spreekt de medewerker met vervoerder, chauffeur, ouders/verzorgers en/of school.

  • 3.

    Indien na het onderzoek blijkt dat sprake is van verwijtbaar gedrag van de leerling volgt een waarschuwingsbrief aan ouders/verzorgers.

  • 4.

    Bij een volgende klacht kan een schorsing per direct volgen, voor een periode van één volle schoolweek. Er volgt een 2e waarschuwingsbrief aan ouders/verzorgers.

  • 5.

    Bij een volgende klacht volgt met een 3e brief totale uitsluiting van het vervoer tot het eind van het schooljaar met een minimum van 3 maanden exclusief vakanties (schorsing aan het eind van het schooljaar kan dus doorlopen in het nieuwe schooljaar). Indien ouders na schorsing opnieuw gebruik willen maken van het leerlingenvervoer dan moet een nieuwe aanvraag worden ingediend.

11. Onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen

 

De afgelopen jaren is er meer afzonderlijk aanbod gekomen aan onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen in afzonderlijke klassen (Bijv. Leonardo-onderwijs). Naast deze aparte klassen hebben veel basisscholen speciaal lesmateriaal (versnelling, verdieping en verrijking) aangeschaft voor hoogbegaafde leerlingen, hiervoor zijn door het Rijk extra middelen aan de reguliere scholen beschikbaar gesteld.

 

Een belangrijk criterium voor het verstrekken van een vergoeding leerlingenvervoer is dat deze slechts wordt aangeboden naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school. De zogenaamde Leonardoscholen en dergelijke vallen onder de reguliere basisscholen. In dit geval zou de vergoeding plaatsvinden naar de dichtstbijzijnde toegankelijke reguliere basisschool. De gemeente Doesburg heeft een divers aanbod aan basisonderwijs binnen de gemeentegrens. Voor iedere leerling uit Doesburg, ook voor hoogbegaafden, is het mogelijk om goed regulier basisonderwijs in de eigen woonomgeving te vinden.

 

Aanvragen naar specifieke scholen voor hoogbegaafden worden in beginsel afgewezen, ouders dienen te onderbouwen dat alle dichterbij gelegen scholen niet toegankelijk zijn voor de leerling.

12. Weekend- en vakantievervoer (artikel 21 en 22 van de Verordening)

 

De vervoersvoorziening van het weekend- en vakantievervoer vindt plaats aansluitend aan de schooltijden van de leerling.