Organisatie | Gelderland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Reglement van Orde Provinciale Staten van Gelderland 2023 |
Citeertitel | Reglement van Orde Provinciale Staten van Gelderland 2023 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-07-2023 | 01-04-2023 | artikel 7, 13, 28, 31, 43, 52, toelichting, bijlage 1 | 05-07-2023 | 2023-005447 | |
08-03-2023 | 26-07-2023 | nieuwe regeling | 07-02-2023 | 2022-016521 |
Bekendmaking van het besluit van 7 februari 2023- zaaknummer 2022-016521 tot vaststelling van een regeling
Provinciale Staten van Gelderland
Gelezen het voorstel van het presidium tot vaststelling en intrekking van een aantal huishoudelijke verordeningen van 10 januari 2023;
Gelet op artikel 15, derde lid, 16, 40c, tweede lid, 68, tweede lid, 80, 104a, 105, 143, eerste lid, 158, eerste lid, aanhef en onder d, e en g, en artikel 167 van de Provinciewet;
Hoofdstuk 2 Toelating van nieuwe leden en de vorming van fracties
Artikel 5. Fracties en Groepen
Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in Provinciale Staten deze aanduiding als naam. Als geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van Provinciale Staten aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in Provinciale Staten wil voeren. Deze naam geldt voor de gehele Statenperiode.
Hoofdstuk 3 Benoeming gedeputeerden
Artikel 7. Onderzoek integriteit
De commissaris van de Koning laat onderzoeken of aan de benoeming van een kandidaat tot gedeputeerde risico’s zijn verbonden voor de integriteit van het provinciebestuur, die voortvloeien uit aan zijn persoon verbonden omstandigheden, zijn financiële of zakelijke belangen, openbare betrekkingen en nevenfuncties.
Paragraaf 1 Voorbereiding van vergaderingen
De voorzitter zendt ten minste tien dagen voor een vergadering de leden van Provinciale Staten een oproep onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering. De voorzitter kan van de oproeptermijn afwijken als er sprake is van een spoedeisende situatie.
Ieder lid van Provinciale Staten kan tot maandag 12.00 uur voorafgaand aan de vergadering onderwerpen indienen, waaronder spoeddebatten, ter plaatsing op de agenda. De voorzitter kan eveneens aanvullingen voorstellen op de agenda. De griffier informeert Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten hierover.
Artikel 13. Publicatie van stukken
Als op stukken op grond van artikel 84 van de Provinciewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier de leden van Provinciale Staten inzage. De stukken mogen op geen enkele wijze worden gekopieerd of gefotografeerd.
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid van Provinciale Staten onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt de presentielijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
Voorafgaand aan de vergadering melden de fractievoorzitters en de voorzitters van groepen aan de voorzitter de agendapunten waarover de fractie of de groep het woord wenst te voeren en andere voor de orde relevante zaken.
Artikel 24. Handhaving van de orde
Als een spreker zich op een beledigende of onbetamelijke wijze uitdrukt, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp dan wel anderszins de orde verstoort, roept de voorzitter hem tot de orde. Als de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, over het betreffende onderwerp het woord ontzeggen.
Paragraaf 3 Beraadslaging en besluitvorming
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan vindt voordat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt op zijn verzoek een herstemming plaats.
Artikel 28. Stemming over personen
Artikel 29. Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, stemmen Provinciale Staten een derde maal. Deze derde stemming vindt plaats tussen de twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben verkregen. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan maken Provinciale Staten met een tussenstemming uit tussen welke twee personen de derde stemming plaatsvindt.
De besluitenlijst bevat de presentielijst, de besluiten die in de vergadering zijn genomen, de uitslag van stemmingen over moties en amendementen, de uitslag van de beraadslaging en stemming over besluiten en de namen van de leden die zich op grond van artikel 28 van de Provinciewet van beraadslaging en stemming hebben onthouden, en toezeggingen.
Ieder lid van Provinciale Staten kan tot het sluiten van de beraadslaging amendementen en subamendementen indienen. Provinciale Staten beraadslagen alleen over amendementen en subamendementen die ingediend zijn door leden van Provinciale Staten die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
Een lid van Provinciale Staten dient een verzoek tot het houden van een interpellatie uiterlijk op maandag 12.00 uur voorafgaand aan de vergadering schriftelijk bij de voorzitter in. Van deze termijn wijken Provinciale Staten af wanneer de voorzitter het verzoek spoedeisend acht. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter geeft de interpellant als eerste het woord voor het stellen van de in het eerste lid bedoelde vragen. Daarna krijgen Gedeputeerde Staten of de commissaris van de Koning de gelegenheid de verlangde inlichtingen te geven. Daarna start overeenkomstig artikel 25 van dit reglement de beraadslaging over de verkregen inlichtingen, waarbij de interpellant in de eerste termijn als eerste het woord krijgt.
Een aanvraag voor een spoeddebat dient uiterlijk maandag 12.00 uur voorafgaand aan de vergadering bij de voorzitter schriftelijk te zijn ingediend. Van deze termijn kunnen Provinciale Staten afwijken indien de noodzaak voor het spoeddebat pas na het verstrijken van de in de eerste volzin genoemde termijn duidelijk is geworden.
De voorzitter geeft ieder lid aan het begin van de vergadering de gelegenheid vragen te stellen aan Gedeputeerde Staten, of een van hun leden, of de commissaris van de Koning over niet op de agenda vermelde onderwerpen. De te stellen vragen zijn bondig en politiek actueel. De voorzitter bepaalt op welk tijdstip het vragenuur eindigt.
Artikel 39. Schriftelijke vragen
Als beantwoording niet binnen de termijn kan plaatsvinden, stellen Gedeputeerde Staten of de commissaris van de Koning de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis. Hierbij geven zij de termijn aan waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. De griffier brengt een afschrift van dit bericht ter kennis van de leden van Provinciale Staten.
Artikel 41. Verantwoording en verslag
Een lid van Provinciale Staten, een gedeputeerde, de commissaris van de Koning of de secretaris, die door Provinciale Staten is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, kan vragen in de vergadering verslag te mogen doen over zaken die in de gemeenschappelijke regeling aan de orde zijn.
Hoofdstuk 7 Besloten vergadering
Artikel 42. Toepassing van dit reglement
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet in strijd zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 43. Opheffing van de geheimhouding
Indien Provinciale Staten op grond van artikel 86, vierde lid van de Provinciewet het voornemen hebben de geheimhouding op te heffen, overleggen zij voorafgaand in een besloten vergadering met het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd, als dit orgaan daarom verzoekt.
Hoofdstuk 8 Voorbereiding van de Statenvergadering
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Provinciale Staten kunnen een Statenvergadering voorbereiden met een oordeelsvormende vergadering, zonodig voorafgegaan door een beeldvormende bijeenkomst.
Artikel 47. Handhaving van de orde
Artikelen 16 en 24 zijn van overeenkomstige toepassing op beeldvormende bijeenkomsten en oordeelsvormende vergaderingen.
Artikel 50. Agendacommissie en agendering van onderwerpen
Elk lid van Provinciale Staten en iedere fractievolger kan tot maandag 12.00 uur voorafgaand aan een vergadering van de Agendacommissie een, gemotiveerd, voorstel voor een beeldvormende bijeenkomst of een oordeelsvormende vergadering indienen bij de griffier. De griffier stuurt deze voorstellen zo spoedig mogelijk aan de Agendacommissie en draagt ervoor zorg dat zo spoedig mogelijk een behandeladvies wordt opgesteld.
Artikel 52. Publicatie van stukken
Als op stukken op grond van artikel 84 Provinciewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier de leden van Provinciale Staten of fractievolgers inzage. De stukken mogen op geen enkele wijze worden gekopieerd of gefotografeerd. Artikel 13, tweede en derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
Paragraaf 3 Beeldvormende bijeenkomsten
Degenen die niet als deelnemer zijn uitgenodigd aan een rondetafelgesprek en zaken willen inbrengen, kunnen schriftelijk tot maandag 12.00 uur voor de dag waarop het rondetafelgesprek plaats zal vinden hun inbreng bij de griffie indienen. De griffie draagt ervoor zorg dat deze inbreng zo spoedig mogelijk aan Provinciale Staten ter kennis wordt gebracht.
Artikel 58. Resultaat bijeenkomst
Wanneer de voorzitter de bijeenkomst sluit, concludeert de voorzitter, daarbij rekening houdend met de zetelverdeling in Provinciale Staten, of het onderwerp voldoende is voorbereid voor agendering in een oordeelsvormende vergadering of dat verdere beeldvorming over het onderwerp wenselijk wordt gevonden. De voorzitter kan ook concluderen dat agendering in een oordeelsvormende vergadering niet nodig wordt geacht.
Paragraaf 4 Oordeelsvormende vergaderingen
Een oordeelsvormende vergadering is gericht op het adviseren van Provinciale Staten over te nemen besluiten en op het overleggen met Gedeputeerde Staten of de commissaris van de Koning over de uitoefening van hun bevoegdheden.
Artikel 63. Spreekrecht burgers
Een spreker heeft maximaal 5 minuten spreektijd, tenzij het aantal burgers dat spreektijd heeft aangevraagd meer is dan zes. In het geval dat er meer dan zes sprekers zijn, verdeelt de voorzitter de in de vergadering beschikbare tijd voor het spreekrecht evenredig over de sprekers. De voorzitter kan in bijzondere gevallen hiervan afwijken.
In een bijeenkomst met een Open agenda heeft eenieder het recht om met Provinciale Staten in gesprek te gaan over onderwerpen waarover niet op een andere wijze is voorzien in het spreekrecht.
Eenieder die tijdens een bijeenkomst met een Open agenda van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit op maandag 12.00 uur voorafgaand aan de bijeenkomst met Open agenda bij de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, contactgegevens en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.
Hoofdstuk 11 Statenonderzoekscommissie
Wanneer een behoorlijk opgeroepen getuige of deskundige niet verschijnt, maakt de commissiegriffier daarvan een proces-verbaal dat de ter zitting aanwezige leden ondertekenen. Als de onderzoekscommissie dit nodig acht, stelt de commissievoorzitter dit proces-verbaal in handen van het openbaar ministerie van het arrondissement waarin de in gebreke gebleven getuige of deskundige woont.
Wanneer een getuige of deskundige ter hoorzitting weigert te antwoorden of de eed of de belofte af te leggen, maakt de commissiegriffier daarvan proces-verbaal op. Als de getuige of deskundige een reden van de weigering heeft gegeven, vermeldt de commissiegriffier deze in het proces-verbaal. De ter zitting aanwezige leden ondertekenen het proces-verbaal.
De commissievoorzitter en commissiegriffier ondertekenen het verslag. De commissiegriffier zendt het verslag aan Gedeputeerde Staten, de leden van Provinciale Staten en degene die is verhoord. Toezending vindt plaats nadat de degenen die zijn verhoord in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijze op het conceptverslag kenbaar te maken.
De onderzoekscommissie legt haar bevindingen neer in een rapport, legt haar rapport voor aan Provinciale Staten en zendt een afschrift daarvan aan Gedeputeerde Staten en de commissaris van de Koning. Het rapport, met uitzondering van de in artikel 80, tweede en derde lid bedoelde bescheiden, is vanaf dat moment openbaar.
Voor zover de in het tweede lid bedoelde bescheiden deel uitmaken van het onderzoeksverslag, legt de commissiegriffier deze ter inzage voor de leden van Provinciale Staten. De leden van Provinciale Staten bewaren omtrent de inhoud van deze bescheiden geheimhouding totdat Provinciale Staten de geheimhouding opheffen.
Artikel 85. Toehoorders en pers
Toehoorders en pers wonen de openbare verhoren bij op de voor hen bestemde plaatsen.
Artikel 86. Geluid- en beeldregistraties
Degenen die tijdens het openbare verhoor geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, melden dit aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.
Artikel 96. Indiening van het verzoek
Het verzoek wordt voorts ondertekend door een plaatsvervanger van de indiener en bevat zijn achternaam, voornamen, adres en geboortedatum. De plaatsvervanger dient te voldoen aan de vereisten van het eerste lid. De plaatsvervanger is gerechtigd om na machtiging van de indiener diens plaats in te nemen bij de uitoefening van de rechten, die de indiener op grond van dit reglement toekomen.
Artikel 98. Agendering en behandeling van het burgerinitiatiefvoorstel
Indien Provinciale Staten het verzoek als geldig aanmerken, agenderen zij het burgerinitiatiefvoorstel zo spoedig mogelijk, met in achtneming van de wettelijke vereiste voorbereidingsprocedure van de voorgestelde beslissing en de door de Agendacommissie noodzakelijk geachte voorbereiding van de besluitvorming.
In gevallen waarin hoofdstukken 10 en 11 niet voorzien of bij twijfel over de toepassing van deze hoofdstukken, beslist de betreffende commissie. In alle andere gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van dit reglement, beslissen Provinciale Staten op voorstel van de voorzitter.
Gepubliceerd te Arnhem
namens Gedeputeerde Staten van Gelderland,
Marc van Hemmen
Teammanager Bestuurlijk Juridische Zaken
Toelichting Reglement van Orde Provinciale Staten van Gelderland 2023
Het werkgeverschap voor de griffier is neergelegd bij de Werkgeverscommissie. Provinciale Staten hebben een groot deel van hun bevoegdheden op het gebied van werkgeverschap overgedragen aan deze commissie.
De griffie plaatst alle ingekomen Statenbrief en overige binnengekomen mails en brieven in het Stateninformatiesysteem. Daarbij geeft de griffie aan PS een behandeladvies. Deze behandeladviezen kunnen zijn:
Provinciale Staten besluiten iedere vergadering aan de hand van de behandeladviezen van de griffie over de definitieve afhandeling. Ieder lid kan bij de besluitvorming in de Statenvergadering over de afhandeling van de stukken een voorstel doen om een bepaald stuk op een andere manier af te handelen.
Schrijvers van mails en brieven krijgen een ontvangstbericht van de griffie. Dit is een procedureel bericht. Het is aan de fracties zelf om desgewenst inhoudelijk te reageren.
Op voorstel van de voorzitter kunnen PS besluiten geen stemming te houden, maar in plaats daarvan één of meerdere personen bij acclamatie te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen.
Net als Gedeputeerde Staten het recht hebben om voorstellen voor provinciaal beleid aan Provinciale Staten te doen, hebben ook Statenleden dat recht: het recht van initiatief. Het vormgeven van een goed beargumenteerd en juridisch correct voorstel met bijbehorende financiering kan tijdrovend en complex zijn. Daarom heeft een Statenlid ook het recht om, met tussenkomst van de griffier, bijstand te krijgen op grond van de Verordening bijstand en fractieondersteuning 2023.
Nadat de initiatiefnemer het voorstel heeft ingediend bij de voorzitter, buigt de Agendacommissie zich over de vraag op welke wijze de voorbereiding van de besluitvorming moet plaatsvinden, net als dat met reguliere Statenbrieven gebeurt. Tijdens de behandeling in de beeldvormende bijeenkomsten en oordeelsvormende vergaderingen, licht de initiatiefnemer het voorstel toe en verdedigt dit. Tijdens de besluitvormende Statenvergadering neemt de initiatiefnemer plaats naast de voorzitter om, net als een gedeputeerde zou doen, het voorstel te verdedigen. Hij spreekt dat dus niet namens zijn fractie of groep, maar enkel als initiatiefnemer.
Er zijn ook initiatiefvoorstellen van meer procedurele aard. Het gaat dan bijvoorbeeld om voorstellen voor kleine wijzigingen van dit Reglement van Orde. Of om initiatiefvoorstellen waarmee PS adviezen van de Rekenkamer over nemen. Deze initiatiefvoorstellen worden ingediend door de plaatsvervangend voorzitter. De plaatsvervangend voorzitter of de griffier dient deze voorstellen in omdat het aan Statenleden is om een initiatiefvoorstel in te dienen. Maar gezien het procedurele karakter van het initiatiefvoorstellen, zal de griffier of plaatsvervangend voorzitter het voorstel niet inhoudelijk verdedigen maar hooguit procesmatig kunnen toelichten.
Een Statenlid kan een verzoek indienen voor het houden van een spoeddebat. Dit is een debat over een politiek actuele kwestie, waarover het lid een uitspraak van Provinciale Staten wenst. Uitgangspunten voor het houden van een spoeddebat zijn:
Het Presidium toetst het ingediende verzoek voor een spoeddebat aan bovenstaande criteria en adviseert Provinciale Staten over het al dan niet toekennen van het verzoek.
Artikel 37 geeft een bijzonder recht aan een minderheid in Provinciale Staten om punten te agenderen. Dit recht is ongeclausuleerd. Dit artikel is in zekere zin te beschouwen als een lex specialis (bijzondere regeling) ten opzichte van de lex generalis (algemene regeling) van artikel 12. Dit betekent dat Provinciale Staten bij de vaststelling van de agenda of bij motie van orde de agendering van een spoeddebat niet bij meerderheidsbesluit kunnen verhinderen. Als het verzoek om een spoeddebat te houden naast de indiener wordt gesteund door negen andere Statenleden, plaatsen PS het spoeddebat hoe dan ook op de agenda.
In het Vragenuur hebben Statenleden de mogelijkheid om korte, actuele vragen te stellen aan het college van Gedeputeerde Staten. Hierbij gelden de volgende aandachtspunten:
Met de bepalingen in hoofdstuk 8 geven Provinciale Staten invulling aan artikel 80 Provinciewet. Artikel 91 Provinciewet is daarmee voor wat betreft besloten beeldvormende bijeenkomsten en besloten oordeelsvormende vergaderingen van overeenkomstige toepassing.
Provinciale Staten agenderen onderwerpen volgens het bob-model: beeldvorming – oordeelsvorming – besluitvorming.
Het zwaartepunt ligt bij de beeldvormende bijeenkomsten en oordeelsvormende vergaderingen. Het doel van een beeldvormende bijeenkomst is om de kennis bij Statenleden over een bepaald onderwerp te vergroten, waardoor zij in oordeelsvormende vergaderingen goed in staat zijn om politieke standpunten uit te wisselen met andere Statenleden en de leden van Gedeputeerde Staten. Een oordeelsvormende vergadering is erop gericht om te bepalen of een onderwerp besluitrijp is voor de vergadering van Provinciale Staten.
Op de agenda van de vergadering van Provinciale Staten komen alleen onderwerpen die in de voorgaande fase besluitrijp zijn bevonden (als hamerstuk, stemstuk of bespreekstuk), of onderwerpen die direct in PS worden geagendeerd, bijvoorbeeld omdat ze technisch van aard zijn of gaan over benoemingen.
De Agendacommissie beoordeelt welke behandeling nodig is voor statenbrieven en initiatieven van fracties (agendaverzoeken, initiatiefvoorstellen) en wanneer deze gepland wordt.
Statenleden en fractievolgers hebben het recht om bij de Agendacommissie agendaverzoeken in te dienen. Wanneer de leden van de Agendacommissie het niet eens zijn over de vraag of dan wel wanneer een bepaald onderwerp geagendeerd moet worden, beslist de commissie bij meerderheid van stemmen.
De beeldvormende bijeenkomst kan elke mogelijke vorm krijgen, zolang die het doel van de bijeenkomst dient. Dat kan dus zijn van een technische, ambtelijke, briefing tot bijeenkomsten met Gedeputeerde Staten, experts over een bepaald onderwerp of inwoners. Ook kan in beeldvorming worden voorzien door het organiseren van een werkbezoek. Dit biedt Provinciale Staten de mogelijkheid om flexibel in te spelen op de veranderende rol die partners en inwoners spelen bij de totstandkoming van provinciaal beleid.
In de oordeelsvormende vergadering wisselen fracties en groepen hun standpunten uit met elkaar en met GS. In deze vergadering is er spreekrecht, wanneer hier niet al op een andere wijze in is voorzien. Als er sprake is van een te nemen besluit, concludeert de voorzitter aan het eind van de vergadering of een voorstel besluitrijp is. Oftewel: kan het voorstel door naar de besluitvormende fase, de vergadering van Provinciale Staten? Of moeten PS het besluit nog beter voorbereiden met een nieuwe oordeelsvormende vergadering?
In het reglement wordt een onderscheid gemaakt tussen ‘afgevaardigden’ en ‘deelnemers’. Met ‘deelnemers’ bedoelen we iedereen die aan de bijeenkomst of vergadering heeft deelgenomen, dus ook leden van GS of andere genodigden. Met ‘afgevaardigden’ bedoelen we enkel diegenen die namens hun fractie of groep in de bijeenkomst of vergadering het woord voeren.
De Agendacommissie programmeert voorafgaand aan de Statenvergadering een bijeenkomst met een ‘Open agenda’. Dit is een bijeenkomst van maximaal 45 minuten, waarin elke burger, organisatie of bedrijf spreektijd kan vragen om iets te vertellen, een petitie aan te bieden of iets te presenteren aan de leden van Provinciale Staten. Het moet dan gaan om onderwerpen waarover niet al op een andere wijze is voorzien in het spreekrecht.
Provinciale Staten stellen de adviescommissie bedoeld in dit hoofdstuk in op grond van artikel 82 van de Provinciewet.
Provinciale Staten stellen de onderzoekscommissie bedoeld in dit hoofdstuk in op grond van artikel 151a, derde lid van de Provinciewet. In de volksmond wordt deze onderzoekscommissie ‘enquêtecommissie’ genoemd.
Provinciale Staten stellen de Rekeningcommissie in op grond van artikel 82 van de Provinciewet.
Bijlage 1 - –Geheimhouding van informatie
Leden van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten krijgen in hun werk te maken met geheimhouding van informatie. Hoe zij met geheime informatie moeten omgaan, staat in de geheimhoudingsregeling van de Provinciewet (Hoofdstuk VA). Deze bijlage geeft een beknopt overzicht van de hoofdlijnen van deze regeling.
De geheimhoudingsregeling uit de Provinciewet is gericht op bestuursorganen. Fractievolgers, fractiemedewerkers en ambtenaren kunnen echter vanwege hun functie ook te maken krijgen met informatie waarop geheimhouding rust. Fractievolgers, fractiemedewerkers en ambtenaren zijn op grond van de Algemene wet bestuursrecht en het Wetboek van Strafrecht ook verplicht om die geheimhouding in acht te nemen.
Informatie kan schriftelijk of mondeling van aard zijn. Eerst worden de belangrijkste regels over schriftelijke informatie besproken. Daarna volgen de regels over geheimhouding van mondelinge informatie.
Schriftelijke geheime informatie
Wie kan geheimhouding opleggen?
Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten, de commissaris van de Koning en een commissie in de zin van de Provinciewet kunnen geheimhouding opleggen. Dit mogen zij alleen op grond van een belang dat staat beschreven in artikel 5.1, eerste of tweede lid van de Wet open overheid. Op schriftelijke informatie rust niet van rechtswege geheimhouding: dit moet altijd expliciet worden opgelegd door een van de genoemde bestuursorganen onder verwijzing naar het desbetreffende belang en naar de artikelen van de Provinciewet en de Wet open overheid.
Voor schriftelijke stukken die voor, tijdens of na een besloten vergadering worden overlegd, moet een apart besluit tot geheimhouding worden genomen.
Wie mag geheime schriftelijke informatie verstrekken?
De hoofdregel is: het orgaan dat de geheimhouding oplegt (PS, GS, cvdK of een commissie) is als enige bevoegd om die geheime informatie met andere bestuursorganen en de rekenkamer te delen. Daarbij moet altijd worden vermeld dat op de informatie geheimhouding rust. Het ontvangende orgaan mag deze informatie niet verder delen met anderen.
Op deze hoofdregel bestaat één uitzondering: als schriftelijke informatie onder geheimhouding met PS is gedeeld, mogen daarna alleen de Staten deze informatie nog met anderen delen. Het orgaan dat geheimhouding had opgelegd, blijft wel bevoegd de geheime informatie verder te bespreken en te behandelen met de partijen met wie de informatie al was gedeeld voordat de informatie aan de Staten werd verstrekt.
Het is niet mogelijk voor GS, de cvdK of een commissie om geheime schriftelijke informatie aan één of enkele Statenleden te verstrekken. Er bestaat alleen de mogelijkheid om geheime schriftelijke informatie met de Staten als geheel te delen. In het geval dat informatie onder geheimhouding wordt verstrekt aan een commissie waarin enkele leden van de Staten zitting hebben, moet deze informatie dan ook aan de Staten als geheel worden verstrekt.
Wie mag geheime schriftelijke informatie weer opheffen?
De hoofdregel is: geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd deze weer heeft opgeheven. Op deze hoofdregel bestaan twee uitzonderingen:
Als geen Woo-grond aanwezig is
Soms is er een situatie waarin GS schriftelijke informatie willen delen met PS of een commissie, waarvan zij vinden dat deze informatie (tijdelijk) binnenskamers moet blijven maar waarvoor zij artikel 5.1 Woo niet kunnen inroepen. GS brengen dan de informatie vertrouwelijk ter kennis van de Staten. Hier wordt bewust gesproken van vertrouwelijke informatie, omdat de wet alleen spreekt van openbare of geheime informatie.
In dit geval kunnen GS hooguit een beroep doen op de bereidheid om de informatie niet naar buiten te brengen. De afweging om de informatie al dan niet in de openbaarheid te brengen, ligt dan bij het Statenlid. Hij of zij is hierop door GS niet aanspreekbaar. Het is aan GS om een inschatting te maken van het risico dat de informatie toch niet binnenskamers blijft en van de gevolgen die dit kan hebben.
Onder mondelinge geheime informatie (waar dus geen geschrift aan te pas komt) valt informatie die in een besloten vergadering wordt behandeld (artikel 23 Provinciewet). Onder dit artikel vallen besloten Statenvergaderingen en besloten vergaderingen van commissies die door PS zijn ingesteld. In artikel 23 is bepaald dat de informatie die in een besloten vergadering ter kennis van de aanwezigen komt geheim is, tenzij de commissie of de Staten anders beslissen. De geheimhoudingsplicht voor mondelinge informatie geldt dus van rechtswege.
Zowel tijdens de vergadering als op een later moment kunnen de Staten of de commissie besluiten tot opheffing van de geheimhouding van mondelinge informatie die in een besloten vergadering ter kennis van de aanwezigen is gekomen. Als wordt besloten tot opheffing van de geheimhouding, worden de verslaglegging en de besluitenlijst op de gebruikelijke wijze openbaar gemaakt.
Op het moment dat door de commissaris van de Koning of (leden van) het college van Gedeputeerde Staten bepaalde zaken in beslotenheid worden besproken, komt de mondelinge informatie waarop van rechtswege geheimhouding ligt, ter kennis van de aanwezigen. Deze geheime informatie is dan dus niet aan de Staten verstrekt, waardoor de geheime informatie ook niet aan de gehele Staten hoeft te worden verstrekt.
Uiteraard kunnen zich nog steeds situaties voordoen waarin bijvoorbeeld de commissaris van de Koning vertrouwelijke informatie wil bespreken met enkele leden van de Staten. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het presidium.
Schending geheimhoudingsplicht door Statenleden
Als een Statenlid of een commissielid in strijd handelt met zijn geheimhoudingsplicht, dan kan deze persoon ten hoogste drie maanden worden uitgesloten van het ontvangen van alle geheime informatie. Dit besluit staat los van eventuele strafbaarheid op grond van artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht.