Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bergen op Zoom

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom inhoudende Nota Overgangsbeleid Onderwijskansen 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBergen op Zoom
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom inhoudende Nota Overgangsbeleid Onderwijskansen 2023
CiteertitelNota Overgangsgebied Onderwijskansen 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerpOnderwijs en wetenschap / organisatie en beleid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wijzigingswet Wet kinderopvang, enz. (wijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid)

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-03-202301-01-2023Vervanging regeling

10-01-2023

gmb-2023-96835

BW22-00665

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom inhoudende Nota Overgangsbeleid Onderwijskansen 2023

§ 1 Inleiding

 

 

De gemeente Bergen op Zoom heeft tot en met 2022 extra middelen ontvangen voor de uitvoering van het Onderwijskansenbeleid. In de periode die eindigde in 2019, diende de gemeente alle in de vier voorgaande jaren ontvangen middelen uit te geven. De niet uitgegeven middelen moesten terugvloeien naar het Rijk. Ingegeven door achtergebleven interventies door de coronacrisis, heeft de minister aangegeven dat 50% van het budget van 2022 mag meegenomen worden naar de periode 2023-2026. De verwachting is dat de gemeente over 2022 nog maar beperkte middelen zal overhouden.

 

In 2023 start een nieuwe beleidsperiode. De berekening van het budget is gebaseerd op voorgaande jaren. Het voorlopige budget voor 2023 bedraagt € 3.172.951,-; een verhoging van € 113.364,04 ten opzichte van het voorlopige budget van 2022. De lokale invulling van het Onderwijskansenbeleid is opgenomen in deze Nota Onderwijskansenbeleid 2023. Voor 2023 wordt uitgegaan van voortzetting van het beleid van 2022. In de eerste helft van 2023 zal, in samenspraak met Organisaties van Peuteropvang en het primair onderwijs, zal een nieuw beleidsplan ontwikkeld worden.

 

Deze nota zal voor de nieuwe beleidsperiode op de volgende onderdelen ten opzichte van het huidige beleid worden aangepast:

• Subsidiering van VVE-locaties.

• Schakelklassenbeleid / zachte landing nieuwkomers.

• Monitoring observatiegegevens, toeleiding, bereik en kwaliteit.

• Gemeentelijke visie ouderbetrokkenheid.

• Visie op onderwijskansen.

• Resultaatafspraken.

• Samenwerking kinderopvang en primair onderwijs.

• Afstemming met andere beleidsterreinen (o.a. passend onderwijs)

• Begroting Onderwijskansenbeleid.

• Samenwerking en overleg.

 

 

§ 2 Voortzetting beleid 2023

 

 

Voor 2023 zal de subsidiëring ten opzichte van 2022 ongewijzigd zijn, waarbij wel in de hoogte een aanpassing zal plaatvinden op basis van de stijging van het loon- of prijsniveau.

 

Het gaat om de volgende subsidies:

1) Subsidiëring van een bijdrage voor VVE per kind

2) Subsidiëring van schakelklassen onderwijstijdverlenging

3) Subsidiëring van opleidingen, programma’s en instrumenten

4) Subsidie PBM-VE’er/Coach-VE

5) Het totstandbrengen van een doorgaande lijn

6) Resultaatafspraken over de basiskwaliteiten

7) Ouderbetrokkenheid op instellingsniveau vormgeven

8) De inzet van Thuiszorg West-Brabant in het kader van de Voor- en vroegschoolse educatie

9) VoorleesExpress

10) VVE-coördinatie

11) Bibliotheken op de VVE-peuteropvanglocaties

12) Nieuwkomerslocatie voor primair onderwijs

13) Pilot Lezen op Recept/ BoekStartcoach

 

Ad 1) Subsidiëring van een bijdrage voor VVE per kind.

 

Met ingang van 2019 wordt aan de instelling voor peuteropvang voor ieder kind een vast bedrag aan subsidie verstrekt. Voor 2023 is dit bedrag bepaald op maximaal € 10,12 per uur (een verhoging met € 0,53 per uur ten opzichte van het uurbedrag van 2022). De voorwaarden om voor subsidiëring in aanmerking te komen zijn vastgelegd in de Subsidieregels Peuteropvang 2023. In principe komen maximaal 2 dagdelen voor niet-doelgroepkinderen voor subsidiëring in aanmerking

 

Uitbreiding van VVE aan doelgroepkinderen naar 16 uur per week

 

Tot 1 augustus 2020 hadden gemeenten de wettelijke taak om per week tien uur voorschoolse educatie aan te bieden aan peuters met een risico op een onderwijsachterstand. De minister heeft bepaald dat het aanbod per 1 augustus 2020 wordt uitgebreid naar (gemiddeld)16 uur per week voor doelgroeppeuters tussen de 2,5 en 4 jaar oud voor nieuwe aanmeldingen. Deze 16 uur zijn niet bedoeld als opvang. In een periode van 1,5 jaar dienen alle kinderen met een VVE-indicatie 960 uur VVE aangeboden te krijgen. Het kabinet hanteert hierbij een maximum van zes uur VVE per dag. De aanbieders van peuteropvang zijn vanaf 1-1-2020 in de gelegenheid gesteld om voor doelgroepkinderen te experimenteren met uitbreiding van VVE. Dit betekent dat alle uren boven de 6 uur gesubsidieerd worden, tot een maximum van 960 uur in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar.

 

De subsidie wordt verlaagd met:

- De in rekening gebrachte inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor ouders die geen recht hebben op een kinderopvangtoeslag. Als het gezinsinkomen lager is dan € 21.279,- bruto per jaar, dan komen ouders in aanmerking voor kwijtschelding van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage.

- Een bedrag van € 8,97 per uur voor ouders die recht hebben op een kinderopvangtoeslag. Het niet vergoede deel vanuit de kinderopvangtoeslag is gelijk aan de eigen bijdrage die ouders betalen die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.

 

Het streven moet zijn dat de instelling die VVE-peuteropvang aanbiedt, kostendekkend opereert.

 

Subsidie wordt alleen verstrekt aan de aanbieders van peuteropvang die voldoen aan de wettelijke bepalingen die ten aanzien van de kwaliteit van voorschoolse educatie zijn opgenomen in het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie van 7 juli 2010. Het betreft onder andere:

• Basisvoorwaarden voor omvang voorschoolse educatie: er moet een aanbod zijn van ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur. In de gemeente Bergen op Zoom is afgesproken dat een dagdeel minimaal 3 uur bedraagt. Nieuwe ingeschreven peuters van 2,5 moet vanaf 1-8-2020 gedurende 1,5 jaar 960 uur VVE aangeboden worden, wat neerkomt op gemiddeld 16 uur per week.

• Basisvoorwaarden voor aantal beroepskrachten en groepsgrootte: Er moet ten minste één beroepskracht per acht kinderen aanwezig zijn en het maximaal aantal kinderen per groep is 16.

• Basisvoorwaarden voor kwaliteit van beroepskrachten: De beroepskracht dient geschoold te zijn in het werken met een VVE programma. Daarnaast dient de houder van een kindercentrum of peuterspeelzaal waar VVE wordt aangeboden jaarlijks een opleidingsplan op te stellen waarin de kennis en de vaardigheden van de beroepskracht wordt onderhouden.

• Basisvoorwaarde kwaliteit locatie: voorschoolse educatie vindt plaats in een peuteropvanglocatie.

• Gebruik voorschools educatie-programma: Voor de voorschoolse educatie wordt een NJI erkend programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.

 

Het VVE-programma dat wordt aangeboden dient zich te richten op vier ontwikkelingsgebieden, te weten:

• Taalontwikkeling: die wordt gericht gestimuleerd door de beginnende geletterdheid en de woordenschat.

• Beginnende rekenvaardigheid, zoals het leren tellen, het meten en de oriëntatie in ruimte en tijd.

• Motorische ontwikkeling: het ontwikkelen van grove en fijne motoriek staat hier centraal

• Sociaal-emotionele ontwikkeling: zoals het stimuleren van zelfstandigheid, zelfvertrouwen en samen spelen en werken.

 

Ad 2) Subsidiëring van schakelklassen en onderwijstijdverlenging

 

De gemeente stelt de scholen die in 2022 een subsidie hebben ontvangen voor schakelklassen in de gelegenheid om ook voor het jaar 2023 subsidie aan te vragen. De scholen die voor 2022 een subsidie ten behoeve van schakelklassen/onderwijstijdverlenging hebben aangevraagd, zijn Het Kompas, de Grebbe, Octopus, Anton van Duinkerken, Het Palet, School Oost, De Noordster, Sint Maarten, De Wegwijzer en De Krabbenkooi. De 10 scholen die schakelklassen aanbieden, geven onderwijs aan circa 70% van alle doelgroepkinderen op het regulier primair onderwijs in de gemeente Bergen op Zoom. De gemeente Bergen op Zoom wil deze subsidiëring met ingang van het schooljaar 2023-2024 veranderen in verband met de gerealiseerde nieuwkomerslocatie en de zachte landing van de nieuwkomers in de reguliere basisschool.

 

Ad 3) Subsidiëring van opleidingen, programma’s en instrumenten

 

De gemeente Bergen op Zoom subsidieert de gemaakte kosten voor:

- De taaltoets in het kader van de taaleisen die aan pedagogisch medewerkers worden gesteld.

- De taaltrainingen van pedagogisch medewerkers om het 3F niveau te behalen.

- Opleidingen in VVE-programma’s, met als voorwaarden dat het moet gaan om een door het NJI erkend VVE-programma en dat het betreffende VVE-programma zowel op voor- als vroegschool wordt gebruikt.

- De salariskosten voor de studie uren tijdens werktijd voor training in de hiervoor genoemde toets/opleidingen

- De VVE-programma’s zelf.

- De aanschaf van het observatieinstrument KIJK ! voor zowel voor- als vroegschool, de kosten van training in dit programma en verdieping en de salariskosten voor de studie uren tijdens werktijd voor training in dit observatiesysteem.

 

Ad 4) Subsidie PBM-VE’er/Coach-VE

 

Het ministerie van OCW kiest voor een grotere inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker VE/ pedagogisch coach op basis van onderzoeken waaruit blijkt dat beleidsmatige en coachende ondersteuning een positieve invloed heeft op de kwaliteit van VE en daarmee op de ontwikkeling van doelgroeppeuters. Op die manier kan een kwaliteitsslag gemaakt worden. Coaching is een krachtig middel voor verdere professionalisering en kwaliteitsbevordering. De beleidsmedewerker VE/ pedagogisch coach kan zorgen voor een pedagogisch partnerschap met ouders en voor de verbetering van de educatieve functie van VE. Zij heeft een spilfunctie in de mede ontwikkeling van pedagogisch VE beleid en de implementatie daarvan op de werkvloer. De beleidsmedewerker VE/ pedagogisch coach bewaakt doelgerichtheid bij de PM’er en zorgt voor verankering, inspiratie en vernieuwing van de VE. Ze werkt samen met PM’ers aan meer effectiviteit van VE.

 

In het besluit van 20 september 2019 van het ministerie van OCW zijn de verplichtingen voor de gemeenten beschreven wat betreft de inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker in de voorschoolse educatie;

Doel besluit: verhogen van de kwaliteit van het aanbod van voorschoolse educatie

Norm: inzet pedagogisch beleidsmedewerker voor 10 uur per doelgroeppeuter (peildatum op 1 januari) per locatie per jaar

Profiel: hbo werk- en denkniveau, gelijk aan de eisen zoals gesteld in de Wet IKK en zoals ze zijn uitgewerkt in de CAO Kinderopvang en de CAO Sociaal werk.

Opleiding: hbo-, wo- en associate degree-opleidingen gericht op de ontwikkeling van kinderen en de manier waarop die ontwikkeling zo optimaal mogelijk kan worden ondersteund. Zie hiervoor de lijst Branche erkende Scholing voor Pedagogisch beleidsmedewerker/coach. MBO4-diploma aangevuld met een branche-erkende opleiding is ook mogelijk.

In samenspraak met de stedelijke werkgroep VVE is een gemeentelijk kader Invoering van PBM’er VE/ pedagogisch coach VE in de Gemeente Bergen op Zoom per 1 januari 2022 opgesteld, dat in juni 2021 door de bestuurlijke LEA is vastgesteld.

 

Ad 5) Het totstandbrengen van een doorgaande lijn

 

Werkgroep VVE

 

In de stedelijke werkgroep VVE werken afgevaardigden van kinderopvangorganisaties, schoolbesturen, scholen, bIbliotheek en TWB samen met de adviseur Onderwijs/ Onderwijskansenbeleid en de stedelijk Coördinator VVE aan het gemeentelijk VVE beleid.

 

De doorgaande lijn wordt gewaarborgd door het aanbod van voor- en vroegschoolse educatie gezamenlijk af te stemmen in het zogeheten kerngroepoverleg en vast te leggen in een borgingsdocument, zoals beschreven in de Subsidieregels voor Peuteropvang Bergen op Zoom 2023.

 

Voor- en vroegscholen maken afspraken over het te hanteren genormeerde kindvolgsysteem. Dit registreert op basis van observaties hoe de brede ontwikkeling van jonge kinderen verloopt. In ieder geval wordt minimaal twee keer per jaar de taal-, reken, sociaal-emotionele- en motorische ontwikkeling gevolgd en geregistreerd.

 

De gemeente is ervoor verantwoordelijk dat voorscholen en vroegscholen zorgdragen voor een “warme“ overdracht. De onderwijsinspectie hanteert hier voor het PO specifieke inspectie eisen. Ook in het ‘gewone toezichtskader’ zijn daar zaken over beschreven, waar ook scholen in relatie tot niet VVE-aanbieders aan gebonden zijn.

 

Ad 6) Resultaatafspraken over de basiskwaliteiten

 

De gemeente maakt met schoolbesturen afspraken over de resultaten van vroegschoolse educatie. Belangrijk is dat de resultaten meetbaar zijn en daadwerkelijk worden gemeten. Dit betekent dat scholen/schoolbesturen concrete gegevens moet aanleveren (bijvoorbeeld gegevens uit het observatiesyteem), zodat de gemeente en de inspectie kunnen nagaan in hoeverre de gewenste resultaten worden bereikt (bron: IvhO; Onderzoekskader 2021, versie augustus 2021, blz. 127). Op gemeentelijk niveau zijn afspraken gemaakt over de leeftijdsadequate ontwikkeliing van de kinderen en op welke wijze deze wordt gerapporteerd en geëvalueerd. De Wergkgroep VVE heeft deze afspraken vastgelegd in de’ Notitie Resultaatafspraken VVE Bergen op Zoom’ die door de bestuurlijke LEA is vastgesteld. In 2022-2023 is de resultatencyclus voor VVE geïmplementeerd, geëvalueerd en bijgesteld.

 

De kwaliteit van de vroegschoolse educatie is erbij gebaat dat de resultaatafspraken voldoende ambitieus zijn. Dat wil zeggen dat ze erop gericht zijn achterstanden bij kinderen in te lopen, zodat ze zonder of hooguit met een beperkte achterstand aan groep 3 kunnen beginnen. Ook kunnen resultaten worden bepaald voor de voorschoolse educatie. De gemeente heeft met de voorschoolse instellingen in de werkgroep VVE afgesproken wat de resultaten moeten zijn aan het einde van de voorschoolse periode. In de afspraken is opgenomen op welke tijdstippen de leeftijdsadequate ontwikkeling van de kinderen wordt gemeten; aan het begin en einde van de VVE periode, bij de overgang naar groep 1 en bij de overgang naar groep 3. Bij de overgang van de peuteropvang naar groep 1 wordt van de tussenmeting verslag gedaan in het borgingsdocument en wordt daaraan een gesprek gekoppeld. Bij de andere twee momenten ontvangt de gemeente observatiegegevens van voor- en vroegscholen op groepsniveau.

 

De gemeente Bergen op Zoom blijft de kwaliteit monitoren door het inzetten van de KIJK! Monitor, waarmee om de ontwikkeling van kinderen en het effect van het aanbod kan worden gemonitord. De module Monitoring brengt ontwikkeling van kinderen in beeld, om beleid te evalueren en bij te stellen voor kinderopvanglocaties, voorscholen, scholen, besturen en gemeenten. De gemeente wil daarom het gebruik van KIJK! stimuleren (zie ad 3 Subsidiëring van opleidingen en materiaal). Locaties die geen gebruik maken van KIJK! kunnen gebruik maken van het daartoe door de WG VVE ontwikkelde format, zoals dat in de ‘Notitie Resultaatafsrpaken VVE Bergen op Zoom’ staat beschreven. Op termijn wil de gemeente ook door de GGD de schoolresultaten laten onderzoeken van leerlingen in groep 4/5 die in voor- en vroegschool een VVE-aanbod hebben gehad.

 

Ad 7) Ouderbetrokkenheid op instellingsniveau vormgeven

 

Ouderbetrokkenheid is als speerpunt benoemd omdat ouders grote invloed hebben op de ontwikkeling van hun kinderen. Het belang is in verschillende onderzoeken aangetoond. Bovendien is ouderbetrokkenheid een verplicht onderdeel in het pedagogisch beleidsplan en van het toezichtkader. Dus het moet daarin ook beschreven staan. Ouderbetrokkenheid wordt daarom ook genoemd in combinatie met de effectiviteit van voor- en vroegschoolse educatie. Onderzoek wijst uit dat ouderbetrokkenheid de langetermijneffecten vergroot.

 

Naast het onderwijsachterstandenbeleid, biedt de gemeente ouders de mogelijkheid om gebruik te maken van volwasseneneducatie. Het is van belang dat instellingen als Thuiszorg West-Brabant en de aanbieders van VVE ook proberen te signaleren of er bij de ouders sprake is van een taalachterstand in de Nederlandse taal en verbinding te zoeken met het Taalhuis waar de volwasseneneductie wordt gecoördineerd.

 

Eind 2017 is in het kader van de Gelijke Kansen Alliantie een subsidie aangevraagd en toegekend voor het project Onderwijsambassadeurs voor de periode 2018-2019. Het doel van dit project is om op de 7 scholen onderwijsambassadeurs te werven die aan andere ouders met dezelfde moedertaal uitleg geven over het Nederlandse schoolsysteem, zorgstructuur, opvoeding, etc.. WijzijnTraverse heeft de begeleiding van dit project op zich genomen en wordt mede-gefinancierd vanuit dit project. Het project Onderwijsambassadeurs heeft de vooraf bepaalde doelstellingen behaald. Er is een maximum gesteld aan 26 actieve onderwijsambassadeurs. Vanuit de Gelijke Kansen Alliantie worden voor dit initiatief ook voor 2022 en 2023 financiële middelen beschikbaar gesteld. Er loopt een pilot Onderwijsambasadeurs op het voortgezet onderwijs. De subsidie wordt beheerd door RSG ’t Rijks.

 

Ad 8) Inzet van Thuiszorg West-Brabant in het kader van de Voor- en vroegschoolse educatie

 

Vanaf 2010 heeft Thuiszorg West-Brabant (TWB) een cruciale rol gekregen in het toeleiden van doelgroepkinderen VVE vanuit het consultatiebureau naar een voorschoolse voorziening en hiervoor de indicatie af te geven volgens die hiertoe vastgestelde toetsingscriteria. Tot de doelgroep VVE behoren die kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar, die (een risico op een) taalachterstand hebben als gevolg van onvoldoende taalaanbod in de eigen omgeving, niet alleen op basis van achtergrondkenmerken maar op basis van het feitelijke ontwikkelingsniveau, waarbij op meerdere momenten wordt bepaald of een kind extra zorg en begeleiding nodig heeft.

 

De inzet in het kader van VVE is concreet:

• Thuiszorg West Brabant stelt de detectie van kinderen met een taalachterstand vast op de leeftijd van 2 jaar. Dit gebeurt op basus van de door de LEA vastgestelde doelgroepdefinitie. Op dat moment vindt de toeleiding plaats naar een peuteropvanglocatie.

• Ouders van kinderen die niet deelnemen aan een VVE-programma, maar daar wel een indicatie voor hebben gekregen, worden door een jeugdverpleegkundige aan huis bezocht.

• Op de leeftijd van 3 jaar is een extra ijkmoment door de jeugdarts van de taalontwikkeling van doelgroepkinderen.

• Kinderen waarbij een peuteropvanglocatie spraak-taalproblemen signaleert, worden doorverwezen naar de Jeugdgezondheidszorg voor nadere diagnostiek.

• De gemeente Bergen op Zoom heeft vanaf 2016 vanuit het Rijk extra middelen ontvangen om ervoor te zorgen dat alle peuters gebruik maken van peuteropvang. Zoals hierboven aangegeven, heeft Thuiszorg West-Brabant een actieve rol in het monitoren of kinderen met een indicatie voor extra VVE ook daadwerkelijk op een VVE-locatie worden geplaatst. De gemeente Bergen op Zoom heeft vorig jaar met Thuiszorg West-Brabant afspraken gemaakt om inzichtelijk te maken welke kinderen, ook zonder indicatie, geplaatst worden op een peuteropvanglocatie.

• Thuiszorg West-Brabant is in 2020 gestart met de invoering van een digitale toeleidingsmonitor voor VVE-indicaties. Met de toeleidingsmonitor wordt de indicatie digitaal toegeleid naar de door de ouders gekozen VVE-locatie. Dit betekent voor de aanbieders dat zij de aanmelding sneller krijgen. Er wordt bovendien gewaarborgd dat kinderen met een VVE-indicatie daadwerkelijk geplaatst worden. Tot slot krijgen gemeenten real-time inzicht in het aantal kinderen dat wordt geïndiceerd en waar de kinderen worden geplaatst.

• De gemeenten krijgen daarbij geen namen te zien, alleen aantallen. Met deze toeleidingsmonitor worden kinderen die een indicatie krijgen, langs digitale weg doorgeleid naar een VVE-locatie. De gemeente krijgt toegang tot deze monitor en kan, geanonimiseerd, zien hoeveel kinderen met de incicatie op de verschillende locaties worden geplaatst.

 

Ad 10) VoorleesExpress

 

De gemeente Bergen op Zoom financiert al een aantal jaar het initiatief VoorleesExpress. De VoorleesExpress zorgt ervoor dat kinderen met een taalachterstand extra aandacht krijgen. Een half jaar lang komt er een vrijwilliger bij een gezin thuis om voor te lezen. Samen met de ouders wordt met de VoorleesExpress gestreefd naar het krijgen van een vaste plek van taal en leesplezier in het gezin. De VoorleesExpress wordt in Bergen op Zoom uitgevoerd door WijZijnTraverse, in samenwerking met Bibliotheek West-Brabant. Het initiatief VoorleesExpress wordt ook voor 2023 en verder ondersteund. In 2023 zal meer aandacht worden geschonken aan het bereik van de Voorleesexpress en de behoefte die er is aan mogelijke uitbreiding.

 

Ad 11) VVE-coördinatie

 

Een VVE-coördinator moet toezien op de kwaliteit van de VVE in de peuteropvang en heeft een aanjagende rol in het totstandbrengen van een doorlopende leerlijn. Sinds november 2018 heeft de gemeente een vaste VVE-coördinator in dienst, waarmee de functie van VVE-coördinator permanent wordt ingevuld.

 

Ad 11) Bibliotheken op de VVE-peuteropvanglocaties

 

In het verlengde van de Bibliotheek op School, is onderzocht of op alle door de gemeente gesubsidieerde Peuteropvanglocaties een bibliotheek met boeken voor de leeftijd van 2 tot 4 jaar kan worden gerealiseerd.

Deze subsidieaanvraag is in 2021 gehonoreerd en wordt vanaf het schooljaar 2021-2022 geïmplementeerd. Leesbevordering is in het belang van het opbouwen van de doorgaande lijn wenselijk.

 

Ad 12) Nieuwkomerslocatie voor primair onderwijs

 

Naar aanleiding van de directeuren LEA van 8 mei 2020 is er een memo opgesteld waarmee de gemeente heeft geïnventariseerd of er nog ‘hiaten’waren aangaande het verbeteren van de doorgaande lijn. Zoals bijvoorbeeld onderwijs aan de nieuwkomers in het primair onderwijs. De gemeenten Bergen op Zoom, Steenbergen en Woensdrecht zijn samen met de schoolbesturen een onderzoek gestart naar de mogelijkheden om een nieuwkomerslocatie te realiseren voor kinderen van in de leeftijd van groep 3 tot en met 8 van het primair onderwijs. Hiervoor is vanuit het landelijke initiatief “De Gelijke Kansen Alliantie” vanuit de gemeente Bergen op Zoom voor de periode 2020-2021 een subsidieaanvraag ingediend (zie ook ad 6 m.b.t. het project Onderwijsambassadeurs). Het doel van de nieuwkomerslocatie is om deze leerlingen het eerste Nederlands aan te bieden en zo een betere start in het reguliere onderwijs te geven. In het ‘Convenant Centrale Regionale Nieuwkomerslocatie Brabantse Wal gemeenten’ hebben alle betrokken schoolbesturen primair onderwijs en de gemeente Woensdrecht, Steenbergen en Bergen op Zoom de intentie en criteria vastgelegd voor de verwijzing van nieuwskomerskinderen naar deze locatie. De nieuwkomerslocatie “Wereldwijs” is op 25 februari 2021 van start gegaan. De gemeente subsidieert, 1 fte voor een leerkracht en de daarbij benodigde uren voor interne begeleiding en management voor 1 groep. Mede door de komst van Oekraiense vluchtelingen is Wereldwijs gegroeid en zijn huisvesting en personeel een uitdaging.

 

Ad 13) Pilot Lezen op Recept met BoekStartcoach

 

Samen met TWB, Boekstart, De VoorleesExpress en Sardes heeft de gemeente gekeken naar het concept van `Lezen op Recept`, een Nederlandse variant op Reach Out and Read waarbij leesbevordering via het consultatiebureau een belangrijke rol speelt. In september 2022 is een meerjarige pilot Lezen op Recept van start gegaan met de kinderen die vanaf 1 september 2022 zijn geboren. De pilot is een samenwerking van TWB/JGZ, Bibliotheek West Brabant en de Gemeente Bergen op Zoom. De monitor van deze pilot wordt uitgevoerd door de Stichting Sardes en bekostigd door de Stichting Lezen.