Organisatie | Leudal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel individuele bijzondere bijstand energiekosten gemeente Leudal 2023 |
Citeertitel | Beleidsregel individuele bijzondere bijstand energiekosten gemeente Leudal 2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-03-2023 | 01-10-2022 | 01-01-2024 | Nieuwe regeling | 24-01-2023 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leudal
- titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;
- artikel 35 van de Participatiewet;
- de energiekosten voor inwoners fors zijn gestegen en de landelijke regelingen voor de energiekosten onvoldoende zijn om deze energiekosten te kunnen voldoen;
- het college ondersteuning wil bieden aan huishoudens voor de energiekosten middels een lokale regeling in het kader van de individuele bijzondere bijstand;
- het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden huishoudens in aanmerking kunnen komen voor bijzondere bijstand voor energiekosten;
- het daarom wenselijk is voor dit doel aanvullende beleidsregels vast te stellen.
besluit vast te stellen de Beleidsregel individuele bijzondere bijstand energiekosten gemeente Leudal 2023
Artikel 3 Hoogte van de tegemoetkoming
Op de tegemoetkoming wordt de eenmalige energietoeslag op maandbasis in mindering gebracht als daar recht op bestond/bestaat én wordt rekening gehouden met de rijksbijdrage voor kosten energie over de maanden november en december 2022 én kan rekening gehouden worden met toekomstige compensaties voor kosten energie.
Artikel 4 Terugwerkende kracht
Een aanvraag voor bijzondere bijstand kan met terugwerkende kracht vanaf 1 oktober 2022 worden ingediend.
Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor bijzondere bijstand volgens deze beleidsregel, kan het college, gelet op alle bijzondere omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels toch in aanmerking komt voor bijzondere bijstand.