Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bronckhorst

Beleidsplan Toezicht en Handhaving 2023-2027

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBronckhorst
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsplan Toezicht en Handhaving 2023-2027
CiteertitelToezicht- en Handhavingsbeleid gemeente Bronckhorst 2023-2027
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

hoofdstuk 7 van het Besluit omgevingsrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-03-2023nieuwe regeling

23-02-2023

gmb-2023-96026

Raad-00809

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsplan Toezicht en Handhaving 2023-2027

De raad van de gemeente Bronckhorst;

 

gelezen het voorstel van het college van b en w van 17 januari 2023;

 

gelet op de bespreking in de commissievergadering van woensdag 8 februari 2023;

 

gelet op Hoofdstuk 7 van het Besluit omgevingsrecht (Bor);

 

Besluit:

 

  • 1.

    Het Toezicht- en Handhavingsbeleid gemeente Bronckhorst 2023-2027 vast te stellen.

Inleiding

Met dit beleidsplan beschrijven wij hoe wij onze taken op het gebied van Toezicht en Handhaving voor de periode 2023-2027 gaan uitvoeren. U leest in dit beleidsplan wat wij doen en welke keuzes wij daarbij maken. Hiermee voldoen wij aan onze wettelijke verplichte taak (Bor).

 

Ons doel is het borgen van een veilige woon- en leefomgeving voor iedereen in de gemeente Bronckhorst. Dit doen wij samen met onze inwoners, bedrijven en onze partners. De gemeente Bronckhorst moet een gemeente zijn waar u prettig woont, werkt en recreëert voor nu en in de toekomst.

 

Op het gebied van Openbare Orde en Veiligheid heeft de gemeente Bronckhorst integraal beleid vastgesteld. De rekenkamer heeft een rapportage opgesteld over het toezicht houden en handhaven in Bronckhorst. De uitkomsten van dit rapport zijn meegenomen bij het opstellen van dit beleid. Belangrijkste uitkomst is dat het beleid compleet is en dat er vooral winst is te halen in de afstemming van het beleid met Openbare Orde en Veiligheid en meer inzicht in de concrete uitvoering. Wij hebben dit ter harte genomen bij de totstandkoming van het nieuwe beleid.

  • 1.

    Wij maken een duidelijke koppeling tussen het veiligheidsbeleid en ons T&H-beleid. Een belangrijk onderwerp wat in beide plannen terugkomt is ondermijning.

  • 2.

    Wij formuleren doelstellingen SMART. Dit wordt in het uitvoeringsprogramma vertaald naar concrete acties.

Net als het voorgaande beleid werken we met de beleidscyclus ‘BIG 8’. Deze beschrijft enkele processtappen waarbij we gebruik maken van inzichtelijke keuzes en is de uitvoering gericht op vooraf afgesproken resultaten.

 

Het is niet mogelijk om altijd overal op toe te zien en op alle overtredingen te handhaven. Daarom stellen wij prioriteiten voor de activiteiten die we uitvoeren. Op alle activiteiten zetten we capaciteit in, maar de prioritering geeft de mate van intensiviteit en volgorde aan waarin wij dit doen. Deze leest u in hoofdstuk 2. Deze prioriteiten zijn tot stand gekomen door een uitgevoerde risicoanalyse (als basis), aangevuld met actuele thema’s, input van het bestuur door middel van een actieve vragensessie en door onze inwoners te bevragen wat zij belangrijk vinden in een panelonderzoek. Dit plan wordt hierdoor ‘breed gedragen’ en is daarom een plan van ons allemaal.

 

In ons uitvoeringsprogramma wordt beschreven wat en hoe wij onze werkzaamheden uitvoeren. Dit programma zal voor een periode van twee jaar worden vastgesteld.

 

Leeswijzer

Dit beleidsplan geeft op hoofdlijnen onze missie, visie, onze prioriteiten, naleefstrategieën, onze uitvoeringsorganisatie en de ketenpartners weer voor de uitvoering van onze taken. In hoofdstuk 1 vindt u onze missie, visie en uitgangspunten. De geprioriteerde thema’s worden in hoofdstuk 2 toegelicht. In hoofdstuk 3 zal worden ingegaan op de handhavingsstrategie en worden de uitgangspunten op deze strategie toegelicht. In hoofdstuk 4 gaan we in op de sancties. In hoofdstuk 5 leest u meer over onze organisatie. In hoofdstuk 6 zijn alle relevante ontwikkelingen beschreven. In hoofdstuk 7 leest u over ons uitvoeringsprogramma. In hoofdstuk 8 ziet u een korte weergave van onze ketenpartners.

 

1. Missie, visie en uitgangspunten

 

In dit hoofdstuk geven wij een uitwerking van onze missie, visie en de uitgangspunten van ons beleid.

1.1 Onze Missie

‘Samen bereiken we meer. In gesprek waar het kan, handhaven waar het moet.’ Wij zien toe op de naleving van wetten en regelgeving. Wij voeren het goede gesprek samen met onze inwoners en bedrijven en werken integraal samen met onze ketenpartners. Wij zorgen samen voor een veilige, gezonde, duurzame (fysieke) leefomgeving in de gemeente Bronckhorst.

1.2 Onze visie

Wij investeren aan de voorkant: spreken mensen aan op hun eigen verantwoordelijkheden. Wij creëren bewustwording en stimuleren het naleefgedrag bij de burgers en ondernemers. Hierdoor hoeven wij uiteindelijk zo min mogelijk te handhaven.

 

Samen bereiken we meer!

1.3 De BIG-8

Het beleid is tot stand gekomen met gebruik van de BIG-8 processtappen. In de afbeelding hiernaast staan de BIG-8 processtappen. Aan de hand van een risicoanalyse stellen wij prioriteiten en doelstellingen vast. Daarna bepalen we de strategie die daarbij past. Dit leggen we vast in het handhavingsbeleidsplan. Hieruit volgt een uitvoeringsprogramma waarin beschreven staat wat wij uitvoeren. Door voldoende capaciteit te reserveren waarborgen wij de uitvoering. De uitvoering van de taken en te behalen doelen monitoren en evalueren wij jaarlijks in ons jaarverslag. Indien nodig passen wij het beleid hierop aan. Dit beleidsplan vormt hiermee het strategisch beleidskader en is maatgevend voor de uitoefening van onze taken.

 

 

De kwaliteit van dit proces dient goed bewaakt te worden. Een gesloten kwaliteitscyclus zorgt dat wij leren van onze interventies. Dit doen wij door middel van:

  • Verantwoordelijkheid nemen voor het ontwikkelen en in stand houden van de kwaliteit en het rapporteren over de voortgang.

  • Zorg dragen voor kwaliteitsbeleid- en doelstellingen welke gericht zijn op verbeteren, evalueren en zo nodig bij stellen.

  • Zorg dragen voor een kwaliteitsprogramma en haalbare planning.

  • Borging van de werkwijze.

Wij zetten onze capaciteit gericht in aan de hand van prioriteiten.

1.4 Onze uitgangspunten

1.4.1Toezicht en Handhaving

Wij hanteren een aantal uitgangspunten bij het uitvoeren van de toezichts- en handhavingstaken:

 

Wij bekijken initiatieven en vraagstukken vanuit het ja, mits principe

Wij denken mee in oplossingen en mogelijkheden, vooruitlopend op de intenties van de Omgevingswet. Samen met onze inwoners, bedrijven, partners en andere afdelingen binnen onze gemeente dragen wij actief bij aan verschillende opgaven. Met als doel onze kwaliteit te borgen en te verbeteren.

 

Wij zijn duidelijk en transparant in onze communicatie en maken duidelijke afspraken.

Wij leggen onze procedures uit, welke verwachtingen wij hebben, wat er van ons verwacht mag worden en welke resultaten wij willen bereiken.

 

TOEZICHT

Wij houden toezicht op een wijze die…

  • toegankelijk en laagdrempelig is;

  • uitgaat van de eigen verantwoordelijkheid van de burger en ondernemer en wij stimuleren dit;

  • zoveel mogelijk integraal is;

  • risico gestuurd is;

  • inzet op voorlichting, voorkomen en het beëindigen van overtredingen.

HANDHAVING

Wij handhaven…

  • nadat wij eerst proberen het goede gesprek te voeren.

    Handhaving gebeurt stapsgewijs. Wij vinden het belangrijk om in eerste instantie op een informele manier het goede gesprek te voeren. Zijn mensen zich bewust van de overtreding? Zijn er nog oplossingen mogelijk zonder formeel handhavingstraject?

  • met als richtlijn de Landelijke Handhaving Strategie.

  • helder, duidelijk en maken afspraken die worden vastgelegd in een brief en/of mailwisseling.

  • Wij hanteren vaste procedures en stappen, waarbij ruimte is voor maatwerk en de menselijke maat de boventoon voert.

  • en bewaken termijnen en geven een vervolg aan het traject.

1.4.2 Het goede gesprek

In de afgelopen beleidsperiode is het ‘sociaal handhaven’ geïntroduceerd; wij voeren eerst het gesprek. Met een goed gesprek kan mogelijk een lange formele procedure voorkomen worden. Uit het panelonderzoek blijkt dat deze manier van werken wordt gewaardeerd door inwoners en bedrijven. De term ‘sociaal handhaven’ werd niet altijd goed begrepen. Wij blijven daarom deze werkwijze hanteren, maar noemen dit voortaan ‘het goede gesprek’.

 

Het doel van het voeren van het goede gesprek is altijd gericht op het beëindigen van de overtreding. Er is in een constructief overleg ruimte voor maatwerk als dit leidt tot een effectieve en efficiënte handhaving. Door in te zetten op een gesprek in plaats van direct het formele traject te starten komen wij vaak sneller tot oplossingen. Aan de voorkant moet helder zijn dat het goede gesprek gaat over de termijnen en/of wijze waarop een overtreding wordt opgelost. Daarnaast hanteren wij het gebruik van de niet juridische brief. Dit is de eerste stap bij het constateren van een overtreding. Wij leggen de afspraken die wij maken vast in een vriendelijke brief. Pas als de overtreding daarna nog niet ongedaan gemaakt is, wordt het handhavingstraject in gang gezet. Uit onderzoek is gebleken dat deze stap vaak tot oplossingen leidt, vandaar dat wij deze aanpak blijven hanteren in onze werkprocessen.

Uitzondering | Bij een verzoek om handhaving vraagt iemand aan ons om op te treden. In dit geval houden wij rekening met wettelijke termijnen en slaan wij deze stap over. Wij starten met een vooraankondiging last onder dwangsom of bestuursdwang, tenzij in overleg met de klager anders wordt afgesproken.

2. Prioriteiten

 

Wij kunnen niet overal tegelijk zijn. Dat betekent dat wij keuzes moeten maken en prioriteiten moeten stellen. Met andere woorden: waar besteden wij veel aandacht aan en aan wat minder? De intensiteit en volgorde van onze activiteiten bepalen wij aan de hand van prioriteiten. Deze prioriteiten zijn tot stand gekomen door:

  • 1.

    een risicoanalyse uit te voeren;

  • 2.

    het bestuur en inwoners om hun mening te vragen.

Hierdoor kunnen wij onze beschikbare capaciteit zo gericht en efficiënt mogelijk inzetten en ervoor zorgen dat wij frequenter controleren op grote risicovolle activiteiten.

2.1 De risicoanalyse

Een risicoanalyse is een methode waarbij risico’s ten aanzien van toezicht- en handhavingsactiviteiten worden gekwantificeerd. (Dit wordt gedaan door het bepalen van de kans dat een dreiging zich voordoet en de gevolgen daarvan: Risico = Kans x Gevolg.) De risicoanalyse is de eerste stap binnen het risicomanagementproces. Voor onze gemeente heeft de Anteagroup een risicoanalyse gemaakt. In een aantal sessies met medewerkers is gekeken naar verschillende activiteiten waarop toezicht en handhaving plaatsvindt, zoals bijvoorbeeld het bouwen van woningen of het lozen van afval. Door het beantwoorden van enkele verdiepingsvragen kregen wij inzicht in de risico’s voor onze gemeente. In de bijlage is de risicoanalyse opgenomen.

2.2 Inwonerspanel

In 2022 is aan een inwonerspanel gevraagd wat zij belangrijk vinden op het gebied van Toezicht en Handhaving in de gemeente Bronckhorst. Hier kwamen de volgende onderwerpen uit:

  • Het goede gesprek;

  • Prioritering van onderwerpen

Daarnaast hebben wij een sessie met raadsleden gehad om hen hetzelfde te vragen. De uitkomsten hiervan zijn naast de uitkomsten van Antea gelegd. In grote lijnen kunnen wij concluderen dat de prioriteiten nagenoeg gelijk zijn gebleven ten opzichte van ons vorige beleidsplan.

2.3 Prioriteiten per onderwerp

Op alle onderwerpen wordt inzet gepleegd, maar de mate van toezicht en intensiteit hangt af van de prioriteit die aan een taak is toegekend. De activiteiten met de risicoscore ‘Hoog’ zijn voor ons de belangrijkste prioriteiten voor de komende beleidsperiode. In het uitvoeringsprogramma wordt een nadere uitwerking gemaakt van de beschikbare capaciteit in relatie tot de gestelde prioriteiten.

 

HOOG

Ondermijning

Omgevingswet

WKB

Brandveilig gebruik, constructieve veiligheid (bestaande en nieuwbouw)

Monumenten

Strijdig gebruik bestemmingsplannen (o.a. permanente bewoning recreatiewoningen)

Vergunde bouw en sloop

Evenementen en APV- vergunningen

Alcohol en drugs (gebruik)

Milieu (zwerfafval en afvaldumpingen)

 

GEMIDDELD

Illegale bouw en sloop

Vervallen panden

BAG

Vereveningen/landschap

Omgevingsvergunning tijdelijke bouwwerken

Geluid- en geurhinder

Alcoholwet (controle o.a. wederverstrekking)

BRP, Leegstand en LAA

Herplantplicht

Ecologisch beheren van bermen

Kinderopvang

 

LAAG

Parkeren

Illegale kap

Stookoverlast

Reclame (buitengebied)

2.4 Aandachtthema’s die Bronckhorst hoog in het vaandel heeft

Op het moment dat er sprake is van een klacht, melding of incident dan zal deze altijd getoetst worden aan de risicoanalyse. Mocht er sprake zijn van een lage prioriteit, maar deze valt wel binnen een van de aandachtthema’s, dan zal toezicht en handhaving in prioriteit omhooggaan. Hierbij werken we samen met het cluster Openbare Orde en Veiligheid en stemmen onze acties op elkaar af.

 

Onze aandachtthema’s zijn:

  • ondermijning;

  • brandveiligheid;

  • openbare orde en veiligheid;

  • strijdig gebruik;

  • evenementen.

2.5 Verzoeken om handhaving

Bij een verzoek om handhaving vraagt iemand aan ons om op te treden. Als er een verzoek om handhaving wordt ingediend, wordt deze altijd in behandeling genomen en geldt er een beslistermijn. Dit betekent dat wij binnen een bepaalde periode een besluit moeten nemen. Er moet dan wel sprake zijn van een verzoek van een belanghebbende1. In hoeverre er bij een overtreding direct handhavend wordt opgetreden, of dat dit later kan is wel weer afhankelijk van de prioriteit die aan de overtreding wordt toegekend (zolang wij dit goed motiveren). Ook kan overleg met een klager tot een aangepaste aanpak leiden. Daarom is het stellen van prioriteiten in het beleid erg belangrijk.

2.6 Meldingen Woon- en leefomgeving (Slim Melden)

De gemeente Bronckhorst hecht waarde aan toezicht in de openbare ruimte en het gevoel van veiligheid van haar inwoners. Daarom worden meldingen ten aanzien van de openbare ruimte vaak door middel van een controle uitgevoerd en handelen wij deze binnen enkele dagen af.

2.7 De Bronckhorster aanpak

De uitgevoerde risicoanalyse is uitgangspunt van dit beleid. Daarnaast vinden wij het belangrijk dat er ruimte is voor lokale (Bronckhorster) belangen. Dat hebben wij gedaan door ook de input van het inwonerspanel en de actieve informatiesessie met raadsleden mee te wegen. Ook de resultaten van het rapport van de rekenkamer is bij de totstandkoming van het beleid betrokken. Deze informatie is aanvullend op de uitkomst van de risicoanalyse.

 

Deze beleidsperiode willen we gebruiken om verder te werken aan een ‘Bronckhorster aanpak’; beleid dat helemaal aansluit op de karakteristiek van de gemeente Bronckhorst. Wij doen dit door een gebiedsgerichte analyse te maken van de problematiek binnen de gemeente. Dit is een intensiever traject maar daardoor kunnen wij uiteindelijk de beschikbare capaciteit gerichter inzetten op de behoeften van deze gebieden binnen de gemeente.

3. Onze Strategieën

 

Activiteiten gericht op het naleven van regels, vormen samen de 'naleefstrategie'. Met deze strategieën willen wij handhavend optreden voorkomen. Dit doen wij door aan de voorkant het gedrag van onze inwoners te beïnvloeden en aan de andere kant de risico’s die ontstaan bij overtreding van de voorschriften zo veel mogelijk te voorkomen.

3.1 Preventiestrategie

Het voorkomen van overtredingen door:

 

Voorlichting en Communicatie | Via de gemeentelijke website informeren we inwoners en bedrijven en lichten wij hen voor over actuele informatie over wet- en regelgeving. Ook zijn wij actief op social media om onze doelgroep te vergroten.

 

Persoonlijk contact/overleg | Wij leggen in persoonlijk contact uit wat de geldende wet- en regelgeving is, wat ons beleid is en hoe wij dit uitvoeren. Wij voeren het goede gesprek!

 

Juridische sancties | Juridische sancties opleggen heeft een preventief effect (slecht gedrag wordt niet beloond).

3.2 Toezichtstrategie

Het controleren van activiteiten door:

 

Risico gestuurd toezicht | De mate en diepgang van ons toezicht is gericht op risicovolle activiteiten.

 

Repressief toezicht | Een deel van ons toezicht vindt plaats door te reageren op klachten/meldingen en verzoeken tot handhaving.

 

Integraal toezicht | Toezichthouders controleren en signaleren waar mogelijk samen, voor elkaar (en handhavingspartners).

3.3 Handhavingsstrategie

Het optreden tegen overtredingen:

 

Landelijke handhavingsstrategie (LHS) | De (interventiematrix van de) LHS gebruiken wij als uitgangspunt voor ons handhavend optreden.

 

Handhaven tegen bestuursorganen | Dit doen wij volgens het beleid en gelijk aan handhaving tegen inwoners/bedrijven.

 

Persoonlijk contact/overleg | Wij leggen wet- en regelgeving uit en geven duidelijkheid over hoe wij invulling en uitvoering geven aan ons beleid. De overtreder wordt verzocht om zo snel mogelijk de overtreding te beëindigen.

3.4 De Landelijke Handhavingstrategie

Wij gebruiken de LHS als richtlijn. Door de LHS treden handhavende instanties, zoals overheden, omgevingsdiensten, het OM en de politie op eenzelfde manier op bij overtredingen. Zo ontstaat een gelijk speelveld, wordt het rechtsgevoel gerespecteerd en blijft de leefomgeving veilig, schoon en gezond. De LHS bevat een stappenplan met hulpmiddelen om passend te reageren op bevindingen van een toezichthouder. Een overtreding wordt beoordeeld op:

  • 1.

    ernst van de (mogelijke) gevolgen en het gedrag van de overtreder;

  • 2.

    verzwarende omstandigheden;

  • 3.

    op de vraag of (ook) strafrechtelijke handhaving nodig is.

De bevindingen worden aan de hand van deze punten geplaatst in onderstaande matrix waardoor de vorm en mate van het handhavend optreden meer uniform wordt uitgevoerd. Dit betekent dat wij in soortgelijke situaties op dezelfde wijze optreden/handhaven.

 

3.5 Gedoogstrategie

Onze inzet is altijd gericht op het doen eindigen van een overtreding. Het laten voortduren van een overtreding (actief gedogen) doen wij dan ook alleen in uitzonderlijke situaties. Hierbij volgen wij de landelijke beleidslijn ‘Grenzen aan gedogen’.

Dit betekent dat wij gemotiveerd overtredingen accepteren wanneer:

  • het gedogen verantwoord is ter bescherming van de fysieke leefomgeving;

  • het dogen tijdelijk is;

  • het gedogen gebeurt in de vorm van een besluit.

Denk hierbij bijvoorbeeld aan de toestemming om een illegaal schuurtje langer te mogen laten staan omdat binnen een afzienbare termijn op een andere plek een vervangend schuurtje mag worden gebouwd. In dat geval kunnen wij overwegen dat er sprake is van een overgangstermijn en het tijdelijk toestaan van de overtreding acceptabel is. Er is immers nog steeds zicht op het stoppen van de overtreding.

3.6 Sanctionering

Bij het bepalen van de sanctie gaan wij uit van een voldoende prikkel om een overtreding te (doen) eindigen. Bij een overtreding wordt een constateringsrapport opgemaakt door de toezichthouder. De juridisch medewerker maakt een juridische verkenning2 op en toetst deze breed. Hier wordt ook een link gelegd met ketenpartners en andere beleidsvelden. In hoofdstuk 4 ziet u welke sancties daarbij worden toegepast. Als blijkt dat de situatie niet vergunningsvrij is wordt het voorgelegd aan de bouwplantoetser of de RO-adviseur. Na de beoordeling kan het handhavingstraject worden opgestart. De voortgang wordt bijgehouden in het voortgangsdocument. Beide documenten worden opgeslagen op een voor collega’s toegankelijke locatie zodat bij afwezigheid van de behandelaar een ander het over kan nemen.

3.7 Stappenplan/werkwijze handhaving

Handhaving start altijd met het uitvoeren van een controle naar aanleiding van een melding, klacht of intern verzoek. De stappen die vervolgens worden genomen staan in het overzicht op de volgende pagina.

 

4. Sancties

 

In dit hoofdstuk gaan wij in op de instrumenten die wij gebruiken om de overtreding te beëindigen, de hoogte van de dwangsommen en het invorderingstraject.

4.1 Instrumenten

Welke instrumenten zetten wij als gemeente in om ons doel te bereiken?

  • Het goede gesprek;

  • Het versturen van de niet juridische brief;

  • Opleggen van een (preventieve) last onder dwangsom;

  • Invorderen verbeurde dwangsom;

  • Opleggen last onder bestuursdwang (ook gedragsaanwijzing);

  • Toepassen bestuursdwang;

  • Intrekken van een verleende vergunning of ontheffing;

  • Buurtbemiddeling/mediation

4.2 Dwangsomhoogte

De hoogte van een last onder dwangsom wordt bepaald aan de hand van de omstandigheden van de casus. De hoogte moet in ieder geval een voldoende prikkel opleveren voor de overtreder om de overtreding te beëindigen. De volgende omstandigheden kunnen bijvoorbeeld een rol spelen:

  • ernst van de overtreding;

  • financieel voordeel dat wordt verwacht;

  • is sprake van een herhaling van de overtreding?

Voor veel voorkomende overtredingen hebben wij referentie dwangsomhoogten vastgesteld. Per last kan er gekozen worden voor een dwangsom ineens of per tijdseenheid. Dit gebruiken wij als richtlijn, waarbij er gemotiveerd ruimte is voor maatwerk. Voor overtredingen die niet in de lijst worden genoemd kijken wij naar de bepaalde hoogte voor gelijksoortige overtredingen. De lijst is als bijlage bijgevoegd.

4.3 Invorderingstraject

Verbeurde dwangsommen worden in principe altijd ingevorderd. Slechts in bijzondere gevallen en op verzoek van de overtreder kunnen wij overwegen om de dwangsom te matigen. Ook bij het verhalen van kosten van een uitgevoerde bestuursdwang zal niet zomaar van kostenverhaal worden afgezien.

5. De organisatie

 

Het cluster Toezicht en handhaving is verantwoordelijk voor het handhavingsbeleid en de uitvoering ervan. Het cluster werkt hierbij nauw samen met andere clusters en met externe partners.

5.1 Toezicht en Handhaving

Ons cluster Toezicht en handhaving ziet toe op de leefbaarheid in de openbare ruimte. Wij zijn verantwoordelijk voor toezicht-en handhavingswerkzaamheden op het gebied van de fysieke leefomgeving, APV en bijzondere wetten, BRP, BAG, LAA. Wij werken volgens ons uitvoeringsprogramma. De controle op brandveiligheid wordt voor een deel uitgevoerd door de VNOG, afdeling Risicobeheersing. Voor de kinderopvang voert de GGD toezicht uit. Toezicht en handhaving m.b.t. milieu zijn ondergebracht bij de omgevingsdienst Achterhoek. Wij werken nauw samen met de clusters OOV, Participatie, Burgerzaken, Ruimtelijke ordening, Buiten en Juridische zaken. Onze externe partners zijn o.a. de ODA, de GGD, Brandweer (VNOG, afdeling Risicobeheersing), provincie Gelderland, Politie en het Waterschap.

 

Het cluster bestaat uit toezichthouders, Boa's en beleidsmedewerkers, totaal bijna 11 fte.

5.2 Taken en formatie cluster Toezicht en handhaving

Toezicht APV, RO BRP en Boa domein 1

In zijn algemeenheid geldt dat voor alle medewerkers van de gemeente de taken en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in een toepasselijke functiebeschrijving en in het competentieboek. Dit geldt ook voor de toezichthouders. Naast de toezichthoudende bevoegdheden zijn enkele medewerkers van het cluster Toezicht en handhaving tevens beëdigd als BOA. De beëdiging en aansturing van de BOA's gebeurt door het Openbaar Ministerie.

In de gemeentelijke mandaatregeling is verder geregeld welke zaken door het college van burgemeester en wethouders aan het cluster Toezicht en handhaving zijn gemandateerd.

 

Een boa is een ambtenaar met een specifieke opsporingsbevoegdheid. Dat houdt o.a. in dat de boa mag onderzoeken of er bepaalde strafbare feiten zijn gepleegd.

De taak van de boa verschilt van die van de politie. Zij zijn buitengewoon, en dus niet algemeen, opsporingsbevoegd. Het handhaven van de openbare orde is toebedeeld aan de politie. De boa domein 1 is er voor de leefbaarheid van de openbare ruimte.

 

Onze boa’s hebben specifieke toezichthoudende taken op het gebied van domein I en zijn voor het merendeel als toezichthouder aan het werk. Ze controleren op de naleving van:

  • Vergunningen en regelgeving in de buitenruimte

    • o

      APV

    • o

      Afvalstoffenheffing

    • o

      Parkeren

    • o

      Geluid- en geurhinder

    • o

      Reclame

    • o

      Alcoholwet

    • o

      Evenementenvergunningen

  • Bestemmingsplan (strijdig gebruik)

  • BRP en BAG

  • Exploitatievergunningen

  • Winkeltijdenwet

  • Wet op de kansspelen

  • Standplaatsvergunningen

  • Voorwaarden omgevingsvergunningen en overige afspraken voor behoud van groen

    • o

      Herplantplicht

    • o

      Illegale kap

    • o

      Behoud van landschappelijke waarden

Fte

Toezichthouder APV + Boa domein 1

1

Toezichthouder APV, RO, BRP + Boa domein 1

3

Toezichthouder APV, RO, BRP + bouwen + Boa domein 1 (combinatiefunctie)

1

Toezichthouder bouwen + RO

1,6

Toezichthouder Flora en Fauna (inhuur via cluster Buiten)

0,25

Juridisch beleidsmedewerker

3,00

Administratief medewerker

1

TOTAAL

10,85

 

5.3 Taakverdeling binnen ons team

Onze toezichthouders zijn breed inzetbaar en werkzaam door het hele gebied van de gemeente. Zij werken grotendeels in koppels en kunnen gemakkelijk schakelen en werk van elkaar overnemen. Daardoor wordt het ontstaan van vaste handhavingsrelaties voorkomen.

 

Boa/Toezichthouder APV

De boa/toezichthouder is zichtbaar op straat en vormt de ‘ogen en oren’ van de gemeente en het aanspreekpunt voor onze burgers. Onze boa’s/toezichthouders hebben een dienstverlenende rol, hij geeft voorlichting en is actief om preventieve maatregelen te treffen.

Voor het toezicht op landschappelijke kwaliteit/landschapselementen maken wij gebruik van de kennis over flora & fauna van cluster Buiten.

Mochten wij de boa bevoegdheden van een Boa domein 2 nodig hebben om te kunnen handhaven op overtredingen dan huren wij bevoegdheid in van de ODA.

 

Toezichthouder houder bouwen en ruimtelijke ordening

De toezichthouder bouwen en ruimtelijke ordening houdt zich bezig met het toezicht op regels die gelden ten aanzien van bouwen en ruimtelijke ordening. Daar waar er overlap is in toezichtstaken vindt er afstemming en/of samenwerking plaats met de Boa's.

 

Juridisch Beleidsmedewerker

De beleidsmedewerker is verantwoordelijk dat zaken juridisch volgens de geldende richtlijnen en wetten uitgevoerd worden.

De beleidsmedewerker verdeelt de lopende zaken onder de boa’s. Op basis van de constateringsrapporten van de boa doet de beleidsmedewerker een juridische verkenning en stelt indien nodig een handhavingsstrategie op. Daarnaast fungeren zij als vraagbaak voor de teamleden. Zij maken voorstellen, stellen het uitvoeringsprogramma en beleidsplan op.

De beleidsmedewerkers zijn verantwoordelijk voor afstemming met andere beleidsvelden en de politie.

5.4 Openbare orde en veiligheid

In het kader van ondermijning voeren wij controles uit in opdracht van het cluster OOV en hebben wij een signalerende functie.

Het lokaal bestuur heeft een integraal (domeinoverstijgend) veiligheidsbeleid.

Het cluster Openbare Orde en Veiligheid (OOV) is verantwoordelijk voor het opstellen van het integraal veiligheidsbeleid. Het rapport van de rekenkamer laat zien dat de verbinding met het cluster OOV een belangrijke plek heeft in de uitvoering van toezicht en handhaving.

De ambtenaar OOV is onze adviseur als het gaat om vraagstukken m.b.t. openbare orde en veiligheid en sluit aan bij de het overleg van de lokale veiligheidsdriehoek3.

De ambtenaar OOV is aanspreekpunt voor de politie en staat in nauwe verbinding met het cluster participatie als het om jeugd en zorg gaat.

5.5 Vergunningverlening en handhaving

Organisatorisch is er gekozen voor een scheiding tussen vergunningverlening en handhaving. Binnen de gemeente Bronckhorst is het cluster Omgeving verantwoordelijk voor het verlenen van vergunningen. Wij houden het toezicht en handhaven waar nodig. De onderdelen vergunningverlening, toezicht en handhaving zijn zowel op persoonsniveau, objectniveau, managementniveau als bestuurlijk niveau van elkaar gescheiden. Bovendien is er bij alle drie de onderdelen een functionele scheiding aangebracht.

6. Relevante ontwikkelingen

 

Er zijn ontwikkelingen die van invloed zullen zijn op ons werk. Het gaat om landelijke en lokale ontwikkelingen, waarbij u moet denken aan de onderwerpen in onderstaande paragrafen.

6.1 Mediation

De afgelopen periode krijgen wij steeds meer meldingen binnen waarbij het onderliggende probleem een burengeschil is. Als dit geschil niet wordt opgelost blijven de meldingen binnenkomen. Daarom willen wij inzetten op buurtbemiddeling en/of mediation om de kern van het probleem op te lossen. In overleg met partijen kunnen wij dan (voorlopig) afzien van een juridische inhoudelijke beoordeling van de kwestie. Dit biedt ruimte om te zoeken naar alternatieven om te komen tot een oplossing van het geschil. Bij buurtbemiddeling en/of mediation worden zo nodig andere afdelingen, zoals cluster Participatie of OOV, maar ook onze ketenpartners betrokken.

De mediatior is een onafhankelijke derde die partijen helpt om het conflict op een voor alle partijen bevredigende manier op te lossen. Deze wordt ingehuurd of er wordt intern formatie vrijgemaakt om deze rol op te pakken.

6.2 Realisatiekracht

Het takenpakket en de beschikbare fte's zijn over de grote linie in balans. Wel zien wij een toename van complexe handhavingszaken waar integrale afstemming en belangenafweging meer juridische capaciteit vragen. In de komende beleidsperiode versterken wij de juridische beleidscapaciteit naar 3 fte, met een flexibele schil van 0,5 fte, indien de werkvoorraad hier om vraagt.

6.3 Omgevingswet

De grootste verandering brengt de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Met de invoering van de omgevingswet wordt het omgevingsrecht gemakkelijker gemaakt en worden de regels voor ruimtelijke projecten gebundeld. Met de verschuiving naar algemene regels en vergunningsvrij bouwen, komt er een zwaardere verantwoordelijkheid te liggen bij handhaving. Het accent verschuift van vergunningverlening vooraf naar toezicht en handhaving achteraf. Hierbij moeten wij onder andere controleren of alles wat vergunningsvrij gebouwd is wel aan die algemene regels voldoet.

6.4 Inrichten van digitale werkprocessen

Onze toezichthouders gaan werken met de mobiele app Squit op pad. Zij kunnen hierbij op hun tablet de bevindingen registreren en beschikken daarnaast over alle informatie over het object dat wordt gecontroleerd. Zij maken hierbij gebruik van landelijke controlelijsten.

Daarnaast maakt onze organisatie de overstap naar Rx.Mission. Het zaak- en objectgericht werken in het omgevingsdomein. In het omgevingsdossier zijn de locatiegegevens makkelijk te vinden en eenvoudig te gebruiken. De komende periode gaan wij deze programma’s zo optimaal mogelijk inrichten.

6.5 Wet private kwaliteitsborging (WKB)

De WKB voor het bouwen heeft als doel de kwaliteit van bouwwerken te verbeteren en de positie van de eindgebruiker te versterken. De aannemer moet na de afronding aantonen dat er aan de kwaliteitsborging is voldaan. Deze werkwijze geldt alleen voor bouwklasse I. Voor alle andere activiteiten (zoals bijvoorbeeld complexe bouwwerken en monumenten) blijft de huidige werkwijze gelden. Dit heeft gevolgen voor de manier waarop ons werk wordt vormgegeven. Wij zijn minder tijdens het bouwproces aanwezig en controleren achteraf. Dit heeft een personele consequentie voor de uitvoering van het toezicht en de handhaving door gemeenten. Bij vergunning aanvragen vanaf 1-1-2023 gaat voor een deel van de bouwwerken de nieuwe werkwijze gelden. De consequenties voor de nieuwe werkwijze voor de personele inzet zal geleidelijk in de loop van 2023/24 duidelijk worden. Wij zullen in 2023 een pilot draaien om met de nieuwe werkwijze te testen. In de loop van 2023 zal een werkproces worden opgesteld. Hiermee kunnen wij de personele consequenties in beeld brengen, zowel op het gebied van kwaliteit als kwantiteit.

6.6 Gebiedsgericht risicoprofiel

Wij starten met de voorbereiding voor het hierop volgende beleidsplan (2028-2032). Wij willen bij dat plan de risicoanalyse wat anders insteken en hierbij gebruik maken van een gebiedsgericht risicoprofiel. Niet elk gebied in de gemeente kent dezelfde problemen en daarom nemen wij iedere kern onder de loep en kijken welke risico’s daar gelden. Hier maken we dan een analyse van. Zijn deze gelijk voor andere kernen of zijn er verschillen? Vervolgens krijgen wij een inzicht van de aanwezige risicovolle situaties en de incidenten die zich voor kunnen doen. Daarna kunnen wij strategische keuzes maken bij het stellen van prioriteiten voor ons nieuwe beleidsplan.

6.7 Kaders stellen landschappelijke elementen

Wij willen in 2023 uitzoeken welke instrumenten wij op welke manier kunnen inzetten voor het behoud van landschappelijke elementen. Vervolgens stellen wij hiervoor duidelijke kaders op. Wij willen een onderzoeksbureau vragen om ons hierbij te ondersteunen bij deze specifieke kennis. In 2023 willen wij beginnen met het draaien van pilots.

6.8 Gastouderintensivering

Gastouderopvang (hierna: Voorziening Gastouderopvang, VGO) is een kwetsbare vorm van opvang en het verschil in kwaliteit tussen de VGO’s is groot. Jaarlijks wordt een aantal voorzieningen voor gastouderopvang geïnspecteerd op basis van een steekproef. Het kabinet heeft besloten het toezicht te intensiveren om de kwaliteit van de gastouderopvang beter te monitoren. Vanaf 2023 wordt daarom de steekproef verhoogd met 50%, wat betekent dat wij bij meer voorzieningen een controle uitgevoerd zal worden.

6.9 Pilot flexibel toezicht kinderopvang

Sinds 1 januari 2022 heeft de GGD de mogelijkheid om een flexibele inspectiewijze te hanteren. Het doel van flexibel inspecteren is het verhogen van de kwaliteit van de kinderopvang. Met de invoering van de flexibele inspectieactiviteit wordt de vaste (verplichte) set minimaal te toetsen onderwerpen losgelaten. De volgende onderwerpen zoals de controle op VOG, de inschrijving in het personenregister kinderopvang (PRK), de pedagogische kwaliteit en de te toetsen items op VE (voorschoolse educatie) blijven bestaan.

 

De jaren 2022 en 2023 zijn overgangsjaren. GGD Noord- en Oost-Gelderland is, in overleg met de gemeenten, gestart in juni 2021. Evaluatie vindt intern plaats in november 2021.

Eventuele aanpassingen worden doorgevoerd in 2023 zodat er in 2024 daadwerkelijk gestart wordt met flexibel inspecteren.

7. Uitvoeringsprogramma

 

Ons beleidsplan wordt vertaald naar een uitvoeringsprogramma. Deze wordt vastgesteld voor de periode van twee jaren en ter kennisgeving aan raad en provincie gestuurd. In dit uitvoeringsprogramma geven wij onze taken weer en hoe wij deze gaan uitvoeren. Daarbij passen wij de prioriteiten toe zoals die in het beleid zijn vastgesteld.

Voor de activiteiten die de prioriteit ‘Hoog’ hebben werken wij met een activiteitenkaart. Hierin wordt beschreven:

* wat wij doen;

* wat onze doelen zijn;

* welke naleefstrategie hierbij past;

* en hoe wij deze gaan monitoren.

Op alle activiteiten zetten wij capaciteit in, maar de prioritering geeft de mate van intensiviteit en volgorde aan waarin wij dit doen. Voor de activiteiten met de scores ‘Gemiddeld’ en ‘Laag’ betekent dit een lagere frequentie en intensiteit. Uitgangspunt is hierbij dat wij zichtbaar willen zijn voor onze inwoners en ondernemers. Die zichtbaarheid bereiken wij ook door mee te doen aan ‘De Groene Nacht’4. Vanaf 2023 zullen wij ook onze zichtbaarheid vergroten door het toezicht (deels) uit te voeren met een auto die voorzien is van een logo en striping. Op het moment dat in de praktijk blijkt dat de overgebleven capaciteit onvoldoende is, zullen wij dit rapporteren.

8. Onze ketenpartners

 

Bij de uitvoering van onze taken werken wij nauw samen met enkele ketenpartners. Wij voeren ons plan uit vanuit een integrale gedachte waarbij onze partners actief zijn betrokken. Hieronder vindt u een opsomming wie deze partners zijn:

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Bronckhorst in zijn openbare vergadering van 23 februari 2023,

de griffier,

M. Veenbergen

de voorzitter,

M. Besselink

BIJLAGE 1 - De Risicoanalyse

De basis; uitkomst Risicoanalyse, juni 2022

De Anteagroup is als een instituut ingehuurd om door middel van een standaardmethode tot een inschatting van onze risico’s te komen. Deze analyse wordt gebruikt om onze beleidskeuzes te onderbouwen. De risico’s worden als volgt onderverdeeld:

 

Het voorgaande beleid is opgesteld met gebruikmaking van dezelfde methode door de Anteagroup. Ten opzichte van de vorige analyse hebben wij een ander onderscheid in categorieën gemaakt. Dit sluit aan bij ons huidige uitvoeringsprogramma waardoor er een beter overzicht en inzicht is. Toch komen de uitkomsten wat betreft aandachtsgebieden grotendeels overeen. Met als uitzondering van het onderwerp monumenten die in de vorige analyse niet is opgenomen.

 

De score komt tot stand door een aantal risicofactoren te waarderen met een getal, waarbij de toepasselijkheid van de betreffende factor wordt gezien in relatie tot de betreffende activiteit. Voor Bronckhorst is de hoogst te behalen score voor een activiteiten 46,4 punten.

 

Bouwen / Slopen

 

Ruimtelijke ordening/ strijdig gebruik

 

APV en bijzondere wetten

 

Ondermijning heeft een hoge prioriteit. Wat betekent dit?

Al het toezicht waar het doel is om ondermijning te bestrijden krijgt de hoogste prioriteit. Bijvoorbeeld controle van een standplaatsvergunning (normaal lage prioriteit) waar een vermoeden is van criminele activiteiten krijgt een hoge prioriteit.

BIJLAGE 2 - Referenties voor dwangsombedragen

Bouwen en monumenten

Overtreding

maximale dwangsom (in €)

Maximale dwangsom max. (in €)

Bouwen

In stand houden van een bouwwerk dat is gebouwd zonder bouwvergunning, dan wel doorgaan van het bouwen daarvan in het geval van grote bouwwerken en /of grote vervolg consequenties

10.000 per week

50.000

In stand houden van een bouwwerk dat gebouwd is in afwijking van de omgevings(-bij allemaal)/bouwvergunning dan wel doorgaan van het bouwen daarvan in het geval van grote bouwwerken en /of grote vervolg consequenties

10.000 per week

50.000

In stand houden van een bouwwerk dat is gebouwd zonder omgevings/bouwvergunning, dan wel doorgaan van het bouwen daarvan in het geval van kleine bouwwerken en /of geringe vervolg consequenties

1.000 per week

5.000

In stand houden van een bouwwerk dat gebouwd is in afwijking van de omgevings/bouwvergunning dan wel doorgaan van het bouwen daarvan in het geval van kleine bouwwerken en/of geringe vervolg consequenties

1.000 per week

5.000

Niet handelen conform de voorschriften van de omgevings/bouwvergunning, zoals melden en aanleveren van bescheiden

2.000 per keer

10.000

Onveilige gebouwen

In stand houden van een bouwwerk dat onveilig is, in het geval van grote bouwwerken en /of grote vervolg consequenties

10.000 per week

50.000

In stand houden van een bouwwerk dat onveilig is, in het geval van kleine bouwwerken en /of geringe vervolg consequenties

1.000 per week

5000

Slopen

Doorgaan van slopen van een bouwwerk zonder omgevings/sloopvergunning

2.000 per dag

10.000

Monument

Handelingen aan een monument zonder omgevings/monumentenvergunning, met onomkeerbare gevolgen

10.000 per week

50.000

Handelingen aan een monument zonder omgevings/monumentenvergunning met omkeerbare gevolgen

1.000 per week

5.000

Bouwstop

Negeren van een opgelegde bouwstop in het geval van grote bouwwerken en /of grote vervolg consequenties

10.000 per dag

50.000

Negeren van een opgelegde bouwstop in het geval van kleine bouwwerken en /of geringe vervolg consequenties

1.000 per dag

5.000

 

Ruimtelijke ordening

overtreding

maximale dwangsom (in €)

Maximale dwangsom max. (in €)

Strijdig gebruik

Gebruik strijdig met de bestemming met grote neveneffecten als gevolg, zoals onomkeerbaarheid, economische belangen e.d.

10.000 per dag\ per keer

50.000

Gebruik strijdig met de bestemming met geringe neveneffecten als gevolg, zoals onomkeerbaarheid e.d

1.000 per dag\per keer

5.00

Illegale bewoning

onrechtmatige bewoning van recreatie-objecten

1.500 per week

30.000

Aanlegvergunning

Handelingen verrichten zonder aanlegvergunning met grote neveneffecten als gevolg, zoals onomkeerbaarheid e.d.

10.000 per dag\per keer

50.000

Handelingen verrichten zonder aanlegvergunning met geringe neveneffecten als gevolg, zoals onomkeerbaarheid e.d.

1.000 per dag\per keer

5.000

Overstand kamperen

Teveel geplaatst kampeermiddel op een kampeerterrein

1.000 per dag

5.000

Parkeren

Overtreding parkeervoorschriften uit de ontheffing

100 per keer

500

 

APV

overtreding

maximale dwangsom (in €)

Maximale dwangsom max. (in €)

Exploitatievergunning

Exploiteren van een horecabedrijf zonder exploitatievergunning

2.000 per dag\per keer

10.000

Overtreding van de voorschriften van de exploitatievergunning

2.000 per dag\per keer

10.000

Terrassen

Exploiteren van een terras zonder vergunning

1.000 per dag\per keer

5.000

Overtreding van de voorschriften van de terrasvergunning

1.000 per dag\per keer

5.000

Evenementen

Overtreding van de voorschriften van de evenementen vergunning.

(Bij grootschalige commerciële evenementen berekenen naar economisch voordeel)

1.000 per dag\per keer

5.000

 

Wet op de kansspelen

overtreding

maximale dwangsom (in €)

Maximale dwangsom max. (in €)

Speelautomaten

Aanwezigheid van meer dan het vergunde aantal speelautomaten in een hoog- of laagdrempelige inrichting

1.000 per week

5000

 

Brandveiligheid

overtreding

maximale dwangsom (in €)

Maximale dwangsom max. (in €)

Zware overtreding

5.000 per dag\per keer

25.000

Lichte overtreding

1.000 per dag

5.000

 

Alcoholwet

overtreding

maximale dwangsom (in €)

Maximale dwangsom max. (in €)

Alcoholwetvergunning

Exploiteren van een horecabedrijf zonder Alcoholwetvergunning

2.000 per dag\per keer

10.000

Overtreding van de voorschriften van de Alcholwetvergunning

2.000 per dag\per keer

10.000

 

Kinderopvang

Indien overgegaan wordt tot handhaven wordt de bijlage Afwegingsoverzicht uit de beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Bronckhorst (datum inwerkingtreding 15 april 2014) gehanteerd.

 

Milieu

Omgevingsdienst Achterhoek voert voor gemeente Bronckhorst de wettelijke milieutaken uit. Indien overgegaan wordt tot handhaven hanteren zij als uitgangspunt de Leidraad handhavingsacties van www.infomil.nl.


1

Awb 1:2, onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

2

Bij een juridische verkenning wordt o.a. uitgezocht wat het geldende bestemmingsplan is en wat er mogelijk is volgens het bestemmingsplan.

3

De lokale veiligheidsdriehoek bestaat uit de burgemeester, politie en officier van justitie.

4

De Groene Nacht is een gezamenlijke nachtdienst met als doel vanuit ieders vakgebied plekken aan te wijzen die extra aandacht behoeven. Deze activiteit is een direct uitvloeisel van de samenwerking tussen een groot aantal partijen die plaatsvindt binnen het Keurmerk Veilig Buitengebied. Bronckhorst is de eerste gemeente in Nederland die in mei 2017 het certificaat behorende bij dit Keurmerk heeft gekregen. Buitengebieden zijn vatbaar voor criminele en illegale praktijken. Leegstaande schuren, de uitgestrektheid van het gebied en weinig pottenkijkers maken het tot een aantrekkelijk werkgebied voor de onderwereld.