HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
Awb.: Algemene wet bestuursrecht
- b.
- c.
Drechtraad: het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Drechtsteden;
- d.
Drechtstedenbestuur: het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Drechtsteden;
- e.
Drechtsteden: de aan het openbaar lichaam Drechtsteden deelnemende gemeenten;
- f.
eenmalige subsidie: subsidie ten behoeve van incidentele projecten of activiteiten waarvoor het Drechtstedenbestuur slechts voor maximaal vier jaar subsidie wil verstrekken;
- g.
jaarlijkse subsidie: subsidie die per boek- of schooljaar of voor een bepaald aantal boek- of schooljaren aan een instelling voor een periode van maximaal vier boek- of schooljaren wordt verstrekt;
- h.
schooljaar: periode van 1 september van enig kalenderjaar tot en met 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar.
Artikel 2. Aanvrager
Subsidies kunnen worden aangevraagd door natuurlijke personen en rechtspersonen, met dien verstande dat subsidies groter dan 20.000 euro slechts kunnen worden aangevraagd door een rechtspersoon. Het Drechtstedenbestuur kan bij nadere regels hiervan afwijken.
Artikel 3. Reikwijdte verordening
- 1.
Voor de activiteiten op de volgende beleidsterreinen kan subsidie worden verstrekt:
- a.
verkeer, vervoer en waterstaat;
- b.
- c.
- d.
cultuur, recreatie en toerisme;
- e.
sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening;
- f.
volksgezondheid en milieu;
- g.
ruimtelijke ordening en volkshuisvesting.
- 2.
Het Drechtstedenbestuur kan nadere regels stellen waarin minimaal worden vermeld: de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie op de beleidsterreinen zoals genoemd in het eerste lid van dit artikel.
Artikel 4. Bevoegdheid Drechtstedenbestuur
- 1.
Het Drechtstedenbestuur is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies met in achtneming van de in de begroting opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond.
- 2.
Het Drechtstedenbestuur is bevoegd om voorwaarden en verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden.
- 3.
Bij subsidies die worden verstrekt uit middelen die daartoe door de Provincie of het Rijk beschikbaar zijn gesteld en waarover het openbaar lichaam Drechtsteden verantwoording aan de Provincie of het Rijk dient af te leggen, is het Drechtstedenbestuur bevoegd om voorwaarden en verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden, die erop zijn gericht om het openbaar lichaam Drechtsteden in staat te stellen tijdig en volledig aan haar verantwoordings-verplichtingen jegens de Provincie of het Rijk te voldoen.
HOOFDSTUK 3. AANVRAAG VAN DE SUBSIDIE
Artikel 6. Bij de aanvraag in te dienen gegevens
- 1.
De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het Drechtstedenbestuur.
- 2.
Bij een aanvraag voor een subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:
- a.
een beschrijving en het beoogde doel van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;
- b.
bij een aanvraag voor een subsidie van meer dan 20.000 euro overlegt de aanvrager de gegevens omtrent de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. Bovendien vermeldt de aanvraag ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de Drechtsteden of haar ingezetenen en op door het openbaar lichaam Drechtsteden vastgestelde doelen of beleidsterreinen;
- c.
een begroting van baten en lasten van de activiteiten, waar de subsidie voor wordt aangevraagd. Deze begroting bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan. Bij een aanvraag voor een subsidie van meer dan 20.000 euro bevat de begroting een vergelijking met de voorgaande begroting en de jaarrekening;
- d.
indien van toepassing bij een jaarlijkse subsidie vanaf 20.000 euro, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag.
- 3.
Indien een rechtspersoon voor de eerste maal een subsidie aanvraagt, kan inzage worden gevraagd in de volgende documenten: de oprichtingsakte, de statuten en indien mogelijk het meest recente jaarverslag, de jaarrekening inclusief de balans.
- 4.
Het Drechtstedenbestuur is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in het tweede en derde lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende, zijn.
Artikel 7. Subsidiëring mede door andere bestuursorganen
Indien het Drechtstedenbestuur subsidie verstrekt voor activiteiten, die mede door andere bestuursorganen worden gesubsidieerd, kan het Drechtstedenbestuur afwijken van de bij of krachtens deze Algemene subsidieverordening aan de subsidie te verbinden verplichtingen, voor zover dit wenselijk is met het oog op een goede afstemming met de door die andere bestuursorganen opgelegde of op te leggen verplichtingen en het gemeentelijke belang waarvoor de subsidie wordt verstrekt.
Artikel 8. Aanvraagtermijn
- 1.
Een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie wordt ingediend uiterlijk vóór 1 oktober in het jaar voorafgaand aan het jaar, of de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.
- 2.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie door instellingen die onderwijsactiviteiten verzorgen ingediend uiterlijk vóór 1 juni voorafgaande aan het schooljaar waarin deze activiteiten worden uitgevoerd.
- 3.
Een aanvraag voor een eenmalige subsidie kan het gehele jaar door worden ingediend, maar moet minimaal acht weken voor aanvang van de activiteiten worden ingediend.
- 4.
Het Drechtstedenbestuur kan bij nadere regels andere termijnen stellen voor het indienen van een aanvraag voor daarbij aan te wijzen subsidies.
Artikel 9. Beslistermijn
Het Drechtstedenbestuur beslist op een aanvraag voor een subsidie binnen 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag, dan wel 13 weken gerekend vanaf de uiterste indieningtermijn voor het aanvragen van de subsidie.
HOOFDSTUK 5. VERLENING VAN DE SUBSIDIE
Artikel 11. Verlening subsidie
Onverlet de algemene verplichtingen uit hoofdstuk 7 van deze verordening, geeft het Drechtstedenbestuur in de beschikking aan welke verplichtingen aan de subsidie zijn verbonden en op welke wijze de aanvrager zich dient te verantwoorden over de door hem ontvangen subsidie.
HOOFDSTUK 6. Betaling en bevoorschotting van de subsidie
Artikel 12. Betaling en bevoorschotting
Indien besloten wordt tot bevoorschotting van de subsidie worden in het besluit tot subsidieverlening, de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald.
HOOFDSTUK 7. VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER
Artikel 13. Tussentijdse rapportage
Bij subsidies, hoger dan 100.000 euro, kan het Drechtstedenbestuur de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden baten en lasten. Een dergelijke tussentijdse verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar gevraagd.
Artikel 14. Meldingsplicht en steekproefsgewijze controle
- 1.
De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het Drechtstedenbestuur, zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de in de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan.
- 2.
Als uit de ingediende bewijsstukken blijkt dat niet is voldaan aan de meldingsplicht, kan het Drechtstedenbestuur de subsidie lager vaststellen of intrekken.
- 3.
Het Drechtstedenbestuur kan de subsidieontvanger verzoeken mee te werken aan een steekproefsgewijze controle ten aanzien van de gesubsidieerde activiteiten. De subsidieontvanger dient desgevraagd bewijsstukken te overleggen.
Artikel 15. Overige verplichtingen van de subsidieontvanger
- 1.
De subsidieontvanger informeert het Drechtstedenbestuur zo spoedig mogelijk schriftelijk over:
- a.
besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;
- b.
relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;
- c.
ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen;
- d.
wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon;
- e.
handelingen als vermeld in artikel 4:71 Awb.
- 2.
Indien de jaarlijkse subsidiebeschikking meer bedraagt dan 20.000 euro per jaar dan is de subsidieontvanger verplicht een egalisatiereserve te vormen conform artikel 4:72 Awb met als titel egalisatiereserve openbaar lichaam Drechtsteden.
- 3.
Indien het verstrekken van subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, is de subsidieontvanger in de gevallen zoals genoemd in artikel 4:41 lid 2 Awb, daarvoor een vergoeding verschuldigd aan het Drechtstedenbestuur. De vergoeding wordt bepaald naar evenredigheid van de mate waarin de subsidie aan de vermogensvorming heeft bijgedragen. Het Drechtstedenbestuur kan een lagere vergoeding vaststellen.
Artikel 16. Niet-doelgebonden verplichtingen
Het Drechtstedenbestuur kan bij de subsidieverstrekking verplichtingen opleggen met betrekking tot:
- a.
de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid voor gehandicapten van de accommodatie waar de activiteiten plaatsvinden;
- b.
de inzet bij de activiteiten van personen die onder de zorgplicht van (een van) de Drechtsteden vallen in het kader van de Wet Werk en Bijstand, de Wet Investeren in Jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.
HOOFDSTUK 8. VERANTWOORDING EN VASTSTELLING VAN DE SUBSIDIE
Artikel 17. Verantwoording subsidies tot 20.000 euro
Subsidies tot 20.000 euro worden door het Drechtstedenbestuur:
- a.
- b.
verleend, waarbij het Drechtstedenbestuur aangeeft dat de subsidie ambtshalve zal worden vastgesteld binnen 13 weken nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht of;
- c.
verleend, waarbij het Drechtstedenbestuur– voordat het tot ambtshalve vaststelling overgaat - de aanvrager verplicht om op de door hem aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de subsidie verbonden verplichtingen.
Artikel 18. Verantwoording subsidies vanaf 20.000 tot 100.000 euro
- 1.
Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 20.000 euro, maar minder dan 100.000 euro, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het Drechtstedenbestuur:
- a.
bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten;
- b.
bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk vóór 1 april in het jaar na afloop van het kalenderjaar, respectievelijk 13 weken na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend;
- c.
in afwijking van het bepaalde in sub b, bij een jaarlijks verstrekte subsidie aan instellingen die onderwijsactiviteiten verzorgen, uiterlijk vóór 1 november na afsluiting van het schooljaar waarin deze activiteiten worden uitgevoerd.
- 2.
De aanvraag tot vaststelling bevat:
- a.
een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht en in hoeverre de doelstellingen zijn behaald;
- b.
een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden baten en lasten (financieel verslag of jaarrekening);
- c.
bij een subsidie tussen de 20.000 en 50.000 Euro een bestuurdersverklaring en vanaf 50.000 euro daarnaast ook: een beoordelingsverklaring over de activiteiten en de daaraan verbonden baten en lasten.
- 3.
Het Drechtstedenbestuur kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd.
Artikel 19. Verantwoording subsidies vanaf 100.000 euro
- 1.
Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 100.000 euro, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het Drechtstedenbestuur:
- a.
bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten;
- b.
bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk vóór 1 april in het jaar na afloop van het kalenderjaar, respectievelijk 13 weken na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend;
- c.
in afwijking van het bepaalde in sub b, bij een jaarlijks verstrekte subsidie aan instellingen die onderwijsactiviteiten verzorgen, uiterlijk vóór 1 november na afsluiting van het schooljaar waarin deze activiteiten worden uitgevoerd.
- 2.
De aanvraag tot vaststelling bevat:
- a.
een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en in hoeverre de doelstellingen zijn behaald;
- b.
een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden baten en lasten (financieel verslag of jaarrekening);
- c.
een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;
- d.
een accountantsverklaring.
- 3.
Het Drechtstedenbestuur kan bepalen dat ook andere, of minder dan de, in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd.
Artikel 20. Vaststelling subsidie
- 1.
Het Drechtstedenbestuur beslist op een aanvraag tot vaststelling van een subsidie binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag, dan wel 13 weken gerekend vanaf de uiterste indieningtermijn voor het indienen van aanvragen tot vaststelling van de subsidie.
- 2.
Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het eerste lid genoemde termijn, dan bericht het Drechtstedenbestuur de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.
- 3.
Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het in het eerste lid genoemd tijdstip is ontvangen, gaat het Drechtstedenbestuur zes weken na een eenmalig rappel over tot ambtshalve vaststelling.
HOOFDSTUK 9. OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 21. Hardheidsclausule
Het Drechtstedenbestuur kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3 en 10 voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. De reden voor het toepassen van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit.
Artikel 22. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011.
Artikel 23. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als Algemene subsidieverordening openbaar lichaam Drechtsteden.