Organisatie | Berkelland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Alcoholverordening gemeente Berkelland 2023 |
Citeertitel | Alcoholverordening gemeente Berkelland |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Drank- en horecaverordening.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-03-2023 | nieuwe regeling | 14-02-2023 |
Artikel 2 Schenktijden paracommerciële rechtspersonen
Paracommerciële rechtspersonen verstrekken in de door hen geëxploiteerde inrichting uitsluitend alcoholhoudende drank vanaf één uur voor het begin tot uiterlijk één uur na beëindiging van activiteiten. De activiteiten passen binnen de statutaire doelstellingen van de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon.
Artikel 4 Verbod verstrekken alcoholhoudende drank tijdens jeugdactiviteiten
Het is verboden in een paracommerciële inrichting alcoholhoudende drank te verstrekken tijdens activiteiten die geheel of in belangrijke mate zijn gericht op personen jonger dan 18 jaar.
Artikel 5 Verbod prijsacties horeca
Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken voor gebruik ter plaatse te verstrekken tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die gewoonlijk door in de paracommerciële inrichting wordt gevraagd.
Aangezien de Alcoholverordening een medebewindsverordening is, kan volstaan worden met een verwijzing naar de begripsbepalingen van de wet en is in artikel 1 volstaan met 4 essentiële begripsbepalingen.
Artikel 2 Schenktijden paracommerciële rechtspersonen
Volgens artikel 4, derde lid, van de Alcoholwet moeten bij verordening in ieder geval regels worden gesteld over de schenktijden. Dit moet oneerlijke concurrentie voorkomen.
Er is in artikel 2 aangesloten bij het in veel gemeenten al bestaande voorschrift dat alleen alcoholhoudende drank mag worden geschonken vanaf een uur voor aanvang en tot een uur na beëindiging van activiteiten die passen binnen de statutaire doelstellingen van de rechtspersoon. De schenktijd is op uiterlijk 24.00 uur vastgesteld omdat de verenigingsactiviteiten meestal om 23.00 uur (of al eerder) afgelopen zijn en dat dan nog een uur resteert voor de nazit.
Om de drankverstrekking buiten de eigenlijke activiteiten van de rechtspersoon nog verder te beperken en het concurrerende effect van sportkantines e.d. voor de reguliere horeca tegen te gaan, is in het tweede lid toegevoegd dat op zaterdag, zondag en algemeen erkende feestdagen* uitsluitend alcoholhoudende drank mag worden verstrekt van 10.00 tot 24.00 uur en op andere dagen van 18.00 tot 24.00 uur.
* Onder algemeen erkende feestdagen worden verstaan: Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, Pasen, Koninginnedag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, Pinksteren, Kerst, Oudejaarsdag maar ook plaatselijk algemeen aanvaarde feestdagen als kermis, volksfeesten en carnaval. Voorwaarde blijft dat de verstrekking van alcoholhoudende drank alleen is toegestaan tijdens activiteiten die passen binnen de statutaire doelstellingen van de desbetreffende paracommerciële rechtspersoon.
In lid 3 van dit artikel is de burgemeester de bevoegdheid toegekend om in bijzondere omstandigheden in relatie tot de activiteiten van de rechtspersoon, een ontheffing van de voorgeschreven schenktijden te kunnen verlenen. Deze ontheffing heeft een doorlopend karakter. In tegenstelling tot de ontheffingsbevoegdheid in artikel 4 lid 4 van de wet (op grond waarvan de burgemeester met het oog op bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard ontheffing van deze voorschriften kan verlenen.
Artikel 3 Bijeenkomsten paracommerciële rechtspersonen
Met bijeenkomsten van persoonlijke aard wordt gedoeld op bijeenkomsten die geen direct verband houden met de activiteiten van de desbetreffende paracommerciële instelling, zoals bruiloften, feesten, partijen, recepties, jubilea, verjaardagen, bedrijfsfeesten, koffietafels, condoleancebijeenkomsten en dergelijke. Persoonlijke bijeenkomsten die toch direct verband houden met de activiteiten van de rechtspersoon, zoals het afscheid van de voorzitter van een vereniging, vallen niet onder het bereik van deze bepaling en zijn dus wel toegestaan.
Verder moet bij bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn, gedacht worden aan bijv. bedrijfsfeesten en bijeenkomsten van andere organisaties. Dit doet zich voor als een paracommerciële rechtspersoon zijn kantine of een andere ruimte verhuurt aan derden om bijvoorbeeld een feest te geven of activiteiten te organiseren waarbij alcoholhoudende drank wordt verstrekt. Als dit laatste het geval is, dan kan er ook oneerlijke mededinging ontstaan met de reguliere horeca.
In het tweede lid is bepaald dat het verbod op het verstrekken van alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard ook geldt voor situaties waarin de paracommerciële rechtspersoon haar inrichting als feestruimte aan anderen verhuurt c.q. ter beschikking stelt.
Ontheffing door de burgemeester
Op grond van artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet heeft de burgemeester de bevoegdheid om voor ten hoogste 12 aaneengesloten dagen ontheffing te verlenen van de in de verordening opgenomen voorschriften zoals de voorgeschreven schenktijden en het verbod op alcoholverstrekking tijdens “oneigenlijke” activiteiten.
Volgens de wet kan alleen ontheffing worden verleend, als het gaat om bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard. Uit deze bewoordingen blijkt dat hier zeer terughoudend mee moet worden omgegaan. Omdat de burgemeester deze bevoegdheid rechtstreeks aan de wet ontleent kan de raad hieraan verder geen beperkingen stellen. De burgemeester kan hiervoor wel zelf beleidsregels opstellen (artikel 4:81 van de Awb).
Welke activiteiten vallen onder de activiteiten van een paracommerciële instelling?
Voor alle duidelijkheid volgt hieronder een opsomming van activiteiten die wel tot de eigenlijke activiteiten van de paracommerciële instelling worden gerekend en dus toegestaan zijn.
Artikel 4 Verbod verstrekken van drank
Op grond van artikel 25a van de wet kan het verstrekken van alcoholhoudende drank in inrichtingen bij gemeentelijke verordening worden verboden of beperkt. Op grond van lid 2 (sub a) van dit artikel kan worden bepaald dat dit verbod of deze beperking alleen geldt voor bepaalde categorieën van inrichtingen, bepaalde gebiedsdelen en/of bepaalde tijden.
Op grond van dit artikel is in de verordening bepaald dat het verboden is alcoholhoudende drank te verstrekken gedurende de tijd dat een paracommerciële inrichting wordt gebruikt voor activiteiten die geheel of in belangrijke mate zijn gericht op personen onder de 18 jaar. Met dit artikel wordt de jeugd beschermd tegen de schadelijke invloed van alcohol.
Als vuistregel kan ervan worden uitgegaan dat het verbod geldt zodra de activiteit(en) voor de helft of meer door jongeren wordt bezocht en/of hieraan wordt deelgenomen.
Artikel 5 Verbod prijsacties horeca
In artikel 5 is een verbod op het houden van prijsacties in de horeca opgenomen. Dit verbod heeft met name betrekking op de zgn. happy hours waarbij een horecabedrijf gedurende één of enkele uren tegen sterk gereduceerde prijzen alcoholhoudende drank aanbiedt om op deze wijze bezoekers te trekken.
Het verbod wil overmatig alcoholgebruik door dergelijke prijsacties tegen gaan.
Dit verbod is gebaseerd op artikel 25d van de wet op grond waarvan het mogelijk is om, ter bescherming van de volksgezondheid of in het belang van de openbare orde te verbieden dat er alcoholhoudende dranken verstrekt worden tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de betreffende horecalokaliteit of op het betreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd.
Artikel 6 Betaalde proeverijen bij een slijterij
Het is voor slijters verboden in hun slijterij een proeverij te organiseren. Het is alleen toegestaan de klant te laten proeven als hij daarom verzoekt. Dat proeven moet bovendien gratis zijn (artikel 13, tweede lid, van de Alcoholwet).
Artikel 25e van de Alcoholwet maakt het mogelijk om bij verordening vrijstelling te verlenen van dit verbod Daardoor zijn betaalde proeverijen in slijtlokaliteiten toegestaan. Deze vrijstelling geldt voor alle slijters in de gemeente. Het nieuwe artikel 6 voorziet in die vrijstelling. De voorwaarden waaraan een proeverij moet voldoen staan in artikel 6.1 van het Alcoholbesluit:
Tijdens een proeverij is het verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende en alcoholvrije drank te verstrekken voor gebruik elders dan ter plaatse. Met uitzondering van alcoholhoudende en alcoholvrije drank die tijdens die proeverij is verstrekt voor gebruik ter plaatse aan de deelnemers van de proeverij.
Artikel 8 Inwerkingtreding en citeertitel