Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westervoort

Standplaatsenbeleid gemeente Westervoort 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWestervoort
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingStandplaatsenbeleid gemeente Westervoort 2023
CiteertitelBeleidsregels Standplaatsen gemeente Westervoort 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp
Externe bijlageBijlage 4 Aanvraagformulier Westervoort

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Standplaatsenbeleid gemeente Westervoort.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. Algemene plaatselijke verordening Westervoort 2021
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-03-2023nieuwe regeling

14-02-2023

gmb-2023-91832

Tekst van de regeling

Intitulé

Standplaatsenbeleid gemeente Westervoort 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westervoort,

 

Overwegende:

 

dat vanuit het oogpunt van het bieden van rechtszekerheid, het vereenvoudigen van de vergunningverlening en handhaving het gewenst is beleidsregels voor vergunningverlening voor standplaatsen vast te stellen;

 

gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht en op de artikelen 5:17 tot en met 5:20 van de Algemene plaatselijk verordening gemeente Westervoort 2021.

 

Besluiten:

 

vast te stellen de onderstaande beleidsregels.

 

Standplaatsenbeleid gemeente Westervoort 2023

Artikel 1 Algemene begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    APV: de actueel geldende Algemene plaatselijke verordening gemeente Westervoort;

  • b.

    openbare plaats: hetgeen in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties daaronder wordt verstaan;

  • c.

    standplaats: standplaats als bedoeld in lid 1 van artikel 5:17 van de APV;

  • d.

    incidentele standplaats: een gedeelte van de openbare plaats als bedoeld onder b, dat niet regelmatig of met vaste frequentie voor niet langer dan twee aaneengesloten dagen kan worden ingenomen als standsplaats;

  • e.

    ideële standplaats: een incidentele standplaats voor maatschappelijke niet-commerciële doeleinden;

  • f.

    seizoensgebonden standplaats: een gedeelte van de openbare plaats als bedoeld onder b, dat gedurende één of meerdere dagen per week kan worden ingenomen als standplaats voor de verkoop van seizoensgebonden producten voor een periode tot maximaal 3 maanden aaneengesloten per jaar;

  • g.

    vaste standplaats: een gedeelte van de openbare plaats (zie b), dat gedurende één of meerdere dagen per week kan worden ingenomen als standplaats voor een periode van minimaal 3 maanden per jaar op plaatsen genoemd in de tabel van artikel 4;

  • h.

    standplaats op particulier terrein: standplaats die op particulier terrein wordt ingenomen met toestemming van de rechthebbende;

  • i.

    vergunning: de vergunning tot het innemen van een standplaats als bedoeld in artikel 5:18, lid 1, van de APV;

  • j.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college een vergunning is verleend om een standplaats in te nemen.

Artikel 2 Aanvraag vergunning

Een vergunning wordt aangevraagd door middel van een volledig ingevuld en ondertekend formulier dat daartoe door of namens het college wordt verstrekt.

Artikel 3 Beoordeling aanvraag

  • 1.

    Het innemen van een standplaats wordt geregeld via artikel 5:18 APV. Hierin is een verbod opgenomen tot het aanbieden van goederen vanaf een vaste plaats in de openbare ruimte zonder vergunning van burgemeester en wethouders. Er geldt dus een vergunningsplicht voor het innemen van een standplaats.

  • 2.

    In artikel 5:18 lid 2 van de APV is opgenomen dat het college de vergunning weigert wegens strijd met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.

  • 3.

    Bij het beoordelen van de aanvraag aan het bepaalde in artikel 1:8 juncto artikel 5:18, lid 3, van de APV voor een vergunning wordt in elk geval getoetst aan de volgende criteria:

    • Bescherming openbare orde en veiligheid / beperken overlast (artikel 1:8 APV)

    • a.

      de doorgang van hulpdiensten als politie, brandweer en ambulance wordt niet belemmerd (minimaal doorgang van 3,5 m.);

    • b.

      de toegang tot gebouwen wordt niet belemmerd;

    • c.

      geur- of geluidshinder of enig andere vorm van overlast die te verwachten is voor gebruikers of zakelijk gerechtigden van de in de nabijheid van de standplaats gelegen onroerende zaken kan afdoende worden beperkt door het stellen van voorschriften;

    • d.

      de aangevraagde standplaats bevindt zich niet op de bij de gemeente in beheer zijnde gazons of groenstrook;

    • e.

      er kan worden voldaan aan de gestelde brandveiligheidsvoorschriften.

       

    • Waarborgen verkeersveiligheid (artikel 1:8 APV)

    • f.

      de aangevraagde standplaats belemmert niet het zicht op kruisingen, fiets- en voetgangersoversteken en blokkeert niet de uitritten van panden;

    • g.

      de aangevraagde standplaats is in beginsel niet gelegen op een parkeerplaats bestemd voor belanghebbenden (bijvoorbeeld: gehandicapten, elektrische auto of laad- en losplekken);

    • h.

      de vrije doorgang van het verkeer ter plaatse (voetgangers, fietsers, gemotoriseerd verkeer) wordt niet belemmerd;

    • i.

      de standplaats werkt niet verstorend of verwarrend op de verkeerskundige inrichting van de wegen, leidt daardoor niet tot onveilige verkeerssituaties of onveilig verkeersgedrag van verkeersdeelnemers op de weg;

    • j.

      de standplaats leidt niet tot onaanvaardbare toename van de parkeerdruk in de directe omgeving.

       

    • Waarborgen redelijke eisen welstand (artikel 5:18, lid 3, sub a APV)

    • k.

      Artikel 5:18, lid 3, sub a APV bevat als mogelijke weigeringsgrond het niet voldoen aan de redelijke eisen van welstand door de standplaats zelf of in verband met de omgeving.

       

    • Redelijk verzorgingsniveau (artikel 5:18, lid 3, sub b APV)

    • l.

      Er is geen sprake van dat consumenten afhankelijk zijn van slechts één winkel in een betreffende branche en dat deze mogelijk zal verdwijnen door het verlenen van de vergunning voor het innemen van een standplaats.

  • 4.

    De gemeente bepaalt de locaties waar de standplaatsen mogen worden ingenomen en bij de vergunning wordt een locatiekaart toegevoegd waarop de locatie nader is aangegeven.

  • 5.

    Op een standplaatslocatie mag maximaal één aanbieder per branche tegelijkertijd een standplaats innemen.

  • 6.

    Indien een aanvraag wordt ingediend voor een locatie waarop het maximaal aantal te verstrekken vergunningen is bereikt, wordt een vergunning geweigerd.

Artikel 4 Vaste standplaatsen

  • 1.

    Het college verstrekt een maximaal aantal vergunningen per locatie voor vaste standplaatsen op grond van de in artikel 3, lid 1, genoemde criteria, op de gemeentelijke locaties zoals opgenomen in tabel 1, op de beschikbare dagen en voor zover nog niet is voldaan aan het maximumaantal tegelijkertijd ingenomen standplaatsen:

    Tabel 1

    Plaats

    Locatie

    Tijdstip

    Maximumaantal vergunningen

    Stroom

    Westervoort

    Winkelcentrum de Wyborgh

    Alle dagen mogelijk

    4

    Nee

    Westervoort

    Winkelcentrum Broeklanden

    Alle dagen mogelijk

    4

    Nee

  • 2.

    Locaties kunnen wijzigen en/of vervallen.

  • 3.

    Voor seizoensgebonden en incidentele standplaatsen kunnen andere locaties worden aangewezen dan in de bovenstaande tabel weergegeven. De locaties moeten voldoen aan de criteria genoemd in artikel 3, lid 1.

  • 4.

    Een vergunninghouder met een vaste standplaats mag maximaal twee dagen per week op één locatie staan om te voorkomen dat de standplaats het karakter krijgt van een reguliere winkel.

  • 5.

    Aanvragen voor standplaatsen die op particulier terrein staan maar wel vergunningsplichting zijn, worden getoetst aan de criteria genoemd in artikel 3, lid 1.

  • 6.

    Voor ideële standplaatsen met een omvang tot 10 m2 en een duur van maximaal twee aaneengesloten dagen geldt geen vergunningplicht, maar een meldingsplicht.

Artikel 5 Voorwaarden standplaatsvergunning

  • 1.

    Een standplaatsvergunning bevat in ieder geval:

    • a.

      De naam en voornamen en correspondentieadres van de vergunninghouder;

    • b.

      de toegewezen standplaats met vermelding van de afmetingen ervan inclusief een tekening waarop de opstelling van de kraam is aangegeven;

    • c.

      de branche die de vergunninghouder voert;

    • d.

      indien het een vaste of incidentele standplaats betreft, de verplichting dat de vergunninghouder de standplaats na beëindiging van de verkoop of andere vergunde activiteiten de standplaats schoon achterlaat;

    • e.

      de voorschriften van de brandweer die in acht genomen moeten worden.

  • 2.

    Het college kan extra voorschriften aan de vergunning verbinden ter bescherming van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu.

  • 3.

    Een vergunning voor een vaste standplaats wordt in beginsel voor maximaal 12 jaar verleend.

  • 4.

    Een vergunning voor seizoensgebonden en incidentele standplaatsen wordt in beginsel voor de duur van de gevraagde periode verleend.

  • 5.

    Het college kan gemotiveerd de geldigheidsduur van de/een vergunning, in afwijking van het gestelde in lid 3 en 4 van dit artikel beperken.

  • 6.

    Een standplaatsvergunning is niet overdraagbaar.

Artikel 6 Inschrijving en procedure

  • 1.

    De gemeente Westervoort maakt het openbaar bekend via de gemeentelijke website en de gemeentelijke Westervoort Post als er één of meer vergunningen voor standplaatsen zijn vrijgekomen. Belangstellenden kunnen zich inschrijven voor de vrijkomende standplaats(en) voor een nader te bepalen datum. Bij meer dan één gegadigde voor een standplaatsvergunning op een bepaalde locatie wordt via een puntentoekenning aan de hand van kwalitatieve criteria (zie lid 6) de standplaats toegewezen.

    In de bekendmaking staan:

    • de locatie;

    • de beschikbare tijden;

    • de begindatum voor aanvragen (vanaf die datum kan een aanvraag worden ingediend);

    • de einddatum voor aanvragen (tot die datum kan een aanvraag worden ingediend);

    • hoe een aanvraag kan worden ingediend.

  • 2.

    Het aanvragen van een standplaatsvergunning garandeert niet dat een vergunning ook daadwerkelijk wordt verleend. Om voor een vergunning voor een vaste of seizoenstandplaats in aanmerking te komen dient zich geen weigeringsgrond, zoals genoemd in de APV, voor te doen. Daarnaast dient de aanvraag in overeenstemming te zijn met deze beleidsregel.

  • 3.

    De gemeente behandelt alleen volledige aanvragen, inclusief de op het formulier gevraagde bijlagen.

  • 4.

    Aanvragen die vóór de aanvang en ná de sluiting van de inschrijvingstermijn worden ontvangen worden geweigerd.

  • 5.

    Een aanvrager die een onvolledige aanvraag heeft ingediend, krijgt de gelegenheid om zijn aanvraag aan te vullen (artikel 4:5, lid 1, sub c, Awb), mits de aanvraag minimaal één week voor de einddatum is ingediend. De aanvulling moet vóór de einddatum worden ingediend. Als de aanvraag daarna nog niet volledig is, dan wordt deze buiten behandeling gelaten.

  • 6.

    Indien er meer aanvragen dan uit te geven vergunningen zijn, worden voor de afhandeling van vergunningaanvragen aan de hand van de onderstaande kwalitatieve criteria en de selectieleidraad zoals aangegeven in bijlage 2, punten toegekend tot het daarbij vermelde aantal maximumpunten;

    Toetsingscriterium

    Punten

    Richtlijn voor beoordeling/toekenning punten

    1

    Aanvullend karakter

    0-20

    Criteria ten aanzien van het artikel /product

    2

    Gegadigde

    0-40

    Criteria ten aanzien van de gegadigde

    3

    Ruimtelijke aspecten/ omgeving

    0-40

    Criteria ten aanzien van de uitstraling van de uitstalling

  • 7.

    Aanvragers komen in aanmerking in de volgorde van het aantal toegekende punten;

  • 8.

    De punten zullen worden toegekend door een selectiecommissie zoals beschreven in bijlage 2 die wordt benoemt door de gemeentesecretaris.

Artikel 7 Voorwaarden innemen standplaats

  • 1.

    Het college verleent uitsluitend een vergunning aan handelingsbekwame, natuurlijke personen. Een vergunninghouder dient de standplaats persoonlijk in te nemen en mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2.

    De vergunninghouder mag zich op de standplaats laten bijstaan door derden.

  • 3.

    Indien door ziekte de vergunninghouder zijn standplaats niet kan innemen en een vervanger daarvoor in de plaats wilt sturen, deelt hij dit schriftelijk mee aan de behandelend ambtenaar. Vervanging bij plotselinge verhindering wordt mondeling aan de behandelend ambtenaar gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan.

  • 4.

    In tegenstelling tot het gestelde in lid 1 van dit artikel mag de vergunninghouder voor een vaste standplaats zich laten vervangen voor een maximale periode van 6 weken.

  • 5.

    Indien de vergunninghouder van een vaste standplaats zijn standplaats 6 weken achtereenvolgend niet inneemt zonder schriftelijke opgaaf van redenen kan de vergunning door het college worden ingetrokken.

Artikel 8 Standplaats op particulier terrein

  • 1.

    Een standplaats op particulier terrein met de maximale duur van twee dagen moet worden gemeld.

  • 2.

    Een standplaats op particulier terrein met een duur van langer dan twee dagen heeft een vergunningsplicht.

  • 3.

    Aanvragen voor standplaatsen die op particulier terrein staan die vergunningsplichtig zijn, worden getoetst aan de criteria genoemd in artikel 3, lid 1.

  • 4.

    De tijden uit de Winkeltijdenverordening zijn overeenkomstig van toepassing op standplaatsen op particulier terrein.

  • 5.

    Een standplaats op eigen particulier terrein voor de verkoop van eigen gekweekte of geteelde producten is meldings- en vergunningsvrij.

Artikel 9 Omvang en gebruik van de standplaats

  • 1.

    De oppervlakte van de in te nemen standplaatslocatie, inclusief uitstallingen bedraagt ten hoogste 30 m2 mits kan worden voldaan aan de criteria in artikel 3, lid 1.

  • 2.

    Per standplaats zijn maximaal twee reclame-uitingen binnen de maximale afmetingen van de standplaats toegestaan.

  • 3.

    De reclame-uitingen genoemd in het tweede lid mogen maximaal 90 centimeter breed en 125 centimeter hoog zijn en mogen niet geplaatst worden op het naar oordeel van het college verkeersonveilige plaats.

  • 4.

    Een vergunninghouder mag objecten bij zijn standplaats plaatsen als deze binnen de maximale afmetingen van de standplaats worden geplaatst.

  • 5.

    De objecten als genoemd in het vierde lid mogen geen tafels, stoelen of banken zijn. Maximaal twee statafels zijn wel toegestaan.

  • 6.

    De vergunninghouder mag geen gebruik maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

  • 7.

    Het is in beginsel niet toegestaan bijbehorende (vracht-)voertuigen nabij de standplaats te parkeren anders dan tijdens de op- en afbouw tenzij anders bepaald in de vergunning.

  • 8.

    Als de objecten in het tweede en vierde lid buiten de aangewezen standplaatslocatie vallen of de standplaatshouder andere voorwerpen wil plaatsen, moet de standplaatshouder hiervoor een aparte vergunning aanvragen op grond van artikel 2:10 van de APV.

Artikel 10 Schoonhouden en ontruimen standplaats

  • 1.

    De vergunninghouder zorgt ervoor dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt.

  • 2.

    De vergunninghouder draagt zelf zorg voor de inzameling en afvoer van afval en levert de standplaats schoon op.

  • 3.

    Aan het eind van elke dag moet de directe omgeving van de standplaatsen schoon opgeleverd worden. Is hier naar het oordeel van het college geen sprake van dan wordt de locatie door of in opdracht van de gemeente schoongemaakt en worden de kosten in rekening gebracht bij de vergunninghouder met een minimaal bedrag van € 250,00.

Artikel 11 Evenementen

  • 1.

    Tijdens evenementen mag een standplaats waarvoor vergunning is verleend niet worden ingenomen, als de evenementen en/of activiteiten plaatsvinden op de betreffende locatie tenzij de vergunninghouder schriftelijk toestemming heeft van de organisator van het evenement/ de activiteit.

  • 2.

    Het college kan bij situaties als bedoeld in lid 1 van dit artikel besluiten een alternatieve dag of locatie aan te wijzen waarop de standplaatslocatie kan worden ingenomen.

Artikel 12 Tijdstip innemen standplaats

  • 1.

    Een standplaatsvergunning op maandag tot en met zaterdag wordt verleend voor de tijd van 08:00 uur tot maximaal 22:00 uur.

  • 2.

    Een standplaatsvergunning voor een zon- of feestdag wordt verleend voor de tijd van 13:00 uur tot maximaal 22:00 uur.

  • 3.

    Binnen de tijden genoemd in lid 1 en 2 dient ook de op- en afbouw van de standplaats plaats te vinden.

Artikel 13 Tijdelijk andere locatie of dag(deel) of andere eindtijd

  • 1.

    Het college kan, als dringende redenen of bijzondere omstandigheden dit noodzakelijk maken, in afwijking van de vergunning besluiten:

    • a.

      tijdelijk een andere locatie voor het innemen van een vaste of tijdelijke standplaats aan te wijzen;

    • b.

      als een daartoe aangewezen locatie niet beschikbaar is, een ander(e) dag(deel) aan te wijzen voor het innemen van een vaste of tijdelijke standplaats;

    • c.

      een eerdere eindtijd voor een dag(deel) te bepalen voor het gebruik van de vaste of tijdelijke standplaats.

  • 2.

    Een besluit als bedoeld in het eerste lid onder a tot en met c wordt tijdig aan vergunninghouder en eventuele belanghebbenden medegedeeld.

Artikel 14 Kosten

Voor het aanvragen van een vergunning zijn leges verschuldigd. De hoogte hiervan wordt jaarlijks vastgesteld in de legesverordening. Voor zover men gebruik wil maken van gemeentelijke stroomvoorziening, wordt een vergoeding van € 3,50 per dag in rekening gebracht. Daarnaast is voor het gebruik van een standplaats op gemeentegrond een vergoeding verschuldigd van € 4,00 per dag. Ten behoeve van de vaste standplaats wordt een huurovereenkomst (zie bijlage 3) afgesloten met de standplaatshouder voor het gebruik van de grond en eventueel gebruik van stroomvoorziening.

Artikel 15 Overgangsbepaling

  • 1.

    Op de voor de inwerkingtreding van deze beleidsregels ingediende aanvragen waarop nog niet is beslist, zijn deze beleidsregels van toepassing.

  • 2.

    Vergunningen die zijn verleend voor de inwerkingtreding van deze beleidsregels blijven van kracht.

Artikel 16 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na bekendmaking.

  • 2.

    Het standplaatsenbeleid gemeente Westervoort met daaropvolgende wijzigingen wordt ingetrokken.

Artikel 17 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Standplaatsen gemeente Westervoort 2023.

Westervoort, 14 februari 2023

Het college van burgemeester en wethouders

De burgemeester,

De secretaris,

Toelichting op de beleidsregels

Inleiding/aanleiding

Het te koop aanbieden van goederen en diensten vanaf een standplaats in de openbare ruimte is een niet meer weg te denken activiteit in de meeste gemeenten in Nederland. Voorbeelden van standplaatsen zijn bijvoorbeeld de visboer, de loempiakraam of de poelier. Ook de oliebollen-verkopers in de decembermaand en de ijsverkopers in het zomerseizoen vallen onder dit beleid. Standplaatsen verlevendigen de stad of het dorp, verschaffen werkgelegenheid, dragen bij aan de aantrekkelijkheid van de openbare ruimte en zijn een verrijking voor het voorzieningenaanbod voor de consument. Tegelijkertijd kan een standplaats op sommige locaties ook onveilige situaties veroorzaken.

 

Een vergunningstelsel is noodzakelijk omdat een standplaats ook overlast voor de omgeving of onveilig verkeersgedrag kan veroorzaken of het straatbeeld kan ontsieren. Om al deze belangen goed af te kunnen wegen is het gewenst beleid in de vorm van beleidsregels vast te stellen.

 

Het bestaande standplaatsenbeleid dateert uit 1998. Diverse wet- en regelgeving is sindsdien veranderd. Tevens is er de nodigde jurisprudentie uitgesproken verband houdende met standplaatsen. Het huidige standplaatsenbeleid is niet langer als actueel te beschouwen, hetgeen kan leiden tot knelpunten in de uitvoering van het beleid. Daarom dient het beleid geactualiseerd te worden.

 

Uitganspunten

Met de vaststelling van de beleidsregels wordt beoogd:

  • -

    Aanvragers voor een standplaatsvergunning duidelijkheid en rechtszekerheid te bieden over hun mogelijkheden en positie;

  • -

    heldere en transparante toetsingskaders te bieden bij de behandeling van aanvragen voor een vergunning;

  • -

    een eenduidig beleid binnen de gemeente Westervoort vast te stellen.

De beleidsregels vormen een juridisch kader voor de toetsing van aanvragen. Er kunnen zich evenwel bijzondere situaties voordoen die verlening van een aanvraag in afwijking van de beleidsregels rechtvaardigen. Artikel 4:84 Awb geeft het bevoegde bestuursorgaan een zogeheten inherente afwijkingsbevoegdheid. Dit betekent dat het overeenkomstig de beleidsregel handelt, tenzij dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. In dat geval is het bestuursorgaan, hoewel gesproken wordt van een bevoegdheid, verplicht om van de beleidsregel af te wijken. In dit opzicht verschilt een beleidsregel van een algemeen verbindend voorschrift (zoals een verordening), waarvan in beginsel niet mag worden afgeweken. Gelet op bovenvermelde inherente afwijkingsbevoegdheid behoeft de beleidsregel zelf geen hardheidsclausule te bevatten. Daar waar bij de toepassing van de beleidsregel blijkt dat stelselmatig moet worden afgeweken, kan dit aanleiding zijn om de beleidsregel aan te passen.

 

Juridisch kader

Bij het formuleren van beleidsregels dient rekening te worden gehouden met diverse andere wettelijke regelingen. Dit geldt ook voor de vergunninghouder bij het innemen van de standplaatsen. Hieronder zijn enkele relevante regelingen kort benoemd.

 

Algemene Plaatselijke Verordening

  • De gemeente Westervoort heeft in de Algemene Plaatselijke Verordening Westervoort 2021 een artikel (artikel 5.18) opgenomen waarin regels ten aanzien van standplaatsen zijn vastgelegd. Het artikel stelt dat zonder vergunning van het college geen standplaats mag worden ingenomen. Voorts wordt een aantal motieven genoemd op basis waarvan een vergunning kan worden geweigerd.

Warenwet

  • In de Warenwet staat waar levensmiddelen en andere consumentenproducten aan moeten voldoen. De nieuwe Voedsel- en Warenautoriteit (nVWA) controleert of deze regels worden nageleefd.

Winkeltijdenwet

  • De bepalingen uit deze wet gelden ook voor standplaatsen.

Wet Milieubeheer

  • In de wet milieubeheer wordt een regeling getroffen ten aanzien van inrichtingen die hinder of overlast kunnen veroorzaken voor de omgeving. Deze bepalingen gelden ook voor standplaatshouders. Vooral aan mobiele verkoopinrichtingen van vis en snacks worden milieueisen gesteld.

Grondwet

  • Artikel 7 van de Grondwet brengt met zich mee dat voor het aanbieden van gedrukte stukkengeen vergunning kan worden geëist. Als dit echter gebeurt vanaf een standplaats is voor het innemen van de standplaats wel een vergunning vereist (bijvoorbeeld voor een politieke partij die in verband met verkiezingen een standplaats inneemt).

Omgevingswet

  • Indien een standplaatshouder gebruik maakt van een vast verkoopobject (bijv. een kiosk) is deze voorziening vergunningsplichtig. In de regel zal in de gemeente Westervoort de standplaatshouder echter gebruikmaken van mobiele voorzieningen zoals kramen en verkoopwagens.

Marktverordening

  • Voor de weekmarkt van Westervoort zijn regels in een aparte verordening opgenomen. Deze regels gelden niet ten aanzien van de losse en vaste standplaatsen in de gemeente.

Leges- en precarioverordening

  • Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een standplaatsvergunning zijn kosten verbonden. De tarieven staan vermeld in de Legesverordening.

Dienstenrichtlijn

  • Standplaatsen mogen als gevolg van de Dienstenrichtlijn en in samenhang met het leerstuk van schaarse vergunningen niet voor onbepaalde tijd worden verleend.

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Algemene begripsbepalingen

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten standplaatsen. Vaste standplaatsen hebben een permanent karakter, omdat zij gedurende een langere periode op een locatie staan. Hiermee is de impact op de openbare ruimte en het woon- en leefklimaat doorgaans groot. Voor deze categorie zijn vaste locaties aangewezen. De seizoensgebonden standplaatsen betreffen in de praktijk de jaarlijkse oliebollen en kerstbomen verkoop in de winterperiode. Het is wenselijk om voor deze categorie meer flexibiliteit te geven omdat hier sneller kan worden ingespeeld op ontwikkelingen en locaties maar voor een beperkte periode worden ingenomen. Tot slot zijn er incidentele standplaatsen bijvoorbeeld voor voorlichtingsacties. De impact hiervan is gering. Voor deze categorie zijn dan ook geen vaste locaties aangewezen.

 

Artikel 2 Aanvraag vergunning

Door een aanvraagformulier te hanteren krijgt de gemeente in de regel direct de noodzakelijke informatie om de aanvraag in behandeling te kunnen nemen en te kunnen toetsen aan de criteria. Dit voorkomt dat steeds aanvullende gegevens moeten worden gevraagd.

 

Artikel 3 Beoordeling aanvraag

Lid 1: behoeft geen toelichting.

Lid 2: Deze weigeringsgrond geldt alleen voor vaste standplaatsen. Vaste standplaatsen dienen te passen binnen de geldende bestemming. Standplaatsen worden toegelaten op locaties die de bestemming “Detailhandel, “Verkeersdoeleinden”, “Verblijfsdoeleinden” of een gelijkwaardige bestemming hebben. Op locaties met een andere bestemming, zoals groenvoorziening en woondoeleinden , kunnen geen permanente standplaatsen worden ingenomen, tenzij er een ontheffing van het bestemmingsplan kan worden verleend. De keuze voor de bestemmingen verkeersdoeleinden, verblijfdoeleinden of een gelijkwaardige bestemming is alleszins verdedigbaar omdat standplaatsen ook op en aan de weg ontstaan zijn en daar eigenlijk onlosmakelijk mee verbonden zijn. De keuze voor deze bestemmingen is een uitbreiding van mogelijkheden ten opzicht van het Standplaatsenbeleid 1990. Reden hiervoor is dat hiermee ruimte wordt geboden zodat bepaalde gewenste initiatieven kunnen worden gehonoreerd.

Lid 3: Deze criteria zijn een uitwerking van de weigeringsgronden voor een (standplaats)vergunning genoemd in artikel 1:8 jo 5:18, lid 3 van de APV. Volgens gangbare jurisprudentie mag het reguleren van concurrentieverhoudingen niet als een huishoudelijk belang van de gemeente te worden aangemerkt. Hierop zijn enkel uitzonderingen mogelijk die verwerkt zijn in de criteria onder l. De Dienstenrichtlijn staat deze weigeringsgronden voor standplaatsen die (mede) diensten verlenen niet toe, omdat dit wordt beschouwd als een economische, niet toegestane, belemmering voor het vrij verkeer van diensten. Het blijft echter nog wel mogelijk om deze weigeringsgrond te hanteren voor het verkopen van goederen. De Dienstenrichtlijn is daarop immers niet van toepassing.

Lid 4: zie voor de door de gemeente vastgestelde locaties de bijlage met locatiekaarten.

Lid 5: De gemeente mag in principe geen branches weigeren of voorschrijven. Vanuit het oogpunt van openbare orde is het evenwel ongewenst dat twee branches op hetzelfde moment en op de dezelfde locatie een standplaats hebben.

Lid 6: Wanneer een vacature ontstaat en de behoefte bestaat deze in te vullen dient dit via een openbare procedure te geschieden. De gemeente hanteert geen wachtlijst. Is het maximale aantal vergunningen verleend wordt een aanvraag automatisch geweigerd. Betrokken kan op het moment dat een vacature ontstaat reageren op de openbare bekendmaking. De procedure is uitgewerkt in artikel 6.

 

Artikel 4 Vaste standplaatsen

Lid 1: Het uitgangspunt is om standplaatslocaties zoveel mogelijk te vestigen rondom winkelgebieden en/of (dorps-)pleinen. Standplaatsen hebben een verkeersaantrekkende werking en hebben een zekere impact op de omgeving. Rondom winkelgebieden zijn standplaatsen vaak makkelijker inpasbaar. De aangewezen locaties verdeeld naar aantal standplaatsen en tijdstippen vormen gezamenlijk het maximumstelsel. Dit betekent dat het aantal vaste standplaatsen per locatie is gelimiteerd.

Lid 2: Het maximumstelsel geldt niet voor seizoensgebonden of incidentele standplaatsen. Aanvragen voor locaties worden beoordeeld aan de hand van de criteria vermeld in lid 1 van artikel 3.

Lid 4: deze bepaling is toegevoegd om ook een toetsingskader te bieden voor standplaatsen die weliswaar op particuliere grond staan doch wel een vergunning vergen op grond van artikel 5:17 Awb. Deze bepaling is verder uitgewerkt in artikel 8.

 

Artikel 5 Voorwaarden standplaatsvergunning

Leden 1, 2 en 4 spreken voor zich.

Lid 3: Volgens Europese en landelijke juridische uitspraken dient de gemeente transparanteregels te hebben waaraan de gemeente bij de verdeling van schaarse vergunningen voldoet. Het gaat vooral om transparantieverplichtingen bij de verdeling en verlening van schaarse vergunningen, die waarborgen dat de aanvragers gelijke kansen hebben om mee te dingen naar schaarse vergunningen. Omdat er een maximumstelsel geldt, dient de gemeente iedere ondernemer in beginsel een gelijke kans te bieden om een standplaatsvergunning te bemachtigen. Dit betekent dat vergunningen niet automatisch kunnen worden verlengd. Is de vergunningsduur verlopen dient iedere belangstellende ondernemer de kans te krijgen om de vrijgekomen vergunning te verkrijgen. Een periode van 12 jaar achten wij naar de vergunninghouder toe een redelijke periode.

Lid 5: Er zijn verschillende situaties denkbaar waarin het wenselijk is om de vergunningsduur te beperken, bijvoorbeeld wanneer op voorhand bekend is dat als gevolg van een ruimtelijke ontwikkeling of herbestemming een locatie komt te vervallen.

Lid 6: Deze bepaling is opgenomen vanuit het oogpunt van effectieve controle en om te voorkomen dat een standplaatsvergunning een economisch verhandelbaar object gaat worden.

 

Artikel 6 Inschrijven en procedure

Standplaatsvergunningen zijn zogenaamde "schaarse vergunningen". Dit zijn vergunningen waarbij het aantal gegadigden groter is of kan zijn dan het aantal vergunningen dat wordt uitgegeven. Uitgangspunt van de rechtspraak is het gelijkheidsbeginsel en de gelijke kansen voor eenieder om voor een vergunning in aanmerking te komen. Mede omdat de gemeente Westervoort een maximumstelsel hanteert voor vaste standplaatsen op de door het college aangewezen locaties (zie 4.2) kan de vraag op een aantal locaties groter zijn dan het aantal beschikbare plaatsen. Op grond van de rechtspraak rondom de schaarse vergunningen is het verplicht om voor schaarse vergunningen een verdelingsbeleid te voeren dat verzekert dat alle gegadigden gelijke kansen hebben. De procedure moet volgens de Europese Dienstenrichtlijn duidelijk zijn, vooraf openbaar gemaakt en aan aanvragers de garantie bieden dat hun aanvraag objectief en onpartijdig wordt behandeld.

 

Artikel 7 Voorwaarden innemen standplaats

Lid 1: De ambulante handel kent een persoonlijk karakter. Het is wenselijk dat standplaatshouders hun standplaats daadwerkelijk persoonlijk innemen. Dit voorkomt ongewenste handel in standplaatsen. Niet persoonsgebonden vergunningen vertegenwoordigen een grote economische waarde. Handel in vergunningen is door de aard van de standplaatsen ongewenst. Om deze reden is een standplaatsvergunning persoonsgebonden en wordt daarom alleen aan natuurlijke personen verstrekt. Dit betekent dat wanneer een natuurlijke persoon een onderneming drijft in de vorm van een rechtspersoon, de vergunning op naam wordt gesteld van deze natuurlijke persoon. Hiermee wordt voorkomen dat rechtspersonen een overheersende positie innemen op de standplaatsenmarkt waardoor de verscheidenheid verloren kan gaan. Een standplaats is niet overdraagbaar. Een standplaatsvergunning kan dus niet op een rechtsopvolger overgaan. Op deze wijze wordt een eerlijke verdeling van de standplaatsen over de diverse aanvragers gerealiseerd en wordt handel in standplaatsen voorkomen.

 

Lid 5: In het vijfde lid staat dat een standplaatsvergunning kan worden ingetrokken indien het een bepaalde duur niet ingenomen wordt. De grondslag hiervoor ligt in artikel 1:6 van de APV. Op grond van artikel 1:6 van de APV zijn er ook andere redenen om een vergunning of ontheffing in te trekken of te wijzigen. Zo kan een vergunning wordt gewijzigd of ingetrokken bij het veranderen van omstandigheden/inzichten bijv. bij een herinrichting waardoor de standplaats niet langer kan worden ingenomen.

 

Artikel 8 Standplaats op particulier terrein

Voor zover een openbare, in de open lucht gelegen plaats in particuliere eigendom wordt gebruikt om een standplaats in te nemen, is het vergunningstelsel van artikel 5:18 APV eveneens van toepassing. Artikel 5:19 APV bepaalt bovendien, dat het de rechthebbende op een perceel, verboden is toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college een standplaats wordt of is ingenomen. Standplaatsen op particuliere grond vallen eveneens onder deze beleidsnota. Het is, in het kader van de openbare orde en veiligheid en de openbare gezondheid, van belang, dat deze standplaatsen aan dezelfde regels als standplaatsen die op gemeentegrond worden ingenomen, voldoen. Daarnaast kan er, indien een privéeigenaar eigen, tegenstrijdige eisen zou mogen stellen aan de standplaats, sprake zijn van misbruik van het eigendomsrecht en strijd met het algemeen belang. De gemeente is niet bevoegd om voor het innemen van een standplaats op particuliere grond huur in rekening te brengen of precariorecht te heffen. Uiteraard worden voor het in behandeling nemen van de vergunningaanvraag wel leges in rekening gebracht. De aanvrager moet bij de aanvraag de schriftelijke toestemming van de grondeigenaar overleggen of er moet sprake zijn van een privaatrechtelijk overeenkomst op grond waarvan de aanvrager recht heeft op het innemen van een standplaats op de particuliere grond. De tijden voor het innemen van standplaatsen als bedoeld in artikel 3 gelden niet voor standplaatsen op particulier terrein, omdat hierover met de eigenaar van het particuliere terrein afspraken worden gemaakt.

 

Artikel 9 Omvang en gebruik van standplaats

In het vijfde lid staat dat een vergunninghouder statafels bij zijn standplaats mag plaatsen als deze binnen maximale afmetingen van de standplaats worden geplaatst. Hierbij is bewust gekozen voor statafels en geen ‘terras’, omdat een zitgelegenheid bij een standplaats in beginsel niet wenselijk is.

Een zitgelegenheid biedt publiek namelijk de gelegenheid om langer bij de standplaats te blijven en kan overlast veroorzaken voor omwonenden of de bereikbaarheid.

 

Artikel 10 Schoonhouden en ontruimen standplaats

Behoeft geen toelichting.

 

Artikel 11 Evenementen

Lid 1: Rondom evenementen heeft de organisator/vergunninghouder van het betreffende evenement het eerste recht tot gebruik van de openbare ruimte. Dit betekent dat standplaatshouders tijdens deze evenementen hun standplaats niet mogen innemen tenzij het evenement hierdoor niet wordt verstoord of de organisator hiermee instemt.

Lid 2: Dit betreft een inspanningsverplichting voor de gemeente om een alternatieve locatie aan te wijzen. Dit is echter geen verplichting.

 

Artikel 12 Tijdstip innemen standplaats

Behoeft geen toelichting.

 

Artikel 13 Tijdelijk andere locatie of dag(deel) of andere eindtijd

Behoeft geen toelichting.

 

Artikel 14 Kosten

De leges worden jaarlijks vastgesteld door de raad. De vergoeding die wordt gevraagd voor het gebruik van de gemeentegrond en indien van toepassing gebruik van een stroomvoorziening is in lijn met de vergoeding die voor een standplaats op de weekmarkt gevraagd wordt. Het recht om kosten te regelen wordt via een privaatrechtelijke overeenkomst geregeld.

 

Artikel 15 Overgangsbepaling

Behoeft geen toelichting.

 

Artikel 16 Inwerkingtreding

Behoeft geen toelichting.

 

Artikel 17 Citeertitel

Behoeft geen toelichting.

Bijlage 1 Locatiekaarten

 

 

 

Bijlage 2 Selectieleidraad

 

In artikel 6 van de Beleidsregels Standplaatsen gemeente Duiven 2023 is het toekenningsproces rondom vaste en seizoensgebonden standplaatsen beschreven. In deze selectieleidraad worden de selectiecriteria en de richtlijnen voor het beoordelen en het toekennen van de punten nader uitgewerkt.

 

Bij de beoordeling van de aanvraag wordt getoetst aan de weigeringsgronden van de APV Duiven. Indien er sprake is van twee of meer aanvragen voor dezelfde locatie en tijd toetst, aanvullend aan de standaard vergunningsprocedure, een selectiecommissie of de aanvrager op de aangevraagde standplaatslocatie voldoende toegevoegde waarde heeft. Dit wordt vertaald in het toekennen van punten. Er zijn maximaal 100 punten te verdienen.

 

De selectiecommissie bestaat uit één van de medewerkers van elke hierna genoemde afdelingen:

 

  • 1.

    Ruimte, Samenleving en Ontwikkeling

     

  • 2.

    Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Toetsingscriterium

Richtlijn voor beoordeling/toekenning punten

Toekenning punten

1

Aanvullend karakter

Criteria ten aanzien van het artikel /product

  • -

    Het assortiment wordt nog niet aangeboden in nabijgelegen winkelgebied (20)

  • -

    Het assortiment wordt voor een deel aangeboden in nabijgelegen winkelgebied (15)

  • -

    Het assortiment wordt volledig aangeboden in nabijgelegen winkelgebied (10)

2

Gegadigde

Criteria ten aanzien van de gegadigde

  • -

    Het standplaatsverleden van de gegadigde en de indruk die hij maakt (10);

  • -

    Het duurzaam ondernemen van de gegadigde (10);

  • -

    De samenwerkingsgerichtheid van de gegadigde (10);

  • -

    Het aanbieden van lokaal geproduceerde producten door gegadigde (10);

3

Ruimtelijke aspecten/ omgeving

Criteria ten aanzien van de uitstraling van de uitstalling

  • -

    De uitstraling van de kraam/verkoopwagen (10);

  • -

    De presentatie van de artikelen (10);

  • -

    De hygiëne en verzorging van de kraam/verkoopwagen (10);

  • -

    De inpasbaarheid van de kraam/verkoopwagen in de omgeving (10);

Als er gegronde klachten of niet nagekomen verplichtingen bekend zijn bij de gemeente, vindt er puntenaftrek plaats van het totaal behaalde punten.

 

De beoordeling van deze kwalitatieve criteria gebeurt zo objectief mogelijk aan de hand van deze selectieleidraad. Deze kwalitatieve beoordeling laat echter ook de nodige ruimte voor nuance en maatwerk. In alle gevallen wordt de puntentoekenning op de afzonderlijke criteria schriftelijk gemotiveerd.

 

Aanvragers voor een standplaatsvergunning komen in aanmerking in volgorde van het toegekende aantal punten. Op deze wijze wordt de standplaats toegekend aan de aanvrager die de grootste meerwaarde heeft op de aangevraagde verkoopplek. Indien twee of meer aanvragers een gelijke score hebben, dan telt het selectiecriterium ‘ruimtelijke aspecten/ omgeving’ dubbel. Als de scores nog steeds hetzelfde zijn, vindt loting plaats.

Bijlage 3 Model huurovereenkomst

 

Huurovereenkomst standplaatsen

 

ONDERGETEKENDEN:

de Gemeente Westervoort, ten deze vertegenwoordigd door 'persoon', hiertoe aangewezen krachtens het "Mandaatbesluit jaartal", mede gelet op het bepaalde in artikel 160 en 171 van de Gemeentewet en titel 10.1 van de Algemene Wet Bestuursrecht, op grond waarvan de door de gemeente aan het slot van deze overeenkomst vermelde datum als datum van het besluit van het college van burgemeester en wethouders geldt,

hierna te noemen "gemeente/verhuurder",

EN

"naam huurder rechtspersoon", gevestigd "adres huurder", "postcode huurder" te "plaats huurder",

ingeschreven in het handelsregister te "KvK-vestiging" onder nummer "KvK-nummer",

vertegenwoordigd door "naam vertegenwoordiger huurder", geboren te "geboorteplaats" op "geboortedatum", ten deze handelend in zijn hoedanigheid van "functie vertegenwoordiger huurder",

hierna te noemen "huurder",

 

IN OVERWEGING NEMENDE DAT:

aan huurder onder zaaknummer Z-nr. voor de periode van vergunningsperiode vergunning is verleend op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente een standplaats in te nemen op de openbare weg;

voor het gebruik van de grond, het binnen de gemeente gebruikelijk is de grond ten behoeve van de standplaats te verhuren;

Indien van toepassing: voor het gebruik van een gemeentelijke stroomvoorziening;

partijen de huur wensen te aanvaarden onder de voorwaarden zoals in deze overeenkomst opgenomen.

 

ZIJN OVEREENGEKOMEN

  • 1.

    Het gehuurde, bestemming

     

1.1

Verhuurder verhuurt aan huurder en huurder huurt van verhuurder het gedeelte openbare weg, hierna "het gehuurde" genoemd, gelegen "adresomschrijving standplaats" te "gemeente standplaats" vanuit een vaste/mobiele verkoopwagen/-stal/-kraam ter grootte van circa m² op verkoopdagen van verkooptijdstippen uur.

 

Verhuurder en huurder verklaren dat zij geheel bekend zijn met het gehuurde en daarvan geen nadere beschrijving of aanwijzing verlangen. De huurder aanvaardt het gehuurde door het innemen van de standplaats. De juiste plaatsbepaling van de verkoopwagen/-stal/-kraam geschiedt door de bevoegd vertegenwoordiger van de gemeente.

 

1.2

Het gehuurde is uitsluitend bestemd om te worden gebruikt als standplaats voor de verkoop van "soort verkoopwaren".

 

1.3

Zowel het in de overwegingen gestelde als de verleende vergunning, maken deel uit van deze huurovereenkomst.

 

  • 2.

    Duur en opzegging

     

2.1

Deze overeenkomst is aangegaan voor een periode van "duur contract in jaren" jaar, ingaande op "ingangsdatum huur" en eindigend op "afloopdatum huur".

 

2.2

Tussentijdse beëindiging van deze overeenkomst door één van de partijen vindt plaats door schriftelijke opzegging met inachtneming van een termijn van tenminste 3 (drie) kalendermaanden.

 

2.3

Deze overeenkomst wordt geacht te zijn ontbonden wanneer de publiekrechtelijke standplaatsvergunning wordt ingetrokken en/of indien huurder gedurende een aaneengesloten periode van zes weken geen gebruik meer maakt van zijn standplaatsvergunning.

 

  • 3.

    Betalingsverplichting, betaalperiode

     

3.1

De aanvangshuurprijs bedraagt € "huurprijs per jaar" (zegge: "huurprijs per jaar in letters" euro) per jaar.

 

3.2.

Partijen komen overeen dat verhuurder wel/geen omzetbelasting over de huurprijs in rekening brengt.

 

3.3

Indien partijen een met omzetbelasting belaste verhuur zijn overeengekomen maken huurder en verhuurder gebruik van de mogelijkheid om af te zien van het indienen van een gezamenlijk optieverzoek voor een met omzetbelasting belaste verhuur. Huurder verklaart door ondertekening van de huurovereenkomst mede ten behoeve van de rechtsopvolger(s) van verhuurder, dat hij het gehuurde blijvend gebruikt of blijvend laat gebruiken voor doeleinden waarvoor een volledig of nagenoeg volledig recht op aftrek van omzetbelasting op de voet van artikel 15 van de Wet op de omzetbelasting 1968 bestaat.

 

3.4

Per betaalperiode van "betaaltermijn" kalendermaand(en) bedraagt bij aanvang van de huurovereenkomst de huurprijs € "huurprijs per betaaltermijn" (zegge: "huurprijs per betaaltermijn in letters" Euro).

 

3.5

Met het oog op de datum van ingang van de huur, heeft de eerste betaling van huurder betrekking op de periode van "begindatum eerste betaling" tot en met "einddatum eerste betaling" en is het over deze eerste periode verschuldigde bedrag € "bedrag eerste betaling".

 

Huurder zal dit bedrag voldoen vóór of op "datum eerste betaling".

 

3.7

Betaling kan geschieden door overschrijving op IBAN rekeningnummer: ten name van de gemeente Westervoort bij de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten onder vermelding van huur "standplaatsadres + betaalperiode".

 

  • 4.

    Bijzondere bepalingen

"bijzondere bepalingen".

 

Aldus opgemaakt en ondertekend in tweevoud

Bijlage 4 Aanvraagformulier

 

STANDPLAATSVERGUNNING

Aanvraagformulier

Artikel 5:18 Algemene Plaatselijke Verordening 2021 gemeente Westervoort

 

  • 1.

    Aanvrager

Naam en voorletters :______________________________________________ o m o v

Burgerservicenummer : ____________________________________________

Naam organisatie : ________________________________________________

KvK-nummer : ____________________________________________________

Straatnaam en huisnummer : ________________________________________

Postcode en plaatsnaam : ___________________________________________

Telefoonnummer : _________________________________________________

E-mailadres : _____________________________________________________

 

  • 2.

    Branche

  • kaas, eieren, zuivel en aanverwante artikelen

  • vis en visproducten

  • geringe etenswaren (patat, loempia’s etc.)

  • aardappelen, groente en fruit

  • bloemen en planten

  • brood en banket

  • ijs en aanverwante artikelen

  • textiel en aanverwante artikelen

  • oliebollen en aanverwante etenswaren

  • kerstbomen

  • poelier

  • autoruitreparatie

  • anders, namelijk: ______________________________________________

 

  • 3.

    Locatie

  • Westervoort, Winkelcentrum de Wyborgh

  • Westervoort, Winkelcentrum Broeklanden

  • anders, namelijk: ______________________________________________

Let op! Bij particulier terrein dient een verklaring van de eigenaar van de grond of een overeenkomst te worden overgelegd.

 

  • 4.

    Vaste standplaats

In welke periode wilt u de standplaats innemen? ______________________________________________

 

Op welke dagen wilt u de standplaats innemen?

☐ Maandag

_____ uur

_____ uur

☐ Dinsdag

_____ uur

_____ uur

☐ Woensdag

_____ uur

_____ uur

☐ Donderdag

_____ uur

_____ uur

☐ Vrijdag

_____ uur

_____ uur

☐ Zaterdag

_____ uur

_____ uur

☐ Zondag

_____ uur

_____ uur

 

 

 

 

  • 5.

    Incidentele standplaats

Wanneer wilt u de standplaats innemen?

Datum:

Van:

Tot:

______________________

_____ uur

_____ uur

______________________

_____ uur

_____ uur

______________________

_____ uur

_____ uur

 

  • 6.

    Koken, bakken, braden en verwarming

  • niet van toepassing

  • in de open lucht 

  • in een verkoopwagen

  • in een kraam

Toestel(len)

  • elektrische kooktoestellen

  • branders / fornuizen e.d.

  • barbecue

  • open vuur

  • hete lucht verwarming

  • niet van toepassing anders,

  • namelijk: ­­­­­_______________________

Gebruikte brandstof(fen)

  • gas; nl.: __________________________

  • inhoud fles: _______________________

  • liter, aantal flessen: _________________

  • vloeibaar; nl.: ______________________

  • inhoud tank: _______________________

  • liter, aantal tanks: ___________________

  • vast; nl.: __________________________

Let op! Locatie van toestellen en opslag van brandstoffen aangeven op plattegrond.

 

  • 7.

    Elektriciteitsvoorziening

  • niet van toepassing

  • privé

  • gemeentelijke voorziening

  • stroomaggregaat, aantal: , kw: ,

  • Brandstof: o benzine o diesel

    Opslagwijze: __________________________

Let op! Locatie van toestellen en opslag van brandstoffen aangeven op plattegrond.

 

  • 8.

    Milieu

Heeft u voor het innemen van de standplaats een vergunning nodig op grond van de Wet Milieubeheer of moet u een melding doen op grond van de Wet Milieubeheer?

☐ ja

☐ nee

 

Let op! Zo ja, kopie van de milieuvergunning of de akkoordverklaring van de Wet Milieubeheer bijvoegen!

 

  • 9.

    Toelichting

_______________________________________________________________________________________

_______________________________________________________________________________________

_______________________________________________________________________________________

_______________________________________________________________________________________

 

  • 10.

    Bijlage

  • Plattegrond van locatie met opstelling standplaats

  • Kopie geldig legitimatiebewijs

  • Verklaring van de eigenaar/rechthebbende van de grond of overeenkomst (indien van toepassing)

  • Kopie van de milieuvergunning of de akkoordverklaring op grond van de Wet Milieubeheer ( indien van toepassing)

 

  • 11.

    Ondertekening

Aldus naar waarheid ingevuld door (naam): ____________________________________________

___________________

__________________

_____________________

(plaatsnaam)

(datum)

(handtekening)