Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Alkmaar

Parkeerverordening 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlkmaar
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingParkeerverordening 2023
CiteertitelParkeerverordening 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Parkeerverordening 2022.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. artikel 156 van de Gemeentewet
  3. artikel 160 van de Gemeentewet
  4. artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-11-2023artikel 8

22-06-2023

gmb-2023-371509

01-05-202301-11-2023nieuwe regeling

15-12-2022

gmb-2023-91607

Tekst van de regeling

Intitulé

Parkeerverordening 2023

De raad van de gemeente Alkmaar;

 

Gelet op

Het besluit van burgemeester en wethouders van 1 november 2022

Het advies van de commissie Ruimte 29 november 2022

Het bepaalde in:

  • de artikelen:

    • 149 van de Gemeentewet

    • 156 van de Gemeentewet

  • Artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994

 

Besluit

Vast te stellen de Parkeerverordening 2023

 

AFDELING I. DEFINITIES EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1  

In deze verordening en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:

 

  • a.

    autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan één huishouden;

  • b.

    autodateplaats: een parkeerplaats aangewezen voor een motorvoertuig bestemd voor autodate;

  • c.

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 onder toevoeging (op het bord of op een onderbord) van de tekst ‘dagkaarten toegestaan’;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders

  • e.

    gehandicaptenvoertuig: hetgeen hieronder wordt verstaan in artikel 1 onder r van het RVV 1990;

  • f.

    houder van een motorrijtuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in lid 5 van artikel 225 van de Gemeentewet;

  • g.

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

  • h.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • i.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting onder parkeerapparatuur wordt verstaan, alsmede belparkeren;

  • j.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur, waaronder inbegrepen de parkeerplaatsen welke zijn aangeduid met het bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 (of de zonale variant daarvan), onder de toevoeging (op het bord of op een onderbord) van de tekst ‘dagkaarten toegestaan’;

  • k.

    parkeervergunning: een door het college verleende vergunning, waarmee het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/of belanghebbenden parkeerplaatsen;

  • l.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • m.

    vergunningjaar: periode van 1 mei tot en met 30 april van het daaropvolgende jaar.

  • n.

    Parkeren Op Eigen Terrein (POET): Parkeerplaats, niet zijnde een parkeerplaats in een openbaar toegankelijke parkeergarage die met een abonnement wordt afgenomen, waarover de aanvrager beschikt of kan beschikken op grond van eigendom, huur, ingebruikgeving of anderszins.

AFDELING II. Parkeren met een parkeervergunning

Artikel 2 Aanwijzingsbevoegdheid college

  • 1.

    Het college kan door een besluit weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders. Het college kan hierbij onderscheid maken in de categorieën als bedoeld in artikel 3, derde lid.

  • 2.

    Het college kan door een besluit tijdstippen vaststellen waarop het parkeren aan vergunninghouders is toegestaan.

Artikel 3 Vergunningen

  • 1.

    Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen en/of parkeerapparatuurplaatsen.

  • 2.

    Het college kan regels stellen voor het aanvragen en verlenen van een vergunning.

  • 3.

    Een vergunning kan worden verleend aan:

    • a.

      de eigenaar of houder van een motorvoertuig die woont in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn;

    • b.

      de eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en die aantoont dat het in het belang van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren;

    • c.

      degene, die woont in een gebied waar het conform het besluit van het college is toegestaan aan degene die hem of haar bezoekt, onder gebruikmaking van de vergunning geldig in de straten binnen dat gebied, te parkeren op belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen;

    • d.

      de eigenaar of houder van een motorvoertuig die van plan is te gaan wonen in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn;

    • e.

      de eigenaar of houder van een motorvoertuig bestemd voor autodate, waarvan de autodateplaats is gelegen in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn;

    • f.

      de eigenaar of houder van een motorvoertuig, zijnde een marktkoopman, die op de markt staat in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn;

    • g.

      de eigenaar of houder van een motorvoertuig van een instelling met een ANBI status, een huis- of dierenarts of verloskundige die in het kader van de instelling werkzaamheden uitoefent in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn.

  • 4.

    Het college kan in bijzondere gevallen een vergunning ook verlenen aan een eigenaar of houder van een motorvoertuig die niet voldoet aan één van de in het derde lid genoemde vereisten.

  • 5.

    Het college kan aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte. Aan een vergunning voor lid 3 onder e kan het college voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer, waaronder mede wordt begrepen het stimuleren van selectief autogebruik.

  • 6.

    Degene aan wie een vergunning is verleend is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

Artikel 4 Maximaal aantal uit te geven parkeervergunningen per gebied

Voor de in onderstaande tabel genoemde gebieden gelden de in de tabel vermelde maxima voor de uit te geven parkeervergunningen:

 

Locatie straatvergunning (gebied)

Maximum aantal

Bewonersvergunning +

Combinatieverguning (*1)

vergunning bedrijven

Alkmaarderhout (A)

aantal vakken + 10 %

60

Bergerhof (B)

aantal vakken + 10 %

20

Binnenstad (C) (*1)

aantal vakken + 10% + 700

155 beperkt, 55 volledig

Oud Overdie (D)

aantal vakken + 10 %

20

Emmakwartier (E)

aantal vakken + 10 %

80

Friese Poort (F)

aantal vakken + 10 %

20

Gebied Goede buurregeling (G)

aantal vakken + 20 %

250

Bannewaard (H)

aantal vakken + 10 %

10

Lyceumbuurt (L)

aantal vakken + 10 %

90

Schermereiland (M)

aantal vakken + 10%

20

Overstad (O)

aantal vakken + 10 %

110

Forenzengebied (P)

niet van toepassing

500

Rembrandtkwartier (R)

aantal vakken + 10 %

10

Spoorbuurt (S) (*1)

aantal vakken + 10 % + 50

80

Blaeustraatkwartier (U)

aantal vakken + 10 %

60

Westerhoutkwartier (W)

aantal vakken + 10 %

100

Zocherbuurt (Z)

aantal vakken + 10 %

50

*1) Combinatievergunning alleen in Binnenstad (C) en Spoorbuurt (S)

Artikel 5 Termijn beslissing

  • 1.

    Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning.

  • 2.

    Het college kan de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste acht weken verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 6 Gegevens

  • 1.

    De parkeervergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      de periode waarvoor de parkeervergunning geldt;

    • b.

      het gebied waarvoor de parkeervergunning geldt;

    • c.

      de naam van de vergunninghouder of het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de parkeervergunning is verleend.

    • d.

      De voorschriften en beperkingen die aan de parkeervergunning verbonden zijn.

  • 2.

    Een parkeervergunning wordt voor ten hoogste één vergunningjaar verleend.

Artikel 7 Overschrijven en wijzigen van de vergunning

  • 1.

    De parkeervergunning is niet overdraagbaar.

  • 2.

    Vergunninghouder is verplicht elke wijziging in de omstandigheden die relevant zijn voor hetverlenen van een vergunning, onmiddellijk aan het college kenbaar te maken.

  • 3.

    Wijziging van het voertuig of van het kenteken van het voertuig, van bedrijfsnaam of –adres van vergunninghouder dienen onmiddellijk aan het college te worden doorgegeven.

Artikel 8 Volgorde van vergunningverlening en wachtlijst

  • 1.

    Op de aanvraag van een parkeervergunning wordt in volgorde van ontvangst beschikt.

  • 2.

    Indien het aantal aanvragen groter is dan het vergunningplafond voor het betreffende vergunninggebied wordt de aanvraag op een wachtlijst geplaatst.

  • 3.

    De volgorde waarin de aanvraag op de wachtlijst wordt geplaatst, is de volgorde van ontvangst van de volledige aanvraag, waarbij de aanvraag voor een eerste bewonersvergunning voorrang heeft op de aanvraag van een tweede bewonersvergunning.

  • 4.

    Het college kan besluiten om voor een vergunninggebied per vergunningsoort een aparte wachtlijst bij te houden.

  • 5.

    De aanvrager wordt van de wachtlijst verwijderd, indien:

    • a.

      de aanvrager daarom verzoekt;

    • b.

      de aanvrager een parkeervergunning wordt verleend in het eigen vergunninggebied;

    • c.

      blijkt dat bij de aanvraag om de parkeervergunning onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens niet tot plaatsing op de reservelijst zou hebben geleid;

    • d.

      niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden voor de aangevraagde vergunning, gesteld bij of krachtens deze verordening;

    • e.

      wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen.

Artikel 9 Diefstal, verlies of vermissing

  • 1.

    Bij verlies of diefstal van de parkeervergunning binnen de termijn van de parkeervergunning kan op een daartoe strekkend verzoek een duplicaat worden verstrekt mits een proces-verbaal van de politie wordt overgelegd waaruit blijkt dat er sprake is van verlies of diefstal.

  • 2.

    In afwijking van lid 1 wordt in het lopende vergunningjaar geen duplicaat verstrekt voor de volgende vergunningen:

    • a.

      parkeervergunning waarop meer dan 1 kenteken staat vermeld;

    • b.

      parkeervergunning welke op naam is verstrekt;

    • c.

      bezoekersvergunning.

  • 3.

    Alle kosten, verbonden aan de uitgifte van duplicaatvergunningen zijn voor rekening van de vergunninghouder.

Artikel 10 Intrekken of wijzigen

Het college kan een parkeervergunning intrekken of wijzigen:

  • a.

    op verzoek van de vergunninghouder;

  • b.

    wanneer de vergunninghouder niet meer woonachtig is of geen beroep of bedrijf meer uitoefent in het gebied, waarvoor de parkeervergunning is verleend;

  • c.

    wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;

  • d.

    wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;

  • e.

    wanneer de vergunninghouder niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichting voor zijn parkeervergunning heeft voldaan;

  • f.

    wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de parkeervergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

  • g.

    wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de parkeervergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • h.

    om redenen van openbaar belang.

AFDELING III. VERBODSBEPALINGEN

Artikel 11  

  • 1.

    Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats of een autodateplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:

    • a.

      zonder vergunning;

    • b.

      zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van de voor dat motorvoertuig afgegeven vergunning;

    • c.

      in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen.

  • 2.

    Het is verboden op een belanghebbendenparkeerplaats te parkeren:

    • a.

      zonder vergunning;

    • b.

      in strijd met de aan de parkeervergunning verbonden voorwaarden.

  • 3.

    Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik daarvan wordt belemmerd of verhinderd.

  • 4.

    Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze dan voorgeschreven door het college, in werking te stellen.

  • 5.

    Het is verboden om de parkeervergunning al dan niet tegen betaling oneigenlijk te (laten) gebruiken, te (foto)kopiëren, na te tekenen dan wel op enige andere wijze te (laten) reproduceren of om eigenmachtig wijzigingen op de parkeervergunning aan te brengen.

  • 6.

    Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel.

 

AFDELING IV. STRAFBEPALING

Artikel 12  

  • 1.

    Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de eerste categorie.

  • 2.

    Indien de vergunninghouder fraudeert met zijn parkeervergunning wordt de vergunninghouder een jaar uitgesloten van het verkrijgen van een parkeervergunning. Na dit jaar kan opnieuw een aanvraag ingediend worden.

 

AFDELING VI. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 13 Handhaving

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen personen.

Artikel 14 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Parkeerverordening 2023.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2023.

  • 3.

    Bij inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Parkeerverordening 2022.

  • 4.

    Vergunningen die zijn verleend krachtens de Parkeerverordening 2022 worden geacht te zijn verleend krachtens deze verordening.

De raad van Alkmaar, 15 december 2022

mw. drs. A.M.C.G. Schouten, burgemeester

mw. mr. V.H. Hornstra, griffier