Organisatie | Westerkwartier |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Westerkwartier 2023 |
Citeertitel | Nadere regels algemene verordening ondergrondse infrastructuur 2023 gemeente Westerkwartier |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-03-2023 | nieuwe regeling | 21-02-2023 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier;
gelet op het bepaalde in artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, artikel 5 van de Algemene ver-ordening ondergrondse infrastructuur gemeente Westerkwartier 2023;
vast te stellen de Nadere regels AVOI gemeente Westerkwartier 2023 inzake werkzaamheden in ver-band met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen.
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
kabel: buigzame verbinding, bestaande uit één of meerdere geleiders , die zijn samengesteld uit draden van metaal of glasvezel etc. en geschikt zijn voor het transport van elektrische energie, elektrische signalen of optische signalen daaronder in ieder geval begrepen kabels en voorzieningen als bedoeld in artikel 1.1 respectievelijk artikel 5.15 Telecommunicatiewet;
De begripsbepalingen van de AVOI 2023 zijn op deze regeling, voor zover noodzakelijk, ook van toepassing, tenzij wordt afgeweken.
Hoofdstuk 2 Procedurele voorschriften
Artikel 4. Werkzaamheden van ingrijpende aard
De netbeheerder/grondroerder is verplicht bij de werkzaamheden van ingrijpende aard omwonenden en bedrijven die door de uit te voeren werkzaamheden mogelijk hinder ondervinden, per brief en/of openbare publicatie te informeren. De informatievoorziening dient minimaal vijf werkdagen voor de aanvang van de werkzaamheden te geschieden en bevat tenminste de volgende informatie:
Minimaal vijf werkdagen voorafgaand aan de werkzaamheden dient de netbeheerder/grondroerder de exacte datum van aanvang en de tijdsduur van de werkzaamheden te melden in het meldsysteem (M00r).
Bij uitvoering in combi dient vooraf duidelijk gemaakt te worden wie verantwoordelijk is voor de uitvoering (aanspreekpunt).
Voor aanvang van de werkzaamheden dient de netbeheerder/grondroerder met een vertegenwoordiger van de gemeente het werktracé na te lopen en de mate van beschadiging en kwaliteit van de bestratingsmateralen en de groenvoorziening op te nemen. Dit wordt indien nodig vastgelegd in een document, bij voorkeur voorzien van gedagtekende foto’s en/of gedagtekende filmopnamen. Dit document moet ondertekend worden door een hiertoe bevoegde vertegenwoordiger van de gemeente en de hiertoe bevoegde vertegenwoordiger(s) van de netbeheerder(s).
De netbeheerder biedt garantie van één jaar. Garantie is gericht op zo deugdelijk mogelijk herstel (verdichten en eventueel herstraten) zodat in de wegbedekking en de bermen geen schades ontstaat( zoals verzakkingen). De garantie is ook van toepassing op bomen, groen en gazons. Aan het eind van de garantieperiode dient er sprake te zijn van een gesloten grasmat. Als er toch schade ontstaat, wordt deze schade door de netbeheerder hersteld.
De gemeente Westerkwartier houdt toezicht (of laat dit namens de gemeente uitvoeren) op de voorschriften waaronder vergunningen verstrekt zijn en de werkzaamheden uitgevoerd dienen te worden. Bij het niet conform deze voorschriften uitvoeren van werken kan de gemeente de netbeheerder verzoeken om het werk te herstellen. Indien niet wordt voldaan aan de voorschriften van de vergunning is de gemeente gerechtigd om via bestuursdwang alle benodigde maatregelen te treffen.
Artikel 5. Werkzaamheden van niet ingrijpende aard
Storingen met spoedeisend herstel
Ingeval naar het oordeel van de netbeheerder dreigend gevaar voor de omgeving of vanwege diens voorziening, dan wel het stagneren van deze voorziening, het onverwijld uitvoeren van werkzaamheden aan kabels of leidingen in openbare grond vergt, en overleg met de gemeente daaromtrent niet kan worden afgewacht, is de netbeheerder gerechtigd om tot zulke werkzaamheden over te gaan, evenwel onder de verplichting daarvan onverwijld bij de gemeente melding te maken;
Artikel 8. Algemene eisen aan uitvoerende partijen
De gemeente Westerkwartier stelt de volgende algemene voorwaarden aan partijen die toestemming krijgen om in de openbare ruimte te werken:
De netbeheerder moet een door de grondroerder gedateerde en gewaarmerkte kopie van het kwaliteitssysteemcertificaat op basis van de norm ISO 9001 of ISO 9002 overleggen, dat betrekking heeft op de aard van het werk. Dit certificaat moet zijn afgegeven door een certificatie instelling (goedgekeurd door de Raad van Accreditatie) en geldig zijn op dag van de aanbesteding. In geval van een combinatie van grondroerders moet de combinatie respectievelijk alle deelnemers in het bezit zijn van het hiervoor bedoelde kwaliteitscertificaat.
Een door de aannemer gedateerde en gewaarmerkte kopie van de VCA** (liefst)-certificaat of (minimaal) het VCA*-certificaat of, indien het geval van een combinatie van grondroerders, een gewaarmerkte kopie VCA** of VCA* certificaat van de combinatie of alle deelnemers afzonderlijk. Dit geldt tevens voor het certificaat “veilig werken langs de weg”
Artikel 9. Algemene voorwaarden uitvoering van de werkzaamheden
Het opnemen van de bestrating en grasbermen, het graven van de sleuf, het leggen van de kabels/leidingen/buizen en het weer aanvullen en verdichten van de sleuf alsmede het herstellen van de bestrating (zodanig dat dit voor de weggebruiker geen gevaar oplevert) en groenvoorzieningen moet door en voor rekening van de netbeheerder geschieden met inachtneming van de vigerende Standaard RAW-bepalingen. De grondroerder wordt geacht van deze bepalingen op de hoogte te zijn. Het definitief herstel van de bestrating en groenvoorzieningen, inclusief onderhoud, geschiedt door de netbeheerder/grondroerder.
Alle werken of eigendommen van de gemeente die ten gevolge van het aanleggen, wijzigingen, gebruiken, onderhouden, aanwezig zijn of opruimen van de krachtens het instemmingsbesluit aanwezige werken zijn beschadigd, worden door en op kosten van de grondroerder op de eerste aanzegging, respectievelijk aanschrijving van de gemeente tot haar genoegen binnen de daarbij gestelde termijn hersteld.
Artikel 12. Meldingsprocedure bij schades
Schades ontstaan ten gevolge van de uitvoering van de werkzaamheden aan eigendommen van derden of gemeente moeten gemeld worden aan de gemeente en/of eigenaar van de beschadigde eigendommen.
Voor het plaatsen van één of meerdere bouwwerken voor maximaal 31 dagen op dezelfde plaats, is geen omgevingsvergunning nodig. Indien een bouwwerk voor een langere periode op dezelfde plaats functioneert, dan moet hiervoor een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen worden aangevraagd bij de gemeente Westerkwartier. Een omgevingsvergunning kan worden aangevraagd via de website van het Omgevingsloket. Bij een aanvraag zijn legeskosten verbonden.
Bij gemeentelijke projecten coördineert de gemeente het gebruik van werkterreinen. Als hiervoor één gezamenlijk werkterrein ingericht wordt, verzorgt de gemeente de beschikbaarheid.
Artikel 14. Archeologische vondsten
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo); op grond van artikel 2.1.1. onder b, van de Wabo, is het verboden om zonder een omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit; het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, in gevallen waarin dat bij een bestemmingsplan of voorbereidingsbesluit is bepaald.
Besluit ruimtelijke ordening (Bro); op grond van artikel 3.1.6. lid 5 onder a, van het Bro, bevat een bestemmingsplan alsmede een ontwerp bestemmingsplan, een beschrijving en bepalingen waarin is aangegeven op welke wijze er in het gebied met archeologische-, en cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van bepalingen in het bestemmingsplan ten aanzien van oppervlakte- en diepte bepalingen, mits op basis van een archeologisch (voor)onderzoek is vastgesteld dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische-, en/of cultuurhistorische waarden aanwezig zijn, of de aanwezige behoudenswaardige waarden niet onevenredig worden geschaad.
In de Erfgoedwet 2016, paragraaf 5.4, artikel 5.10; “archeologische toevalsvondst” is bepaald dat; degene die anders dan bij het verrichten van opgravingen een vondst doet waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een archeologische vondst betreft, meldt dit zo spoedig mogelijk bij het bevoegde gezag, gemeente Westerkwartier.
Verontreiniging van het milieu moet worden voorkomen. Indien deze toch ontstaat, moeten omvang en tijdsduur tot een minimum worden beperkt. Verontreinigingen moeten worden opgeruimd in overleg met bevoegd gezag. Hierbij dient de richtlijn Kabels en leidingen in verontreinigde grond (CROW publicatie 307) te worden gevolgd.
Artikel 16. Bodemverontreiniging
Voorafgaand aan de werkzaamheden moet nagegaan worden of er sprake is van bodemverontreiniging op de locatie van de geplande werkzaamheden. Hiervoor kan gekeken worden op www.bodemloket.nl en www.westerkwartier.nl, zoeken op ‘bodemkwaliteitskaart’ . Als aanvullende informatie gewenst is kan men terecht bij het team Duurzaamheid of kan een mail gestuurd worden naar bodemkwaliteit@westerkwartier.nl, algemeen telefoonnummer 140594. De gemeente berekent geen kosten voor het verstrekken van bodeminformatie.
Op 19 november 2019 is voor het buitengebied (zone 1) de kaart voor PFAS vastgesteld voor de gemeente Westerkwartier. Op 27 oktober 2020 is deze kaart aangevuld met het stedelijke gebied (zone 2) en vastgesteld. Om het rapport en de kaart te raadplegen, kunt u contact opnemen met de gemeente via telefoonnummer 14 0594.
In het op 2 juli 2020 geactualiseerde Tijdelijk Handelingskader PFAS zijn de voorlopige achter-grondwaarden opgenomen. Hiermee is de bepalingsgrens uit juli 2019 en eerder voorgestelde achtergrondwaarden van november 2019 komen te vervallen. Door het RIVM wordt momenteel aanvullend onderzoek gedaan naar het voor komen van PFAS in de Nederlandse bodem. De verwachting is dat in 2023 deze voorlopige norm wordt vervangen door een definitief normenkader voor PFAS. Meer informatie is te vinden op de website van de rijksoverheid
Hoofdstuk 4 Technische bepalingen
Artikel 17. Algemene bepalingen
Ontwerpen, bouwstoffen en uitvoeringsmethoden moeten voldoen aan de geldende c.q. gebruikelijke eisen, zoals die onder meer blijken uit de meest recente Standaard RAW-bepalingen (voor grondwerken, groenvoorzieningen, sleuf- en sleufloze technieken en leiding- en kabelwerk) , Norm-bladen en KOMO-publicaties. Verder zijn de volgende richtlijnen van toepassing:
Artikel 18. Algemene uitvoeringseisen
Indien de grondroerder de werkzaamheden in openbare gronden, als bedoeld in artikel 1 onder v. van de AVOI 2023 , niet heeft uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in of krachtens deze technische bepalingen, kan de gemeente verlangen dat zij alsnog conform deze bepalingen worden uitgevoerd. Het herstel dient, na aanmaning, binnen 8 werkdagen plaats te vinden. In geval van verzuim zorgt de gemeente voor het herstel. De kosten van herstel zijn in dat geval voor van de betreffende grondroerder.
Kruisingen met wegen die zijn voorzien van een gefundeerde of gesloten verharding dienen te worden uitgevoerd door middel van een niet-verdringende doorpersingen of boringen. De man-telbuizen dienen aan beide kanten te worden afgesloten om eventuele verzakkingen te voorkomen. De minimale dekking van deze mantelbuizen dient, gerekend vanaf de bovenkant van de verharding, 70 cm te bedragen en moeten als regel 70 cm buiten de kant van de verharding uitsteken.
Artikel 19. Eisen t.a.v. opbreken en (indien van toepassing) herstellen gesloten verhardingen of wegen met verharding
Het is in beginsel verboden ontgravingen te verrichten in wegen met een gesloten verharding. Behoudens in het geval wanneer er in deze wegen al kabels of leidingen aanwezig zijn die moeten worden gerepareerd of dat er aansluitingen op moeten worden gemaakt. In die gevallen wordt er gewerkt met voorafgaande (schriftelijke) toestemming van de gemeente. Voordat een asfaltconstructie wordt verwijderd, worden de grenzen van het betreffende uit te breken gedeelte op steenmaat tot de gewenste diepte ingezaagd.
Vervolgens wordt het asfalt verwijderd.
De vrijgekomen materialen worden (voor zover dit mogelijk is) gescheiden naar:
Beiden worden afgevoerd conform de CROW publicatie 210: 'Richtlijn omgaan met vrijkomend asfalt'. Indien van toepassing zorgt de grondroerder zelf voor de benodigde afvalstroomnummers. Een kopie van de acceptatie- of stortbonnen van een erkend en gecertificeerd verwerkingsbedrijf wordt direct overhandigd aan de directie.
Sleuven in de asfaltverharding worden nadat de kabels of leidingen zijn gelegd, over de volle breedte opgevuld en verdicht en de oorspronkelijke funderingsconstructie wordt hersteld met menggranulaat 0/31,5 mm. De ondergrond van de fundering en de fundering voldoet na verdichting aan de technische eisen uit de meest recente Standaard RAW bepalingen. Indien onder de fundering de wapening aanwezig is dient deze opnieuw (met overlap) aangelegd te worden voordat de fundering wordt aangevuld. Het toe te passen materiaal en de overlap dient in overleg met de directie te worden bepaald. De netbeheerder/grondroerder is verantwoordelijk voor het onderhoud van de opgebroken gedeelte totdat de definitieve oplossing wordt toegepast.
De te herstellen asfaltsleuf wordt dicht gestraat in een zandbed van 30 tot 50 mm brekerzand met betonstraatstenen, dikte 80 mm, (zo mogelijk in de kleur van het aanwezige asfalt) in elle-boogverband op een wijze die geen gevaar oplevert. De bovenzijde van de stenen dienen gelijk te liggen met het ingezaagde asfalt. De stenen dienen vlak ten opzichte van elkaar te worden gestraat. Indien er vooraf afspraken met de directie over zijn gemaakt kunnen de betonstraatstenen mogelijk worden afgehaald op de gemeentewerf.
Indien het dichtstraten van een sleuf niet op deugdelijke wijze wordt uitgevoerd kan dat tot gevolg hebben dat de aansluitende verhardingen als gevolg van het gebruik door het verkeer verzakken of beschadigd worden. Dergelijke schade dient binnen 5 werkdagen op aanzeggen van de directie te worden hersteld.
Artikel 20. Eisen t.a.v. gestuurde boringen
Vanaf 10 m1 dient elke onderdoorgang onder gefundeerde of gesloten verharding uitgevoerd te worden middels een (bestuurbare) boring. Dit gebeurt zodanig dat er geen schade ontstaat door zetting, oppersing, en dergelijke, aan onder meer de gesloten wegconstructie, de overige verharding, de naastgelegen bermen, het groen, etc., evenals aan de overige ondergrondse infrastructuur.
Het leggen van kabels/leidingen/buizen in of door kunstwerken ( bruggen, tunnels etc.) is slechts mogelijk als hiermee tijdens de bouw van het kunstwerk rekening is gehouden door middel van speciaal daarvoor bestemde en aangebrachte mantelbuizen of holle ruimten. Netbeheerder moet vooraf in overleg met de gemeente en de overige kabel- en leidingbeheerders nagaan via de bouwtekening of door middel van het opbreken van de verharding van de verharding of deze mantelbuizen of holle ruimten reeds bezet of bestemd zijn. Voor het opbreken van de verharding van de kunstwerken is toestemming van de gemeente vereist.
Daar waar puin aangetroffen wordt in de ondergrond (in het buitengebied is de kans hierop zeer groot), wordt deze weer teruggeplaatst in de sleuf. Indien dit niet wenselijk is wordt het puin afgevoerd op kosten van de netbeheerder. Eventueel vervangende materialen worden op kosten van de netbeheerder aangevoerd en verwerkt. Daar waar puin in de bermen wordt aangetroffen dient extra rekening gehouden te worden met het afrapen van het puin om schade aan maaimaterieel te voorkomen.
Artikel 23. Maatregelen voor werkzaamheden in groenvoorziening
Het gras dient in dunne zoden door de grondroerder te worden verwijderd. De zoden moeten met de begroeide kanten tegen elkaar worden opgeslagen, vochtig gehouden worden en zo spoedig mogelijk weer worden aangebracht.
Na het aanbrengen dienen de zoden te worden aangedrukt en de snijranden te worden ingeveegd met teelaarde. De zoden dienen tenslotte te worden bewaterd. Indien de zoden niet binnen 48 uur na verwijdering worden teruggezet, dient de grondroerder de zoden af te voeren en het afgewerkte oppervlakte over te dragen aan de directie. Indien nodig kan de directie naar haar inzicht op kosten van de netbeheerder het gazon herstellen. Door middel van een offerte vooraf zal de grondroerder in kennis worden gesteld van de hem ten laste te brengen kosten.
Met behulp van een zodensnijmachine dient het gekozen tracé gras door de netbeheerder te worden vrijgemaakt. De uitkomende zoden met een lengte van maximaal 3 m1 moeten worden opgerold, in depot gezet worden en nat gehouden.
De zoden moeten zo spoedig mogelijk weer worden aangebracht. Na het aanbrengen dienen de zoden te worden aangedrukt en de snijranden te worden ingeveegd met teelaarde. De zoden dienen tenslotte te worden bewaterd.
Na het aanbrengen dienen de zoden te worden aangedrukt en de snijranden te worden ingeveegd met teelaarde. De zoden dienen tenslotte te worden bewaterd. Indien de zoden niet binnen 48 uur na verwijdering worden teruggezet, dient de grondroerder de zoden af te voeren en het afgewerkte oppervlakte over te dragen aan de directie. Indien nodig kan de directie naar haar inzicht op kosten van de netbeheerder het gazon herstellen. Door middel van een offerte vooraf zal de grondroerder in kennis worden gesteld van de hem ten laste te brengen kosten.
Voordat er werkzaamheden in een berm worden uitgevoerd, dient er een QuickScan conform de Wet natuurbescherming uitgevoerd te worden in het plangebied om de eventuele aanwezigheid van beschermende soorten planten en dieren vast te kunnen tellen. Het rapport van deze scan dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de gemeente. Indien er beschermde soorten aanwezig zijn moet er mogelijk vervolgonderzoek worden gedaan naar deze beschermde soorten. In het uiterste geval zal ontheffing / vergunning bij de provincie Groningen moeten worden aangevraagd om uitvoering van de werkzaamheden conform de Wet natuurbescherming mogelijk te maken
Beplanting, opgenomen in het plantseizoen (1 oktober t/m 15 april), dient door de grondroer-der te worden ingekuild en zo spoedig mogelijk weet te worden teruggezet nadat grondverbetering is uitgevoerd en moet indien nodig voor het terugzetten door de grondroerder deskundig te worden besnoeid en bewaterd.
Beplanting, opgenomen in het plantseizoen (1 oktober t/m 15 april), welke ondanks de getroffen voorzorgmaatregelen binnen zes maanden na herplanting niet aanslaat, kan op kosten van de netbeheerder door de gemeente worden vervangen. Voordat de gemeente tot vervanging, als genoemd in het vorige lid, overgaat zal het de verantwoordelijk netbeheerder hiervan schriftelijk, onder opgave van de genoemde kosten, in kennis stellen.
Artikel 24. Maatregelen voor werkzaamheden in nabijheid van te handhaven beplantingen
Bij waardevolle beplanting dient graven in de wortelzone te worden voorkomen. Indien het leggen van nieuwe kabels of leidingen in het bestaande tracé maar buiten de wortelzone niet mogelijk is, dient de wortelzone te worden gepasseerd door het boren van mantelbuizen onder het wortelpakket. Alleen in uiterste gevallen mag in de wortelzone met de hand gegraven worden onder toezicht van de directie.
Ten aanzien van te handhaven beplanting dient de grondroerder te streven naar het zo weinig mogelijk beschadigen ervan (zowel onder- als bovengronds). In geen geval mogen wortels dikker dan 25 mm in diameter worden verwijderd. Ontgraven wortels dienen te worden beschermd tegen uitdrogen, vorst en beschadigingen.
Ontgraven wortels moeten worden beschermd tegen uitdroging, vorst en beschadiging. Teneinde schade aan het wortelstelsel te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken moet bij de passage van de wortelzone beide zijden van de sleuf afdekken met zwarte folie die strak tegen de wand wordt vastgezet. Mochten worteleinden toch worden beschadigd, dan moeten deze onmiddellijk glad worden afgezaagd.
Graafwerkzaamheden binnen de kroonprotectie van bomen dienen zoveel mogelijk te worden voorkomen.
De voorschriften als vastgelegd in de richtlijnen van het handboek bomen van het norm instituut bomen, Hoofdstuk 2: Werken rondom bomen ( samengevat in de “Bomenposter” uit de bijlage in van dit handboek) dienen gehanteerd te worden.
Bij het verlagen van de grondwaterstand binnen de wortelzone van de te handhaven beplanting in het betreffende groeiseizoen ( zoals vernoemd in het vigerende Standaard RAW-Bepalingen) de beplanting zo nodig water geven. Hierdoor moet zo spoedig mogelijk oppervlaktewater met voldoende zuurstof worden gebruikt. Hiervoor mag uitdrukkelijk geen bronneringswater worden gebruikt.
De bij het leggen van de kabels/leidingen/buizen en de te plaatsen kasten eventueel toegebrachte schade aan bomen (zie voor het begrip boomwaarde de kapregels als vastgelegd in onze Algemene Plaatselijke Verordening) zal worden bepaald volgens de in de genoemde verordening vastgestelde methodes. In concreto betekent dit dat voor het berekenen van toegebrachte schade aan bomen altijd een beëdigd Boomtaxateur zal worden ingezet die volgens de meest recente richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen (NVTB) de toegebrachte schade (waardedaling) zal vaststellen en verhalen op de netbeheerder.
Artikel 25. Werken in of met verontreinigde grond
Om na te gaan of de voorgenomen graafwerkzaamheden mogelijk zullen plaatsvinden in verontreinigde bodem, voert de grondroerder ten minste historisch vooronderzoek uit en in sommige gevallen tevens een bodemonderzoek. De eerste fase van het historisch vooronderzoek verloopt via het digitale bodemloket.
Indien de geplande werkzaamheden in de bodem meer dan 25 meter buiten de op het bodemloket aangegeven locatiecontouren worden uitgevoerd, is geen verder bodemonderzoek nodig. Mocht de grondroerder zintuigelijke waarnemingen doen die duiden op een mogelijke verontreiniging in de bodem dan moet de zorgplicht in acht worden genomen. Voor verder vragen over eventuele bodemgegevens in de gemeente Westerkwartier kunt u contact op nemen met team Duurzaamheid van de gemeente, bereikbaar onder algemeen tel.nr. 140594. Voor de aan- en afvoer van grond gelden de regels van het Besluit Bodemkwaliteit. Voor veilig en zorgvuldig werken aan kabels en leidingen in mogelijk verontreinigde bodem is de CROW-publicatie 400 “Werken in en met verontreinigde bodem” opgesteld.
Overtollige grond wordt afgevoerd naar een erkende verwerker of hergebruikslocatie. Verwerken van de overtollige grond in de directe omgeving van het werk is alleen toegestaan binnen de regels van het Besluit bodemkwaliteit. Indien (aanvul)grond wordt aangevoerd van buiten de locatie, wordt dit op grond van het Besluit bodemkwaliteit vooraf worden gemeld bij het Meldpunt Bodemkwaliteit. Dit geldt ook voor de eventuele tijdelijke opslag van (aanvul)grond op het werkterrein of op een ander terrein.
Artikel 26. Tijdelijk/definitief herstel gesloten verharding en onderhoudsplicht (zie ook art. 19)
Gedurende een periode van 12 maanden na herstel van verharding en groenvoorziening draagt de netbeheerder voor zijn rekening zorg voor het onderhoud hiervan. Eventuele schade aan de herstelde verhardingen en groen (bijvoorbeeld nazakkingen of niet aanslaan van beplanting/gras) tijdens de garantieperiode, zijn voor rekening van de netbeheerder.
Artikel 27. Kosten (zie ook Schaderegeling Ingraving gemeente Westerkwartier )
De kosten hiervoor worden tegen marktconforme, bij de netbeheerder in rekening te brengen tarieven ( prijzen per m2) zoals die rechtstreeks voortvloeien uit de, in samenwerking met de koepels van nutsbedrijven en de VNG zijn opgesteld, Leidraad voor gemeenten en nutsbedrijven inzake (her)straatwerkzaamheden en de jaarlijks door de GPKL ( Gemeentelijk Platvorm Kabels en Leidingen) geactualiseerde transport-, loon- en materiaaltarieven.
Artikel 29. Bouwstoffen en aan- en afvoer van materiaal
De netbeheerder dient zorg te dragen voor de uit het werk komende bouwstoffen. Verlies, vermissing en/of beschadiging van deze bouwstoffen is voor zijn rekening tot het moment van gereed melding. Afval moet dagelijks worden afgevoerd naar depot. Geen losse rommel in de wijk. Gebeurt dit niet dan kan de gemeente het werk stilleggen totdat het is opgeruimd.
Indien bij de uitvoering blijkt dat de uitkomende grond niet voor aanvulling geschikt is, dient deze grond door de netbeheerder en voor diens rekening te worden afgevoerd. Door de netbeheerder en voor diens rekening dient voor aanvulling geschikte grond ( zand of teelaarde) op het werk te worden aangeleverd.
Op verzoek van de netbeheerder of van de gemeente kan de bestrating vooraf worden geschouwd. Wanneer bij schouwing blijkt dat de toestand van de bestrating daartoe aanleiding geeft, stelt de gemeente klinkers en/of tegels beschikbaar. De aan- en afvoer van klinkers en/of tegels en puin geschiedt in dat geval door de gemeente en voor diens rekening. De verwerking van de beschikbaar gestelde materialen (voor zover dit binnen het werk valt) dient door de netbeheerder en voor diens rekening te geschieden.
Hoofdstuk 7 Verkeersmaatregelen
Artikel 30. Uitvoering verkeersmaatregelen
De grondroerder moet inzake volledige afsluiting van wegen- en verkeersomleidingen als regel tenminste twee weken voor het begin van het werk de gemeente van dit voornemen in kennis stellen, ook bij werkzaamheden aan leidingen met spoedeisend karakter moet de gemeente op de hoogte zijn van alle verkeersafzettingen.
De vereiste verkeersmaatregelen t.b.v. omleidingen of werkzaamheden bij stationaire wegafzettingen over een lengte groter dan 250 m1 of gedurende meer dan 5 werkdagen, bij hoofdwegen, kruispunten, voet- en fietspaden, e.d. wordt door de grondroerder vastgelegd in een gedetailleerd verkeers- werk- en tijdsplan en wordt minimaal 20 werkdagen ter goedkeuring voorgelegd aan de directie.
De verkeersvoorzieningen mogen maximaal 72 uur voor aanvang van de werkzaamheden, met de voor- of beeldzijde afgedraaid van het verkeer, worden aangebracht. De verkeersvoorzieningen worden niet aan bv. lichtmasten bevestigd en ontnemen het zicht niet op de overige bebording en van eventuele camera’s . De verkeersvoorzieningen worden op de dag van aanvang van de werkzaamheden met de voor- of beeldzijde naar het verkeer geplaatst.
ooraankondiging worden minimaal 5 werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden geplaatst bij afsluitingen of ernstige verkeershinder op hoofdroutes.
Als de gemeente het noodzakelijk acht, bijvoorbeeld als een belangrijke weg t.b.v. de werkzaamheden moet worden afgesloten, kan de gemeente verplichten de werkzaamheden zo veel mogelijk in de weekenden, avonduren of s ’nachts uit te voeren. Als een straat volledig afgesloten moet worden, dient dit tenminste 20 werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden afgestemd te worden met de gemeente. Na goedkeuring worden de hulpdiensten door de grond-roerder hierover tenminste 15 werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden geïnformeerd
Alle wettelijke verkeersvoorzieningen en de te treffen verkeersmaatregelen die verband houden met het werk, zoals het plaatsen van borden, hekken en dergelijke langs sleuven en gevaarlijke punten, moeten voor rekening van de netbeheerder in overleg met en ter goedkeuring van de directie worden uitgevoerd.
Gedurende de tijd tussen een half uur na zonsondergang en een half uur vóór zonsopgang moeten de opgebroken gedeelten bestrating en dergelijke en andere in verband met de uit te voeren werken aanwezige, voor het verkeer gevaarlijke obstakels, op duidelijk wijze, ten genoegen van de directie zijn aangegeven. De verlichting moet voldoen aan de CROW publicatie 130, “richtlijnen voor het markeren van onverlichte obstakels”( ISBN 90 6628 283 5).
Geconstateerde gebreken binnen het werkgebied en aan de afzettingen die buiten werktijden bij de storingsdienst van de gemeente worden gemeld, worden aan de netbeheerder doorgegeven en indien noodzakelijk moeten deze binnen twee uur worden hersteld. Vindt herstel niet plaats binnen deze tijd, dan worden de gebreken in opdracht van eerder genoemde dienst onmiddellijk hersteld. De kosten hiervan worden in rekening gebracht bij de netbeheerder.
Artikel 31. Bereikbaarheid voor voetgangers
De netbeheerder dient zorg te dragen voor de bereikbaarheid van woningen, winkels, openbare gebouwen en dergelijke voor ( minder valide) voetgangers.
In overleg met de betrokkenen kan aan de mate van bereikbaarheid nader inhoud worden gegeven.
Artikel 32. Fietsverkeer en voetgangers
De netbeheerder dient zorg te dragen voor een doorgang voor het fietsverkeer en de voetgangers of in overleg met de gemeente voor een omleidingsroute.
Artikel 33. Gemotoriseerd bestemmingsverkeer
De netbeheerder dient te zorgen voor het zoveel mogelijk in stand houden van het gemotoriseerde bestemmingsverkeer naar woningen, winkels, bedrijven, bouwwerken en landerijen ed. in overleg met de betrokkenen. Indien met de betrokkenen geen overeenstemming kan worden bereikt over de beperking van de bereikbaarheid, dan overlegt de netbeheerder dit vooraf met de gemeente.
De netbeheerder dient te zorgen voor de bereikbaarheid van de hulpdiensten. Hiervoor gelden de volgende aanvullende voorwaarden:
Artikel 36. Verontreinigingen wegdek
Als de netbeheerder de ter zake van het reinigen van wegdekken, zowel binnen als buiten het werkterrein, gegeven opdrachten van de directie niet nakomt en de gegeven voorschriften niet naleeft, zullen per geval door de gemeente maatregelen worden genomen om de verkeersveiligheid te waarborgen. De kosten van deze maatregelen zullen in rekening worden gebracht bij de netbeheerder.