Organisatie | Harderwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Tijdelijke verordening energienoodfonds voor MKB en maatschappelijke instellingen gemeente Harderwijk 2023 |
Citeertitel | Tijdelijke verordening energienoodfonds voor MKB en maatschappelijke instellingen gemeente Harderwijk 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervalt op 31 december 2024.
artikel 149 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2023 | nieuwe regeling | 16-01-2023 |
De raad van de gemeente Harderwijk;
gezien de voorstellen van burgemeester en wethouders van 31 januari en 7 februari 2023;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, gelet op het raadsbesluit van 10 november 2022 met nummer 02430000118752/02430000399459 en gelet op het besluit van Gedeputeerde Staten van Gelderland van
9 januari 2023 met zaaknummer 2022-018073;
Tijdelijke verordening energienoodfonds voor MKB en maatschappelijke instellingen gemeente Harderwijk 2023
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
De-minimisverordening: Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, PbEU 24 december 2013 L 352/1 (drempel: € 200.000) dan wel Verordening (EU) Nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector, PbEU 24 december 2013, L 352/9 (drempel: € 20.000) dan wel Verordening (EU) Nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector, PbEU 28 juni 2014, L 190/45 (drempel: € 30.000) of daarvoor in de plaats komende regelingen;
maatschappelijke instelling: de privaatrechtelijke rechtspersoon (stichting, vereniging of kerkgenootschap) met volledige rechtsbevoegdheid maar zonder winstoogmerk met als hoofdactiviteit de organisatie en/of exploitatie van jeugdvrijwilligerswerk, sport- of cultuurbeoefening, een buurtcentrum, kerk, moskee of synagoge, mits de rechtspersoon statutair en feitelijk gevestigd is in de gemeente Harderwijk en haar hoofdactiviteit aldaar uitoefent en ingeschreven is in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel sinds 1 januari 2022;
MKB-onderneming: een onderneming die voldoet aan de MKB-definitie als bedoeld in bijlage 1 van Verordening (EU) 651/2014 van 17 juni 2014 (te toetsen middels de mkb-toets (https://www.rvo.nl/onderwerpen/subsidiespelregels/ezk/mkb-toets)), en statutair en feitelijk gevestigd is in de gemeente Harderwijk en haar activiteiten aldaar uitoefent en ingeschreven is in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel sinds 1 januari 2022;
Het doel van deze verordening is om maatschappelijke instellingen en MKB-ondernemingen die door de sterk gestegen energieprijzen in de problemen dreigen te geraken, voor de periode oktober 2022 tot en met maart 2023 eenmalig te ondersteunen met een financiële tegemoetkoming om de gestegen energiekosten te kunnen blijven voldoen. De verordening geldt alleen voor de hieronder genoemde doelgroepen onder de in deze verordening gestelde voorwaarden.
Voor een financiële ondersteuning op grond van deze verordening komen uitsluitend in aanmerking in de gemeente Harderwijk gevestigde maatschappelijke instellingen en MKB-ondernemingen die voldoen aan artikel 1, aanhef en sub h en i en die voldoen aan de in deze verordening gestelde voorwaarden.
Artikel 4. Subsidiabele activiteiten en kosten
Subsidie kan worden verstrekt aan de doelgroep zoals omschreven in artikel 3 voor het doel als omschreven in artikel 2. De enige voor subsidie in aanmerking komende kosten zijn de netto kosten die rechtstreeks voortvloeien uit de gestegen energieprijzen en die betrekking hebben op de periode oktober 2022 tot en met maart 2023.
Voor de beoordeling van de subsidiabele kosten als bedoeld in het eerste lid worden de kosten over oktober 2022 vergeleken met die over oktober 2021, die over november 2022 met die over november 2021, die over december 2022 met die over december 2021, die over januari 2023 met die over januari 2022, die over februari 2023 met die over februari 2022 en tot slot die over maart 2023 met die over maart 2022.
Artikel 8. Voorwaarden en verplichtingen
Het college kan aan de aanvrager een subsidie verlenen onder de volgende voorwaarden en verplichtingen:
de aanvrager spant zich aantoonbaar in om energie te besparen; hiertoe levert deze een korte toelichting aan op genomen of te nemen verduurzamingsmaatregelen; in het geval ten tijde van indiening van de aanvraag nog geen sprake is van concrete verduurzamingsmaatregelen, zal aanvrager na subsidieverlening, zo nodig na consultatie door een voor eigen rekening in te schakelen duurzaamheidsadviseur, bezien of en in welke mate verduurzamingsmaatregelen worden getroffen die zien op voorkoming of vermindering van toekomstige energielasten;
indien de aanvrager subsidie ontvangt op basis van deze verordening en ruimte verhuurt of in gebruik geeft aan (een) andere organisatie(s) die niet beschikt (beschikken) over een zelfstandig energiecontract, dient deze de ontvangen subsidie naar rato door te rekenen aan die andere organisatie(s), mits deze behoort (behoren) tot de doelgroep als omschreven in artikel 3;
Artikel 11. Subsidieverlening en -vaststelling
Een beschikking tot subsidieverlening van meer dan € 5.000,-- wordt te allen tijde gevolgd door een verantwoordingsverplichting en een beschikking tot vaststelling van de subsidie. Bij de verantwoording worden de daadwerkelijke energiekosten gespecificeerd en zo nodig toegelicht. Tevens wordt uiterlijk bij de verantwoording bezien of aan de duurzaamheidsvereisten is voldaan. De uiterste datum voor inzending van de aanvraag tot vaststelling is 1 mei 2024.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Harderwijk
in zijn openbare vergadering van
16 februari 2023.
De heer H.J. van Schaik
Voorzitter
he heer H.R. Lanning
raadsgriffier
Als de som van de te verlenen subsidies per doelgroep hoger is dan het beschikbare budget (subsidieplafond) per doelgroep, worden de te verlenen subsidies gekort met het percentage van deze overschrijding.
Het subsidieplafond bedraagt € 230.019,--.
Er zijn 25 aanvragers die aan alle voorwaarden voor subsidieverstrekking voldoen en ieder afzonderlijk in beginsel in aanmerking voor het maximale subsidiebedrag van € 10.000,--, wat uitkomt op een totaalbedrag van € 250.000,--.
Er is dus sprake van een tekort van € 19.981,--.
Alle aanvragers krijgen in dit voorbeeld (230.019/250.000) * € 10.000,-- = € 9.200,76.
Het subsidieplafond bedraagt € 230.019,--.
Er zijn 25 aanvragers die aan alle voorwaarden voor subsidieverstrekking voldoen. 24 aanvragers komen ieder afzonderlijk in beginsel in aanmerking voor het maximale subsidiebedrag van € 10.000,--. Eén aanvrager komt in beginsel in aanmerking voor een subsidiebedrag van € 1.000,--.
Er is dus sprake van een tekort van € 11.000,--.
De 24 aanvragers die in beginsel recht hebben op het maximale bedrag van € 10.000,-- ontvangen in dit voorbeeld (230.019/241.000) * € 10.000,-- = € 9.544,36.
De aanvrager die in beginsel recht had op het bedrag van € 1.019,-- ontvangt in dit voorbeeld (230.019/241.000) * € 1.000,-- = €.954,44.
Het beschikbare subsidiebudget (subsidieplafond) wordt niet verdeeld volgens het principe ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’, maar wordt evenredig verdeeld over alle aanvragers die voor subsidie in aanmerking komen (zie artikel 5 en de toelichting daarop). Om deze reden is er een periode vastgesteld waarbinnen aanvragen kunnen worden ingediend. Na afloop van deze periode kan worden beoordeeld of er voldoende budget is, of dat een korting op alle aangevraagde bedragen moet worden toegepast.