Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rucphen

Treasurystatuut Rucphen 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRucphen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTreasurystatuut Rucphen 2023
CiteertitelTreasurystatuut Rucphen 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp
Externe bijlageBijlage 1 en 2

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet financiering decentrale overheden

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-02-202301-01-2023Besluit

07-02-2023

gmb-2023-81683

Tekst van de regeling

Intitulé

Treasurystatuut Rucphen 2023

Intitulé

Treasurystatuut Rucphen 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rucphen;

Gelet op de Wet financiering decentrale overheden en de bijbehorende ministeriële regelingen;

artikel 212 van de Gemeentewet, tweede lid, aanhef en onder c;

artikel 14 uit de Financiële verordening Rucphen 2018;

Besluit:

Vast te stellen het navolgende ‘Treasurystatuut Rucphen 2023’.

Artikel 1 Doelstellingen van de treasuryfunctie

  • 1.

    Het verkrijgen en handhaven van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele voorwaarden zodat te allen tijde in de behoefte aan financiële middelen kan worden voorzien;

  • 2.

    Het beheersbaar houden van financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s, (interne) liquiditeitsrisico’s en valutarisico’s;

  • 3.

    Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

  • 4.

    Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet financiering decentrale overheden en binnen de bepalingen van dit treasurystatuut;

  • 5.

    Het realiseren van de informatiestromen ter ondersteuning van de opstelling van het treasurybeleid, de uitvoering van het beleid en de verantwoording daarvan.

Artikel 2. Randvoorwaarden treasurybeleid

  • 1.

    Bij de uitvoering van de treasuryfunctie dienen de regels en bepalingen van het wettelijk kader en het Treasurystatuut 2023 in acht te worden genomen;

  • 2.

    De treasuryfunctie wordt alleen uitgeoefend in het kader van de door de raad geformuleerde publieke taken in lijn met artikel 2, eerste lid van de Wet financiering decentrale overheden;

  • 3.

    Het aantrekken van financieringen met het enkele doel de aangetrokken gelden tegen een hoger rendement uit te zetten is niet toegestaan, zoals bedoeld in artikel 2a, eerste lid, van Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden.

Artikel 3: Uitgangspunten risicobeheer

Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

  • 1.

    De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut;

  • 2.

    Er wordt geen gebruik gemaakt van financiële derivaten als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet financiering decentrale overheden;

  • 3.

    Het uitzetten van geldmiddelen in de vorm van deelnemingen in rechtspersonen, maatschappen en verenigingen, zoals opgenomen in artikel 160 van de Gemeentewet, is alleen toegestaan op basis van een besluit van het college. Voordat het college een definitief besluit neemt, moet de raad in de gelegenheid worden gesteld om wensen en bedenkingen te uiten;

  • 4.

    De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar treasury-activiteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitsprognose (looptijd tot één jaar), alsmede een meerjarige liquiditeitsplanning die aansluit op het meerjaren investeringsprogramma. De op basis van bovenstaande gegevens berekende financieringsbehoefte maakt onderdeel uit van de paragraaf Financiering van de programmabegroting;

  • 5.

    Valutarisico’s worden uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in euro’s.

Artikel 4: Renterisicobeheer

  • 1.

    Het renterisico op de netto vlottende schuld bedraagt maximaal de kasgeldlimiet, gemiddeld over een kwartaal, zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid van de Wet financiering decentrale overheden;

  • 2.

    Het renterisico op de vaste schuld bedraagt maximaal de renterisiconorm, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Wet financiering decentrale overheden;

  • 3.

    De raad van de gemeente Rucphen stelt jaarlijks in de programmabegroting een rentevisie vast gebaseerd op de rentevisie van de Bank Nederlandse Gemeenten;

  • 4.

    Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie, de liquiditeitsprognose en de rentevisie.

     

Artikel 5: Koersrisicobeheer

  • 1.

    De gemeente beperkt de koersrisico’s op uitzettingen uit hoofde van treasury door daarbij uitsluitend de volgende producten te hanteren: rekening courant, spaarrekening, daggeld, deposito’s, obligaties en garantieproducten die tenminste 100% van de hoofdsom uitkeren;

  • 2.

    Tevens beperkt de gemeente de koersrisico’s door de looptijd van de uitzettingen af te stemmen op de liquiditeitsplanning.

Artikel 6: Kredietrisicobeheer

  • 1.

    Het risico op uitzettingen conform artikel 2a tweede lid van de Wet financiering decentrale overheden wordt beperkt door slechts middelen uit te zetten bij financiële instellingen die:

    • a.

      gevestigd zijn in Nederland die ten minste beschikt over een AA-rating afgegeven door ten minste twee ratingbureaus; en;

    • b.

      voor henzelf of voor de door hen uitgegeven waardepapieren kunnen aantonen dat ze ten minste over een A-rating beschikken, afgegeven door ten minste twee ratingbureaus;

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op uitzettingen tegen waardepapieren waarvoor een solvabiliteitsratio van 0 procent geldt;

  • 3.

    Bij het verstrekken van leningen uit hoofde van de publieke taak worden zoveel mogelijk zekerheden of garanties geëist.

Artikel 7: Leningen en garanties

  • 1.

    Het verstrekken van leningen of garanties is op basis van artikel 160 lid 1 onder e van de Gemeentewet voorbehouden aan het college van de gemeente Rucphen;

  • 2.

    Het college mag leningen of garanties uitsluitend uit hoofde van de publieke taak verstrekken aan derde partijen, tegen acceptabele voorwaarden, waarbij de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij vooraf gecontroleerd worden;

  • 3.

    Bij het verstrekken van leningen, het verstrekken van garanties en het verstrekken van risicodragend kapitaal bedingt het college indien mogelijk zekerheden;

  • 4.

    Indien de gemeente met het verstrekken van een lening of garantie risico loopt, wordt een voorziening ten laste van de begroting gevormd ter grootte van dat risico;

  • 5.

    Voor nadere richtlijnen en voorwaarden voor de verstrekking van leningen en garanties wordt verwezen naar bijlage 2;

Artikel 8: Financiering

Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de uitgangspunten:

  • 1.

    Financieringen worden uitsluitend aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak;

  • 2.

    Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne liquiditeiten te gebruiken teneinde de renterisico’s te minimaliseren en het renteresultaat te optimaliseren;

  • 3.

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn onderhandse leningen;

  • 4.

    De gemeente vraagt offertes op bij minimaal twee instellingen, waaronder de Bank Nederlandse Gemeenten, alvorens een financiering wordt aangetrokken. Deze offertes worden door de gemeente schriftelijk vastgelegd.

Artikel 9: Uitzetten overtollige middelen

  • 1.

    Overtollige middelen mogen, met inachtneming van het tweede en derde lid van dit artikel en artikel 2 derde en vierde lid van de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) uitsluitend worden aangehouden in ’s Rijks schatkist;

  • 2.

    Uitgezonderd van de verplichting om overtollige liquide middelen bij de schatkist onder te brengen zijn opgenomen in artikel 7 van de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden;

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid mogen overtollige liquide middelen in de vorm van leningen uitgezet worden bij andere decentrale overheden, met dien verstande dat de gemeente geen leningen mag verstrekken aan de toezichthoudende provincie.

Artikel 10: Langlopende uitzettingen

Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van één jaar of langer gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Uitzettingen worden uitsluitend gedaan onder de in artikel 3, 4, 5, 6, 7 en 9 genoemde voorwaarden;

  • 2.

    De gemeente vraagt offertes op bij minimaal twee instellingen, waaronder de Bank Nederlandse Gemeenten, voordat een langlopende uitzetting wordt gedaan. Deze offertes worden door de gemeente schriftelijk vastgelegd.

Artikel 11: Relatiebeheer

De gemeente beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Bankrelaties dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal te voldoen aan de eisen die zijn gesteld in artikel 6;

  • 2.

    Financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of anderszins EER-toezicht (Europese Economische Ruimte) te vallen, zoals De Nederlandse Bank en de Verzekeringskamer;

  • 3.

    Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en daarvan een vergunning als makelaar te hebben verkregen.

Artikel 12: Geldstromenbeheer

Voor het geldstromenbeheer gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    De gemeente streeft naar concentratie van de liquiditeiten binnen één rentecompensatiecircuit bij haar huisbankier;

  • 2.

    Het betalingsverkeer wordt zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd bij de huisbankier;

  • 3.

    Uitgangspunt is dat de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) de huisbankier is. Indien de condities van de BNG niet meer marktconform zijn of de dienstverlening niet meer naar wens verloopt zal een offerteronde ten aanzien van het huisbankierschap uitgevoerd worden;

  • 4.

    Contante geldstromen worden zoveel mogelijk beperkt.

Artikel 13: Saldo- en liquiditeitenbeheer

Bij het aantrekken en uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode korter dan een jaar gelden voor het saldobeheer en het liquiditeitsbeheer de volgende specifieke richtlijnen:

  • 1.

    De gemeente Rucphen heeft voor onbeperkte duur een rekening courant overeenkomst afgesloten bij de Bank Nederlandse Gemeenten. Voor het saldo- en liquiditeitenbeheer maakt de gemeente Rucphen primair gebruik van deze overeenkomst;

  • 2.

    Indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat, kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken. Hierbij wordt de kasgeldlimiet, conform artikel 4 lid 1, niet overschreden;

  • 3.

    Toegestane financieringsinstrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen voor een periode kleiner of gelijk aan twaalf maanden zijn daggeldleningen en kasgeldleningen;

  • 4.

    Toegestane financieringsinstrumenten bij het extern uitzetten van gelden voor een periode kleiner of gelijk aan twaalf maanden zijn daggeldleningen aan derden, deposito’s, spaarrekeningen en krediet in rekening courant;

  • 5.

    De gemeente vraagt bij minimaal twee instellingen offertes op alvorens middelen worden uitgezet met een looptijd korter dan één jaar. Deze offertes worden door de gemeente schriftelijk vastgelegd.

Artikel 14: Administratieve organisatie en interne controle

In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle:

  • 1.

    De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasury-activiteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd;

  • 2.

    Bevoegdheden kunnen verder gemandateerd worden. Dit mandaat wordt schriftelijk vastgelegd;

  • 3.

    Bij de uit te voeren treasury-activiteiten inclusief de gemandateerde activiteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

    • a.

      minimaal twee functionarissen autoriseren iedere transactie (het vier ogenprincipe);

    • b.

      de uitvoering en controle gebeurt door afzonderlijke functionarissen;

    • c.

      de uitvoering en registratie in de financiële administratie gebeurt door afzonderlijke functionarissen.

Artikel 15: Verantwoordelijkheden treasuryfunctie

De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente staan in onderstaande tabel gedefinieerd.

Functie

Verantwoordelijkheden

Gemeenteraad

  • *

    Het vaststellen van het treasurybeleid door middel van de financiële verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet;

  • *

    Het stellen van kaders voor en het houden van toezicht op de uitvoering van het treasurybeleid aan de hand van de paragraaf Financiering in de programmabegroting en de programmaverantwoording als onderdeel van de planning en control cyclus.

College

  • *

    Het vaststellen van de beleidskaders en limieten voor de treasuryfunctie in een treasurystatuut (afgestemd op de financiële verordening);

  • *

    Het uitvoeren van het treasurybeleid (formele verantwoordelijkheid);

  • *

    Het rapporteren aan de Gemeenteraad bij de planning en control cyclus over de uitvoering van het treasurybeleid in de financieringsparagraaf (o.a. kasgeldlimiet en renterisiconorm).

Treasurer

  • *

    Het uitvoeren van de aan hem/haar opgedragen treasury-activiteiten conform het treasurystatuut en de paragraaf Financiering;

  • *

    Het uitvoeren van de activiteiten met betrekking tot de volgende deelfuncties: het risicobeheer, gemeentefinanciering (financiering, uitzetting en relatiebeheer) en kasbeheer. Deze activiteiten moeten conform het treasurystatuut en de paragraaf Financiering in de begroting worden uitgevoerd;

  • *

    Het aantrekken en uitzetten van gelden voor het saldo- en liquiditeitsbeheer;

  • *

    Het onderhouden van contacten met banken, geldmakelaars en overige financiële instellingen;

  • *

    Het schriftelijk vastleggen van de treasury-transacties, inclusief meerdere offertes;

  • *

    Het zorgdragen voor de liquiditeitenplanning;

  • *

    Het rapporteren en het afleggen van verantwoording aan het college over de uitvoering van het treasury-beheer.

Budgethouders en kredietbeheerders

  • *

    Het zorg dragen voor het tijdig aanleveren van betrouwbare operationele informatie over toekomstige geldstromen aan de afdeling Bedrijfsvoering met het oog op de liquiditeitsplanning.

Afdelingsmanager Bedrijfsvoering

  • *

    Het uitvoeren van de aan hem of haar opgedragen treasury-activiteiten conform het treasurystatuut en de paragraaf Financiering.

Administrateur

  • *

    Het uitvoeren van de aan hem of haar opgedragen treasury-activiteiten conform het treasurystatuut en de paragraaf Financiering;

  • *

    Het autoriseren van betalingsvoorstellen.

Kassier

  • *

    Het beheren van de geldstromen;

  • *

    Het overboeken van saldi tussen bankrekeningen;

  • *

    Het afhandelen van het betalingsverkeer;

  • *

    Het incasseren van openstaande vorderingen.

Financieel adviseurs

  • *

    Het adviseren van de budgethouders en kredietbeheerders over de financiële gevolgen/geldstromen van hun activiteiten en projecten.

Financiële administratie

  • *

    Het juist en volledig administreren van de bezittingen, schulden, rechten, verplichtingen, inkomsten, uitgaven, ontvangsten en betalingen in de financiële administratie.

Afdeling Concerncontrol

  • *

    Het controleren van de volledigheid, betrouwbaarheid en de rechtmatigheid van treasury-activiteiten en hierover rapporteren aan betrokkenen.

Accountant

  • *

    In het kader van haar reguliere controletaak adviseren over en controleren van treasury-aangelegenheden.

Artikel 16: Bevoegdheden

De bevoegdheden, alsmede de daarbij behorende autorisatie, met betrekking tot treasury-activiteiten zijn opgenomen in onderstaande tabel.

Activiteit

Uitvoering

Autorisatie

Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer tot één jaar

Het extern uitzetten van middelen via daggeldleningen aan derden, deposito’s, spaarrekeningen en krediet in rekening courant;

Treasurer

Administrateur

Het aantrekken van middelen via daggeldleningen en kasgeldleningen;

Treasurer

Administrateur

Het voorbereiden en versturen van betalingsopdrachten.

Kassier

Administrateur

Bankrelatiebeheer

Het openen, sluiten en wijzigen van bankrekeningen;

Kassier

Afdelingsmanager Bedrijfsvoering/ College

Het afspreken van bankcondities en tarieven.

Treasurer

College

Risicobeheer

Het afsluiten van derivatentransacties.

Treasurer

College

Financiering en uitzetting (looptijd langer dan 1 jaar)

Het aantrekken van middelen via onderhandse geldleningen;

Treasurer

College

Het uitzetten van langlopende middelen;

Treasurer

College

Het beleggen van middelen in garantieproducten;

Treasurer

College

Het aan- en verkopen van obligaties;

College

Gemeenteraad

Het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties

Treasurer

College

Artikel: 17 Informatievoorziening

Om de uitvoering van het treasurybeleid en de daarbij behorende transparantie te optimaliseren moeten de betrokkenen de informatie juist en tijdig aanleveren.

De beheersmatige informatievoorziening richten wij hiervoor in op basis van het navolgende schema.

Omschrijving

Frequentie

Informatie verstrekker

Informatie

ontvanger

Gegevens voor toekomstige uitgaven en ontvangsten voor de liquiditeitsplanning (korte- en lange termijn)

Jaarlijks ( tussentijds bij afwijkingen)

Kredietbeheerders / Budgethouders

Treasurer

(Meerjaren)liquiditeitsprognose

Programmabegroting

Kadernota

Treasurer / College

Gemeenteraad

Opstellen van de paragraaf Financiering bij de programmabegroting

Programmabegroting

Treasurer / College

Gemeenteraad

Afwijkingen op treasury-activiteiten uit de paragraaf Financiering van de programmabegroting

Bestuursrapportages

Treasurer / College

Gemeenteraad

Verantwoording treasury-activiteiten in paragraaf Financiering van de programmarekening

Programmarekening

Treasurer / College

Gemeenteraad

Rapportage debiteurenpositie en invorderingsbeleid

Bestuursrapportages Programmarekening

Kassier / Treasurer / College

Gemeenteraad

Informatie voor derden (IV3) volgend uit de treasury

Per kwartaal

Financieel Adviseur

CBS

Artikel 18: Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit treasurystatuut treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang is 1 januari 2023;

  • 3.

    Het ‘Treasurystatuut 2017 gemeente Rucphen’, vastgesteld bij collegebesluit van 22 augustus 2017, wordt ingetrokken per 1 januari 2023.

Artikel 19: Citeertitel

Dit treasurystatuut wordt aangehaald als ‘Treasurystatuut Rucphen 2023’.

 

Besloten in de vergadering van burgemeester en

wethouders d.d. 7 februari 2023

de secretaris,

de burgemeester,

drs. S. Michielse

mr. M. van der Meer Mohr