Organisatie | Buren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiële verordening artikel 212 Gemeente Buren 2023 |
Citeertitel | Financiële verordening art. 212 Gemeente Buren 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 212 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-02-2023 | 01-01-2023 | nieuwe regeling | 14-02-2023 | Z.045748 |
Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording
Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten
Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
Voor een investering waarvan het investeringskrediet niet met het vaststellen van de begroting is geautoriseerd, legt het college voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan de raad voor. Bij investeringen groter dan € 1.000.000 informeert het college de raad in het voorstel over het effect van de investering op de schuldpositie van de gemeente.
Het college informeert de raad via de tussentijdse rapportages, of eerder indien noodzakelijk geacht, als ze verwacht, dat de lasten van een taakveld de geautoriseerde lasten dreigen te overschrijden, de investeringsuitgaven van een investeringskrediet het geautoriseerde investeringskrediet dreigen te overschrijden, of de baten van een taakveld de geautoriseerde baten dreigen te onderschrijden.
De raad geeft aan of hij een voorstel wil voor het wijzigen van de geautoriseerde lasten van een taakveld, voor het wijzigen van het geautoriseerde investeringskrediet en het bijstellen van het beleid.
Bij de behandeling van de twee tussentijdse rapportages in de raad, zoals bedoeld wordt in artikel 6, lid 1, van deze verordening doet het college voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde baten en lasten, het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten en het bijstellen van het beleid.
In geval van investeringen met een meerjarig karakter doet het college indien nodig ook bij iedere begroting op grond van geactualiseerde ramingen voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten.
Het organisatiebrede budget voor inhuur en vervanging bij ziekte wordt geraamd op het taakveld ‘overige baten en lasten’. Het college is bevoegd om dit budget zonder aanvullend raadsbesluit over de taakvelden waarvoor het wordt aangewend te verdelen, en legt daarover in de tweemaandse rapportages en de jaarstukken verantwoording af.
Artikel 6. Tussentijdse rapportages
De tussentijdse rapportages geven inzicht in de volgende onderdelen:
- de financiële afwijkingen per taakveld en het effect hiervan op het begrotingssaldo;
- de beleidsmatige voortgang en realisatie van de doelstellingen van de programma’s en taakvelden;
- de wijzigingen in de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves;
- de tussenstand van de investeringskredieten bij afwijkingen;
Artikel 7. EMU-saldo/schatkistbankieren
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Hoofdstuk 3. Financieel beleid
Artikel 11. Kostprijsberekening
Naast de directe kosten worden bij de kostentoerekening betrokken:
b. de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa;
c. de rente- en afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa.
Voor de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken.
Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken, diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden voor zover dat niet activiteiten als bedoeld in het derde en vierde lid betreffen, wordt een overheadtarief per productief uur gehanteerd.
Het percentage van de omslagrente voor de toerekening van rente voor de financiering van de in gebruik zijnde activa worden jaarlijks met de kadernota en begroting vastgesteld. Het percentage van deze omslagrente wordt bepaald door de bij de begroting geraamde rentekosten op de opgenomen langlopende geldleningen, kortlopende geldleningen en kredieten verminderd met de geraamde renteopbrengsten te delen op de boekwaarde van de activa op 1 januari van het begrotingsjaar.
In afwijking van het zesde lid wordt bij een verstrekte lening voor de bepaling van de rentekosten van de inzet van vreemd vermogen in de kostprijs uitgegaan van de rente van de lening die voor de financiering van de verstrekte lening is aangetrokken. Deze rente wordt verhoogd met een opslag voor het debiteurenrisico.
Artikel 12. Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden waarbij de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt ten minste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de levering van de desbetreffende goederen, diensten of werken wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van leningen of garanties door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden worden ten minste de geraamde integrale kosten in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de lening of de garantie wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van ten minste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
Raadsbesluiten met de motivering van het publiek belang als bedoeld in de vorige leden zijn niet nodig als minder dan de integrale kostprijs in rekening wordt gebracht en sprake is van:
a. leveringen van goederen, diensten of werken en het verstrekken van leningen, garanties en kapitaal aan andere overheden voor zover deze leveringen en verstrekkingen zijn bedoeld voor de uitoefening van de publieke taak door die andere overheid;
b. een bevoordeling van activiteiten in het kader van een bij wet opgedragen publiekrechtelijke taak;
c. een bevoordeling van activiteiten in het kader van een toegekend bijzonder of uitsluitend recht waarvoor prijsvoorschriften gelden;
d. een bevoordeling van sociale werkplaatsen;
e. een bevoordeling van onderwijsinstellingen;
f. een bevoordeling van publieke media-instellingen; en
g. een bevoordeling die valt onder de reikwijdte van de staatssteunregels van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en daarmee verenigbaar is.
Artikel 14. Financieringsbeleid
Het college neemt bij het financieringsbeleid naast de kaders van de Wet financiering decentrale overheden de volgende kaders in acht:
a. voor het aantrekken van financieringen met een looptijd langer dan één jaar worden ten minste twee prijsopgaven bij verschillende financiële instellingen gevraagd;
b. er wordt geen gebruik gemaakt van financiële derivaten als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet financiering decentrale overheden.
Hoofdstuk 4. Paragrafen in de begroting
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf lokale heffingen naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 10 van het Bbv in ieder geval op:
In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het Bbv in ieder geval op:
Artikel 17. Weerstandsvermogen & risicobeheersing
In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het Bbv in ieder geval op:
a. de onbenutte belastingcapaciteit onroerende zaakbelasting;
b. de weerstandsratio als de verhouding tussen het beschikbaar en benodigd weerstandsvermogen.
Artikel 18. Onderhoud kapitaalgoederen
Het college biedt de raad ten minste eens in de vier jaar een rioleringsplan aan. Het plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud, de uitbreiding van de riolering en de kosten van het onderhoud en de eventuele uitbreidingen. De raad stelt het plan vast.
Hoofdstuk 5. Financiële organisatie en financieel beheer
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
Het college neemt rechtmatigheidsfouten in de rechtmatigheidsverantwoording op, wanneer het totaal van de fouten groter is dan 1% van de begrote lasten van de gemeente. Dit noemen we de verantwoordingsgrens. De toevoegingen aan de reserves, voor zover ze verschillende programma’s betreffen, behoren ook tot de begrote lasten. Fouten en onduidelijkheden worden niet bij elkaar opgeteld en moeten afzonderlijk boven de verantwoordingsgrens uitkomen.
Projectbudgetten die voor het eind van een boekjaar niet volledig zijn besteed kunnen overgeheveld worden naar het volgende kalenderjaar.
Op voorstel van het college besluit de raad voor 31 december van het kalenderjaar om
- de overhevelingen toe te voegen aan de bestemmingsreserve “Overlopende posten”; en
-de overhevelingen in het volgende kalenderjaar beschikbaar te stellen ten laste van de bestemmingsreserve “Overlopende posten”.
Voor overhevelingen gelden de volgende criteria:
Artikel 25. Misbruik en oneigenlijk gebruik
Het college draagt zorg voor het beleid en de interne regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen, opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.
De verdere uitwerking ervan vindt plaats binnen de specifieke regelingen en bijbehorende verordeningen en processen.
Overkoepeld beleid legt het college vast in de nota misbruik en oneigenlijk gebruik. Het college biedt de raad ten minste eens in de 4 jaar deze nota aan. De raad stelt deze nota vast.
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a, van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b, van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheers handelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het financieel vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen ten minste eenmaal in de vier jaar. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
Artikel 27. Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De financiële verordening Gemeente Buren 2018 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt.