Organisatie | Kaag en Braassem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Verplichting tot zelfbewoning van nieuwbouw koopwoningen |
Citeertitel | Verplichting tot zelfbewoning van nieuwbouw koopwoningen gemeente Kaag en Braassem |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Verplichting tot zelfbewoning van nieuwbouw koopwoningen gemeente Kaag en Braassem |
1e wijziging Beleidsregel Verplichting tot zelfbewoning van nieuwbouw koopwoningen gemeente Kaag en Braassem;
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-02-2024 | 1e wijziging van de beleidsregel Zelfbewoningsplicht en anti-speculatiebeding | 06-02-2024 | 613163 | ||
23-02-2023 | 26-02-2024 | nieuwe regeling | 14-02-2023 | 514593 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kaag en Braassem;
dat de gemeente langs privaatrechtelijke weg, via eigen grondverkoop en/of het sluiten van anterieure overeenkomsten met derden voor medewerking aan het bouwen van nieuwe woningen op een locatie, een juridisch toegestane mogelijkheid heeft tot het instellen van een dergelijke zelfbewoningsplicht voor nieuwbouwwoningen;
Deze regeling is van toepassing op nieuwbouw koopwoningen met een vrij op naam-prijs tot aan de Nationale Hypotheek Garantie-grens, de publicitaire naam van de door Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen, gevestigd te 's-Gravenhage, verstrekte borgtocht, zoals deze van toepassing is op het moment van uitgifte van woningen.
Artikel 2 Inhoud zelfbewoningsplicht
De koper van een nieuwbouwwoning als bedoeld in artikel 1 verplicht zich de woning uitsluitend te zullen gebruiken om die zelf, al dan niet met zijn partner en/of gezinsleden, te bewonen en de woning niet aan derden te verkopen, te verhuren, in bruikleen af te staan of anderszins te vervreemden of te bezwaren met een genotsrecht, met inachtneming van en behoudens het vermelde in het hierna volgende lid.
De zelfbewoningsplicht is van toepassing vanaf de datum van ondertekening van de akte van verkrijging van de nieuwbouwwoning en geldt voor een periode van 5 jaren, te rekenen vanaf de datum waarop de koper als bewoner van het desbetreffende adres in de Gemeentelijke Basisregistratie Adressen is ingeschreven.
Artikel 3 Inhoud anti-speculatiebeding
Bij de verkoop van een nieuwbouwwoning als bedoeld in artikel 1 is, in beginsel in combinatie met de zelfbewoningsplicht, het navolgende anti-speculatiebeding van toepassing.
1. Koper is verplicht, indien de eigendom van het verkochte reeds vóór, dan wel binnen vijf jaren na de datum van eerste ingebruikname van de daarop gebouwde woning overgaat, aan de Gemeente een bedrag te betalen, ter hoogte van een percentage van het in lid 2 omschreven bedrag. Dit percentage is gelijk aan het restant van de duur van dit beding, uitgedrukt in maanden, gedeeld door 60.
- Het in het vorige lid bedoelde bedrag dat Koper aan de Gemeente dient af te dragen, bedraagt € 100.000,00. Dit bedrag wordt jaarlijks per 1 januari geïndexeerd aan de hand van de door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde consumentenprijsindices (CPI) Alle Huishoudens, op basis van 2015:100.
2. Onder datum van eerste ingebruikname van de woning wordt in dit verband verstaan de geregistreerde datum van inschrijving in de gemeentelijke Basisadministratie Personen.
3. Indien Koper besluit tot verkoop van de woning, daaronder begrepen het te koop aanbieden van zijn woning, is hij verplicht de Gemeente daarvan direct in kennis te stellen. Voorts zal hij op eerste verzoek van de Gemeente die gegevens aan de Gemeente overleggen die nodig zijn om het verschuldigde bedrag te bepalen.
4. Het op grond van dit artikel af te dragen bedrag dient op de datum van het notarieel transport van de woning betaald te worden aan de Gemeente tegen een bewijs van kwijting en afrekening. In geval er op de datum van het notarieel transport geen overeenstemming is over de hoogte van het af te dragen bedrag, houdt de notaris het bedrag dat de Gemeente laatstelijk heeft verzocht in te houden, onder zich. Zodra overeenstemming is bereikt over de hoogte van het af te dragen bedrag, zal de notaris overgaan tot uitbetaling aan de Gemeente.
5. Voor toepassing van het bepaalde in dit artikel wordt als overgang van de eigendom niet aangemerkt die krachtens:
b. scheiding van een huwelijksgemeenschap of nalatenschap, waarin degene, op wie de eigendom overgaat, was gerechtigd als rechtverkrijgende onder algemene titel.
6. Zo lang de in lid 1 genoemde termijn van 5 jaar niet is verstreken, is Koper jegens de Gemeente verplicht, om bij de vervreemding van het verkochte, alsmede bij elke verlening van enig goederenrechtelijk of persoonlijk gebruiks- of genotsrecht, de bepalingen van dit artikel als kettingbeding aan een nieuwe eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker ten behoeve van de Gemeente op te leggen, het beding ten behoeve van de Gemeente aan te nemen en, in verband daarmee, om het beding woordelijk op te nemen in de akte van levering of verlening van een zakelijk recht,
7. Bij verzuim in de nakoming van enig in dit artikel genoemde verplichtingen verbeurt Koper aan de Gemeente een boete van éénhonderdduizend euro (€ 100.000,00), onverminderd het recht van de Gemeente om alsnog nakoming te vragen of vergoeding van de werkelijk geleden schade. Koper is in verzuim door het enkele feit van toerekenbaar tekort schieten in de nakoming, na ingebreke te zijn gesteld. Ingebrekestelling moet met inachtneming van een termijn van acht dagen schriftelijk geschieden, met bericht van ontvangst of bij aangetekende brief of bij deurwaardersexploot.
Artikel 4 Wijze van vastleggen
De zelfbewoningsplicht en het anti-speculatiebeding worden vastgelegd in de koopovereenkomst met betrekking tot een nieuwbouwwoning op gemeentegrond, of in een anterieure overeenkomst in het geval van een particuliere woningbouwontwikkeling. Ook kunnen de bepalingen in erfpachtvoorwaarden worden opgenomen.
Voor de zelfbewoningsplicht en het anti-speculatiebeding geldt een kettingbeding. Dit houdt in dat aan de eerste eigenaar bij verkoop de verplichting wordt opgelegd de zelfbewoningsplicht en het anti-speculatiebeding door te leggen aan de volgende eigenaar tot het moment dat de in artikel 2 genoemde termijn van 5 jaren verstreken is.
Artikel 5 Uitzonderingen en ontheffing
De zelfbewoningsplicht en het anti-speculatiebeding zijn niet van toepassing bij:
a. een verkoop op grond van een machtiging van een rechter als bedoeld in artikel 3:174 Burgerlijk Wetboek (rechterlijke dwang tot verkoop bij scheiding van onverdeelde woning);
b. een executoriale verkoop door hypothecaire schuldeisers als bedoeld in artikel 3:268 Burgerlijk Wetboek (verzuim in betaling hypotheek op de woning);
Het college kan, op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek van de oorspronkelijke koper, afwijken van de verplichting tot zelfbewoning en het anti-speculatiebeding, indien en voor zover er sprake is van:
a. ontbinding van een huwelijk door scheiding, een bij de gemeente geregistreerd partnerschap of een notarieel vastgelegde samenlevingsovereenkomst;
b. overlijden van koper of diens partner met wie de woning tezamen is aangekocht;
c. verandering van werkkring van de koper en/of diens partner op grond waarvan aantoonbaar redelijkerwijs verhuisd moet worden;
d. een ontheffing van het college op grond van andere schrijnende omstandigheden van de koper, welke aanvraag getoetst zal worden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur;
e. verhuizing waartoe wordt genoodzaakt door de gezondheid van koper of een van zijn gezinsleden.
f. de aankoop van een nieuwbouw koopwoning ten behoeve van permanente bewoning door een familielid in de 1e graad, mits hiertoe een gezamenlijke verklaring van de koper en de toekomstige bewoner wordt overlegd aan de gemeente.
Aan een verlening van een hierboven bedoelde ontheffing kan het college voorwaarden verbinden.