Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;
overwegende dat de Rijksoverheid via het Nationaal Programma Onderwijs middelen ter beschikking heeft gesteld om maatregelen te stimuleren om corona gerelateerde onderwijsvertragingen in te lopen;
gelet op titel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht;
gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Bodegraven-Reeuwijk 2011;
gelet op het in de Regeling van de Minister voor Basis- en Voorgezet Onderwijs en Media van 30 september, nr. KO/28085678, bepaalde;
besluit:
vast te stellen de
Nadere regels subsidie Nationaal Programma Onderwijs Bodegraven-Reeuwijk 2023
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- -
Asv: Algemene subsidieverordening Bodegraven-Reeuwijk 2011;
- -
bevoegd gezag: bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 1 van de Wet op de expertisecentra en artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs;
- -
cognitief: geestelijk vermogen, processen van de menselijke geest die verband houden met het bevattingsvermogen, met denken en onthouden;
- -
evidence based: zo goed mogelijk wetenschappelijk onderbouwd, het beste passend volgens de professional en in de praktijk haalbaar en acceptabel;
- -
executief: het doelgericht uitvoeren van taken bedoeld en alles wat daarvoor nodig is: planning, structuur aanbrengen, zelfmonitoring, mentale flexibiliteit en het inhiberen van ongewenste impulsen;
- -
kinderen:
- °
degenen die in aanmerking komen voor voorschoolse educatie als bedoeld in artikel 167 van de Wet op het primair onderwijs;
- °
- °
- -
kinderopvang: organisaties die kinderopvang als bedoeld in artikel 1 van de Wet kinderopvang verzorgen;
- -
leerling: degene die is ingeschreven als leerling van een school als bedoeld in artikel 1 van het Besluit bekostiging WPO, artikel 1 van het Besluit bekostiging WEC, artikel 7 van het Bekostigingsbesluit WVO of artikel 2.1.2. onderdeel g, van het Uitvoeringsbesluit WEB, met uitzondering van de scholen bedoeld in artikel 185 van de Wet op het primair onderwijs;
- -
lokale partij: gemeentelijke partner voor onderwijs- en jeugdbeleid in en om de school zoals: (jeugdgezondheids)zorgpartijen, bibliotheek, kinderopvang, sociaal team, welzijnsorganisaties, sport en cultuur;
- -
school: uit ’s Rijks kas bekostigde school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 1 van de Wet op de expertisecentra en artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs, met uitzondering van de scholen bedoeld in artikel 185 van de Wet op het primair onderwijs;
- -
thuiszitters: alle op grond van de Leerplichtwet 1969 kwalificatie- of leerplichtige jongeren die absoluut verzuimen of kort dan wel langdurig relatief verzuimen, met uitzondering van jongeren die zijn ingeschreven aan een instelling als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Leerplichtwet 1969.
Artikel 2. Doel
Het doel van deze subsidieregeling is om scholen en lokale partijen te stimuleren om ten behoeve van kinderen activiteiten uit te voeren die onderwijsvertragingen bij kinderen als gevolg van COVID-19 tegengaan. De activiteiten richten zich daarbij op ontwikkelingen op cognitief, executief, fysiek, sociaal en emotioneel vlak.
Artikel 3. Doelgroep
Kinderen zoals bedoeld in artikel 1 van deze regeling.
Artikel 4. Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Subsidie wordt incidenteel verleend aan activiteiten die een bijdrage leveren bij het, door de coronapandemie veroorzaakte, wegnemen of verminderen van de opgelopen vertragingen in de ontwikkeling van kinderen. Het gaat om activiteiten die bijdragen aan ten minste 2 van de 3 onderstaande doelen:
- 1.
taalontwikkeling, taalvaardigheid, leesvaardigheid, luistervaardigheid en spreekvaardigheid en/of
- 2.
ouderbetrokkenheid vergroten, primaire rol van de ouder als opvoeder versterken en/of
- 3.
sociaal emotionele ontwikkeling versterken, sociale vaardigheden, weerbaarheid vergroten, fysieke en mentale gezondheid verbeteren.
Artikel 5. Aanvraagtermijn
In afwijking van artikel 6 ASV kunnen subsidieaanvragen worden ingediend in de periode van 1 maart 2023 tot en met 31 december 2024.
Artikel 6. Voorwaarden
De subsidie kan verleend worden:
- -
als de activiteit plaats vindt in de periode 1 maart 2023 tot en met 31 juli 2025;
- -
als de activiteit is aan te merken als een activiteit die valt onder artikel 4 van deze regeling;
- -
als de organisatie in de vorming en uitvoering van de activiteit de samenwerking heeft gezocht met ten minste 1 andere lokale partij en/of school;
- -
als de activiteit past bij de kennis en expertise van de uitvoeringspartner die de activiteit inzet;
- -
als de in te zetten activiteiten een duurzaam effect beoogt te hebben;
- -
als de activiteit als bijvangst heeft dat deze de samenwerking bevordert met scholen en/of kinderopvangorganisaties, lokale partijen, belanghebbenden en het netwerk van de kinderen.
Artikel 7. De aanvraag
- 1.
Subsidie kan worden aangevraagd vanaf 1 maart 2023.
- 2.
Per organisatie kan één aanvraag op grond van deze regeling worden ingediend voor een nieuwe activiteit en één aanvraag die een uitbreiding en/of verbetering van bestaande activiteiten betreft die al door betreffende organisatie via een gemeentelijke subsidiebeschikking wordt uitgevoerd.
- 3.
Binnen 4 weken na ontvangst van de volledige subsidieaanvraag beslist het college over de aanvraag.
- 4.
Voor deze Nadere Regels is artikel 6,lid 2 van de ASV niet van toepassing.
Artikel 8. Bij de aanvraag in te dienen stukken
- 1.
- 2.
Bij de aanvraag moet een plan zijn gevoegd die voldoet aan de volgende voorwaarden:
- -
een beschrijving van de activiteit waaruit blijkt dat er wordt voldaan aan de voorwaarden van deze regeling;
- -
een beschrijving van de doelgroep waar de activiteit zich op richt met daarbij vermeld de omvang van de doelgroep (aantallen);
- -
inzicht in welke doelen worden behaald en de te verwachten resultaten, ook voor de langere termijn;
- -
een sluitende begroting/overzicht van inkomsten en uitgaven welke noodzakelijk worden geacht voor de realisatie van het initiatief/activiteit.
Artikel 9. Maximum beschikbaar budget
- 1.
Voor de uitvoering van deze nadere regels is een budget beschikbaar van maximaal € 200.000,-.
- 2.
Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd op grond van de Algemene Subsidieverordening en/of deze regeling, geschiedt in volgorde van binnenkomst, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde maximaal beschikbare budget is bereikt.
- 3.
Bij het beoordelen van de aanvragen kennen burgemeester en wethouders punten toe aan de hand van de volgende aspecten waarbij voor toekenning van de subsidie ten minste 130 punten moeten worden behaald:
Beoordelingscriterium | Score |
Voldoet de activiteit aan de voorwaarden van de Algemene subsidieverordening Bodegraven-Reeuwijk 2011 en deze subsidieregeling | Verplicht |
Mate waarin de activiteiten bijdragen aan het inlopen van de vertragingen in de ontwikkeling bij kinderen als gevolg van de coronapandemie | 10 of 30 of 50 (in grote mate) |
Mate waarin de activiteiten aanvullend (‘nieuw’) zijn en een toegevoegde waarde hebben | 10 of 30 of 50 (in grote mate) |
Mate waarin de activiteiten passen in de bestaande activiteiten van de aanvrager maar daarin vernieuwing en/of verbetering brengen | 10 of 30 of 50 (in grote mate) |
Mate waarin de activiteiten een effect hebben richting de toekomst | 10 of 20 of 30 (in grote mate) |
Mate waarin samengewerkt wordt met scholen / kinderopvangorganisaties, lokale partijen en belanghebbenden | 10 of 20 of 30 (in grote mate) |
Artikel 10. Algemene subsidieverordening Bodegraven-Reeuwijk
De vigerende Algemene subsidieverordening Bodegraven-Reeuwijk 2011 is van toepassing voor zover daarvan in deze regeling niet uitdrukkelijk is afgeweken.
Artikel 11. Hardheidsclausule
- 1.
In alle gevallen waarin deze subsidieregeling niet voorziet of onduidelijk is, beslist het college.
- 2.
Het college kan deze subsidieregeling, met uitzondering van het bepaalde in de artikelen 1 en 2, in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.
Artikel 12. Citeertitel, inwerkingtreding en vervaldatum
- 1.
Deze regeling kan worden aangehaald als ‘ Nadere regels subsidie Nationaal Programma Onderwijs Bodegraven-Reeuwijk 2023’.
- 2.
Deze regeling treedt in werking op 1 maart 2023.
- 3.
Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2025.
Bodegraven, 14 februari 2023.
Burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk,
de secretaris,
mw. L. Keijzers
de burgemeester,
drs. M.K.A. Grauss