Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zutphen

Regeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over het persoonsgebonden budget en gebruikelijke hulp bij jeugdhulp (Regeling persoonsgebonden budget en gebruikelijke hulp bij jeugdhulp gemeente Zutphen 2023)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZutphen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over het persoonsgebonden budget en gebruikelijke hulp bij jeugdhulp (Regeling persoonsgebonden budget en gebruikelijke hulp bij jeugdhulp gemeente Zutphen 2023)
CiteertitelRegeling persoonsgebonden budget en gebruikelijke hulp bij jeugdhulp gemeente Zutphen 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Verordening jeugdhulp gemeente Zutphen 2022

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-02-2023Nieuwe regeling

31-01-2023

gmb-2023-77912

481039

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over het persoonsgebonden budget en gebruikelijke hulp bij jeugdhulp (Regeling persoonsgebonden budget en gebruikelijke hulp bij jeugdhulp gemeente Zutphen 2023)

 

 

Ons kenmerk: 481039

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,

 

gelet op artikel(en) 5.3, tweede lid van de Verordening jeugdhulp gemeente Zutphen 2022;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de

 

Regeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen het persoonsgebonden budget en gebruikelijke hulp bij jeugdhulp (Regeling persoonsgebonden budget en gebruikelijke hulp bij jeugdhulp gemeente Zutphen 2023)

 

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    aanvraag: de aanvraag als omschreven in artikel 1.1, onder a. van de verordening;

  • b.

    algemene voorziening: de voorziening als omschreven in artikel 1.1, onder b. van de verordening;

  • c.

    budgethouder: de budgethouder als omschreven in artikel 1.1, onder d. van de verordening;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    formele hulp: de formele hulp als omschreven in artikel 1.1, onder f. van de verordening;

  • f.

    gebruikelijke hulp: de gebruikelijke hulp als omschreven in artikel 1.1, onder g. van de verordening;

  • g.

    gemeente: de gemeente als omschreven in artikel 1.1, onder i. van de verordening;

  • h.

    gesprek: het gesprek als omschreven in artikel 1.1, onder j. van de verordening;

  • i.

    informele hulp: de informele hulp als omschreven in artikel 1.1, onder o. van de verordening;

  • j.

    lokaal team: het lokaal team als omschreven in artikel 1.1, onder r. van de verordening;

  • k.

    PGB: persoonsgebonden budget als omschreven in artikel 1.1, onder x. van de verordening;

  • l.

    PGB-plan: het plan als omschreven in artikel 1.1, onder y. van de verordening;

  • m.

    verordening: de Verordening jeugdhulp gemeente Zutphen 2022.

  •  

Artikel 2 Vaststellen hoogte persoonsgebonden budget

  • 1.

    Het lokaal team van de gemeente stelt, in opdracht van het college, de hoogte van het PGB vast op grond van het bepaalde in de verordening, waarbij de in deze regeling vastgelegde tarieven de rekentarieven zijn die het lokaal team gebruikt om de hoogte van het PGB te bepalen.

  • 2.

    Het staat een budgethouder vrij om een zorgverlener te contracteren die een hoger of lager tarief hanteert.

  • 3.

    Bij een hoger tarief dan het rekentarief neemt de budgethouder zelf de extra kosten voor zijn rekening.

  • 4.

    Bij een lager tarief dan het rekentarief kan de budgethouder desgewenst meer uren aan zorg inzetten.

 

Artikel 3 Tarieven persoonsgebonden budget

  • 1.

    Bij een PGB voor formele hulp geldt een maximum van de gemeentelijk geldende inkooptarieven voor vergelijkbare zorg in natura (Zin). Voor deze tarieven wordt verwezen naar de geldende productcodetabel, zoals behorend bij de Raamovereenkomst Zorgregio Midden IJssel/ Oost Veluwe. Voor de eisen aan inhoud en professional wordt verwezen naar het geldende productenboek, zoals behorend bij de Raamovereenkomst Midden IJssel/ Oost Veluwe (www.zorgregiomijov.nl).

  • 2.

    Voor informele hulp bedraagt het tarief maximaal €20,00 per uur, tenzij in artikel 4 anders is bepaald.

  • 3.

    Is de hulpverlener die de informele hulp verleent jonger dan 21 jaar dan is het tarief gelijk aan het wettelijk minimumjeugdloon inclusief vakantietoeslag.

 

Artikel 4 Afwijkingen op standaarduitgangspunten persoonsgebonden budget

  • 1.

    In afwijking op het bepaalde in de verordening over een PGB is er een aantal zorgvormen waarbij een formeel en/ of informeel PGB niet mogelijk is en/ of waarbij een afwijkend tarief geldt, zoals weergegeven in de volgende tabel:

  •  

Omschrijving

Vergoeding uit PGB mogelijk en eventueel afwijkend tarief?

Toelichting

 

Formele hulp

Informele hulp

 

Gebruikelijke zorg

Nee

Nee

Zie toelichting richtlijnen gebruikelijke zorg.

Regie voeren: opstellen plan en aansturen zorg, coördinatie, PGB administratie

Nee

Nee

Voor het voeren van regie en de administratie kan geen vergoeding uit het PGB worden ontvangen.

Crisishulp, crisisopvang en spoedeisende zorg

Nee

Nee

Gezien gewenste snelheid van handelen geen PGB mogelijk.

Maatschappelijke opvang, beschermd wonen, langdurig verblijf

Nee

Nee

Vanwege de kwaliteitseisen verbonden aan een langdurige woon/ verblijfs-functie is geen PGB mogelijk.

Deeltijd verblijf/ logeeropvang

Ja

Ja, max. 25% van het geldende Zin tarief

Gezien het doel, verlichten taak van mantelzorgers, is informele hulp mogelijk.

Pleegzorg/ gezinshuis

Ja

Nee

Vanwege de kwaliteitseisen verbonden aan pleegzorg/ een gezinshuis is alleen formele hulp mogelijk.

Behandeling (SGGZ), ambulante specialistische jeugdhulp, diagnostiektrajecten

Ja

Nee

Gezien de vereiste professionele en specialistische inzet is een informeel PGB niet mogelijk.

Dagbesteding

Ja

Ja, max. 50% van het geldende Zin tarief

Informele hulp is alleen mogelijk bij lichte problematiek.

Preventief justitieel kader

Nee

Nee

Gezien de vereiste professionele en specialistische inzet is een PGB niet mogelijk.

Kindergeneeskunde

Ja

Nee

Gezien de vereiste professionele en specialistische inzet is een informeel PGB niet mogelijk.

Vervoer van kind naar en van de aanbieder

Ja, met inachtneming van het bepaalde in het tweede en derde lid

Nee

Bij vervoer gaat het om een kilometervergoeding. Zie het derde lid voor de tarieven.

  • 2.

    Het college draagt zorg voor beschikbaarheid van vervoer van jeugdigen naar de locatie waar jeugdhulp wordt verleend, voor zover na onderzoek blijkt dat ouders en het sociaal netwerk hierin niet kunnen voorzien. Het lokaal team maakt daarbij een afweging op basis van de volgende gronden:

    • a.

      er is sprake van onvoldoende zelfredzaamheid en/ of een medische reden waarom het kind moet worden vervoerd naar de locatie, en

    • b.

      ouders en/ of het sociaal netwerk zijn niet in staat om zelf voor vervoer te zorgen, en

    • c.

      er is sprake van onvoldoende financiële draagkracht (bijstandsnorm).

  • 3.

    De kilometervergoeding bedraagt:

    • 1.

      Standaard tarief is €0,21 per km voor vervoer van het kind naar en van de zorgaanbieder (alleen de kilometers waarbij het kind in de auto zit worden vergoed);

    • 2.

      Als de chauffeur tussen het vervoer naar en van de zorgaanbieder naar huis gaat, kan het bedrag worden verhoogd naar €0,42 per km. Gaat de chauffeur door naar een andere bestemming, bijvoorbeeld werk, dan geldt het standaard tarief zonder verhoging.

 

Artikel 5 (Boven) Gebruikelijke hulp

Op grond van de verordening verleent het college geen jeugdhulp voor zover er sprake is van gebruikelijke hulp. Dat geldt ook als het gaat om financiering via een PGB. Om vast te stellen welke hulp boven gebruikelijk is, beoordeelt het college welke hulp uitgaat boven de hulp die een jeugdige van dezelfde leeftijd zonder beperkingen redelijkerwijs nodig heeft. In bijlage 1 zijn de richtlijnen opgenomen van gebruikelijke hulp van ouders voor jeugdigen zonder beperkingen. Bij de beoordeling welke hulp hier bovenuit gaat, betrekt het college de volgende factoren:

  • a.

    leeftijd van de jeugdige;

  • b.

    aard van de zorghandelingen;

  • c.

    frequentie en patroon van de zorghandelingen;

  • d.

    tijdsomvang van de zorghandelingen.

 

Artikel 6 Hardheidsclausule

Het college kan één of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang van het verlenen van jeugdhulp aan een jeugdige en/ of zijn ouders, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking.

 

Artikel 8 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling persoonsgebonden budget en gebruikelijke hulp bij jeugdhulp gemeente Zutphen 2023.

 

 

Aldus besloten op 31 januari 2023

Het college van burgemeester en wethouders,

De burgemeester, de secretaris

 

 

 

Toelichting

 

Algemene toelichting

Het Beleidsplan Jeugdhulp Zutphen 2021-2024 geeft richting aan de invulling van de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de zorg voor jeugd. Als vervolg daarop heeft de gemeenteraad de Verordening jeugdhulp gemeente Zutphen 2022 (hierna: de verordening) vastgesteld. Deze verordening verwijst naar nadere regelingen. Het beleidsplan, de verordening en de nadere regelingen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Deze regeling geeft de nadere uitvoeringsregels voor het persoonsgebonden budget en (boven) gebruikelijke hulp.

De regels voor een persoonsgebonden budget voor jeugdhulp zijn vastgelegd in de verordening (hoofdstuk 5). Dit betreft het PGB plan, het onderscheid formele en informele hulp en de voorwaarden om voor een PGB in aanmerking te komen. Deze aanvullende regeling bevat nadere bepalingen over rekentarieven en uitzonderingen op de standaard-uitgangspunten voor een PGB.

In de verordening is ook vastgelegd dat het college geen jeugdhulp verleent als er sprake is van gebruikelijke hulp (toelichting artikel 1.1). De vraag of en zo ja, welk onderdeel van de hulpvraag tot gebruikelijke hulp behoort, beoordeelt het college op grond van deze regeling.

 

Persoonsgebonden budget (PGB)

Op grond van de Jeugdwet kunnen een jeugdige en/ of zijn ouders onder voorwaarden kiezen voor een PGB in plaats van ondersteuning door een door de gemeente gecontracteerde zorgaanbieder. Een PGB is een budget waarmee de cliënt zelf de zorg, hulp, ondersteuning of hulpmiddelen kan inkopen. Met een PGB kunnen de jeugdige en/ of zijn ouders zelf beslissen wat zij (binnen de gemaakte afspraken met de gemeente) precies aan jeugdhulp willen afnemen, wanneer, bij wie en tegen welk tarief. Een PGB kan een geschikt instrument zijn voor de ouder/ verzorgende om de extra zorg en ondersteuning voor de jeugdige naar eigen behoefte in te vullen. Een PGB kan ook een oplossing zijn wanneer de meest passende jeugdhulp niet beschikbaar is binnen het gecontracteerde aanbod.

Een PGB kan worden verstrekt voor de inzet van formele hulp door een zorgaanbieder (BIG en SKJ geregistreerd) of voor informele hulp door een bloed- of aanverwant of iemand uit het netwerk.

PGB-aanvragen voor hulpvragen waarvoor een passende ondersteuning in de vorm van een algemene voorziening beschikbaar is, worden uitgesloten van verstrekking van een persoonsgebonden budget (artikel 4.4 van de verordening).

De regels voor een persoonsgebonden budget voor jeugd zijn vastgelegd in hoofdstuk 5 van de verordening. Dit betreft het PGB-plan, het onderscheid formele en informele hulp en de voorwaarden om voor een PGB in aanmerking te komen.

Deze aanvullende uitvoeringsregels bevatten in hoofdzaak nadere bepalingen over uitzonderingen op de standaarduitgangspunten en de rekentarieven voor een PGB.

 

(Boven) Gebruikelijke hulp

Deze regeling bevat ook richtlijnen voor het vaststellen van (boven) gebruikelijke hulp. In de verordening is vastgelegd (artikel 1.1 en 4.4 en toelichting) dat het college geen jeugdhulp verstrekt als er sprake is van gebruikelijke hulp. Om vast te stellen welke hulp boven gebruikelijk is, beoordeelt het college welke hulp uitgaat boven de hulp die een jeugdige van dezelfde leeftijd zonder beperkingen redelijkerwijs nodig heeft. In bijlage 1 zijn richtlijnen opgenomen van gebruikelijke hulp van ouders voor jeugdigen zonder beperkingen. Daarmee kan een verzoek voor jeugdhulp, zowel in het kader van gecontracteerde jeugdhulp als van een PGB worden beoordeeld.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel worden de in deze regeling gehanteerde begrippen omschreven.

 

Artikel 2 Vaststellen hoogte persoonsgebonden budget

Met jeugdhulpaanbieders waarmee de gemeente een contract heeft afgesloten zijn afspraken gemaakt over de tarieven voor de te leveren jeugdhulp. Voor jeugdhulpverleners die in het kader van een PGB door ouders zelf betaald worden gelden deze afspraken niet. De jeugdige en/of zijn ouders worden gevraagd in goed overleg met het lokaal team een inschatting te maken van de benodigde inzet, uitgedrukt in aantal uren, dagdelen of etmalen (afhankelijk van de aard van de hulp). Het lokaal team maakt vervolgens een inschatting of het door de PGB-verlener gevraagde aantal uren, dagdelen of etmalen en tarief reëel is en neemt hierover een besluit.

 

Artikel 3 Tarieven persoonsgebonden budget

Voor het berekenen van de hoogte van een PGB voor formele hulp wordt uitgegaan van maximaal het tarief van vergelijkbare gecontracteerde zorg in de Zorgregio Midden IJssel/ Oost Veluwe. Daarvoor worden de tarieven gehanteerd die jaarlijks worden gepubliceerd door de zorgregio (www.zorgregiomijov.nl, zoeken op productcodetabel en tarieven).

Voor informele hulp wordt een vast tarief van € 20,00 per uur gehanteerd, tenzij in de in artikel 4 opgenomen tabel een ander tarief is weergegeven. Is de hulpverlener die de jeugdhulp verleent jonger dan 21 jaar dan is het tarief gelijk aan het minimumloon.

 

Artikel 4Afwijkingen op standaard uitganspunten persoonsgebonden budget

Er is een aantal zorgvormen waarbij een PGB voor formele en/ of informele zorg niet mogelijk is. Dit betreft in ieder geval gebruikelijke zorg van ouders voor hun kinderen (bijlage 1). Maar ook zorg waaraan gezien de aard van de ondersteuning die nodig is professionele en/ of specialistische kwaliteitseisen worden gesteld.

Bij enkele zorgvormen is sprake van een afwijkend tarief voor informele zorg. Dit wordt redelijk gevonden omdat de kosten bij informele hulp lager zijn dan bij formele hulp.

Voor vervoer naar en van een zorgaanbieder kan onder voorwaarden een vergoeding worden verstrekt. Uitgangspunt is dat ouders zelf verantwoordelijk zijn voor vervoer. Alleen als er sprake is van onvoldoende (financiële) zelfredzaamheid en/ of een medische noodzaak kan een bijdrage worden verstrekt. De gemeente hanteert hiervoor de werkwijze volgens het afwegingskader Jeugdwetvervoer zoals dat ook voor gecontracteerde zorg geldt. Het tarief is aangepast naar €0,21 per kilometer.

 

Artikel 5 (Boven) Gebruikelijke zorg

De toelichting op (boven) gebruikelijke zorg is uitgewerkt in bijlage 1.

 

Artikel 6 Hardheidsclausule

Op grond van dit artikel kan het college één of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang van verlenen van jeugdhulp aan een jeugdige en/ of zijn ouders, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Dit kan echter alleen in die gevallen die niet zijn voorzien ten tijde van het vaststellen van de regeling. Wordt een geval onder de hardheidsclausule gebracht, dan heeft dit tot gevolg dat de regeling op dit punt moet worden aangepast. Het geval is immers voorzienbaar geworden.

 

Artikel 7 Inwerkingtreding

De regeling gaat in op de dag na de datum van bekendmaking.

De vorige regeling over de PGB’s was opgenomen in de toelichting bij de Verordening jeugdhulp gemeente Zutphen 2019. Met het ingaan van de Verordening jeugdhulp gemeente Zutphen 2022 is deze van rechtswege komen te vervallen.

 

Artikel 8 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

BIJLAGE 1 Richtlijnen gebruikelijke hulp

 

Gebruikelijke hulp is een invulling van de voorwaarde van 'eigen kracht’ die de Jeugdwet stelt (artikel 2.3 Jeugdwet). Uit de Jeugdwet volgt dat het college geen voorziening voor jeugdhulp hoeft te verstrekken voor zover de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de jeugdige en/ of zijn ouder(s) toereikend zijn (artikel 2.3, eerste lid Jeugdwet). Daaronder wordt onder andere de gebruikelijke hulp verstaan die ouders geacht worden hun kinderen te bieden. Jeugdhulp kan alleen worden toegekend voor hulp die als meer dan gebruikelijk, ofwel boven gebruikelijk, kan worden beschouwd.

De vraag of en zo ja, welk onderdeel van de hulpvraag tot gebruikelijke hulp behoort, beoordeelt het college op grond van de onderstaande richtlijnen.

Om vast te stellen welke hulp boven gebruikelijk is, beoordeelt het college welke hulp uitgaat boven de hulp die een jeugdige van dezelfde leeftijd zonder beperkingen redelijkerwijs nodig heeft. Daarbij betrekt het college de volgende factoren:

  • a.

    leeftijd van de jeugdige;

  • b.

    aard van de zorghandelingen;

  • c.

    frequentie en patroon van de zorghandelingen;

  • d.

    tijdsomvang van de zorghandelingen.

Het is van belang dat deze criteria telkens in samenhang worden beoordeeld, rekening houdend met de omstandigheden van de jeugdige en het gezin.

 

Gebruikelijke ondersteuning van ouders voor kinderen met een normaal ontwikkelingsprofiel

(Factsheet Ministerie van VWS, 2021, bron CIZ)

 

Kinderen van 0 tot 3 jaar

  • hebben bij alle activiteiten verzorging van een ouder nodig; ouderlijk toezicht is zeer nabij nodig;

  • zijn in toenemende mate zelfstandig in bewegen en verplaatsen;

  • hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling;

  • hebben begeleiding en stimulans nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid;

  • hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.

Kinderen van 3 tot 5 jaar

  • kunnen niet zonder toezicht van volwassenen;

  • dit toezicht kan binnenshuis korte tijd op gehoorafstand (bijvoorbeeld ouder kan was ophangen in andere kamer);

  • hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling;

  • hebben begeleiding en stimulans nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid;

  • kunnen zelf zitten, en op gelijkvloerse plaatsen zelf staan en lopen;

  • hebben hulp, toezicht, stimulans, zindelijkheidstraining en controle nodig bij de toiletgang;

  • hebben hulp, toezicht, stimulans en controle nodig bij aan- en uitkleden, eten en wassen, in- en uit bed komen, dag- en nachtritme en dagindeling bepalen;

  • hebben begeleiding nodig bij hun spel en vrijetijdsbesteding;

  • zijn niet in staat zich zonder begeleiding in het verkeer te begeven;

  • hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.

Kinderen van 5 tot 12 jaar

  • kinderen vanaf 5 jaar hebben een reguliere dagbesteding op school, oplopend van 22 tot 25 uur/ week;

  • kunnen niet zonder toezicht van volwassenen;

  • dit toezicht kan op enige afstand (bijvoorbeeld kind kan buitenspelen in directe omgeving van de woning als ouder thuis is);

  • hebben toezicht, stimulans en controle nodig en vanaf 6 jaar tot 12 jaar geleidelijk aan steeds minder hulp nodig bij hun persoonlijke verzorging zoals het zich wassen en tanden poetsen;

  • hebben hulp nodig bij het gebruik van medicatie;

  • zijn overdag zindelijk, en 's nachts merendeels ook;

  • ontvangen zo nodig zindelijkheidstraining van de ouders/verzorgers; hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling;

  • hebben begeleiding en stimulans nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid;

  • hebben begeleiding van een volwassene nodig in het verkeer wanneer zij van en naar school, activiteiten ter vervanging van school of vrije tijdsbesteding gaan;

  • hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.

Kinderen van 12-18 jaar

  • hebben geen voortdurend toezicht nodig van volwassenen;

  • kunnen vanaf 12 jaar enkele uren alleen gelaten worden;

  • kunnen vanaf 16 jaar een dag en/ of een nacht alleen gelaten worden;

  • kunnen vanaf 18 jaar zelfstandig wonen;

  • hebben bij hun persoonlijke verzorging geen hulp en maar weinig toezicht nodig;

  • hebben bij gebruik van medicatie tot hun 18e jaar toezicht, stimulans en controle nodig;

  • hebben tot 18 jaar een reguliere dagbesteding op school/ opleiding;

  • hebben begeleiding en stimulans nodig bij ontplooiing en ontwikkeling (bijvoorbeeld huiswerk of het zelfstandig gaan wonen);

  • hebben begeleiding en stimulans nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid;

  • hebben tot 17 jaar een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.

 

Een aantal voorbeelden:

Bij kinderen met een normaal ontwikkelingsprofiel is pedagogische correctie op gedrag gebruikelijk. Bij een cognitief beperkt kind met gedragsproblemen kan het zijn, dat er meer dan gebruikelijk correctie en aansturing van gedrag en vaak ook meer aandacht voor vaste structuur nodig is.

 

Begeleiding naar ziekenhuis: als een kind vanwege bijvoorbeeld nierdialyse meerdere keren per week naar het ziekenhuis moet, is het gebruikelijk dat een ouder of verzorger meegaat. Hiervoor hoeft het college geen voorziening toe te kennen. Deze uren worden wel meegewogen in de weging van de (over)belasting van ouders/ verzorgers voor de zorg van hun kind vanwege de aandoening.

Begeleiding naar zwemles: hiervoor hoeft het college geen voorziening toe te kennen. Het is gebruikelijk dat ouders met hun kind meegaan naar zwemles.

 

Een baby krijgt bij de kinderopvang 3 keer per dag een flesje. Voor een baby valt het geven van een flesje onder normale dagelijkse zorg zoals kinderopvang die biedt. Nu kost het bij deze baby, vanwege ernstige slikproblemen, extra tijd om dat flesje te geven. Voor het geven van een flesje staat gemiddeld 20 minuten per keer en bij deze baby kost het 35 minuten per keer. De minuten meertijd komen voort uit aandoening gerelateerde stoornissen en beperkingen. Voor de extra tijd die het kost om het flesje te geven, kan het college hulp inzetten: 3 keer 15 minuten = 45 minuten per dag dat het kind gebruik maakt van de kinderopvang. Deze extra tijd valt niet onder gebruikelijke hulp.

Wanneer de baby geen flesje zou krijgen maar sondevoeding, dan is de volledige tijd voor het toedienen van de sondevoeding tijdens de kinderopvang boven gebruikelijke hulp en dus zorg waarvoor een voorziening kan worden verstrekt. Het geven van sondevoeding valt namelijk niet onder zorg zoals instanties voor kinderopvang die bieden.

 

Het geven van medicatie bij een kind van 9 jaar (leeftijd) is gebruikelijke hulp. Als de medicatie elke nacht (meerdere malen) moet worden toegediend, loopt dit niet mee in het dagelijkse patroon. Dan moet beoordeeld worden of ouders hierdoor zodanig belast worden dat het niet meer redelijk is dit als gebruikelijke hulp te beschouwen.

 

Het geven van sondevoeding aan een kind van 2 jaar vervangt het geven van eten of drinken en is daarom gebruikelijke hulp. Als het voeden via de sonde meer tijd kost, of vaker moet gebeuren dan de normale dagelijkse eet- en drinkmomenten (frequentie) kan er sprake zijn van boven gebruikelijke hulp.