Organisatie | Diemen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Draaiboek evenementen |
Citeertitel | Draaiboek evenementen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene Plaatselijke Verordening Diemen 2013
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-06-2016 | nieuwe regeling | 07-06-2016 | 2016-020484 |
In Diemen worden jaarlijks vele activiteiten georganiseerd. Daarvan vallen zo’n dertig activiteiten onder het begrip ‘evenement’ zoals opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening Diemen 2013 (APV). Van een klein straatfeest (waarvoor alleen een meldingsplicht geldt) tot de grotere evenementen Diemer Festijn en Loswalfestival.
De gemeente staat positief tegenover het houden van evenementen. Daarbij wordt een divers aanbod nagestreefd. Evenementen dragen bij aan:
Het draaiboek evenementen heeft als belangrijkste doelstelling het waarborgen van veiligheid en gezondheid voor bezoekers en het voorkomen van ernstige overlast.
Dit draaiboek geeft de organisator van een evenement en de betrokkenen vanuit de overheid, waaronder de vergunningverlener en handhaver van de gemeente, voldoende informatie om een evenement op een goede en veilige wijze te organiseren en te laten plaatsvinden. In het draaiboek is daartoe een zo volledig mogelijk overzicht opgenomen van procedures en beleidsuitgangspunten en (in bijlage 2) van voorschriften die aan een vergunning kunnen worden verbonden. Uitgangspunt is dat vergunningen alleen worden voorzien van voorschriften waarvan gebleken is, dat ze voor het betreffende evenement noodzakelijk zijn. In bijzondere gevallen kunnen voorschriften worden toegevoegd die niet in dit draaiboek staan. Voorwaarden en voorschriften die wel in de paragrafen staan vermeld maar niet in bijlage 2, zijn in de paragrafen voorzien van een donkerrode kleur.
Door het draaiboek ontstaat er voor omwonenden, die in meer of mindere mate overlast van het evenement kunnen ervaren, ook meer duidelijkheid over wat in beginsel wel en niet is toegestaan.
Er is in Diemen in ieder geval ruimte voor toename van het aantal kleine en middelgrote evenementen bestemd voor de inwoners van Diemen.
Om het gebruik van het Diemerbos te stimuleren kunnen daar middelgrote en grote evenementen worden georganiseerd waarbij de doelgroep ook bestaat uit inwoners van omliggende gemeenten. Evenementen in het Diemerbos zijn ook van belang om inkomsten te genereren voor het in stand houden van het Diemerbos. Inkomsten komen vooral ten goede aan het beheer.
Ik hoop dat van deze ruimte voor een extra en divers aanbod van evenementen gebruik zal worden gemaakt.
VERKLARING VAN AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN
ABRS: Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
AED: Automatische Externe Defibrillator (apparaat dat helpt bij het reanimeren van iemand met een hartstilstand).
APV: Algemene Plaatselijke Verordening Diemen 2013.
Awb: Algemene wet bestuursrecht.
B&W: het college van Burgemeester en Wethouders van Diemen.
BABW: Besluit Algemene Bepalingen Wegverkeer.
Besloten feest: feest voor een specifieke doelgroep op basis van een persoonlijke uitnodiging (zoals: familiefeest; bruiloft; bedrijfsfeest; vrijwilligersfeest). Heeft een feest een ‘besloten karakter’ en worden er publiekelijk kaarten verkocht en/of wordt er reclame gemaakt, dan is er sprake van een vergunningsplichtig evenement.
Betoging: een aantal personen die openlijk en in groepsverband optreden, al dan niet in beweging, en erop uit zijn een mening uit te dragen.
Bewonersbrief: informatie aan omwonenden over de aard en duur van het evenement; de te treffen (verkeers)maatregelen (zoals: het afzetten van wegen; het instellen van een parkeerverbod; het veranderen van de toegestane rijrichting); de manier waarop de organisator probeert de overlast te beperken; de contactgegevens van de ter plaatse verantwoordelijken voor de handhaving van de vergunningvoorschriften.
Big Wheels: voertuigen met zeer grote wielen.
Bob: de persoon die geen alcohol drink als deze nog moet rijden.
Braderie: feestelijke activiteit in de open lucht waarbij ‘vermaak’ centraal staat (er moet een duidelijk onderscheid zijn ten opzichte van een gewone warenmarkt).
dB(A): het gewogen aantal decibels (eenheid voor het weergeven van een geluidsniveau).
dB(C): eenheid voor het weergeven van muziekgeluid bij evenementen, waarbij extra aandacht wordt besteed aan lagere frequenties (bastonen).
Drugs: middelen die staan vermeld op de lijsten I (harddrugs) en II (softdrugs) behorende bij de Opiumwet.
EHBO: eerste hulp bij ongelukken.
Evenement: elke publiek toegankelijke verrichting van vermaak (zie voor een verdere afbakening in paragraaf 1.1).
Gebouw: gebouw als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van de Woningwet.
GGD: Gemeentelijke Geneeskundige Dienst.
GHOR: Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio.
GVB: Gemeentelijk vervoerbedrijf.
Hulpdiensten: politie; brandweer; GHOR; andere diensten die betrokken zijn bij de hulpverlening.
KEMA: NV tot Keuring van elektrotechnische materialen.
KNMI: Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut.
LCHV: Landelijk Centrum voor Hygiëne en Veiligheid.
LVNL: Luchtverkeersleiding Nederland.
Van toepassing is de norm zoals die geldt op de datum van verlening van de vergunning.
NOC*NSF: Nederlands Olympisch Comité en Nederlandse Sport Federatie.
NPR: Nederlandse praktijkrichtlijn.
NVWA: Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
Openbaar water: wateren die voor het publiek bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk zijn.
Openbare plaats: een voor het publiek (al dan niet met enige beperking) toegankelijke plaats, zoals: wegen; stoepen; parkeerterreinen; pleinen; parken; plantsoenen; speelweiden; bossen en andere natuurterreinen; ijsvlakten; aanlegplaatsen voor vaartuigen.
Organisator: degene die een evenement organiseert en daartoe een melding heeft gedaan die is geaccepteerd of een vergunning en/of ontheffing heeft aangevraagd en verkregen.
RIEC AA: Regionaal Informatie en Expertise Centrum Amsterdam Amstelland.
Vergunningverlener: degene die namens de burgemeester bevoegd is om meldingen te accepteren en vergunningen en ontheffingen te verlenen voor evenementen.
VNCO: Vereniging van Nederlandse circusondernemingen.
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Wedstrijd: ontmoeting van partijen om elkaars krachten te meten; onder een wedstrijd met of zonder (motor)voertuigen wordt mede verstaan: prestatie; vermaak; show; en dergelijke.
Wet bibob: Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
Zedelijkheid: wat iedereen fatsoenlijk en goed gedrag vindt, gericht op bijvoorbeeld menselijke waardigheid en dierenwelzijn.
Het draaiboek evenementen heeft als belangrijkste doelstelling het waarborgen van veiligheid en gezondheid voor bezoekers en het voorkomen van ernstige overlast.
hoofdstuk 1: afbakening begrip evenement
Onder een evenement wordt verstaan ‘elke publiek toegankelijke verrichting van vermaak’. Hiermee worden activiteiten bedoeld die plaatsvinden in de open lucht en/of openbaar gebied of op plaatsen met een openbaar karakter.
Voor een groot aantal activiteiten is de meldings- of vergunningsplicht voor evenementen niet van toepassing (zie paragraaf 1.2).
De evenementen zijn in Diemen ingedeeld in drie categorieën, op basis van het aantal te verwachten tegelijkertijd aanwezige bezoekers (waaronder deelnemers):
Voor het doen van een melding of het aanvragen van een vergunning moet het formulier ‘Organiseren van een evenement (aanvraag/melding)’ ingevuld worden toegezonden aan de gemeente (zie bijlage 3). Via dit formulier wordt ook een ontheffing Drank- en horecawet aangevraagd.
Voor kleine evenementen in de open lucht geldt, indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan, een meldingsplicht. Voor middelgrote en grote evenementen geldt een vergunningsplicht.
hoofdstuk 2: meldingsplicht kleine evenementen
Voor kleine evenementen geldt een meldingsplicht indien aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
De organisator moet het evenement tenminste zeven werkdagen voorafgaand aan het evenement melden bij de burgemeester.
De burgemeester kan een klein evenement verbieden in het belang van: de openbare orde; de openbare veiligheid; de volksgezondheid; de bescherming van het milieu.
Aan het melden van een klein evenement en het in gebruik nemen van gemeentegrond voor een klein evenement zijn geen kosten verbonden.
hoofdstuk 3: beleidsuitgangspunten vergunningsplicht
Een vergunning voor een evenement kan worden geweigerd in het belang van: de openbare orde; de openbare veiligheid; de volksgezondheid; de bescherming van het milieu; en indien: de inhoud of uitstraling van het evenement niet past binnen de kwaliteit van de (woon)omgeving; tegen de organisator in de afgelopen drie jaar een bestuurlijke sanctie is genomen.
Uiteraard wordt, voordat een vergunning wordt geweigerd, eerst geprobeerd om aan de vergunning zodanige voorschriften te verbinden dat de zes belangen in voldoende mate worden beschermd.
Het aantal kleine, meldingsplichtige evenementen in de bebouwde kom wordt op voorhand niet beperkt. Voor andere evenementen geldt een maximum per locatie.
In Diemen zijn onderstaande evenementen in beginsel verboden:
Op grond van de Legesverordening zijn aan het afgeven van een evenementenvergunning legeskosten verbonden.
Op grond van de Verordening Precariobelasting kan precariobelasting worden geheven gedurende evenementen indien gebruik wordt gemaakt van voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond zoals de openbare weg. Op koningsdag wordt geen precario geheven.
hoofdstuk 4: procedure voor vergunningverlening
Wordt voor de eerste keer een vergunning aangevraagd of gaat het om een evenement met een grote impact (op de omgeving), dan wordt de organisator aangeraden om contact op te nemen met de vergunningverlener voor een (telefonisch) vooroverleg.
Er gelden termijnen van orde voor het tijdig indienen van een aanvraag:
Uitgangspunt is dat de gemeente binnen acht weken op een aanvraag beslist. Mocht de gemeente niet tijdig beslissen, dan is er geen sprake van een positieve fictieve beslissing. Het is voor een goede en snelle beoordeling van de aanvraag van groot belang om het aanvraagformulier zo volledig mogelijk in te vullen en de bijlagen conform de gevraagde specificatie aan te leveren.
Na een eerste beoordeling kan aan de organisator worden verzocht om voor onderdelen van het evenement aanvullende informatie aan te leveren, bijvoorbeeld een veiligheidsplan, natuuronderzoek of een ingevulde vragenlijst Bibob.
Gedurende de behandeltermijn van acht weken wordt advies ingewonnen bij in ieder geval de politie en brandweer. De gegeven adviezen worden in beginsel door de gemeente opgevolgd.
Derde belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld hun zienswijzen naar voren te brengen, als wordt verwacht dat zij tegen de vergunningverlening bedenkingen zullen hebben. Bij grote evenementen zal altijd sprake zijn van zo’n inspraakprocedure.
hoofdstuk 5: aan vergunningen te verbinden voorschriften
De burgemeester is bevoegd om voorschriften en beperkingen te stellen aan de vergunning. Deze worden afgestemd op de uitstralingseffecten. Soms zijn er standaard richtlijnen op basis van bijvoorbeeld het aantal te verwachten bezoekers. In andere gevallen zal sprake zijn van maatwerk.
Tijdens het evenement moet de organisator of een door hem aangewezen leidinggevende altijd op het evenemententerrein aanwezig, bereikbaar en aanspreekbaar zijn. Hij is het aanspreekpunt voor aanwijzingen van de hulpdiensten. De organisator moet te allen tijde aanwijzingen van politie, brandweer,GHOR en gemeente opvolgen.
De organisator van het evenement is in eerste instantie verantwoordelijk voor de orde en de veiligheid van de bezoekers op het evenemententerrein. Hij moet daarom zorgen voor voldoende toezicht. De norm is dat er één beveiliger en/of toezichthouder op 250 gelijktijdig aanwezige bezoekers moet zijn. Handel in drugs en het gebruik van harddrugs zijn verboden. Het gebruik van alcohol en softdrugs mag niet leiden tot overlast.
De gemeente maakt gebruik van adviezen van de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR). Voor evenementen tot 5.000 gelijktijdig aanwezige bezoekers zonder verzwarende omstandigheden wordt gebruik gemaakt van het standaard advies van de GHOR. Zijn er wel verzwarende omstandigheden dan zal de gemeente een maatwerkadvies vragen aan de GHOR.
Op het evenemententerrein moeten voldoende EHBO’ers, toiletten en afvalbakken aanwezig zijn.
De organisator dient de dag voorafgaand aan het evenement en op de dag zelf te zorgen voor een oordeel over de vraag of het, gezien de (weers)omstandigheden, verantwoord is om het evenement te laten starten. Voor een meerdaags evenement geldt dit voor elke dag.
De organisator van het evenement dient het publiek te informeren over bereikbaarheid met het openbaar vervoer. Ook moet het publiek gestimuleerd worden om lopend of met de fiets te komen.
Bij activiteiten op de openbare weg waarbij het verkeer voor de veiligheid van de deelnemers en de weggebruikers geregeld moet worden, zijn verkeersregelaars vereist.
Milieuzorg is belangrijk bij het organiseren van een evenement. Eventuele (geluids)overlast voor omwonenden en bedrijven moet zoveel mogelijk worden beperkt. Daarnaast is het beperken van afval en het gescheiden inzamelen van afval van belang.
Het voldoen aan de geluidsvoorschriften in de evenementenvergunning (zoals het geluidsniveau en de eindtijden) is een taak van de organisator.
De organisator van het evenement is verantwoordelijk voor het schoon opleveren van het evenemententerrein.
De organisator moet het evenement bekendmaken aan bewoners, bedrijven en instellingen die mogelijk hinder ondervinden van het evenement. De direct omwonenden krijgen tenminste een week van te voren een bewonersbrief. Een kopie daarvan moet aan de gemeente worden verstrekt.
Na afloop van in ieder geval grote evenementen evalueert de gemeente met de organisator en andere betrokkenen de voorbereiding en uitvoering van het evenement en de effectiviteit van de genomen maatregelen. De conclusies uit de evaluatie kunnen worden gebruikt bij de voorbereiding en vergunningverlening van toekomstige evenementen.
HOOFDSTUK 1 AFBAKENING BEGRIP EVENEMENT
In de Algemene Plaatselijke Verordening Diemen 2013 (APV) staan regels voor het houden van evenementen in Diemen (artikelen 2:24 en 2:25 APV). De burgemeester is binnen de kaders van de weigeringgronden bevoegd om nadere regels te stellen.
Onder een evenement wordt verstaan ‘elke publiek toegankelijke verrichting van vermaak’. Hiermee worden activiteiten bedoeld die plaatsvinden in de open lucht en/of openbaar gebied of op plaatsen met een openbaar karakter.
In paragraaf 1.1 staan evenementen vermeld, dit is geen volledige opsomming, waarvoor het draaiboek geldt.
Op de definitie van evenement bestaan uitzonderingen die in paragraaf 1.2 staan vermeld.
Staat een te organiseren evenement niet vermeld in deze paragrafen, neem dan voor uitsluitsel over de van toepassing zijnde regelgeving contact op met de vergunningverlener.
1.1 Evenementen waarvoor dit draaiboek geldt
De evenementen zijn in Diemen ingedeeld in drie categorieën, op basis van het aantal te verwachten tegelijkertijd aanwezige bezoekers (waaronder deelnemers):
In onderstaand schema zijn voorbeelden (dit is geen volledige opsomming) opgenomen van evenementen waarvoor het draaiboek geldt. Daarbij zijn de evenementen alvast ingedeeld naar te verwachten grootte (klein, middelgroot en groot) en ingedeeld naar binnen (in een gebouw of tent) of buiten (op eigen terrein of op een openbare plaats).
Tevens staan evenementen vermeld die in beginsel niet worden toegestaan (dit wordt toegelicht in paragraaf 3.4).
Onder een wedstrijd met of zonder (motor)voertuigen wordt tevens verstaan: prestatie; vermaak; show; en dergelijke.
Let op: voor het tegen betaling verstrekken van (zwak)alcoholische drank tijdens een activiteit is altijd een ontheffing of vergunning op grond van de Drank- en horecawet vereist.
Een herdenkingsplechtigheid is specifiek benoemd in de APV, juist omdat dit niet als vermaak kan worden aangemerkt maar wel voor publiek toegankelijk is. Voor meer informatie over het organiseren van een herdenkingsbijeenkomst, wordt verwezen naar de Handreiking Herdenken: http://www.burgemeesters.nl/node/3344.
1.2 Geen evenementen in de zin van dit draaiboek
In onderstaand schema is aangegeven voor welke ‘verrichtingen van vermaak’ de meldings- of vergunningsplicht voor evenementen niet van toepassing is. In het schema is aangegeven of er op grond van andere regelgeving een meldings- of vergunningsplicht geldt.
Let op: voor het tegen betaling verstrekken van (zwak)alcoholische drank tijdens een activiteit is altijd een ontheffing of vergunning op grond van de Drank- en horecawet vereist.
In Diemen is het verboden (artikel 2:18A APV) om (al dan niet bij een evenement) zogenaamde wens- of ufoballonnen, door middel van hete lucht afkomstig van vuur op te laten stijgen. Onder een wens- of ufoballon wordt mede verstaan: herdenkingsballon, vuurballon, gelukslampion, Thaise wensballon, papierballon, geluksballon, enzovoort.
De gemeente vindt het oplaten van luchtballonnen ongewenst. Ballonresten, linten en ventielen worden overal in de natuur teruggevonden. Ballonnen zijn schadelijk voor de natuur. Dieren raken verstrikt in de linten en zien de ballonnen voor voedsel aan, waardoor ze sterven. Het biologisch afbreekbare rubber van de ballon vergaat in principe wel, maar dat kan enkele jaren duren. Het oplaten van ballonnen is vergelijkbaar met dumpen van zwerfafval en draagt dus een verkeerde boodschap uit.
1.3 Meldings- of vergunningsplicht
Voor het doen van een melding of het aanvragen van een vergunning moet het formulier ‘Organiseren van een evenement (aanvraag/melding)’ ingevuld worden toegezonden aan de gemeente (zie bijlage 3).
Indien op het formulier bij ‘1. Checklist’ alle vragen met ‘ja’ of ‘n.v.t.’ zijn beantwoord, is sprake van een meldingsplicht.
Als het niet zeker is of het evenement valt onder de meldingsplicht, wordt aangeraden contact op te nemen met de vergunningverlener voor een (telefonisch) vooroverleg.
Voor kleine evenementen in de open lucht geldt, indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan, een meldingsplicht. Zie verder hoofdstuk 2.
Voor middelgrote en grote evenementen in de open lucht (op eigen terrein of op een openbare plaats) moet altijd een evenementenvergunning worden aangevraagd. Zie verder de hoofdstukken 3, 4 en 5.
Of in een gebouw een evenement is toegestaan, is afhankelijk van het bestemmingsplan en de gebruiks-, exploitatie-, drank- en horecavergunning die voor dat gebouw is afgegeven. Als het evenement niet past binnen het bestemmingsplan en/of de verleende vergunningen, moet een evenementenvergunning worden aangevraagd.
HOOFDSTUK 2 MELDINGSPLICHT KLEINE EVENEMENTEN
Voor kleine evenementen geldt een meldingsplicht indien aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
Vrijgesteld van de meldingsplicht zijn barbecues met maximaal 50 deelnemers op grasvelden in het Groengebied Amstelland (Diemerpolder, Overdiemerpolder, PEN-bos en Diemerbos). Indien auto’s in het groen komen en/of geluidshinder wordt veroorzaakt is een ontheffing nodig van Groengebied Amstelland.
De organisator moet het evenement tenminste zeven werkdagen voorafgaand aan het evenement melden bij de burgemeester. Dit vindt plaats door het invullen en aan de gemeente toezenden van het aanvraagformulier ‘Organiseren van een evenement (aanvraag/melding)’ met de daarbij behorende bijlage (zie bijlage 3).
Op dit formulier moet naast deel ‘1. Checklist’ ook deel ‘2. Meldingsformulier klein evenement’ worden ingevuld.
De op het formulier en in de bijlage te verstrekken informatie heeft betrekking op:
De burgemeester kan een klein evenement verbieden in het belang van: de openbare orde; de openbare veiligheid; de volksgezondheid; de bescherming van het milieu.
Een verbod wordt door de vergunningverlener schriftelijk en gemotiveerd aan de organisator meegedeeld, onder vermelding van de mogelijkheid om een bezwaarschrift in te dienen. De vergunningverlener zal de organisator schriftelijk meedelen of de melding wordt geaccepteerd: het evenement wordt toegestaan.
De toestemming houdt, indien van toepassing, ook onderstaande drie ontheffingen in:
voor het tegen betaling verstrekken van (zwak)alcoholische drank tijdens een klein evenement is altijd een ontheffing van de burgemeester vereist (artikel 35 van de Drank- en horecawet); onder het ‘tegen betaling verstrekken’ valt ook het vragen en betalen van een vaste of vrijwillige bijdrage voor deelname aan het evenement;
Bij het organiseren van een klein evenement gelden de volgende regels. (DONKERRODE KLEUR>)
Bij verstoring van de openbare orde en/of bovenmatige overlast voor de omwonenden of directe woonomgeving zijn de politie en de gemeentelijke handhavers bevoegd het evenement direct te beëindigen. De deelnemers zijn verplicht aanwijzingen en/of bevelen van politie en gemeentelijke handhavers direct op te volgen.
Indien voor het houden van het evenement hekwerk noodzakelijk is, kan dit tegen betaling van een borgsom worden geleend bij team Wijkbeheer van de gemeente. Bij schade of vermissing van geleende materialen worden de kosten daarvan in rekening gebracht bij de organisator.
In Diemen is het verboden (artikel 2:18A APV) om (al dan niet bij een evenement) zogenaamde wens- of ufoballonnen, door middel van hete lucht afkomstig van vuur op te laten stijgen. Onder een wens- of ufoballon wordt mede verstaan: herdenkingsballon, vuurballon, gelukslampion, Thaise wensballon, papierballon, geluksballon, enzovoort.
De gemeente vindt het oplaten van luchtballonnen ongewenst. Ballonresten, linten en ventielen worden overal in de natuur teruggevonden. Ballonnen zijn schadelijk voor de natuur. Dieren raken verstrikt in de linten en zien de ballonnen voor voedsel aan, waardoor ze sterven. Het biologisch afbreekbare rubber van de ballon vergaat in principe wel, maar dat kan enkele jaren duren. Het oplaten van ballonnen is vergelijkbaar met dumpen van zwerfafval en draagt dus een verkeerde boodschap uit.
Aan het melden van een klein evenement en het in gebruik nemen van gemeentegrond voor een klein evenement zijn geen kosten verbonden.
Voor activiteiten en initiatieven die een bijdrage leveren aan de leefbaarheid en levendigheid in wijk, buurt of straat kan een subsidie (Bewoners Initiatief Gelden) worden toegekend van maximaal € 750. Neem voor nadere informatie contact op met de betreffende wijkcoördinator van de gemeente.
HOOFDSTUK 3 BELEIDSUITGANGSPUNTEN VERGUNNINGVERLENING
Het draaiboek evenementen heeft als belangrijkste doelstelling het waarborgen van veiligheid en gezondheid voor bezoekers en het voorkomen van ernstige overlast.
Bij middelgrote en grote evenementen is vooraf een vergunning noodzakelijk om de verschillende belangen goed tegen elkaar te kunnen afwegen. In dit hoofdstuk staan de criteria (weigeringgronden) waaraan aanvragen om vergunningen worden getoetst en wordt aandacht besteed aan het maximaal aantal evenementen op verschillende locaties. Hiernaast wordt nadere informatie verstrekt over de in beginsel verboden evenementen.
In Diemen is het verboden (artikel 2:18A APV) om (al dan niet bij een evenement) zogenaamde wens- of ufoballonnen, door middel van hete lucht afkomstig van vuur op te laten stijgen. Onder een wens- of ufoballon wordt mede verstaan: herdenkingsballon, vuurballon, gelukslampion, Thaise wensballon, papierballon, geluksballon, enzovoort.
De gemeente vindt het oplaten van luchtballonnen ongewenst. Ballonresten, linten en ventielen worden overal in de natuur teruggevonden. Ballonnen zijn schadelijk voor de natuur. Dieren raken verstrikt in de linten en zien de ballonnen voor voedsel aan, waardoor ze sterven. Het biologisch afbreekbare rubber van de ballon vergaat in principe wel, maar dat kan enkele jaren duren. Het oplaten van ballonnen is vergelijkbaar met dumpen van zwerfafval en draagt dus een verkeerde boodschap uit.
3.1 Weigeringgronden voor een vergunning
In de Algemene Plaatselijke Verordening Diemen 2013 (APV) staat dat een vergunning voor een evenement in Diemen kan worden geweigerd in het belang van (artikel 1:8 APV):
Hiernaast kan een vergunning worden geweigerd indien (artikel 2:25 lid 3 APV):
Uiteraard wordt, voordat een vergunning wordt geweigerd, eerst geprobeerd om aan de vergunning zodanige voorschriften te verbinden dat de zes belangen in voldoende mate worden beschermd. De gangbare voorschriften staan in bijlage 2.
Ten opzichte van de afgelopen jaren zijn de twee laatstgenoemde weigeringgronden toegevoegd. De gemeente wil een woonomgeving met voldoende kwaliteit. Een aantrekkelijke leefomgeving afgestemd op het daarbij passende kwaliteitsbeeld. Inrichting en beheer zijn afgestemd op de gestelde ambities in het kwaliteitsplan openbare ruimte.
Evenementen, zoals braderieën, zullen ook een hoogwaardige uitstraling moeten hebben. Te gebruiken materialen dienen heel en schoon te zijn en de aankleding dient een positieve uitstraling (kwaliteit) te geven, passend in de woonomgeving.
3.2 Maximum aantal evenementen op verschillende locaties
De evenementen zijn in Diemen ingedeeld in drie categorieën, op basis van het aantal te verwachten tegelijkertijd aanwezige bezoekers (waaronder deelnemers):
De gemeente vindt dat kleine, meldingsplichtige evenementen in de bebouwde kom niet of slechts in geringe mate planologisch relevant zijn. Deze evenementen worden daarom op voorhand niet tot een bepaalde locatie en ook niet tot een maximum aantal beperkt.
De gemeente vindt dat middelgrote evenementen op alle locaties en kleine evenementen in het buitengebied, mits daaraan het maximum wordt gesteld zoals opgenomen in het schema, nog in geringe mate planologisch relevant zijn en derhalve in beginsel zijn toegestaan.
Grote (een- of meerdaagse) evenementen vindt de gemeente wel planologisch relevant. Het medegebruik van de locatie als evenemententerrein moet daarom in het bestemmingsplan worden geregeld. Dit is al gebeurd voor de omgeving van het Diemerplein (Diemer Festijn) en het parkeerterrein Muiderstraatweg bij de ingang van het Diemerbos (locatie 9). Voor het Loswalfestival en grote evenementen in het Diemerbos moet de regeling in het bestemmingsplan nog plaatsvinden. Zolang dat nog niet is gebeurd, moet voor die grote evenementen eenmalig voor een periode van ten hoogste tien jaar (artikel 4 lid 11 van Bijlage II Besluit omgevingsrecht) een omgevingsvergunning worden aangevraagd voor het gebruik van het terrein in strijd met het bestemmingsplan (artikel 2.12 eerste lid onder a onder 2° Wabo). Voor het afgeven van deze omgevingsvergunning worden geen leges in rekening gebracht.
Locaties bebouwde kom (1 tot en met 6)
Een meerdaags middelgroot of groot evenement op de locaties 1 tot en met 6 duurt maximaal vijf opeenvolgende dagen, waarbij de twee voorgaande dagen gebruikt kunnen worden voor het opbouwen en de twee nakomende dagen gebruikt kunnen worden voor het afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement (totaal maximaal negen dagen).
Locaties buitengebied (7 tot en met 11)
Een meerdaags middelgroot of groot evenement op de locaties 7 tot en met 9 duurt maximaal vier dagen, met na twee dagen een pauze van vijf dagen tot de volgende twee dagen, waarbij de vijf voorgaande dagen gebruikt kunnen worden voor het opbouwen en de vier nakomende dagen gebruikt kunnen worden voor het afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement (totaal maximaal achttien dagen).
Zie voor het maximum aantal toegestane evenementen per jaar het schema op de volgende bladzijde.
De burgemeester mag op de locaties 10 en 11 een hoger aantal evenementen toestaan tot een maximum van zes per jaar per locatie, indien is gebleken dat de drie georganiseerde evenementen niet hebben geleid tot (geluids)overlast voor omwonenden of aantasting van natuurwaarden.
Vooralsnog mag in het beheergebied van Groengebied Amstelland (Diemerpolder, Overdiemerpolder, PEN-bos en Diemerbos) onbeperkt worden gebarbecued op grasvelden met maximaal 50 deelnemers.
Mochten er negatieve ontwikkelingen plaatsvinden (zoals: geluidsoverlast, zwerfafval of natuurschade) dan zal de gemeente opnieuw in overleg treden met Groengebied Amstelland en Staatsbosbeheer om te komen tot het aanwijzen en inrichten van een beperkt aantal plaatsen waar mag worden gebarbecued.
Voor de inzet van de hulpdiensten is het belangrijk dat grote evenementen verspreid over het jaar plaatsvinden. Is er een te grote concentratie in een bepaalde periode, dan is er onvoldoende capaciteit om de veiligheid te garanderen. Daarom zal de vergunningverlener alle grote evenementen (die in beginsel worden toegestaan) aanmelden voor plaatsing op de regionale evenementenkalender.
De vergunningverlener zal alle evenementen die in Diemen plaatsvinden aanmelden voor plaatsing op de gemeentelijk evenementenkalender: www.diemen.nl (actueel/evenementen).
3.3 Huisregels op evenemententerreinen
Voor grote evenementen wordt een evenemententerrein aangewezen dat in beginsel door middel van hekwerken moet worden afgesloten.
Bij alle ingangen van het evenemententerrein moeten door middel van borden in beginsel tenminste onderstaande huisregels aan de bezoekers bekend worden gemaakt.
Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren (artikel 2:26 APV).
Het is op door B&W aangewezen evenemententerreinen verboden om flesjes, blikjes, steenachtig materiaal en overige, in het kader van de handhaving van de openbare orde en veiligheid op het evenemententerrein, mogelijk gevaarlijke voorwerpen bij zich te dragen of voorhanden te hebben (artikel 2:43a APV). Hieronder vallen ook speelgoedwapens: messen, nepwapens, realistisch uitziende speelgoed- en luchtdrukwapens, stroomstootwapens, zelfverdedigingswapens en wapens behorende tot de categorieën I, II, III, en IV van de Wet wapens en munitie.
Het is verboden om (steek)wapens en andere voorwerpen die geschikt zijn voor het toebrengen van lichamelijk letsel bij zich te dragen of voorhanden te hebben (artikelen 13 en 27
Het is verboden om op hinderlijke wijze alcoholhoudende drank te nuttigen of softdrugs te gebruiken of openlijk voorhanden te hebben (artikel 2:48, lid 1 APV).
Het is verboden harddrugs te gebruiken of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen openlijk voorhanden te hebben (artikel 2:48a APV).
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden om zich op te houden met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen (artikel 2:74 APV).
Het is verboden op door B&W of de burgemeester aangewezen tijden zich met een fiets, bromfiets, of andersoortig voertuig te bevinden op een door B&W of de burgemeester aangewezen terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid gehouden wordt die publiek trekt, mits dit verbod kenbaar is gemaakt aan de bezoekers van dat terrein
Het is op door B&W aangewezen plaatsen verboden een hond te laten verblijven of te laten lopen (artikel 2:57 APV). Dit verbod geldt niet voor de eigenaar of houder van een hond die zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden. Overtreding van de regels die gelden bij evenementen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie (artikel 6:1 APV).
3.4 Nadere informatie over in beginsel verboden evenementen
Dat onderstaande evenementen in beginsel zijn verboden wordt in deze paragraaf nader toegelicht.
Van een op voorhand algeheel verbod is geen sprake. Een vergunningaanvraag dient immers altijd en uitsluitend te worden getoetst aan de zes weigeringgronden uit paragraaf 3.1.
Vechtsportgala’s komen nogal eens negatief in het nieuws omdat:
Een kooigevecht is geen sportwedstrijd en mag vanwege strijd met de goede zeden worden verboden (ABRS 25-08-2000).
Een vechtsportgala vormt niet zondermeer een inbreuk op de openbare orde en zedelijkheid (Rechtbank Amsterdam 13-03-2003).
In Diemen wordt een kooigevecht nooit en een vechtsportgala in beginsel niet toegestaan in verband met gerede kans op verstoring van de openbare orde. Er zal geen gemeentelijke accommodatie beschikbaar worden gesteld voor het houden van zo’n evenement. Mocht een vergunning worden aangevraagd dan zal altijd een onderzoek en toetsing plaatsvinden in het kader van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob). De organisator mag niet van slecht levensgedrag zijn.
Door het Regionale Informatie- en Expertise Centrum Amsterdam Amstelland (RIEC AA) voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit wordt geadviseerd om aan een vergunning voor een vechtsportgala extra voorschriften te verbinden, zoals: (DONKERRODE KLEUR>)
Het gaat hierbij om motorclubs die zichzelf buiten de wet plaatsen en eigen regels hanteren.
De term verwijst naar de uitspraak dat 99% van de motorrijders zich aan de wet houdt. Tot de
1% motorclubs worden ondermeer Hells Angels, No Surrender, Satudarah, Red Devils en Bandidos gerekend. Spanningen tussen deze motorclubs kunnen leiden tot verstoring van de openbare orde.
Wedstrijd met(motor)voertuigen op terreinen (zoals: auto- en motorcross)
In Diemen zijn voor dergelijke wedstrijden (waaronder ook te verstaan: prestatie; vermaak; show; en dergelijke) geen terreinen aangewezen en naar verwachting ook niet beschikbaar. In het buitengebied van Diemen is overwegend sprake van natuur-, bos- en weidevogelleefgebied. Crossen met (motor)voertuigen kan daar onder meer leiden tot aantasting van de natuurwaarden en verstoring van dieren door geluidsoverlast. B&W kunnen een terrein aangeven waar crossen in natuurgebied is toegestaan (artikel 5:32 APV). Van deze bevoegdheid is geen gebruik gemaakt.
Activiteiten met Big Wheels en dergelijke
Onder Big Wheels worden voertuigen verstaan met zeer grote wielen. Daarmee worden onder andere stunts vertoond. Om de veiligheid voor het publiek te garanderen is een specifieke locatie met ruime afscherming tot het publiek vereist (bijvoorbeeld een stadion). Een dergelijke locatie is in Diemen niet aanwezig.
Open vuur (zoals: oud/nieuwjaar- en paasvuur; kerstboomverbranding)
Verbranding in de open lucht leidt tot luchtverontreiniging en is niet duurzaam. Kerstbomen, pallets en andere materialen kunnen op een milieuvriendelijke wijze worden verwerkt (bijvoorbeeld als brandstof dienen voor de opwekking van elektriciteit).
B&W kunnen ontheffing verlenen van het verbod om vuur te stoken in de openlucht (artikel 5:34 APV).
Groengebied Amstelland kan in haar werkgebied (Diemerpolder, Overdiemerpolder, PEN-bos en Diemerbos) ontheffing verlenen van het verbod om vuur te stoken (artikel 4.18 Algemene verordening Groengebied Amstelland).
Evenementen waarbij dieren ter vermaak worden gebruikt en waarbij tevens de gezondheid van het dier gevaar kan lopen zijn in strijd met de goede zeden. De gemeente verleent alleen vergunningen aan circussen die zijn aangesloten bij de Vereniging van Nederlandse Circusondernemingen (VNCO). De regering heeft aangekondigd dat vanaf 15 september 2015 het optreden van wilde zoogdieren in circussen niet meer is toegestaan.
Ontheffing Drank- en horecawet
In de Drank- en horecawet staan regels voor het uitbaten van een horecagelegenheid en het verstrekken van alcoholhoudende dranken. Voor het verstrekken van alcoholhoudende dranken tijdens evenementen gelden aangepaste regels. In de Drank- en horecawet bestaat de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden ontheffing te krijgen van een aantal bepalingen uit de Drank- en horecawet (artikel 35 Drank- en horecawet). De aanvraag voor de ontheffing Drank- en horecawet is opgenomen op het formulier ‘Organiseren van een evenement (aanvraag/melding)’.
Alleen zwak alcoholhoudende dranken, dranken met 15 vol% of minder (inclusief port, sherry en vermout), mogen met de ontheffing worden geschonken. Sterke drank1 mag alleen verkocht worden met een drankvergunning vanuit een café of restaurant.
De burgemeester kan de ontheffing verlenen voor een aaneengesloten periode van maximaal twaalf dagen. De aanvrager van de ontheffing is minimaal 21 jaar oud en mag niet van slecht levensgedrag zijn. Bovendien moet de aanvrager in het bezit zijn van het diploma Verklaring sociale hygiëne. De aanvrager moet toezien op een goede verstrekking van alcohol (bijvoorbeeld niet schenken aan jongeren onder de 18 jaar, hetgeen aangeduid moet zijn op de plaats waar de alcohol wordt versterkt). Voor het verlenen van een ontheffing worden leges in rekening gebracht.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert tijdens evenementen (en daarbuiten) of professionele en particuliere aanbieders van bederfelijke eet- en drinkwaren2 zich houden aan de regels uit de Warenwet. Bij constatering van een overtreding van deze wet kunnen zij de ondernemer beboeten. Indien de organisator nalatigheid kan worden verweten met betrekking tot de verkochte waren, kan de NVWA ook een boete opleggen. Particulieren en bedrijven die eet- en drinkwaren aanbieden tijdens evenementen moeten werken volgens een hygiënecode.
De belangrijkste voorschriften voor het aanbieden van bederfelijke eet- en drinkwaren (uit de Warenwetregeling Hygiëne van Levensmiddelen) zijn opgenomen inbijlage 2.
De NVWA kan adviseren over het verstrekken van eet- en drinkwaren. Bij grote evenementen kan hierover vooroverleg plaatsvinden.
De gemeente kiest ervoor om (als eigenaar van de grond) geen afzonderlijke privaatrechtelijke toestemmingen te geven maar uitsluitend te werken met publiekrechtelijke regelingen.
Groengebied Amstelland zal voor evenementen in haar werkgebied (Diemerpolder, Overdiemerpolder, PEN-bos en Diemerbos) met de organisator een tijdelijke gebruiksovereenkomst aangaan en al dan niet terreinhuur in rekening brengen en/of de organisator een waarborgsom laten betalen.
Aan het afgeven van een evenementenvergunning zijn legeskosten verbonden.
De tarieven zijn te vinden in de onderdelen 1.26.1 en 3.2.1 van de tarieventabel behorende bij de Legesverordening Diemen. Deze tarieven worden jaarlijks aangepast.
Indien gebruik wordt gemaakt van voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond zoals de openbare weg kan gedurende evenementen precariobelasting worden geheven. Op koningsdag wordt geen precario geheven.
De tarieven zijn te vinden in de tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting. Deze tarieven worden jaarlijks aangepast.
De gemeente Diemen kent de zogenaamde Bewoners Initiatief Gelden. Voor activiteiten en initiatieven die een bijdrage leveren aan de leefbaarheid en levendigheid in wijk, buurt of straat kan een subsidie worden toegekend van maximaal € 750. Hierover kan contact worden opgenomen met de betreffende wijkcoördinator van de gemeente.
Indien door het gebruik van de vergunning schade ontstaat aan gemeente-eigendommen moet de organisator deze schade aan de gemeente vergoeden. De organisator moet het (evenementen)terrein in dezelfde staat opleveren als waarin het ter beschikking is gesteld. Voor grasvelden kan de gemeente hierop een uitzondering maken, voor zover de schade is veroorzaakt door normaal gebruik (lopen van bezoekers).
Het gebruikte terrein dient direct na afloop van het evenement schoon te worden opgeleverd. Wordt dit nagelaten dan zorgt de gemeente voor opruim-, schoonmaak- en herstelwerkzaamheden op kosten van de organisator.
Voor schadeclaims van derden (bijvoorbeeld Groengebied Amstelland), die voortvloeien uit het houden van het evenement is de organisator aansprakelijk: de gemeente aanvaardt hiervoor geen aansprakelijkheid.
Als de organisator handelt in strijd met de bepalingen uit de vergunning kan dit leiden tot intrekking van de vergunning. De organisator kan in zo’n geval geen aanspraak maken op schadevergoeding.
Doorberekening gemeentelijke kosten
De door de gemeente te maken kosten voor het faciliteren van het evenement worden in beginsel in rekening gebracht bij de organisator. Bijvoorbeeld de kosten van: de huur van hekwerk en aggregaten; het plaatsen van parkeervoorzieningen voor fietsen; het plaatsen van tijdelijke afzettingsborden met verkeersomleidingen; benzinekosten.
De organisator heeft de vrijheid om dergelijke diensten en maatregelen - op het door de vergunningverlener gedefinieerde niveau - zelf te organiseren.
De gemeentelijke handhaver controleert of de maatregelen in kwalitatieve en kwantitatieve zin daadwerkelijk aanwezig zijn.
Aansprakelijkheid en verzekering
De organisator is ten opzichte van zowel de bezoekers als de gemeente verantwoordelijk voor een goed en ordelijk verloop van het evenement.
In de vergunning neemt de vergunningverlener op dat de gemeente geen aansprakelijkheid aanvaardt van door derden geleden schade die het gevolg is van de feitelijke ingebruikname van openbare gemeentegrond en/of het plaatsen, hebben, gebruiken, onderhouden, verplaatsen en/of verwijderen van objecten. Dit betekent dat de organisator hiervoor aansprakelijk is. Om de aansprakelijkheid te dekken moet de organisator zelf een aansprakelijkheidsverzekering afsluiten. Een kopie van de polis moet hij voorafgaand aan het evenement aan de vergunningverlener overhandigen.
HOOFDSTUK 4 PROCEDURE VOOR VERGUNNINGVERLENING
Van belang voor de aanvraag van een evenementenvergunning zijn de APV en de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Een vergunningenstelsel beoogt bepaalde belangen te beschermen. Wanneer één van deze belangen in het geding is en het verbinden van voorschriften aan de vergunning geen soelaas biedt, kan een vergunning worden geweigerd.
De aanvraag moet worden gedaan door het invullen en aan de gemeente toezenden van het aanvraagformulier ‘Organiseren van een evenement (aanvraag/melding)’ met de daarbij behorende bijlagen (zie bijlage 3).
Wordt voor de eerste keer een vergunning aangevraagd of gaat het om een evenement met een grote impact (op de omgeving), dan wordt de organisator aangeraden om contact op te nemen met de vergunningverlener voor een (telefonisch) vooroverleg.
Er gelden termijnen van orde voor het tijdig indienen van een aanvraag:
Na 1 december ingediende aanvragen voor grote evenementen waar meer dan 2.000 bezoekers komen worden alsnog getoetst aan de beschikbare ruimte op de regionale evenementenkalender. Het kan zijn dat de vergunning wordt geweigerd omdat er bij de hulpdiensten onvoldoende capaciteit is om het evenement in goede banen te leiden. Wanneer een aanvraag minder dan acht weken voorafgaand aan het evenement wordt ingediend, kan besloten worden om de aanvraag niet in behandeling te nemen (artikel 1:3 lid 1 en 3 APV).
Financiële gevolgen van activiteiten die de organisator al verricht voordat een besluit op de aanvraag is genomen, zijn geheel voor eigen rekening en risico van de organisator.
Uitgangspunt is dat de gemeente binnen acht weken op een aanvraag beslist (artikel 1:2 lid 1 APV). Als de aanvraag niet compleet is en aanvullende gegevens moeten worden verstrekt, dan schort dit de beslistermijn op.
De gemeente kan de beslistermijn met acht weken verlengen (artikel 1:2 lid 2 APV).
Mocht de gemeente niet tijdig beslissen, dan is er geen sprake van een positieve fictieve beslissing (artikel 2:25 lid 6 APV).
Nadat de gemeente een beslissing heeft genomen, kunnen belanghebbenden gedurende een termijn van zes weken bezwaar maken.
Verstrekken van volledige gegevens
Het is voor een goede en snelle beoordeling van de aanvraag van groot belang om het aanvraagformulier zo volledig mogelijk in te vullen en de bijlagen conform de gevraagde specificatie aan te leveren. Is dit niet gedaan, dan moeten de gegevens later alsnog worden verstrekt. Dit leidt dan tot onnodige vertraging.
De gemeente heeft voor de beoordeling de meest recente informatie nodig. Ook als al eerder voor een gelijksoortig evenement een vergunning is aangevraagd, moet daarom toch het volledige aanvraagformulier worden ingevuld. Natuurlijk kan de organisator de nog geldende gegevens van een voorgaande gelegenheid daarbij gebruiken.
Op het aanvraagformulier moet naast deel ‘1. Checklist’ ook deel ‘3. Aanvraagformulier evenementenvergunning’ worden ingevuld.
De op het formulier en in de bijlagen te verstrekken informatie heeft betrekking op:
Situatieschets van het evenemententerrein
In de gemeente Diemen zijn geen terreinen gelegen die uitsluitend bestemd zijn voor het houden van evenementen. Per aanvraag zal daarom worden beoordeeld of de locatie uit een oogpunt van openbare orde en veiligheid geschikt is.
De beoordeling door politie en brandweer vindt plaats op basis van de situatieschets (met de indeling van het terrein) die tegelijk met het aanvraagformulier aan de gemeente moet worden toegezonden. Deze situatieschets mag op zijn laatst twee weken (tien werkdagen) vóór de aanvang van het evenement nog worden gewijzigd.
De situatieschets is een tekening van het evenemententerrein met legenda (schaal 1:100) waarop is aangegeven:
Uit de situatieschets moet blijken dat het evenement past op de betreffende locatie. Aanbevolen wordt om gebruik te maken van de voorbeeld tekening en voorbeeld legenda zoals opgenomen in de Leidraad opzetten veiligheidsplan evenementen gemeente Amsterdam d.d. mei 2014.
Aanleveren aanvullende informatie
Naast het ingevulde aanvraagformulier en de situatieschets van het evenemententerrein moet de organisator indien van toepassing nadere informatie verstrekken over:
Na een eerste beoordeling van de aanvraag kan aan de organisator worden verzocht (in verband met de aard en omvang van het evenement) om voor onderdelen van het evenement aanvullende informatie aan te leveren.
Gaat het om de aanvraag voor een vechtsportevenement of zijn er andere omstandigheden dat de gemeente mag vermoeden dat sprake is van (financiële) betrokkenheid van de onderwereld, dan voert de gemeente een toetsing uit op grond van de Wet Bibob en dient de aanvrager een ingevulde vragenlijst Bibob aan te leveren.
Ontbrekende en aanvullende gegevens worden altijd schriftelijk opgevraagd, onder vermelding van de maximale beantwoordingtermijn.
Indien de gevraagde gegevens niet tijdig worden verstrekt, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen (artikel 4:5 lid 1 Awb).
Gegevens van tenten, podia en tribunes
Het is van belang dat tenten, podia en tribunes op de juiste wijze geconstrueerd zijn. Bij de constructieberekeningen wordt onder meer rekening gehouden met het aantal bezoekers, de ondergrond en de locatie van de te plaatsen objecten. Ook wordt gekeken naar de vluchtwegen. Tenten moeten voldoen aan NEN 8020-41.
Als er gebruik wordt gemaakt van tenten, podia en/of tribunes moet de aanvrager altijd een indelingstekening van de tenten bij de aanvraag voegen. Op deze tekening (schaal 1:100) moet zijn aangegeven waar:
De gemeente kan aanvullende informatie opvragen al naar gelang het evenement meer risico met zich meebrengt. Bijvoorbeeld een verklaring omtrent de constructie. In deze verklaring moet staan dat de constructie:
voldoet aan de norm NEN-EN 13782.3
Kermisattracties en installatie voor bungeejumping
Kermisattracties en/of een installatie voor bungeejumping op het evenemententerrein moet de exploitant aanmelden bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
Aan de vergunningverlener moet hij een Certificaat van Goedkeuring overleggen van de aangewezen keuringsinstantie.
In Diemen bestaat de mogelijkheid om twee keer per jaar op het parkeerterrein bij de sporthal Prins Bernhardlaan (met een oppervlakte van circa 1.900 m2) een circus te organiseren gedurende een periode van maximaal vijf dagen.
Hiervoor gelden onderstaande aanvullende regels.
Een braderie is een feestelijke activiteit in de open lucht waarbij ‘vermaak’ centraal staat. Deelnemende winkeliers, ambachtslieden, standwerkers en/of marktlui verkopen speciale waren die passen bij het thema. Er zijn spel-, circus- en/of kermisachtige attracties en/of er worden kunsten vertoond. Er kan door een (rondlopende) band live muziek ten gehore worden gebracht. Er moet derhalve een duidelijk onderscheid zijn ten opzichte van een gewone warenmarkt en sprake zijn van een hoogwaardige uitstraling.
In een bijlage bij de aanvraag moet nadere informatie worden verstrekt over:
Blijkt uit de bijlage dat in onvoldoende mate aan deze eisen wordt voldaan, dan wordt de evenementenvergunning geweigerd in verband met onvoldoende kwaliteit van de woonomgeving (en kan de organisator bij B&W vergunning voor een warenmarkt aanvragen).
De organisator is primair verantwoordelijk voor de orde en de veiligheid van de bezoekers op het evenemententerrein en moet daarom zorgen voor voldoende toezicht.
Als op basis van de risicoanalyse van de politie, brandweer, GHOR en/of organisator wordt verwacht dat de risico’s zodanig zijn, dat er kans bestaat dat (extra) inzet van de hulpdiensten nodig is, kan de burgemeester bepalen dat de organisator een veiligheidsplan moet opstellen. Voor de risicoanalyse kan gebruik worden gemaakt van de risicoanalysevragen die zijn opgenomen in de Handreiking veiligheid evenementen van de gemeente Amsterdam d.d. 19 mei 2014.
Bij evenementen waar in totaal (verdeeld over één of meer dagen) meer dan 2.000 bezoekers worden verwacht is een goedgekeurd veiligheidsplan in beginsel altijd verplicht.
In het veiligheidsplan staat welke maatregelen de organisator heeft genomen om de openbare orde, gezondheid en veiligheid tijdens het evenement te waarborgen en hoe wanordelijkheden en/of (voorzienbare) kleine incidenten worden bestreden.
In het veiligheidsplan wordt geen uitputtende lijst van maatregelen opgenomen. De organisator blijft te allen tijde verantwoordelijk voor de veiligheid van de bezoekers en een ordelijk verloop van het evenement, ook als de gebeurtenis niet in het veiligheidsplan is voorzien.
Bij grotere incidenten, waarbij de inzet van de hulpdiensten noodzakelijk is, treden de daarvoor bestemde plannen en procedures in werking en krijgt één van de hulpdiensten de leiding over het afhandelen van het incident. In het uiterste geval kan het gemeentelijk rampenplan in werking worden gesteld, in welk geval de burgemeester het opperbevel voert.
Uiterlijk zes weken vóór het evenement moet de organisator, indien dit is vereist, het veiligheidsplan inleveren bij de vergunningverlener. Gebruik kan worden gemaakt van de Leidraad opzetten veiligheidsplan evenementen gemeente Amsterdam van mei 2014. Bij het opstellen van het plan kunnen de hulpdiensten adviseren.
In dit veiligheidsplan geeft de organisator aan op welke wijze hij uitvoering heeft gegeven aan de voorschriften die betrekking hebben op de openbare orde, gezondheid en (brand)veiligheid en het voorkomen van wanordelijkheden.
De vergunningverlener zal het veiligheidsplan om advies toezenden aan de politie, brandweer, GHOR en het team Bestuurlijke en Juridische Zaken van de gemeente.
Mede op basis van de ingekomen adviezen kan de vergunningverlener aan de organisator opdracht geven om het veiligheidsplan aan te passen.
Het vastgestelde veiligheidsplan maakt onderdeel uit van de evenementenvergunning. Voor het opstellen van het veiligheidsplan kan gebruik worden gemaakt van de Leidraad opzetten veiligheidsplan evenementen gemeente Amsterdam d.d. mei 2014. In het veiligheidsplan komen tenminste de volgende onderwerpen aan de orde:
De vergunningverlener kan bepalen dat een ingehuurd beveiligingsbedrijf in samenspraak met de politie een beveiligingsplan opstelt. Dit beveiligingsplan maakt dan onderdeel uit van het veiligheidsplan.
De vergunningverlener beoordeelt of extreem weer voor een evenement een groot risico is en een grote impact heeft. Als dat zo is, wordt van de organisator verlangd:
In het draaiboek worden de volgende plichten van de organisator uitgewerkt:
In het buitengebied van Diemen is overwegend sprake van bos-, natuur- en weidevogelleefgebied. Uitgangspunt is dat de recreatieve waarde van het gebied moet worden versterkt. Dit kan ondermeer worden gerealiseerd door het toestaan van evenementen.
Evenementen in het Diemerbos zijn ook van belang om inkomsten te genereren voor het in stand houden van het Diemerbos. Inkomsten komen vooral ten goede aan het beheer.
De flora van een terrein, bijvoorbeeld een grasveld, kan ernstige schade oplopen bij intensief gebruik. De eigenaar van het terrein (dat zal in het buitengebied vrijwel altijd Staatsbosbeheer of Groengebied Amstelland zijn) zal het herstel van het terrein in de oorspronkelijke toestand moeten regelen met de organisator.
In het buitengebied van Diemen komt de beschermde soort Rietorchis voor. Voorkomen moet worden dat deze plant wordt vertrapt.
De fauna kan hinder ondervinden van de volgende activiteiten die gerelateerd zijn aan een (groot) muziek/dance festival:
In en rond het Diemerbos zijn diverse beschermde diersoorten aanwezig4, zoals: kleine modderkruiper; rugstreeppad; ringslang; gewone en ruige dwergvleermuis (geen verblijf, alleen gebruik als foerageergebied); en circa veertig soorten broedvogels die deels op de rode lijst staan en die deels jaarrond beschermd zijn.
Het broedseizoen (vanaf de paarvorming) verschilt per soort. Globaal duurt het broedseizoen van 15 maart tot 15 juli, maar soms vindt broeden ook eerder of later plaats.
Staatsbosbeheer (voor de locaties 7, 8 en 9) en Groengebied Amstelland(voor de locaties 10 en 11) zorgen voor een basis natuurtoets (zie voor de ligging van deze locaties op bladzijde 18). Of aanvullend natuuronderzoek buiten de periode 15 maart tot 15 juli noodzakelijk is, blijft maatwerk.
Op basis van de conclusies en aanbevelingen van (elders) uitgevoerd natuuronderzoek5 zijn in bijlage 2 algemene voorschriften opgenomen voor evenementen in het buitengebied. Deze algemene voorschriften zorgen voor een basisbescherming van flora en de fauna. Omdat er landelijk nog maar weinig onderzoek is uitgevoerd op de effecten van een muziek/dance festival op de natuur, kan het noodzakelijk zijn om de organisator te verplichten om een (aanvullend) natuuronderzoek te laten uitvoeren.
In het rapport van het natuuronderzoek kan de deskundige (ecoloog) te treffen maatregelen voorstellen die afwijken van voornoemde algemene voorschriften en als maatwerkvoorschrift in de vergunning kunnen worden opgenomen.
4.2 Beoordeling van de aanvraag
De burgemeester toetst de aanvraag aan de weigeringgronden:
Uiteraard wordt, voordat een vergunning wordt geweigerd, eerst geprobeerd om aan de vergunning zodanige voorschriften te verbinden dat deze zes belangen in voldoende mate worden beschermd. De gangbare voorschriften staan in bijlage 2.
Eén van de weigeringgronden is het belang van de zedelijkheid of gezondheid. Onder zedelijkheid wordt verstaan wat iedereen fatsoenlijk en goed gedrag vindt, gericht op bijvoorbeeld menselijke waardigheid en dierenwelzijn. Van sommige evenementen vindt de gemeente, dat ze vanwege hun karakter onder deze weigeringgrond vallen. De gemeente Diemen verleent daarom in beginsel geen vergunning voor:
Gedurende de behandeltermijn van acht weken wordt door de vergunningverlener advies ingewonnen bij in ieder geval de politie en brandweer. Zij adviseren binnen twee weken na ontvangst van de adviesaanvraag. De gegeven adviezen worden in beginsel door de gemeente opgevolgd.
Indien van toepassing vraagt de vergunningverlener ook advies aan:
Zienswijzen derde belanghebbenden
De vergunningverlener moet derde belanghebbenden (zoals omwonenden en het bestuur van een winkeliersvereniging) in de gelegenheid stellen hun zienswijzen naar voren te brengen, als wordt verwacht dat zij tegen de vergunningverlening bedenkingen zullen hebben (artikel 4:8 Awb).
De behoefte aan het volgen van zo’n inspraakprocedure zal in het algemeen toenemen naarmate de schaal van het evenement en de te verwachten effecten groter worden. Bij grote evenementen zal altijd sprake zijn van zo’n inspraakprocedure. Dan ligt de aanvraag gedurende vier weken ter inzage in het gemeentehuis. De belanghebbenden kunnen naar keuze schriftelijk of mondeling zienswijzen naar voren brengen.
Indien nodig kan de termijn van vier weken worden verkort tot bijvoorbeeld twee weken.
Voornemen tot weigering van een vergunning
Voordat tot weigering van een evenementenvergunning kan worden besloten, wordt de organisator eerst in de gelegenheid gesteld om een zienswijze, schriftelijk of mondeling, naar voren te brengen (artikel 4:7 Awb).
Dit gebeurt als de afwijzing gebaseerd is op gegevens over feiten en belangen, die de aanvrager betreffen en als deze afwijken van gegevens, die de aanvrager heeft verstrekt. Bij het uiteindelijke besluit wordt de zienswijze meegewogen.
4.3 Besluit op de aanvraag en mogelijkheid van bezwaar
Als een vergunning voor een evenement wordt verleend, wordt deze op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt. Op dit moment worden gemeentelijke bekendmakingen geplaatst op de gemeentepagina in het Diemer Nieuws. De vergunning is in het gemeentehuis in te zien. De vergunningverlener stuurt een kopie van het besluit naar de indieners van zienswijzen en de adviserende diensten.
De organisator is verplicht om omwonenden en belanghebbenden (zoals het bestuur van een winkeliersvereniging) tenminste een week van tevoren schriftelijk te informeren over het evenement. Omwonenden zijn in dit verband diegenen, waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen, dat ze hinder (zoals geluid- en parkeerhinder) kunnen ondervinden van het evenement. Een kopie van de informatie dient te worden toegezonden aan de vergunningverlener en team Communicatie van de gemeente.
Als een vergunning voor een evenement wordt geweigerd, kan de aanvrager daar tot zes weken na bekendmaking bezwaar tegen maken bij de burgemeester. In het weigeringsbesluit wordt hierover nadere informatie verstrekt.
Tegen een verleende vergunning kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen bij de burgemeester. Ook hier geldt een termijn van zes weken nadat het besluit op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt. Als in verband met de betrokken belangen spoed vereist is, kan - gelijktijdig met of na het indienen van een bezwaarschrift - aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam (Sector bestuursrecht) worden gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen. Met zo’n voorziening kunnen de gevolgen van de verleende vergunning worden opgeschort. De verzoeker is hiervoor griffierecht verschuldigd.
HOOFDSTUK 5 AAN VERGUNNINGEN TE VERBINDEN VOORSCHRIFTEN
De burgemeester is bevoegd om de vergunning voor evenementen te weigeren of te verlenen en voorschriften en beperkingen te stellen aan de vergunning (artikel 174 Gemeentewet). De voorschriften en beperkingen worden afgestemd op de uitstralingseffecten. Soms zijn er standaard richtlijnen op basis van bijvoorbeeld het aantal te verwachten bezoekers. In andere gevallen zal sprake zijn van maatwerk.
De organisator is eerstverantwoordelijk voor een veilig en ordelijk verloop van het evenement.
In paragraaf 5.1 is de toelichting bij de algemene voorschriften verdeeld over de onderwerpen (de voorschriften zelf staan in bijlage 2):
Het hoofdstuk wordt afgesloten met de onderwerpen toezicht en handhaving, communicatie en evaluatie.
5.1.1 Openbare orde en veiligheid
Het is verboden om bij een evenement de orde te verstoren (artikel 2:26 APV).
De organisator van het evenement is in eerste instantie verantwoordelijk voor de orde en de veiligheid van de bezoekers op het evenemententerrein. Hij moet daarom zorgen voor voldoende toezicht (beveiligers en/of toezichthouders).
De coördinator team Handhaving van de gemeente organiseert voorafgaand aan een groot evenement een uitvoeringsoverleg waar de taken en gebruik van bevoegdheden worden afgestemd tussen de verschillende partijen: de gemeentelijke handhavers, de politie, de organisator van het evenement en de door hem ingehuurde beveiligers en/of toezichthouders. In dit overleg worden ook de risicopunten besproken en hoe de vergunning wordt gehandhaafd.
Tijdens het evenement moet de organisator of een door hem aangewezen leidinggevende altijd op het evenemententerrein aanwezig, bereikbaar en aanspreekbaar zijn. Hij is het aanspreekpunt voor aanwijzingen van de hulpdiensten. De organisator moet te allen tijde aanwijzingen van politie, brandweer, GHOR en gemeente opvolgen.
Niet opvolgen van de aanwijzingen kan ertoe leiden dat de burgemeester het evenement stillegt (artikel 5.24 lid 5 Awb en artikel 175 Gemeentewet).
Voorafgaand aan een groot evenement wordt door team Wijkbeheer van de gemeente de openbare verlichting gecontroleerd en zo nodig in orde gebracht. De organisator kan worden verplicht om aanvullende verlichting aan te brengen.
Indien de toegang tot een evenemententerrein en/of het evenemententerrein zelf onvoldoende is verlicht, wordt in de vergunning een begin- en/of eindtijdstip opgenomen dat overeenkomt met het tijdstip van zonsopgang en/of zonsondergang.
Afhankelijk van de aard van het evenement en de risicoanalyse kunnen vrijwilligers op het evenemententerrein het toezicht uitoefenen of huurt de organisator een (door de minister van Veiligheid en Justitie erkend) professioneel beveiligingsbedrijf in.
Indien meer dan 2.000 bezoekers worden verwacht en/of een veiligheidsplan is opgesteld, worden in beginsel gecertificeerde beveiligers ingezet.
De norm is dat er één beveiliger en/of toezichthouder op 250 gelijktijdig aanwezige bezoekers moet zijn.
Op basis van ervaringsgegevens van het evenement (heeft het evenement wel of niet een verhoogd veiligheidsrisico?) kan de vergunningverlener hiervan afwijken.
De bij de organisatie betrokken beveiligers, toezichthouders en andere vrijwilligers moeten goede instructie krijgen over de vluchtroutes vanaf het evenemententerrein, moeten bekend zijn met de aanrijroutes van de hulpdiensten en moeten zelf ook parkeren op de daartoe bestemde locaties.
De algemene voorschriften in bijlage 2 worden in de evenementenvergunning opgenomen. Dit geldt alleen voor die voorschriften die van toepassing zijn op het evenement. Dus, als er geen tribunes zijn op een evenement, zijn de voorschriften voor tribunes uiteraard niet van toepassing.
Bij sommige evenementen zal de brandweer specifieke voorschriften opstellen, die in de evenementenvergunning worden opgenomen.
Als niet aan de voorschriften wordt voldaan, wordt er geen evenementenvergunning verstrekt of kan deze worden ingetrokken. Dan kan het evenement niet doorgaan. Het is daarom belangrijk dat de organisator van een evenement zich houdt aan de voorschriften.
5.1.2 Hygiëne en volksgezondheid
De gemeente maakt gebruik van adviezen van de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR).
Voor evenementen tot 5.000 gelijktijdig aanwezige bezoekers zonder verzwarende omstandigheden wordt gebruik gemaakt van het standaard advies van de GHOR.6 Zijn er wel verzwarende omstandigheden dan zal de gemeente een maatwerkadvies vragen aan de GHOR.
Verzwarende omstandigheden: maatwerkadvies
Indien aan één of meer van onderstaande criteria wordt voldaan is sprake van verzwarende omstandigheden en wordt door de vergunningverlener een maatwerkadvies gevraagd aan de GHOR:
Het standaardadvies bestaat uit vier onderdelen:
De algemene regel van één eerstehulpverlener per 1.000 gelijktijdig aanwezige bezoekers, met een minimum van twee eerstehulpverleners, is komen te vervallen. Van geval tot geval moet worden afgewogen of en zo ja, hoeveel eerstehulpverleners van een bepaald deskundigheidsniveau aanwezig moeten zijn.
De drie deskundigheidsniveaus zijn:
BLS (Basic Life Support) niveau betreft de reguliere hulpverlener die in staat is om generieke basishulp zonder specifieke hulpmiddelen te leveren. Een AED (Automatische Externe Defibrillator) dient standaard aanwezig te zijn. Voor de noodzakelijke expertise wordt gerefereerd aan het Oranje Kruisboekje.
BLS+ (Basic Life Support+) niveau betreft hulpverleners die ook zicht hebben op het totale klinische beeld van de patiënt. Dit zijn basisartsen, verpleegkundigen met recente ervaring op spoedeisende hulpverlening, IC of CCU. De extra deskundigheid maakt het mogelijk om met dezelfde hulpmiddelen de handelingsvaardigheid te vergroten en/of specifieke klinische beelden te onderkennen.
ALS (Advanced Life Support) niveau dient op basis van het Landelijk Protocol Ambulancezorg geboden te worden door bevoegd en bekwaam personeel van een zorginstelling met de beschikking over ALS instrumentarium. Dit niveau is aanwezig voor hoog complexe hulpvragen en zicht op het totale klinische beeld van de patiënt. Tevens dienen zij als professionele ondersteuners van de BLS hulpverleners.
Vanaf een half uur voor aanvang tot een uur na einde van het evenement dient de medische hulpverleningsorganisatie aanwezig en operationeel te zijn.
Na afloop van het evenement dient de evenementorganisatie of de EHBO-organisatie de registratie van de hulpverlening ter beschikking te stellen aan de GHOR: evenementenadvies@ghorasd.nl
Op het evenemententerrein dient in beginsel minimaal één EHBO-post aanwezig te zijn. Deze moet aan diverse voldoen die in de voorschriften in bijlage 2 zijn opgenomen. De organisator zorgt ervoor dat alle betrokkenen weten waar de EHBO-post geplaatst is.
Voor ambulances dient de EHBO-post te allen tijde goed bereikbaar te zijn. Hierbij is van belang dat een vrije aan- en afvoerroute aanwezig blijft. Indien de ondergrond onverhard is, zijn aanpassingen (bijvoorbeeld met behulp van rijplaten) een voorwaarde. De aan- en afvoerroute van de EHBO-post dient tevens aan te sluiten op de calamiteitenroute. In het veiligheidsplan van de organisatie dient deze calamiteitenroute duidelijk te zijn aangegeven door middel van een tekening en een beschrijving van de route.
De calamiteitenroute mag geen onderdeel zijn van een ontruimingsplan om tegengestelde verkeersstromen te voorkomen. De calamiteitenroute dient altijd vrij gehouden worden ten behoeve van de nood- en hulpdiensten.
Bij medische spoed kan via het landelijke alarmnummer 112 ambulancehulpverlening aangevraagd worden. Voor intercollegiaal overleg of aanvragen van minder spoedeisend vervoer, kan gebeld worden met de Meldkamer Ambulancezorg (MKA) op 088-0129890. Voor aanvang van het evenement kan de leidinggevende van de medische hulpverleningsorganisatie zich tevens inmelden via dit nummer bij de MKA.
Tijdens het evenement bestaat het risico voor overdracht van infectieziekten ten gevolge van een slechte hygiëne. Ten aanzien van technische hygiënezorg worden door het LCHV te nemen maatregelen aanbevolen.
(Tijdelijke) drinkwatervoorziening
Sommige terreinen hebben bestaande voorzieningen, maar het kan ook voorkomen dat er tijdelijke drinkwatervoorzieningen geplaatst moeten worden die na het evenement weer verwijderd worden. De regels waaraan moet worden voldaan zijn opgenomen in de voorschriften in bijlage 2.
De algemene regel van één toilet per 150 gelijktijdig aanwezige bezoekers is komen te vervallen. Van geval tot geval moet worden afgewogen hoeveel toiletten aanwezig moeten zijn. Factoren die van belang zijn voor het bepalen van het benodigde aantal toiletten zijn:
In de voorschriften in bijlage 2 is opgenomen waaraan toiletten moeten voldoen.
Op veel publieksevenementen zijn tijdelijke eetgelegenheden aanwezig. De organisator is vanuit het Warenwetbesluit wettelijk verplicht maatregelen te nemen die de kans verkleinen dat medewerkers en bezoekers ziek worden van bedorven eten en drinken. In hygiënecodes staan voedselveiligheidsmaatregelen die voor alle stadia van voedselverwerking gelden: van het kopen of ontvangen tot het bewaren, het bereiden en het serveren van eten en drinken. Hygiënecodes zijn een praktische uitwerking van de HACCP (Hazard Analysis Critical Control Points; een systeem om de voedselveiligheid te beheersen). Met behulp van een goedgekeurde hygiënecode kan de organisator voldoen aan de wettelijke voorschriften van voedselveiligheid. Voorbeelden van goedgekeurde en veelgebruikte hygiënecodes op evenementen zijn de Hygiënecode voor de horeca en de Hygiënecode voor de contract- en inflightcatering. Een overzicht van alle goedgekeurde hygiënecodes staat op de website van de toezichthouder, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit: www.nvwa.nl. De hygiëneadviseur van de GGD heeft een signalerende functie.
Bij de aanvraag om een evenementenvergunning moet worden vermeld welke hygiënecode tijdens het evenement wordt gebruikt.
De organisator dient de dag voorafgaand aan het evenement en op de dag zelf te zorgen voor een oordeel over de vraag of het, gezien de (weers)omstandigheden, verantwoord is om het evenement te laten starten of voort te zetten. Voor een meerdaags evenement geldt dit voor elke dag.
Indien van toepassing wordt gebruik gemaakt van de beoordelingsprocedure uit het draaiboek weersomstandigheden (zie paragraaf 4.1).
Bij een dreigende situatie is het van belang dat de organisatie tijdig afstemt met de hulpdiensten over te nemen beslissingen. Denk hierbij aan het organiseren en bieden van handelingsperspectieven, het stilleggen, beëindigen of ontruimen van het evenement. De coördinator team Handhaving van de gemeente wijst iemand aan die namens de gemeente proactief het weer monitort. Indien de organisator geen maatregelen treft bij extreem weer, is de burgemeester bevoegd om het evenement stil te leggen.
Evenementen hebben invloed op het verkeer vanwege parkeerdrukte maar ook omdat de locatie van een evenement doorgaande wegen kan betreffen die hiertoe afgezet moeten worden. Tijdens evenementen moeten belangrijke bestemmingen bereikbaar blijven.
Bij evenementen met veel toeschouwers kunnen auto’s zorgen voor parkeerproblemen. Per activiteit wordt nagegaan of en in hoeverre parkeeroverlast tot verkeershinderlijke of verkeersonveilige situaties leidt. Zo nodig moet een parkeerplan worden opgesteld.
De organisator van een activiteit op het parkeerterrein Muiderstraatweg bij ingang Diemerbos dient voor voldoende (tijdelijke) parkeerplaatsen te zorgen.
De organisator van een activiteit op een ander dan bovenstaand terrein dient het publiek te informeren over bereikbaarheid met het openbaar vervoer.
Ook moet het publiek gestimuleerd worden om lopend of met de fiets te komen.
In geval van ernstige overlast door fout geparkeerde fietsen kan de gemeente de organisator verplichten om vrijwilligers in te zetten om fietsers te verwijzen naar de fietsparkeergelegenheden.
Afsluiten van wegen en overige verkeersmaatregelen
Voor evenementen kunnen wegen of weggedeelten in sommige gevallen op verzoek van een organisator tijdelijk worden afgesloten.
Afsluiting van een weg ten behoeve van een evenement kan in elk geval niet plaatsvinden, indien de verkeersveiligheid en/of doorstroming van het verkeer in het geding is, bijvoorbeeld:
Bij de beslissing om al dan niet wegen af te sluiten worden uitdrukkelijk alle betrokken belangen meegewogen. Hieronder vallen zowel de belangen van de organisator van een evenement als die van aanwonenden, ondernemers en/of andere instanties uit de betreffende straat en/of de omgeving.
alle locaties/panden in het af te sluiten gebied moeten voor de hulpdiensten voldoende bereikbaar zijn; grote verkeersaders en gebiedsontsluitingswegen zullen daarom in beginsel niet worden afgesloten, tenzij op andere wijze de bereikbaarheid voor de hulpdiensten is gegarandeerd; brandkranen en waterwinpunten dienen te allen tijde bereikbaar te zijn;
Indien nodig worden voertuigen conform de Wegsleepverordening Diemen door de gemeente verwijderd.
Bij activiteiten op de openbare weg waarbij het verkeer voor de veiligheid van de deelnemers en de weggebruikers geregeld moet worden, zijn verkeersregelaars vereist. De Regeling Verkeersregelaars 2009 is hierop van toepassing.
Er zijn drie soorten verkeersregelaars:
Een eenmalige evenementenverkeersregelaar:
is tenminste 16 jaar7 oud;
Per evenement kan worden volstaan met één algemeen aanstellingsbesluit met een groslijst met personalia. De eenmalige evenementenverkeersregelaar ontvangt dus geen aanstellingspas.
Een evenementenverkeersregelaar voor bepaalde tijd wordt aangewezen voor een periode van maximaal twaalf maanden en kan worden ingezet bij evenementen die in die periode plaatsvinden. De evenementenverkeersregelaar voor bepaalde tijd heeft een uitgebreide theoretische instructie gevolgd en ontvangt een aanstellingscertificaat.
Voor de duur van hun aanstelling dienen verkeersregelaars verzekerd te zijn tegen wettelijke aansprakelijkheid. Het bedrag waarvoor verzekerd is, moet ten minste even hoog zijn als de som waarvoor de wettelijke aansprakelijkheidsverzekering, bedoeld in de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen, ten minste moet zijn gesloten.
Volgens het Burgerlijk Wetboek wordt de organisator beschouwd als werkgever met de daaraan verbonden verantwoordelijkheden zoals risicoaansprakelijkheid. Ook de verkeersregelaars vallen daaronder. Iedere organisator van een evenement wordt daarom geadviseerd zorg te dragen voor een evenementenverzekering waarin het regelen van het verkeer door verkeersregelaars expliciet is opgenomen.
Bij de uitoefening van hun taak dienen verkeersregelaars duidelijk herkenbaar te zijn.
Evenementenverkeersregelaars oefenen hun taak uit onder direct toezicht van de politie.
Voor het plaatsen van borden op de openbare weg is toestemming nodig van de wegbeheerder. Voor rijkswegen geeft Rijkswaterstaat de toestemming, voor provinciale wegen de provincie, en voor gemeentelijke wegen de gemeente. Het Besluit Algemene Bepalingen Wegverkeer (BABW) geeft regels over het plaatsen van borden.
Er zijn twee soorten borden: verwijzingsborden en verbodsborden. In beginsel worden de borden door de gemeente geplaatst.
De kosten van het plaatsen van de borden kan de wegbeheerder verhalen op de organisator van het evenement. De materialen die benodigd zijn voor het treffen van verkeersmaatregelen (zoals afzettingen) kunnen tegen betaling van een borgsom of vergoeding worden geleend bij het team Wijkbeheer van de gemeente. Wanneer er niet voldoende materialen beschikbaar zijn bij het team Wijkbeheer dient de organisator (op eigen kosten) zelf zorg te dragen van aanschaf of huur van materialen.
Bij schade of vermissing van de geleende materialen worden de kosten daarvan in rekening gebracht bij de organisator.
Indien nodig worden conform de Wegsleepverordening Diemen voertuigen door de gemeente verwijderd.
5.1.4 Milieu: afval, geluid en natuur
Milieuzorg is belangrijk bij het organiseren van een evenement. Eventuele overlast voor omwonenden, bedrijven en de natuur moet zoveel mogelijk worden beperkt. Daarnaast is het beperken van afval en het gescheiden inzamelen van afval van belang.
Tijdens een evenement in de buitenlucht of in een tent moeten dranken in kunststof (plastic) bekers worden verstrekt. In verband met de gescheiden inzameling en hergebruik van plastic verdient het aanbeveling om voor koude en warme dranken dezelfde soort beker te gebruiken. Indien het voorkomen van onnodig afval daartoe aanleiding geeft, kan de vergunningverlener voorschrijven dat voor te verstrekken bekers een statiegeld moet worden geheven.
Tijdens het evenement dienen voldoende afvalbakken op het evenemententerrein aanwezig te zijn.
De organisator van het evenement is verantwoordelijk voor het schoon opleveren van het evenemententerrein. Direct na afloop van het evenement moet het terrein worden schoongemaakt, waarbij het afval zoveel mogelijk moet worden gescheiden.
Wordt dit nagelaten dan zorgt de gemeente voor opruim- en schoonmaakwerkzaamheden op kosten van de organisator.
Geluid van inrichtingen (zoals horecabedrijven)
Voor het geluid van type A en type B inrichtingen gelden de eisen die zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Voor collectieve en maximaal zes incidentele festiviteiten kan van die normen worden afgeweken (artikelen 4.2 en 4.3 APV).
Een aanvraag om een evenementenvergunning wordt, indien van toepassing, tevens aangemerkt als een kennisgeving van een incidentele festiviteit.
Bij collectieve en gemelde incidentele festiviteiten zijn onderstaande, hogere geluidsnormen op grond van de APV toegestaan:
Geluid bij evenementen in de open lucht
Voor het geluid bij evenementen in de open lucht gelden speciale regels (artikel 4:6 leden 5, 6 en 7 APV).
Bij evenementen als bedoeld in artikel 2:25 geldt een maximum geluidsniveau op de gevel van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen van:
Deze geluidswaarden zijn inclusief onversterkte muziek en stemgeluid. Metingen worden gedurende vijf minuten uitgevoerd volgens de Handleiding meten en rekenen industrielawaai; daarbij wordt het volgende buiten beschouwing gelaten:
10 dB(A) toeslag vanwege de correctie voor duidelijk herkenbaar muziekgeluid. De geluidsniveaus mogen worden voortgebracht vanaf 09.00 uur, op zondag vanaf 13.00 uur, tot uiterlijk 23.30 uur in de bebouwde kom en tot uiterlijk zonsondergang in het buitengebied. De burgemeester kan in bijzondere omstandigheden afwijken, waaronder nadere eisen stellen, van de geluidsnormen en de eindtijden.
In algemene zin geldt bij kleine en een deel van de middelgrote evenementen als norm 60 dB(A). Ter vergelijking: een normaal gesprek of de televisie komen uit op 50-55 dB(A) en rustig pianospel op 70 dB(A).
De normen in de bebouwde kom voor middelgrote en grote evenementen waarbij het ten gehore brengen van muziek het hoofddoel is, komen overeen met de normen voor collectieve festiviteiten (uit artikel 4:2 APV). Voor de kleine en andere middelgrote evenementen in de bebouwde kom geldt een strengere norm om de hinder voor omwonenden te beperken.
De norm voor het buitengebied is strenger omdat het geluid daar op veel grotere afstand hoorbaar en hinderlijk is voor zowel mens als dier. De organisator moet bij de aanvraag aangeven binnen welke bronvermogens het festival wordt georganiseerd. Wordt een te hoog bronvermogen aangevraagd om de norm te kunnen halen, dan zal de vergunning geweigerd moeten worden. Voor kleine en andere middelgrote evenementen in het buitengebied geldt een strengere norm voor de dB(C). Dit om een al te hoog bronvermogen, gegeven de vaak grote afstand tot woningen, te voorkomen.
Voor evenementen die op zondag plaatsvinden geldt dat het nooit is toegestaan om voor 13.00 uur geluid te produceren dat op een afstand van meer dan 200 meter van de geluidsbron hoorbaar is. Voor de periode vanaf 13.00 uur geldt het verbod ook maar kan de burgemeester op grond van artikel 3, lid 3 van de Zondagswet ontheffing verlenen.
De burgemeester kan in bijzondere omstandigheden afwijken van de normen. Dit gebeurt al vele jaren voor het Diemer Festijn waar sprake is van een zeer korte afstand tussen de woningen en het evenemententerrein. Als daar geen hogere waarden worden vergund, kan het evenement niet plaatsvinden.
De burgemeester kan ook nadere eisen stellen. Bijvoorbeeld het beperken van begin- en eindstippen en/of het beperken van het geluidsniveau op bepaalde locaties, dagen en tijdstippen.
Het voldoen aan de geluidsvoorschriften in de evenementenvergunning (zoals het geluidsniveau en de eindtijden) is een taak van de organisator.
Tijdens de schouw voorafgaande aan de start van het evenement wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de opstelling van de geluidsbronnen; afhankelijk van de windrichting kan het bijstellen (andere richting of lager geluidsniveau) van de geluidsbronnen noodzakelijk zijn.
Tijdens het evenement dient de organisator een logboek van het geluid bij te houden, waarin is opgenomen: het tijdstip, de plaats en met welk instrument de geluidmeting is uitgevoerd, de meetwaarden en of het volume van de geluidinstallatie is bijgesteld of niet.
Het voldoen aan de geluidsvoorschriften wordt ook gecontroleerd door team Handhaving van de gemeente.
De algemene voorschriften in bijlage 2 voor een evenement in het buitengebied worden opgenomen in de vergunning. Deze geven een basisbescherming voor de flora en fauna. Op basis van uitgevoerd natuuronderzoek (zie paragraaf 4.1) en/of aanwijzingen van een deskundige (ecoloog) kunnen nadere voorschriften in de vergunning worden opgenomen.
Overlast kan onaanvaardbaar worden als voorschriften worden overtreden (bijvoorbeeld eindtijden of geluidsnormen). Toezicht en handhaving is daarom belangrijk. Bij grote evenementen zorgt de coördinator team Handhaving van de gemeente voor het opstellen en naleven van een draaiboek handhaving.
De coördinator team Handhaving van de gemeente organiseert voorafgaand aan een groot evenement een uitvoeringsoverleg waar de taken en bevoegdheden worden afgestemd tussen de verschillende partijen: de gemeentelijke handhavers, de politie, de organisator en de beveiligers van het evenement. In dit overleg worden ondermeer de risicopunten besproken en hoe de vergunning wordt gehandhaafd.
Voorafgaand aan de start van het evenement, op het moment dat het is opgebouwd, maakt de organisator met de gemeentelijke handhaver, brandweer en politie een laatste ronde langs het evenement. In deze laatste schouw wordt gecontroleerd of aan de voorschriften is voldaan en of er nog gevaarlijke situaties zijn of andere knelpunten die voorafgaand aan de start van het evenement moeten worden opgelost. Daarbij wordt ook gelet op de opbouw van de geluidsbronnen.
Optreden tegen overtreding van de vergunningvoorschriften gebeurt enerzijds na het constateren van overtredingen en anderzijds na het binnenkomen van gegronde klachten van omwonenden.
Daarbij wordt in beginsel een getrapt systeem gehanteerd:
bij het blijvend overtreden van de voorschriften: beëindiging van het evenement. Als blijkt dat de genoemde hersteltijden te kort zijn om de nodige aanpassingen te verrichten, is het mogelijk de organisator een langere hersteltijd te geven, zulks ter beoordeling van de handhavende instanties. Omgekeerd kan de overtreding ook zodanig ernstig zijn, dat besloten wordt tot onmiddellijke beëindiging van het evenement.
Een overtreding kan gevolgen hebben voor de toekomst. Deze gevolgen kunnen zijn:
De omstandigheden van het geval bepalen welke sanctie zal worden toegepast. Uitgangspunt is dat de overtreding direct wordt beëindigd of een volgende keer wordt voorkomen. Er zijn echter gevallen denkbaar waarbij het onmiddellijk beëindigen van de overtreding op gespannen voet staat met de handhaving van de openbare orde, of onevenredig zwaar is in verhouding tot de schade die door belanghebbenden wordt geleden. In die gevallen zullen er in beginsel slechts consequenties voor de toekomst aan de overtreding verbonden worden.
Handhaven van de openbare orde
In eerste instantie is de organisator van het evenement verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde op het evenemententerrein. Er kan hiervoor gebruik gemaakt worden van door de organisator ingehuurde beveiligers.
Op het omliggende terrein is de politie onder het gezag van de burgemeester belast met de handhaving van de openbare orde en het verlenen van hulp aan hen die dat nodig hebben (artikel 11 Politiewet 2012). De politie is in beginsel terughoudend met haar optreden op het evenemententerrein.
Bij verstoring van de openbare orde of bij ernstige vrees daarvoor, is de burgemeester bevoegd bevelen te geven die hij noodzakelijk acht voor de handhaving van de openbare orde (artikel 172, lid 3 Gemeentewet). De burgemeester is ook bevoegd om bevelen te geven die met het oog op de bescherming van veiligheid en gezondheid nodig zijn (artikel 174, lid 2 Gemeentewet). Zo kan het gebeuren dat bij extreme weersomstandigheden of bij rellen de burgemeester het evenement stillegt.
Het aantal klachten zal aanzienlijk minder zijn als mensen weten wat wordt gedaan om de overlast te voorkomen. Daarom is het gewenst aan te geven wat de politie en de gemeente aan de hinder doen en hoe de klachtafhandeling verloopt.
Hiertoe dient de organisator het evenement middels een bewonersbrief bekend te maken aan bewoners, bedrijven en instellingen (zoals het bestuur van een winkeliersvereniging) die mogelijk hinder ondervinden van het evenement. De bewonersbrief moet tenminste een week voorafgaand aan het evenement worden verspreid. Een kopie van de bewonersbrief moet aan de vergunningverlener en team Communicatie van de gemeente worden toegezonden (zodat relevante informatie op de gemeentelijke website kan worden geplaatst). In de bewonersbrief staat in elk geval informatie over:
Bij kleinere evenementen kan worden volstaan met een informatienummer waarop de organisator te bereiken is.
Folders en flyers worden vaak, al dan niet gelezen, op straat gegooid hetgeen leidt tot ongewenste en onnodige vervuiling van de openbare ruimte. Beter is het om informatie te verstrekken vanuit een centraal informatiepunt en gebruik te maken van borden en/of spandoeken.
Na afloop van in ieder geval grote evenementen evalueert de gemeente met de organisator en andere betrokkenen de voorbereiding en uitvoering van het evenement en de effectiviteit van de genomen maatregelen. De conclusies uit de evaluatie kunnen worden gebruikt bij de voorbereiding en vergunningverlening van toekomstige evenementen.
Het initiatief voor het bijeenroepen van de betrokken partijen voor de evaluatie ligt bij de coördinator team Handhaving van de gemeente.
Brandweer Amsterdam-Amstelland, Karspeldreef 16, Postbus 92171, 1090 AD Amsterdam, Telefoon (020) 555 66 66, office@brandweeraa.nl, www.brandweer.nl/amsterdam-amstelland
Brandweer Diemen, D.J. den Hartoglaan 2, 1111 ZC Diemen, Telefoon (020) 690 34 34.
Gemeente Diemen, D.J. den Hartoglaan 1, Postbus 191, 1110 AD Diemen, Telefoon (020) 31 44 644, info@diemen.nl, www.diemen.nl.
GHOR / GGD, Nieuwe Achtergracht 100, Postbus 2200, 1000 CE Amsterdam,
Telefoon (020) 555 59 11, evenementenadvies@ghorasd.nl, www.gggd.amsterdam.nl
Groengebied Amstelland, Amsteldijk-Noord 55, 1183 TE Amstelveen,
Telefoon (020) 496 56 56, info@groengebied-amstelland.nl
GVB, afdeling Tijdelijke Verkeersmaatregelen, Arlandaweg 100, 1043 HP Amsterdam, Telefoon (020) 460 64 21, tvm@gvb.nl, www.gvb.nl
KIWA, Sir Winston Churchilllaan 273, Postbus 70, 2280 AB Rijswijk,
Telefoon: (070) 414 44 80, certi@kiwa.nl
Luchtverkeersleiding, operationele helpdesk, Postbus 75200, 1117 ZT Luchthaven Schiphol, Telefoon (020) 406 22 01, www.lvln.nl
Politie Amsterdam-Amstelland, korpscoördinatie, Postbus 2287, 1000 CG Amsterdam, Telefoon: (020) 559 23 67, korpscoordinatie@amsterdam.politie.nl
Politie Diemen, D.J. den Hartoglaan 5, 1111 RC Diemen, Telefoon: 0900 - 8844.
Provincie Noord-Holland, afdeling Milieubeheer en Bodemsanering,
Postbus 123, 2000 MD Haarlem, Telefoon (023) 514 31 43, post@noord-holland.nl, www.noord-holland.nl
Voedsel- en Warenautoriteit / Keuringsdienst van Waren, afdeling non-food, Hoogte Kadijk 401, 1018 BK Amsterdam, Telefoon (020) 524 46 00, nw@vwa.nl
BIJLAGE 2 VERGUNNINGVOORSCHRIFTEN
Op de volgende bladzijden staat een voorbeeld tekst besluit tot het verlenen van een evenementenvergunning.
De voorbeeld voorschriften kunnen in een evenementenvergunning en/of ontheffing Drank- en horecawet worden opgenomen.
Uiteraard worden alleen de voorschriften opgenomen die voor het evenement relevant zijn.
Een deel van de voorschriften is ook relevant voor meldingsplichtige evenementen, zoals de voorschriften die gelden voor: het produceren van (muziek)geluid, het gebruiken van een barbecue; het verstrekken van zwakalcoholhoudende dranken.
De voorschriften zijn verdeeld over de onderwerpen:
Op (datum) voor het laatst aangevuld op (datum) heeft u een aanvraag ingediend om een evenementenvergunning en ontheffing Drank- en horecawet voor het houden van (naam evenement), vanaf (datum) tot en met (datum). Naar aanleiding hiervan deel ik u het volgende mee.
Verlenen evenementenvergunning
Ik heb besloten de evenementenvergunning en ontheffing Drank- en horecawet te verlenen met inachtneming van onderstaande motivering en voorschriften en de bij dit besluit behorende situatietekening en andere bijlagen.
De leges voor het in behandeling nemen van uw aanvraag bedragen op grond van artikel 1.26.1 van de Legesverordening 2013 gemeente Diemen € bedrag. Hiervoor ontvangt u separaat een factuur.
1. Algemeen (tijdsduur, medewerkers, voorzieningen, communicatie, aanwijzingen)
Tijdens het evenement dienen (aantal) gecertificeerde verkeersregelaars aanwezig te zijn die belast zijn met het regelen van het verkeer bij de ingangen van het evenemententerrein, het regelen van parkeren en verwijzen naar parkeerplaatsen en het vrij maken en houden van de wegen en (wandel)paden voor hulpdiensten.
Tijdens het evenement dienen minimaal (twee of hoger aantal) EHBO’ers aanwezig te zijn op deskundigheidsniveau (BLS en/of BLS+ en/of ALS) die belast zijn met het verlenen van eerste hulp. De EHBO’ers dienen duidelijk herkenbaar te zijn en een kopie van hun diploma’s en/of registratie bij zich te hebben en desgewenst te kunnen tonen. De EHBO’ers bij dancefeesten dienen gespecialiseerd te zijn in drugshulpverlening.
Vanaf een half uur voor aanvang tot een uur na einde van het evenement dient de medische hulpverleningsorganisatie aanwezig en operationeel te zijn. Bij medische spoed kan via het landelijke alarmnummer 112 ambulancehulpverlening worden aangevraagd. Voor intercollegiaal overleg of aanvragen van minder spoedeisend vervoer kan via telefoonnummer 088-0129890 contact worden opgenomen met de Meldkamer Ambulancezorg.
1.8 afval(water) en schoonhouden
De organisator dient er zorg voor te dragen dat het evenemententerrein gedurende het evenement schoon wordt gehouden en na afloop van het evenement schoon wordt achtergelaten. Op het evenemententerrein dienen voldoende afvalbakken te staan: tenminste één afvalbak op elke vijftig meter. Leeg afvalbakken voldoende vaak, maar minstens één keer per dag. Sluit de zakken goed en bewaar ze in gesloten afvalcontainers op een aparte afvalplaats. Zorg dat de afvalplaats schoon is. Plaats geen afval naast de afvalcontainers. Zorg dat de afvalcontainers tijdig worden geleegd.
1.9 verstrekken gratis drinkwater
Zorg dat de (tijdelijke) waterinstallatie voldoet aan de algemene voorschriften voor drinkwaterinstallaties van het Nederlandse Normalisatie Instituut (NEN 1006), aan het Waterwerkblad (1.4 H) en aan de aansluitvoorwaarden van het waterleidingbedrijf. Afwijkingen zijn alleen toegestaan op basis van een risicoanalyse en in overleg met het waterleidingbedrijf. De werkbladen zijn beschikbaar via www.infodwi.nl.
1.10 aanwezigheid en communicatiemiddelen
Voorafgaand aan het evenement dienen de mobiele telefoonnummers van de organisator, de verantwoordelijke voor het geluid, de coördinator van de beveiligers en de coördinator van de verkeersregelaars bekend te worden gemaakt aan de chef van de basiseenheid van politie en de wijkagent van politie, via telefoonnummer 0900 - 8844.
1.11 verantwoordelijkheid en opvolgen aanwijzingen
2. Inrichten evenemententerrein
Voorafgaand aan het evenement dient er een controle plaats te vinden met betrekking tot de inrichting van het evenemententerrein en de brandveiligheid. De organisator dient hiertoe voor (datum) een afspraak te maken met de coördinator van team Handhaving van de gemeente via telefoonnummer (020) 31 44 644.
Het is verboden om de orde te verstoren.
Het is verboden om flesjes, blikjes, steenachtig materiaal en overige mogelijk gevaarlijke voorwerpen, waaronder (steek)wapens en andere voorwerpen die geschikt zijn om lichamelijk letsel toe te brengen) bij zich te dragen of voorhanden te hebben. Hieronder vallen ook speelgoedwapens: messen, nepwapens, realistisch uitziende speelgoed- en luchtdrukwapens, stroomstootwapens, zelfverdedigingswapens en wapens behorende tot de categorieën I, II, III, en IV van de Wet wapens en munitie.
Het is verboden om op hinderlijke wijze alcoholhoudende drank te nuttigen of softdrugs te gebruiken of openlijk voorhanden te hebben.
Het is verboden harddrugs te gebruiken of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen openlijk voorhanden te hebben. Het is verboden om in drugs te handelen.
Het is verboden om op (datum en tijden) zich met een fiets, bromfiets, of andersoortig voertuig te bevinden op het evenemententerrein.
Het is verboden om op (datum en tijden) zich met een hond te bevinden op het evenemententerrein. Dit verbod geldt niet voor de eigenaar of houder van een hond die zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden.
2.2 bereikbaarheid voor hulpdiensten
2.3 plaatsen van (spel)objecten
Bij het plaatsen van objecten (zoals: tenten; marktkramen; podium; springkussen) moet rekening worden gehouden met het kunnen passeren van brandweermaterieel (minimale doorrijdbreedte van 3,5 meter, hoogte van 4,2 meter, bochtstraal R7 en hellingbaan maximaal 7%). Op de fietspaden geldt een minimale doorloopbreedte van 2 meter.
3. Bereiden en verstrekken van eet- en drinkwaren
3.2 preventieve maatregelen bereiden eetwaren
Nabij de bak- en braadapparatuur, barbecue, spit of rokerij moet een draagbaar blusmiddel (bijvoorbeeld een koolzuursneeuwblusser of een sproeischuimblusser met een inhoud van tenminste zes kilogram of een poederblusser met een inhoud van tenminste zeven kilogram) aanwezig zijn. Het blustoestel moet op een direct bereikbare plaats zijn aangebracht en voor onmiddellijk gebruik gereed zijn. Het blustoestel moet ten minste één keer per jaar door een deskundige op de goede werking worden gecontroleerd.
3.3 gebruik van butaan, propaan en LPG
In of nabij de kraam mogen voor bewaring van butaan of propaan ten hoogste twee flessen, elk met een waterinhoud van ten hoogste 26,2 liter, aanwezig zijn. Op elke eventueel te gebruiken gasfles moet een drukregelaar zijn aangebracht die door middel van een goedgekeurde propaanbestendige slang (conform een van onderstaande normen) aan het gaskomfoor of de gasapparatuur is verbonden. De slang moet zijn voorzien van de opdruk NEN-EN 559 / NEN 5654 of NEN-EN 559 / NEN-EN 1763-1t/m4 of NEN 5654 en het productiejaar en mag maximaal twee jaar oud zijn. De slang moet over de volle lengte van de slangpilaren van de drukregelaar en het gaskomfoor worden geschoven en aan beide zijden met een slangklem worden vastgezet.
4. Verstrekken van zwakalcoholhoudende dranken
4.3 leeftijdsgrens en andere beperkingen
Er dient tenminste één locatie op het evenemententerrein te zijn waar bezoekers zich kunnen legitimeren en waar zij, indien ze 18 jaar of ouder zijn, een polsbandje om hun pols krijgen dat slechts verwijderd kan worden door het kapot te maken. Personeel achter de bar dient geïnstrueerd te worden dat ze aan personen die geen polsbandje om hebben geen alcohol mogen verstrekken tenzij onmiskenbaar is vastgesteld dat iemand de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.
5. Plaatsen van een tent met podium voor optredens
5.1 in gebruik nemen van de tent
De tent mag pas in gebruik worden genomen nadat de opstelling, indeling en het certificaat akkoord zijn bevonden door de brandweer en team Handhaving van de gemeente. Voor het verkrijgen van een akkoord dient tijdig contact te worden opgenomen met de heer (naam) van de brandweer Amsterdam Amstelland, kazerne Diemen via telefoonnummer (020) 690 34 34.
5.2 opstelling, maatvoering en constructie
Het tentdoek mag niet gemakkelijk ontvlambaar zijn alsmede niet zodanig zijn samengesteld dat spoedig na het uitbreken van brand grote hoeveelheden rook of voor de gezondheid schadelijke gassen worden ontwikkeld. Voldaan moet worden aan de normen voor wat betreft brandvertraging en ontvlambaarheid, de NEN 8020-41.
Bij in rijen opgestelde zitplaatsen moet tussen de rijen een vrije ruimte aanwezig zijn van tenminste 40 centimeter, gemeten tussen de loodlijnen door de elkaar dichtst naderende gedeelten van de rijen. Indien in een rij tussen zitplaatsen tafeltjes zijn geplaatst, moet de genoemde vrije ruimte ter plaatse van de tafeltjes doorlopen.
Deuren in nooduitgangen moeten in de richting van de vluchtweg draaien en indien zij tijdens optredens gesloten zijn, met één handbeweging kunnen worden geopend, door a. een lichte druk tegen de deur of b. een lichte druk tegen een op circa één meter boven de vloer over de volle breedte van de deur aangebrachte panieksluiting die voldoet aan de NEN-EN 1125.
Bij hoogteverschillen groter dan 40 centimeter tussen de vloer in de tent en het maaiveld buiten ter plaatse van de uit- en/of nooduitgangen moeten er vlonders van stroef materiaal ter overbrugging van het hoogteverschil worden gebruikt. De breedte van de vlonders moet minimaal 50 centimeter breder zijn dan de breedte van de uitgang.
6. Het ten gehore brengen van (live) muziek
6.1 tijdsduur, verantwoordelijke voor het geluid en inregeling
De organisatie wijst een persoon aan die verantwoordelijk is voor de naleving van de geluidsvoorschriften. De naam en het mobiel telefoonnummer van deze persoon worden door de organisator doorgegeven aan team Handhaving van de gemeente. Deze persoon dient tijdens het evenement te allen tijde op dit telefoonnummer bereikbaar te zijn en er zorg voor te dragen dat de aanwijzingen van de hiertoe door de gemeente aangewezen toezichthouder ten aanzien van het geluid onmiddellijk worden opgevolgd.
Minimaal één uur voor aanvang van het evenement dient de geluidsinstallatie te worden ingeregeld in het bijzijn van de persoon die verantwoordelijk is voor de naleving van de geluidsvoorschriften. De coördinator van team Handhaving van de gemeente dient tijdig, tenminste één week van te voren, geïnformeerd te worden over het exacte tijdstip van de inregeling van de geluidsinstallatie, zodat zij daarbij aanwezig kan zijn.
De verantwoordelijke voor het naleven van de geluidsvoorschriften moet tijdens het evenement indicatieve of continue geluidmetingen (laten) uitvoeren en de geluidsinstallatie bijstellen als sprake is van een overschrijding van het toegestane geluidsniveau. Bij alle evenementen dient een logboek aanwezig te zijn, waarin is opgenomen: het tijdstip, de plaats en met welk instrument de geluidmeting is uitgevoerd, de meetwaarden en of het volume van de geluidsinstallatie is bijgesteld of niet.
6.2 geluidsnormen Diemer Festijn tot 23.30 uur
6.2 geluidsnormen Loswalfestival op vrijdag en zaterdag tot 0.30 uur en op anderedagen tot 23.30 uur
6.2 geluidsnormen muziekfestival Diemerbos tot 23.00 uur (twee weekenden)
7. Evenementen in het buitengebied
(DONKERRODE KLEUR>) De voorschriften 7.2 t/m 7.4 geven een basisbescherming voor de flora en fauna. Tussen haakjes staan de te beschermen plant- en diersoorten vermeld. (DONKERRODE KLEUR<)
7.3 nadere regels tijdens het broedseizoen: indicatief 15 maart tot 15 juli (vogels)
Ten minste drie weken voor het begin van het evenement dient een inventarisatie plaats te vinden van vogelnesten op het evenemententerrein en langs de te gebruiken toegangswegen/paden naar het evenemententerrein, zodat hiermee rekening kan worden gehouden bij de definitieve inrichting van het evenemententerrein.
8. Overige activiteiten (attracties, kramen, braderie, kermis, ballonnen, omroepen)
8.1 spelobjecten en attracties
Spelobjecten en attracties dienen te voldoen aan de vervaardigingvoorschriften genoemd in het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen. De exploitanten van de inrichtingen dienen certificaten van goedkeuring op eerste aanvraag ter inzage te verstrekken aan medewerkers van de politie, brandweer of gemeente.
Alle kermisinrichtingen met alle daarbij behorende materialen en woon-, vracht- en pakwagens moeten uiterlijk op de tweede werkdag na de laatste kermisdag worden weggevoerd, waarna het terrein in de toestand, waarin het is toegewezen, ter beschikking van de gemeente moet worden gesteld. Bij niet of niet-tijdige ontruiming of niet in de oorspronkelijke toestand opleveren van het terrein kan één en ander door de gemeente zonder enige verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid harerzijds en op kosten van de gebruikers van het terrein geschieden.
Deze muziek moet vanuit één punt worden geregeld. Van de situering van luidspeakers in de inrichtingen, het geluidsniveau en de in de inrichting aanwezige andere (mechanische) geluidsapparatuur, luidspeakers en microfoons voor gesproken woord, mogen omwonenden geen onaanvaardbare hinder kunnen ondervinden.
Het is verboden om, ongeacht de leeftijd van de klant, als prijzen uit te delen, het doen uitdelen en/of gelegenheid geven tot het winnen van messen, nepwapens, realistisch uitziende speelgoed- en luchtdrukwapens, stroomstootwapens, zelfverdedigingswapens en wapens behorende tot de categorieën I, II, III, en IV van de Wet wapens en munitie.
(DONKERRODE KLEUR>) De gemeente vindt het oplaten van luchtballonnen ongewenst. Ballonresten, linten en ventielen worden overal in de natuur teruggevonden. Ballonnen zijn schadelijk voor de natuur. Dieren raken verstrikt in de linten en zien de ballonnen voor voedsel aan, waardoor ze sterven. Het biologisch afbreekbare rubber van de ballon vergaat in principe wel, maar dat kan enkele jaren duren. Het oplaten van ballonnen is vergelijkbaar met dumpen van zwerfafval en draagt dus een verkeerde boodschap uit. (DONKERRODE KLEUR<)
8.5 rijdende omroepinstallatie voor promotie
9. Overige bepalingen (schade, aansprakelijkheid, informatieplicht)
9.1 gebruik maken van de vergunning/ontheffing
9.2 schade, aansprakelijkheid en verzekering
Indien het evenement reeds is begonnen en de staking daarvan naar het oordeel van de burgemeester om redenen van algemeen belang of wegens wettelijke bepalingen noodzakelijk is, zal de organisator een deel van het betaalde bedrag voor het in gebruik nemen van gemeentegrond (precario) renteloos terugontvangen in verhouding tot het aantal dagen dat van de gemeentegrond geen gebruik kan worden gemaakt.
De organisator moet uiterlijk een week voorafgaand aan het evenement de omwonenden (bewoners, bedrijven en instellingen, waaronder winkeliersvereniging) van het evenemententerrein door middel van een bewonersbrief informeren over het evenement, waaronder de te treffen verkeersmaatregelen en de wijze waarop klachten naar voren kunnen worden gebracht. Een kopie van de informatie dient te worden toegezonden aan de vergunningverlener en aan communicatie@diemen.nl.
10. aandachtspunten aanbieden bederfelijke eet- en drinkwaren
(DONKERRODE KLEUR>) Dit zijn de belangrijkste voorschriften uit de Warenwetregeling Hygiëne en Levensmiddelen.
Zie ook : https://www.nvwa.nl/onderwerpen/eten-drinken-roken/dossier/markten-en-evenementeneten-en-drinken (DONKERRODE KLEUR<)
Wanneer de aard van de werkzaamheden het noodzakelijk maakt om onverpakte eet- en drinkwaren met de handen aan te raken, moet er een voorziening aanwezig zijn om de handen goed te kunnen wassen (bijvoorbeeld door het 'installeren' van een jerrycan met een kraantje met regelmatig te vervangen schoon water, voorzien van zeep (pompje) en papieren handdoekjes).
BIJLAGE 3 FORMULIER ‘ORGANISEREN VAN EEN EVENEMENT (AANVRAAG/MELDING)’
De meest recente versie van dit formulier (zie de volgende bladzijden voor de versie van 19 april 2016) moet worden gebruikt voor het doen van een melding of het aanvragen van een vergunning voor een evenement en het aanvragen van ontheffing op grond van artikel 35 van de Drank- en horecawet.
Voorbeelden van bederfelijke eet- en drinkwaren zijn: vis en visproducten (vers en gerookt/gestoomd), snacks en kokswaren (zoals saucijzenbroodjes), vlees en vleeswaren, melk en melkproducten, zachte kaas (zoals Brie en Camembert), verse kaas (kwark), slagroom- en crèmegebak, puddingbroodjes, salades en slaatjes, voorgesneden groenten en rauwkost, vers vruchtensap, tahoe en tempeh, beslag voor poffertjes en pannenkoeken.
Er zijn normen om de veiligheid van tijdelijke constructies te garanderen. NEN-EN 13782 "Tijdelijke constructies - Tenten - Veiligheid" stelt eisen aan de constructie en beproeving van grotere tenten. Deze tenten worden onder meer gebruikt als circustent en voor muziekuitvoeringen, feesten, markten en manifestaties. Veiligheid met betrekking tot windbelasting en brandgevaar is dan van levensbelang. In de norm is vooral aandacht voor de stabiliteit onder invloed van windbelasting en zwaartekracht, de verankering aan de bodem en aan het toe te passen tentmateriaal. De norm geeft ook aan wanneer het bijhouden van een logboek is vereist en welke gegevens in dat logboek moeten worden bewaard. Daarnaast biedt NPR 8020-50 (en andere delen) richtlijnen voor verantwoordelijkheden rondom tijdelijke podiumconstructies. Iedere partij heeft zijn/haar eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot het ontwerpen, bouwen, gebruiken en afbouwen van een tijdelijke podiumconstructie. In deze praktijkrichtlijn worden de verantwoordelijkheden en de verdeling daarvan beschreven. Wie bepaalt bijvoorbeeld wanneer een evenement wordt gestaakt? Bron: http://www.nen.nl/web/Normshop/Norm/Veiligheid-tijdelijke-constructies-waarborgen-metnormen.htm
Bureau Waardenburg bv d.d. 13 juli 2012, Effecten van dance festival Amsterdam Open Air op broedvogels. Oranjewoud d.d. 10 januari 2013, Toetsing deelgebieden Het Twiske. Van der Goes en Groot d.d. 2 mei 2014, Festival Chasing the Hihat in het Diemerbos, toetsing in het kader van de Flora- en faunawet.
Let op de nadere voorwaarden van artikel 13 regeling verkeersregelaars ten aanzien van minderjarigen: zij worden slechts ingezet op wegen waar in het algemeen niet sneller wordt gereden dan 50 km per uur en indien ter plaatse bij duisternis of slecht zicht voldoende openbare straatverlichting aanwezig is.