Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Diemen

Draaiboek evenementen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDiemen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDraaiboek evenementen
CiteertitelDraaiboek evenementen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene Plaatselijke Verordening Diemen 2013

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-06-2016nieuwe regeling

07-06-2016

Website gemeente Diemen

2016-020484

Tekst van de regeling

Intitulé

Draaiboek evenementen

Beleid en voorschriften voor de organisatie van evenementen in Diemen

 

VOORWOORD

 

In Diemen worden jaarlijks vele activiteiten georganiseerd. Daarvan vallen zo’n dertig activiteiten onder het begrip ‘evenement’ zoals opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening Diemen 2013 (APV). Van een klein straatfeest (waarvoor alleen een meldingsplicht geldt) tot de grotere evenementen Diemer Festijn en Loswalfestival.

De gemeente staat positief tegenover het houden van evenementen. Daarbij wordt een divers aanbod nagestreefd. Evenementen dragen bij aan:

  • de levendigheid en sfeer;

  • een afwisselend cultureel aanbod;

  • het verhogen de participatie van de bevolking;

  • de lokale economie.

Het draaiboek evenementen heeft als belangrijkste doelstelling het waarborgen van veiligheid en gezondheid voor bezoekers en het voorkomen van ernstige overlast.

Dit draaiboek geeft de organisator van een evenement en de betrokkenen vanuit de overheid, waaronder de vergunningverlener en handhaver van de gemeente, voldoende informatie om een evenement op een goede en veilige wijze te organiseren en te laten plaatsvinden. In het draaiboek is daartoe een zo volledig mogelijk overzicht opgenomen van procedures en beleidsuitgangspunten en (in bijlage 2) van voorschriften die aan een vergunning kunnen worden verbonden. Uitgangspunt is dat vergunningen alleen worden voorzien van voorschriften waarvan gebleken is, dat ze voor het betreffende evenement noodzakelijk zijn. In bijzondere gevallen kunnen voorschriften worden toegevoegd die niet in dit draaiboek staan. Voorwaarden en voorschriften die wel in de paragrafen staan vermeld maar niet in bijlage 2, zijn in de paragrafen voorzien van een donkerrode kleur.

Door het draaiboek ontstaat er voor omwonenden, die in meer of mindere mate overlast van het evenement kunnen ervaren, ook meer duidelijkheid over wat in beginsel wel en niet is toegestaan.

 

Er is in Diemen in ieder geval ruimte voor toename van het aantal kleine en middelgrote evenementen bestemd voor de inwoners van Diemen.

Om het gebruik van het Diemerbos te stimuleren kunnen daar middelgrote en grote evenementen worden georganiseerd waarbij de doelgroep ook bestaat uit inwoners van omliggende gemeenten. Evenementen in het Diemerbos zijn ook van belang om inkomsten te genereren voor het in stand houden van het Diemerbos. Inkomsten komen vooral ten goede aan het beheer.

Ik hoop dat van deze ruimte voor een extra en divers aanbod van evenementen gebruik zal worden gemaakt.

 

De burgemeester van Diemen,

E. Boog.

 

Verantwoording

Dit draaiboek is op 7 juni 2016 vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Diemen.De inhoud van het draaiboek is afgestemd met de politie, brandweer, GHOR, Groengebied Amstelland enStaatsbosbeheer. Bij het opstellen van het draaiboek is gebruik gemaakt van:

  • a.

    het analysekader risico-inschatting voor gemeenten van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de InspectieOpenbare Orde en Veiligheid;

  • b.

    in verordening, beleidsnota of draaiboek opgenomen evenementenbeleid van diverse (regio)gemeenten;

  • c.

    Geneeskundige advisering bij Publieksevenementen van de GHOR, november 2014;

  • d.

    de eisen van de brandweer Amsterdam Amstelland ‘brandveiligheidsvoorschriften evenementen april 2005’.

De inhoud van het draaiboek wordt tweejaarlijks door de

 

VERKLARING VAN AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN

 

ABRS: Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

AED: Automatische Externe Defibrillator (apparaat dat helpt bij het reanimeren van iemand met een hartstilstand).

 

APV: Algemene Plaatselijke Verordening Diemen 2013.

 

Awb: Algemene wet bestuursrecht.

 

B&W: het college van Burgemeester en Wethouders van Diemen.

 

BABW: Besluit Algemene Bepalingen Wegverkeer.

 

Besloten feest: feest voor een specifieke doelgroep op basis van een persoonlijke uitnodiging (zoals: familiefeest; bruiloft; bedrijfsfeest; vrijwilligersfeest). Heeft een feest een ‘besloten karakter’ en worden er publiekelijk kaarten verkocht en/of wordt er reclame gemaakt, dan is er sprake van een vergunningsplichtig evenement.

 

Betoging: een aantal personen die openlijk en in groepsverband optreden, al dan niet in beweging, en erop uit zijn een mening uit te dragen.

 

Bewonersbrief: informatie aan omwonenden over de aard en duur van het evenement; de te treffen (verkeers)maatregelen (zoals: het afzetten van wegen; het instellen van een parkeerverbod; het veranderen van de toegestane rijrichting); de manier waarop de organisator probeert de overlast te beperken; de contactgegevens van de ter plaatse verantwoordelijken voor de handhaving van de vergunningvoorschriften.

 

Big Wheels: voertuigen met zeer grote wielen.

 

Bob: de persoon die geen alcohol drink als deze nog moet rijden.

 

Braderie: feestelijke activiteit in de open lucht waarbij ‘vermaak’ centraal staat (er moet een duidelijk onderscheid zijn ten opzichte van een gewone warenmarkt).

 

dB(A): het gewogen aantal decibels (eenheid voor het weergeven van een geluidsniveau).

 

dB(C): eenheid voor het weergeven van muziekgeluid bij evenementen, waarbij extra aandacht wordt besteed aan lagere frequenties (bastonen).

 

Drugs: middelen die staan vermeld op de lijsten I (harddrugs) en II (softdrugs) behorende bij de Opiumwet.

 

EHBO: eerste hulp bij ongelukken.

 

Evenement: elke publiek toegankelijke verrichting van vermaak (zie voor een verdere afbakening in paragraaf 1.1).

 

Gebouw: gebouw als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van de Woningwet.

 

GGD: Gemeentelijke Geneeskundige Dienst.

 

GHOR: Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio.

 

GVB: Gemeentelijk vervoerbedrijf.

 

Hulpdiensten: politie; brandweer; GHOR; andere diensten die betrokken zijn bij de hulpverlening.

 

KEMA: NV tot Keuring van elektrotechnische materialen.

 

KNMI: Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut.

 

LCHV: Landelijk Centrum voor Hygiëne en Veiligheid.

 

LVNL: Luchtverkeersleiding Nederland.

 

NEN: Nederlandse norm.

 

NEN-EN: Europese norm.

 

Van toepassing is de norm zoals die geldt op de datum van verlening van de vergunning.

 

NOC*NSF: Nederlands Olympisch Comité en Nederlandse Sport Federatie.

 

NPR: Nederlandse praktijkrichtlijn.

 

NVWA: Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

 

Openbaar water: wateren die voor het publiek bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk zijn.

 

Openbare plaats: een voor het publiek (al dan niet met enige beperking) toegankelijke plaats, zoals: wegen; stoepen; parkeerterreinen; pleinen; parken; plantsoenen; speelweiden; bossen en andere natuurterreinen; ijsvlakten; aanlegplaatsen voor vaartuigen.

 

Organisator: degene die een evenement organiseert en daartoe een melding heeft gedaan die is geaccepteerd of een vergunning en/of ontheffing heeft aangevraagd en verkregen.

 

RIEC AA: Regionaal Informatie en Expertise Centrum Amsterdam Amstelland.

 

Vergunningverlener: degene die namens de burgemeester bevoegd is om meldingen te accepteren en vergunningen en ontheffingen te verlenen voor evenementen.

 

VNCO: Vereniging van Nederlandse circusondernemingen.

 

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

Wedstrijd: ontmoeting van partijen om elkaars krachten te meten; onder een wedstrijd met of zonder (motor)voertuigen wordt mede verstaan: prestatie; vermaak; show; en dergelijke.

 

Wet bibob: Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

 

Zedelijkheid: wat iedereen fatsoenlijk en goed gedrag vindt, gericht op bijvoorbeeld menselijke waardigheid en dierenwelzijn.

 

SAMENVATTING

 

Het draaiboek evenementen heeft als belangrijkste doelstelling het waarborgen van veiligheid en gezondheid voor bezoekers en het voorkomen van ernstige overlast.

 

hoofdstuk 1: afbakening begrip evenement

Onder een evenement wordt verstaan ‘elke publiek toegankelijke verrichting van vermaak’. Hiermee worden activiteiten bedoeld die plaatsvinden in de open lucht en/of openbaar gebied of op plaatsen met een openbaar karakter.

Voor een groot aantal activiteiten is de meldings- of vergunningsplicht voor evenementen niet van toepassing (zie paragraaf 1.2).

 

De evenementen zijn in Diemen ingedeeld in drie categorieën, op basis van het aantal te verwachten tegelijkertijd aanwezige bezoekers (waaronder deelnemers):

  • klein: maximaal 50 bezoekers (straat- en buurtniveau);

  • middelgroot: 51 tot en met 499 bezoekers (met name gericht op bezoekers uit Diemen);

  • groot: vanaf 500 bezoekers (trekt ook veel bezoekers van elders aan).

Voor het doen van een melding of het aanvragen van een vergunning moet het formulier ‘Organiseren van een evenement (aanvraag/melding)’ ingevuld worden toegezonden aan de gemeente (zie bijlage 3). Via dit formulier wordt ook een ontheffing Drank- en horecawet aangevraagd.

Voor kleine evenementen in de open lucht geldt, indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan, een meldingsplicht. Voor middelgrote en grote evenementen geldt een vergunningsplicht.

 

hoofdstuk 2: meldingsplicht kleine evenementen

Voor kleine evenementen geldt een meldingsplicht indien aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

  • 1.

    het is een eendaags evenement;

  • 2.

    het aantal bezoekers bedraagt niet meer dan 50 personen;

  • 3.

    het evenement vindt plaats tussen 9.00 en 23.30 uur in de bebouwde kom en tussen 9.00 uur en zonsondergang in het buitengebied;

  • 4.

    het evenement vindt plaats in de open lucht;

  • 5.

    indien gebruik wordt gemaakt van een weg dan is de weg van ondergeschikt belang

    (alleen bestemmingsverkeer) en geen route voor het openbaar vervoer;

  • 6.

    tijdens het evenement blijft tenminste 3,5 meter van de breedte van de rijbaan (waaronder verharding op een woonerf) beschikbaar voor hulpdiensten en er wordt te allen tijde doorgang voor de hulpdiensten verleend;

  • 7.

    er worden slechts kleine objecten geplaatst met een oppervlakte van minder dan 10 m² per object (zoals: partytent; barbecuetoestel; springkussen);

  • 8.

    de wegafzetting, indien van toepassing, is te allen tijde duidelijk zichtbaar.

De organisator moet het evenement tenminste zeven werkdagen voorafgaand aan het evenement melden bij de burgemeester.

De burgemeester kan een klein evenement verbieden in het belang van: de openbare orde; de openbare veiligheid; de volksgezondheid; de bescherming van het milieu.

Aan het melden van een klein evenement en het in gebruik nemen van gemeentegrond voor een klein evenement zijn geen kosten verbonden.

 

hoofdstuk 3: beleidsuitgangspunten vergunningsplicht

Een vergunning voor een evenement kan worden geweigerd in het belang van: de openbare orde; de openbare veiligheid; de volksgezondheid; de bescherming van het milieu; en indien: de inhoud of uitstraling van het evenement niet past binnen de kwaliteit van de (woon)omgeving; tegen de organisator in de afgelopen drie jaar een bestuurlijke sanctie is genomen.

Uiteraard wordt, voordat een vergunning wordt geweigerd, eerst geprobeerd om aan de vergunning zodanige voorschriften te verbinden dat de zes belangen in voldoende mate worden beschermd.

Het aantal kleine, meldingsplichtige evenementen in de bebouwde kom wordt op voorhand niet beperkt. Voor andere evenementen geldt een maximum per locatie.

 

In Diemen zijn onderstaande evenementen in beginsel verboden:

  • a.

    kooigevecht (altijd verboden vanwege strijd met de goede zeden);

  • b.

    vechtsportgala (vanwege gerede kans op verstoring van de openbare orde);

  • c.

    al dan niet besloten bijeenkomsten van 1% motorclubs (vanwege gerede kans op verstoring van de openbare orde);

  • d.

    evenementen waarbij dieren ter vermaak worden gebruikt en waarbij tevens de gezondheid van het dier gevaar kan lopen (wegens strijd met de zedelijkheid of gezondheid);

  • e.

    wedstrijd met (motor)voertuigen op terreinen, zoals: auto- en motorcross (vanwege aantasting van natuurwaarden en/of verstoring door geluidsoverlast in het buitengebied);

  • f.

    activiteiten met Big Wheels en dergelijke (gevaar voor omstanders);

  • g.

    open vuur, zoals: oud/nieuwjaar- en paasvuur en kerstboomverbranding (vanwege luchtverontreiniging en het niet duurzaam zijn van deze wijze van verbranding).

Op grond van de Legesverordening zijn aan het afgeven van een evenementenvergunning legeskosten verbonden.

Op grond van de Verordening Precariobelasting kan precariobelasting worden geheven gedurende evenementen indien gebruik wordt gemaakt van voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond zoals de openbare weg. Op koningsdag wordt geen precario geheven.

 

hoofdstuk 4: procedure voor vergunningverlening

Wordt voor de eerste keer een vergunning aangevraagd of gaat het om een evenement met een grote impact (op de omgeving), dan wordt de organisator aangeraden om contact op te nemen met de vergunningverlener voor een (telefonisch) vooroverleg.

 

Er gelden termijnen van orde voor het tijdig indienen van een aanvraag:

  • 1.

    alle evenementen: tenminste acht weken voorafgaand aan het evenement;

  • 2.

    grote evenementen met een verhoogd risico: tenminste twaalf weken voorafgaand aan het evenement;

  • 3.

    grote evenementen waar tegelijk meer dan 2.000 bezoekers komen: vóór 1 december van het jaar voorafgaande aan het jaar van het evenement (en tenminste twaalf weken voorafgaand aan het evenement); deze evenementen worden op de regionale evenementenkalender geplaatst.

Uitgangspunt is dat de gemeente binnen acht weken op een aanvraag beslist. Mocht de gemeente niet tijdig beslissen, dan is er geen sprake van een positieve fictieve beslissing. Het is voor een goede en snelle beoordeling van de aanvraag van groot belang om het aanvraagformulier zo volledig mogelijk in te vullen en de bijlagen conform de gevraagde specificatie aan te leveren.

Na een eerste beoordeling kan aan de organisator worden verzocht om voor onderdelen van het evenement aanvullende informatie aan te leveren, bijvoorbeeld een veiligheidsplan, natuuronderzoek of een ingevulde vragenlijst Bibob.

 

Gedurende de behandeltermijn van acht weken wordt advies ingewonnen bij in ieder geval de politie en brandweer. De gegeven adviezen worden in beginsel door de gemeente opgevolgd.

 

Derde belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld hun zienswijzen naar voren te brengen, als wordt verwacht dat zij tegen de vergunningverlening bedenkingen zullen hebben. Bij grote evenementen zal altijd sprake zijn van zo’n inspraakprocedure.

 

hoofdstuk 5: aan vergunningen te verbinden voorschriften

De burgemeester is bevoegd om voorschriften en beperkingen te stellen aan de vergunning. Deze worden afgestemd op de uitstralingseffecten. Soms zijn er standaard richtlijnen op basis van bijvoorbeeld het aantal te verwachten bezoekers. In andere gevallen zal sprake zijn van maatwerk.

 

Tijdens het evenement moet de organisator of een door hem aangewezen leidinggevende altijd op het evenemententerrein aanwezig, bereikbaar en aanspreekbaar zijn. Hij is het aanspreekpunt voor aanwijzingen van de hulpdiensten. De organisator moet te allen tijde aanwijzingen van politie, brandweer,GHOR en gemeente opvolgen.

De organisator van het evenement is in eerste instantie verantwoordelijk voor de orde en de veiligheid van de bezoekers op het evenemententerrein. Hij moet daarom zorgen voor voldoende toezicht. De norm is dat er één beveiliger en/of toezichthouder op 250 gelijktijdig aanwezige bezoekers moet zijn. Handel in drugs en het gebruik van harddrugs zijn verboden. Het gebruik van alcohol en softdrugs mag niet leiden tot overlast.

 

De gemeente maakt gebruik van adviezen van de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR). Voor evenementen tot 5.000 gelijktijdig aanwezige bezoekers zonder verzwarende omstandigheden wordt gebruik gemaakt van het standaard advies van de GHOR. Zijn er wel verzwarende omstandigheden dan zal de gemeente een maatwerkadvies vragen aan de GHOR.

Op het evenemententerrein moeten voldoende EHBO’ers, toiletten en afvalbakken aanwezig zijn.

 

De organisator dient de dag voorafgaand aan het evenement en op de dag zelf te zorgen voor een oordeel over de vraag of het, gezien de (weers)omstandigheden, verantwoord is om het evenement te laten starten. Voor een meerdaags evenement geldt dit voor elke dag.

 

De organisator van het evenement dient het publiek te informeren over bereikbaarheid met het openbaar vervoer. Ook moet het publiek gestimuleerd worden om lopend of met de fiets te komen.

Bij activiteiten op de openbare weg waarbij het verkeer voor de veiligheid van de deelnemers en de weggebruikers geregeld moet worden, zijn verkeersregelaars vereist.

 

Milieuzorg is belangrijk bij het organiseren van een evenement. Eventuele (geluids)overlast voor omwonenden en bedrijven moet zoveel mogelijk worden beperkt. Daarnaast is het beperken van afval en het gescheiden inzamelen van afval van belang.

Het voldoen aan de geluidsvoorschriften in de evenementenvergunning (zoals het geluidsniveau en de eindtijden) is een taak van de organisator.

De organisator van het evenement is verantwoordelijk voor het schoon opleveren van het evenemententerrein.

 

De organisator moet het evenement bekendmaken aan bewoners, bedrijven en instellingen die mogelijk hinder ondervinden van het evenement. De direct omwonenden krijgen tenminste een week van te voren een bewonersbrief. Een kopie daarvan moet aan de gemeente worden verstrekt.

 

Na afloop van in ieder geval grote evenementen evalueert de gemeente met de organisator en andere betrokkenen de voorbereiding en uitvoering van het evenement en de effectiviteit van de genomen maatregelen. De conclusies uit de evaluatie kunnen worden gebruikt bij de voorbereiding en vergunningverlening van toekomstige evenementen.

HOOFDSTUK 1 AFBAKENING BEGRIP EVENEMENT

 

In de Algemene Plaatselijke Verordening Diemen 2013 (APV) staan regels voor het houden van evenementen in Diemen (artikelen 2:24 en 2:25 APV). De burgemeester is binnen de kaders van de weigeringgronden bevoegd om nadere regels te stellen.

Onder een evenement wordt verstaan ‘elke publiek toegankelijke verrichting van vermaak’. Hiermee worden activiteiten bedoeld die plaatsvinden in de open lucht en/of openbaar gebied of op plaatsen met een openbaar karakter.

 

In paragraaf 1.1 staan evenementen vermeld, dit is geen volledige opsomming, waarvoor het draaiboek geldt.

Op de definitie van evenement bestaan uitzonderingen die in paragraaf 1.2 staan vermeld.

 

Staat een te organiseren evenement niet vermeld in deze paragrafen, neem dan voor uitsluitsel over de van toepassing zijnde regelgeving contact op met de vergunningverlener.

1.1 Evenementen waarvoor dit draaiboek geldt

De evenementen zijn in Diemen ingedeeld in drie categorieën, op basis van het aantal te verwachten tegelijkertijd aanwezige bezoekers (waaronder deelnemers):

  • klein: maximaal 50 bezoekers (straat- en buurtniveau);

  • middelgroot: 51 tot en met 499 bezoekers (met name gericht op bezoekers uit Diemen);

  • groot: vanaf 500 bezoekers (trekt ook veel bezoekers van elders aan).

In onderstaand schema zijn voorbeelden (dit is geen volledige opsomming) opgenomen van evenementen waarvoor het draaiboek geldt. Daarbij zijn de evenementen alvast ingedeeld naar te verwachten grootte (klein, middelgroot en groot) en ingedeeld naar binnen (in een gebouw of tent) of buiten (op eigen terrein of op een openbare plaats).

Tevens staan evenementen vermeld die in beginsel niet worden toegestaan (dit wordt toegelicht in paragraaf 3.4).

 

Onder een wedstrijd met of zonder (motor)voertuigen wordt tevens verstaan: prestatie; vermaak; show; en dergelijke.

 

Let op: voor het tegen betaling verstrekken van (zwak)alcoholische drank tijdens een activiteit is altijd een ontheffing of vergunning op grond van de Drank- en horecawet vereist.

 

Evenementen naar grootte in een niet daartoe bestemd gebouw of in een tent.

Evenementen naar grootte op eigen terrein of een openbare plaats.

▼ Kleine evenementen (maximaal 50 bezoekers/deelnemers).

 

Straat- en buurtfeest (zoals: buurtbarbecue). Andere feesten (al dan niet besloten) op een openbare plaats. Zie voor barbecue op grasvelden in het Groengebied Amstelland in paragraaf 1.2.

 

Bedrijfs- of werkgebonden feest (zoals: slaan eerste paal; officiële opening).

▼ Middelgrote evenementen (51 tot en met 499 bezoekers).

Circus.

Wijkkermis Diemen Noord en Diemen Zuid.

Gemeentedag in het gemeentehuis.

Gemeentedag buiten het gemeentehuis.

 

Popconcert.

Braderie.

Feest (al dan niet besloten) of muziekvoorstelling.

Feest (al dan niet besloten) of muziekvoorstelling.

Voorstelling EDOG (operette) in sporthal.

Avondvierdaagse.

 

Wedstrijd met (motor)voertuigen op of aan de weg. Er is ook een ontheffing nodig op grond van artikel 148 Wegenverkeerswet 1994.

 

Wedstrijd zonder (motor)voertuigen op/aan de weg (zoals: hardlopen; fietsen; beddenrace; vossenjacht; dropping).

 

Wedstrijd zonder (motor)voertuigen op terreinen of water (zoals: Diemer cross; veldlopen; veldrijden; harddraverij; hippisch concours; zwemmen; polsstokhoogspringen; boegsprietlopen over water; roeien). Bij het plaatsen van voorwerpen op, in of boven openbaar water is ook een vergunning van B&W nodig op grond van artikel 5:24 APV. Bij een evenement op of over water is ook een vergunning van de waterbeheerder vereist.

Herdenkingsplechtigheid (zoals: nationale dodenherdenking). Zie ook hierna.

Optocht (zoals: intocht Sint Nicolaas; stille tocht; lampionoptocht; carnavalsoptocht; optocht met oude (leger)voertuigen).

▼ Grote evenementen (vanaf 500 bezoekers).

Diemer Festijn.

Diemer Festijn met kermis Diemen Centrum en eventueel een vrijmarkt.

Loswalfestival.

Loswalfestival.

Muziek/dance festival.

Muziek/dance festival (in het Diemerbos).

▼ Middelgrote en grote evenementen die in beginsel niet worden toegestaan.

Kooigevecht en vechtsportgala.

Wedstrijd met (motor)voertuigen op terreinen (zoals: auto- en motorcross).

Al dan niet besloten bijeenkomsten van de 1% motorclubs (clubs die zichzelf buiten de wet plaatsen).

Activiteiten met Big Wheels en dergelijke.

Evenementen waarbij dieren ter vermaak worden gebruikt en de gezondheid van het dier gevaar kan lopen.

Open vuur (zoals: oud/nieuwjaar- en paasvuur; kerstboomverbranding).

 

Herdenkingsplechtigheid

Een herdenkingsplechtigheid is specifiek benoemd in de APV, juist omdat dit niet als vermaak kan worden aangemerkt maar wel voor publiek toegankelijk is. Voor meer informatie over het organiseren van een herdenkingsbijeenkomst, wordt verwezen naar de Handreiking Herdenken: http://www.burgemeesters.nl/node/3344.

1.2 Geen evenementen in de zin van dit draaiboek

In onderstaand schema is aangegeven voor welke ‘verrichtingen van vermaak’ de meldings- of vergunningsplicht voor evenementen niet van toepassing is. In het schema is aangegeven of er op grond van andere regelgeving een meldings- of vergunningsplicht geldt.

Let op: voor het tegen betaling verstrekken van (zwak)alcoholische drank tijdens een activiteit is altijd een ontheffing of vergunning op grond van de Drank- en horecawet vereist.

 

Geen meldings- of vergunningsplicht voor evenementen van toepassing.

Er geldt een meldings- of vergunningsplicht op grond van andere regelgeving.

Barbecue met maximaal 50 deelnemers op grasvelden in het Groengebied Amstelland (Diemerpolder, Overdiemerpolder, PEN-bos en Diemerbos).

Alleen indien auto’s in het groen komen en/of geluidshinder wordt veroorzaakt is een ontheffing nodig van Groengebied Amstelland.

Bioscoop-, theater- en muziekvoorstellingen en sociaal-culturele activiteiten in daartoe bestemde gebouwen.

Nee, toestemming maakt al onderdeel uit van eerder voor het gebouw door de gemeente verleende vergunning(en).

Sportwedstrijden op of in daartoe bestemde terreinen of gebouwen, met uitzondering van vechtsportgala’s en kooigevechten.

Nee, toestemming maakt al onderdeel uit van eerder voor het gebouw of terrein door de gemeente verleende vergunning(en).

Sportdagen van scholen en dergelijke in het Groengebied Amstelland (Diemerpolder,

Overdiemerpolder, PEN-bos en Diemerbos).

Alleen indien auto’s in het groen komen en/of geluidshinder wordt veroorzaakt is een ontheffing nodig van Groengebied Amstelland.

Feesten en recepties voor personeel en relaties in kantoor- en bedrijfsgebouwen en andere besloten feesten in gebouwen voor een specifieke doelgroep op basis van een persoonlijke uitnodiging (bijvoorbeeld: familie; lid of donateur van een organisatie). De 1% motorclubs (clubs die zichzelf buiten de wet plaatsen) zijn hiervan uitgezonderd.

Er is geen ontheffing of vergunning van de drank- en horecawet nodig indien: a. sprake is van een besloten feest; en b. geen entree wordt gevraagd; en c. gratis alcohol wordt geschonken. Aan alle drie de voorwaarden moet worden voldaan.

Bijeenkomsten (van persoonlijke aard voor de leden) in para commerciële inrichtingen Wet milieubeheer.

Ja, melding aan de burgemeester op grond van artikel 3.2 Drank- en horecaverordening Diemen 2014.

Festiviteiten in inrichtingen Wet milieubeheer.

Ja, kennisgeving (melding) aan B&W op grond van artikel 4:3 APV voor ontheffing van de geluidsnorm en/of de verlichtingsnorm voor sportactiviteiten in de open lucht.

Warenmarkten (weekmarkt, jaarmarkt).

Ja, standplaatsvergunning van B&W op grond van artikel 5 Marktverordening Diemen 2012.

Snuffelmarkt (verkoop van tweedehands en incourante goederen) in een gebouw, niet zijnde een winkelruimte.

Ja, vergunning van de burgemeester op grond van artikel 5:23 APV.

Snuffelmarkt (als boven) in een winkelruimte.

Nee.

Kansspel bij winkelweekactie.

Ja, vergunning van de Kamer van

Koophandel op grond van artikel 7b Wet op de kansspelen.

Kansspelen (zoals: bingo; loterij).

Ja, mededeling aan B&W op grond van artikel 7c Wet op de kansspelen.

Kansspelautomaat.

Ja, vergunning van de burgemeester op grond van artikel 30b Wet op de kansspelen.

Speelgelegenheid bieden waarbij geld kan worden gewonnen of verloren.

Ja, vergunning van de burgemeester op grond van artikel 2:39 APV.

Betogingen, samenkomsten (tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging, waaronder ook Kerstommegang en viering Allerzielen) en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties.

Ja, kennisgeving (melding) aan de burgemeester op grond van artikel 2:3 APV.

Open huizenroutes (zoals: kunstroute; open

Nee.

monumentendag; voor verkoop woningen).

Optreden als straatartiest, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur of gids voor publiek.

Ja, soms (op aangewezen dagen en locaties) ontheffing van de burgemeester op grond van artikel 2:9 APV.

Vuurwerkshow (het bedrijf dat vuurwerk afsteekt moet beschikken over een bedrijfsvergunning).

Ja, afhankelijk van de hoeveelheid twee weken van te voren melden of veertien weken van te voren vergunning aanvragen bij de provincie Noord-Holland.

Tevens dient vijf dagen van te voren toestemming te worden gevraagd aan de Luchtverkeersleiding Nederland.

Vrijmarkt koningsdag. Voor particulieren (niet bedrijfsmatig) is het toegestaan zonder vergunning een verkoopplaats in te nemen op bepaalde plaatsen en gedurende een bepaalde periode.

Ja voor bedrijfsmatige verkoop, standplaatsvergunning van B&W op grond van artikel 5:18 APV.

 

Wensballonnen

In Diemen is het verboden (artikel 2:18A APV) om (al dan niet bij een evenement) zogenaamde wens- of ufoballonnen, door middel van hete lucht afkomstig van vuur op te laten stijgen. Onder een wens- of ufoballon wordt mede verstaan: herdenkingsballon, vuurballon, gelukslampion, Thaise wensballon, papierballon, geluksballon, enzovoort.

 

Luchtballonnen

De gemeente vindt het oplaten van luchtballonnen ongewenst. Ballonresten, linten en ventielen worden overal in de natuur teruggevonden. Ballonnen zijn schadelijk voor de natuur. Dieren raken verstrikt in de linten en zien de ballonnen voor voedsel aan, waardoor ze sterven. Het biologisch afbreekbare rubber van de ballon vergaat in principe wel, maar dat kan enkele jaren duren. Het oplaten van ballonnen is vergelijkbaar met dumpen van zwerfafval en draagt dus een verkeerde boodschap uit.

1.3 Meldings- of vergunningsplicht

Voor het doen van een melding of het aanvragen van een vergunning moet het formulier ‘Organiseren van een evenement (aanvraag/melding)’ ingevuld worden toegezonden aan de gemeente (zie bijlage 3).

Indien op het formulier bij ‘1. Checklist’ alle vragen met ‘ja’ of ‘n.v.t.’ zijn beantwoord, is sprake van een meldingsplicht.

Als het niet zeker is of het evenement valt onder de meldingsplicht, wordt aangeraden contact op te nemen met de vergunningverlener voor een (telefonisch) vooroverleg.

 

Voor kleine evenementen in de open lucht geldt, indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan, een meldingsplicht. Zie verder hoofdstuk 2.

 

Voor middelgrote en grote evenementen in de open lucht (op eigen terrein of op een openbare plaats) moet altijd een evenementenvergunning worden aangevraagd. Zie verder de hoofdstukken 3, 4 en 5.

 

Of in een gebouw een evenement is toegestaan, is afhankelijk van het bestemmingsplan en de gebruiks-, exploitatie-, drank- en horecavergunning die voor dat gebouw is afgegeven. Als het evenement niet past binnen het bestemmingsplan en/of de verleende vergunningen, moet een evenementenvergunning worden aangevraagd.

Zie verder de hoofdstukken 3, 4 en 5.

HOOFDSTUK 2 MELDINGSPLICHT KLEINE EVENEMENTEN

 

Voor kleine evenementen geldt een meldingsplicht indien aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

  • 1.

    het is een eendaags evenement;

  • 2.

    het aantal bezoekers bedraagt niet meer dan 50 personen;

  • 3.

    het evenement vindt plaats tussen 9.00 en 23.30 uur in de bebouwde kom en tussen 9.00 uur en zonsondergang in het buitengebied;

  • 4.

    het evenement vindt plaats in de open lucht;

  • 5.

    indien gebruik wordt gemaakt van een weg dan is de weg van ondergeschikt belang (alleen bestemmingsverkeer) en geen route voor het openbaar vervoer; het evenement vindt niet plaats op de wegen, straten en pleinen die door B&W zijn aangewezen en hieronder in het kader staan vermeld;

  • 6.

    tijdens het evenement blijft tenminste 3,5 meter van de breedte van de rijbaan (waaronder verharding op een woonerf) beschikbaar voor hulpdiensten en er wordt te allen tijde doorgang voor de hulpdiensten verleend;

  • 7.

    er worden slechts kleine objecten geplaatst met een oppervlakte van minder dan 10 m² per object (zoals: partytent, barbecuetoestel en springkussen);

  • 8.

    de wegafzetting, indien van toepassing, is te allen tijde duidelijk zichtbaar.

Aangewezen wegen die bij de meldingsplicht niet mogen worden gebruikt

De onder punt 5 genoemde op 23 december 2014 door B&W aangewezen wegen, straten en pleinen die niet bij een meldingsplicht mogen worden gebruikt zijn:

Diemen Noord: Diemerpolderweg, Buytenweg, Hofstedenweg, Zeezigt, Oude Waelweg, Vogelweg, Rietzangerweg, Meerkoet, Tureluurweg, Schepenweg, Botterweg, Fregat, Klipperweg, Vlinderweg, Distelvlinderweg, Hermelijnvlinder, Heivlinderweg, Landlust, Ouddiemerlaan;

Diemen Centrum: Ouddiemerlaan, Rode Kruislaan, Willem de Zwijgerlaan, Prinses Beatrixlaan, Prins Bernhardlaan, Muiderstraatweg, Hartveldseweg, Burgemeester Bickerstraat, Arent Krijtsstraat, Wilhelminaplantsoen, Tobias Asserlaan, Martin Luther Kinglaan, Julianaplantsoen, Prins Mauritslaan, D.J. den Hartoglaan;

Diemen Zuid: Beukenhorst, Boven Rijkersloot, P.J. ter Beekstraat, Weesperstraat, Bomenrijk, busbaan, Akkerland, Laagland, Diemerdreef, Gooiseweg, Biesbosch, Boschplaat;

Bergwijkpark: Dalsteindreef, Diemerhof, Bergwijkdreef, Eekholt;

Bedrijventerreinen en buitengebied: Muiderstraatweg, Weteringweg, Overdiemerweg, Kanaaldijk, Stammerdijk, Provincialeweg, Weesperstraat, Treubweg, Verrijn Stuartweg, Venserweg.

 

Vrijgesteld van de meldingsplicht zijn barbecues met maximaal 50 deelnemers op grasvelden in het Groengebied Amstelland (Diemerpolder, Overdiemerpolder, PEN-bos en Diemerbos). Indien auto’s in het groen komen en/of geluidshinder wordt veroorzaakt is een ontheffing nodig van Groengebied Amstelland.

 

De organisator moet het evenement tenminste zeven werkdagen voorafgaand aan het evenement melden bij de burgemeester. Dit vindt plaats door het invullen en aan de gemeente toezenden van het aanvraagformulier ‘Organiseren van een evenement (aanvraag/melding)’ met de daarbij behorende bijlage (zie bijlage 3).

Op dit formulier moet naast deel ‘1. Checklist’ ook deel ‘2. Meldingsformulier klein evenement’ worden ingevuld.

De op het formulier en in de bijlage te verstrekken informatie heeft betrekking op:

  • a.

    gegevens van de organisator, waaronder mobiel telefoonnummer tijdens het evenement;

  • b.

    gegevens van het evenement (reden, activiteiten, locatie, datum en tijdstippen, waaronder opbouwen en afbreken);

  • c.

    het al dan niet afsluiten van straten en/of parkeerplaatsen;

  • d.

    situatieschets, waarop is aangegeven waar het evenement exact plaatsvindt en welke objecten op welke locatie worden geplaatst.

De burgemeester kan een klein evenement verbieden in het belang van: de openbare orde; de openbare veiligheid; de volksgezondheid; de bescherming van het milieu.

 

Een verbod wordt door de vergunningverlener schriftelijk en gemotiveerd aan de organisator meegedeeld, onder vermelding van de mogelijkheid om een bezwaarschrift in te dienen. De vergunningverlener zal de organisator schriftelijk meedelen of de melding wordt geaccepteerd: het evenement wordt toegestaan.

 

De toestemming houdt, indien van toepassing, ook onderstaande drie ontheffingen in:

  • 1.

    voor het tegen betaling verstrekken van (zwak)alcoholische drank tijdens een klein evenement is altijd een ontheffing van de burgemeester vereist (artikel 35 van de Drank- en horecawet); onder het ‘tegen betaling verstrekken’ valt ook het vragen en betalen van een vaste of vrijwillige bijdrage voor deelname aan het evenement;

  • 2.

    het is verboden om zonder ontheffing van B&W zich te bevinden in of op bij de gemeente in onderhoud zijnde parken, wandelplaatsen, plantsoenen, groenstroken of grasperken buiten de daarin gelegen wegen of paden (artikel 2:45 APV);

  • 3.

    voor het op zondag vanaf 13.00 uur produceren van geluid dat op een afstand van meer dan 200 meter van de geluidsbron hoorbaar is (artikel 3, lid 3 Zondagswet).

Bij het organiseren van een klein evenement gelden de volgende regels. (DONKERRODE KLEUR>)

  • 1.

    Het gebruikte terrein dient direct na afloop van het evenement schoon te worden opgeleverd. Wordt dit nagelaten, dan maakt de gemeente het terrein schoon op kosten van de organisator.

  • 2.

    Alle nabij gelegen panden moeten altijd bereikbaar blijven voor de hulpdiensten.

  • 3.

    Alle redelijkerwijs te nemen maatregelen moeten worden getroffen om te voorkomen dat de gemeente of derden schade leiden als gevolg van het evenement.

  • 4.

    De organisator dient eventuele schade te vergoeden die op het gebruikte terrein aan gemeentelijke eigendommen is aangebracht.

  • 5.

    De omwonenden worden door de organisator tenminste twee dagen voorafgaand aan het evenement geïnformeerd over mogelijke overlast.

  • 6.

    Bij verstoring van de openbare orde en/of bovenmatige overlast voor de omwonenden of directe woonomgeving zijn de politie en de gemeentelijke handhavers bevoegd het evenement direct te beëindigen. De deelnemers zijn verplicht aanwijzingen en/of bevelen van politie en gemeentelijke handhavers direct op te volgen.

  • 7.

    Er moet worden voldaan aan relevante voorschriften die zijn opgenomen in bijlage 2, bijvoorbeeld de voorschriften die gelden voor: het produceren van (muziek)geluid, het gebruiken van een barbecue; het verstrekken van zwakalcoholhoudende dranken. (DONKERRODE KLEUR<)

Indien voor het houden van het evenement hekwerk noodzakelijk is, kan dit tegen betaling van een borgsom worden geleend bij team Wijkbeheer van de gemeente. Bij schade of vermissing van geleende materialen worden de kosten daarvan in rekening gebracht bij de organisator.

 

Wensballonnen

In Diemen is het verboden (artikel 2:18A APV) om (al dan niet bij een evenement) zogenaamde wens- of ufoballonnen, door middel van hete lucht afkomstig van vuur op te laten stijgen. Onder een wens- of ufoballon wordt mede verstaan: herdenkingsballon, vuurballon, gelukslampion, Thaise wensballon, papierballon, geluksballon, enzovoort.

 

Luchtballonnen

De gemeente vindt het oplaten van luchtballonnen ongewenst. Ballonresten, linten en ventielen worden overal in de natuur teruggevonden. Ballonnen zijn schadelijk voor de natuur. Dieren raken verstrikt in de linten en zien de ballonnen voor voedsel aan, waardoor ze sterven. Het biologisch afbreekbare rubber van de ballon vergaat in principe wel, maar dat kan enkele jaren duren. Het oplaten van ballonnen is vergelijkbaar met dumpen van zwerfafval en draagt dus een verkeerde boodschap uit.

 

Geen kosten

Aan het melden van een klein evenement en het in gebruik nemen van gemeentegrond voor een klein evenement zijn geen kosten verbonden.

 

Wel subsidie?

Voor activiteiten en initiatieven die een bijdrage leveren aan de leefbaarheid en levendigheid in wijk, buurt of straat kan een subsidie (Bewoners Initiatief Gelden) worden toegekend van maximaal € 750. Neem voor nadere informatie contact op met de betreffende wijkcoördinator van de gemeente.

HOOFDSTUK 3 BELEIDSUITGANGSPUNTEN VERGUNNINGVERLENING

 

Het draaiboek evenementen heeft als belangrijkste doelstelling het waarborgen van veiligheid en gezondheid voor bezoekers en het voorkomen van ernstige overlast.

 

Bij middelgrote en grote evenementen is vooraf een vergunning noodzakelijk om de verschillende belangen goed tegen elkaar te kunnen afwegen. In dit hoofdstuk staan de criteria (weigeringgronden) waaraan aanvragen om vergunningen worden getoetst en wordt aandacht besteed aan het maximaal aantal evenementen op verschillende locaties. Hiernaast wordt nadere informatie verstrekt over de in beginsel verboden evenementen.

 

Wensballonnen

In Diemen is het verboden (artikel 2:18A APV) om (al dan niet bij een evenement) zogenaamde wens- of ufoballonnen, door middel van hete lucht afkomstig van vuur op te laten stijgen. Onder een wens- of ufoballon wordt mede verstaan: herdenkingsballon, vuurballon, gelukslampion, Thaise wensballon, papierballon, geluksballon, enzovoort.

 

Luchtballonnen

De gemeente vindt het oplaten van luchtballonnen ongewenst. Ballonresten, linten en ventielen worden overal in de natuur teruggevonden. Ballonnen zijn schadelijk voor de natuur. Dieren raken verstrikt in de linten en zien de ballonnen voor voedsel aan, waardoor ze sterven. Het biologisch afbreekbare rubber van de ballon vergaat in principe wel, maar dat kan enkele jaren duren. Het oplaten van ballonnen is vergelijkbaar met dumpen van zwerfafval en draagt dus een verkeerde boodschap uit.

3.1 Weigeringgronden voor een vergunning

In de Algemene Plaatselijke Verordening Diemen 2013 (APV) staat dat een vergunning voor een evenement in Diemen kan worden geweigerd in het belang van (artikel 1:8 APV):

  • 1.

    openbare orde (inclusief zedelijkheid, zoals menselijke waardigheid en dierenwelzijn);

  • 2.

    openbare veiligheid (inclusief verkeersveiligheid, brandveiligheid en veiligheid van personen en goederen);

  • 3.

    volksgezondheid (inclusief het voorkomen van letsel of schade door bijvoorbeeld het gebruik van alcohol en/of drugs);

  • 4.

    bescherming van het milieu (inclusief hinder of schade voor de omgeving, zoals verkeershinder, geluidhinder, (zwerf)afval en schade voor de natuur).

Hiernaast kan een vergunning worden geweigerd indien (artikel 2:25 lid 3 APV):

  • 1.

    de inhoud of uitstraling van het evenement niet past binnen de kwaliteit, zoals het gebruik en uiterlijk aanzien, van de (woon)omgeving;

  • 2.

    tegen de organisator in de afgelopen drie jaar een bestuurlijke sanctie is genomen.

Uiteraard wordt, voordat een vergunning wordt geweigerd, eerst geprobeerd om aan de vergunning zodanige voorschriften te verbinden dat de zes belangen in voldoende mate worden beschermd. De gangbare voorschriften staan in bijlage 2.

 

Ten opzichte van de afgelopen jaren zijn de twee laatstgenoemde weigeringgronden toegevoegd. De gemeente wil een woonomgeving met voldoende kwaliteit. Een aantrekkelijke leefomgeving afgestemd op het daarbij passende kwaliteitsbeeld. Inrichting en beheer zijn afgestemd op de gestelde ambities in het kwaliteitsplan openbare ruimte.

Evenementen, zoals braderieën, zullen ook een hoogwaardige uitstraling moeten hebben. Te gebruiken materialen dienen heel en schoon te zijn en de aankleding dient een positieve uitstraling (kwaliteit) te geven, passend in de woonomgeving.

 

3.2 Maximum aantal evenementen op verschillende locaties

De evenementen zijn in Diemen ingedeeld in drie categorieën, op basis van het aantal te verwachten tegelijkertijd aanwezige bezoekers (waaronder deelnemers):

  • klein: maximaal 50 bezoekers (straat- en buurtniveau);

  • middelgroot: 51 tot en met 499 bezoekers (met name gericht op bezoekers uit Diemen);

  • groot: vanaf 500 bezoekers (trekt ook veel bezoekers van elders aan).

De gemeente vindt dat kleine, meldingsplichtige evenementen in de bebouwde kom niet of slechts in geringe mate planologisch relevant zijn. Deze evenementen worden daarom op voorhand niet tot een bepaalde locatie en ook niet tot een maximum aantal beperkt.

 

De gemeente vindt dat middelgrote evenementen op alle locaties en kleine evenementen in het buitengebied, mits daaraan het maximum wordt gesteld zoals opgenomen in het schema, nog in geringe mate planologisch relevant zijn en derhalve in beginsel zijn toegestaan.

 

Grote (een- of meerdaagse) evenementen vindt de gemeente wel planologisch relevant. Het medegebruik van de locatie als evenemententerrein moet daarom in het bestemmingsplan worden geregeld. Dit is al gebeurd voor de omgeving van het Diemerplein (Diemer Festijn) en het parkeerterrein Muiderstraatweg bij de ingang van het Diemerbos (locatie 9). Voor het Loswalfestival en grote evenementen in het Diemerbos moet de regeling in het bestemmingsplan nog plaatsvinden. Zolang dat nog niet is gebeurd, moet voor die grote evenementen eenmalig voor een periode van ten hoogste tien jaar (artikel 4 lid 11 van Bijlage II Besluit omgevingsrecht) een omgevingsvergunning worden aangevraagd voor het gebruik van het terrein in strijd met het bestemmingsplan (artikel 2.12 eerste lid onder a onder 2° Wabo). Voor het afgeven van deze omgevingsvergunning worden geen leges in rekening gebracht.

 

Locaties bebouwde kom (1 tot en met 6)

Een meerdaags middelgroot of groot evenement op de locaties 1 tot en met 6 duurt maximaal vijf opeenvolgende dagen, waarbij de twee voorgaande dagen gebruikt kunnen worden voor het opbouwen en de twee nakomende dagen gebruikt kunnen worden voor het afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement (totaal maximaal negen dagen).

 

Locaties buitengebied (7 tot en met 11)

 

Een meerdaags middelgroot of groot evenement op de locaties 7 tot en met 9 duurt maximaal vier dagen, met na twee dagen een pauze van vijf dagen tot de volgende twee dagen, waarbij de vijf voorgaande dagen gebruikt kunnen worden voor het opbouwen en de vier nakomende dagen gebruikt kunnen worden voor het afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement (totaal maximaal achttien dagen).

 

Zie voor het maximum aantal toegestane evenementen per jaar het schema op de volgende bladzijde.

 

De burgemeester mag op de locaties 10 en 11 een hoger aantal evenementen toestaan tot een maximum van zes per jaar per locatie, indien is gebleken dat de drie georganiseerde evenementen niet hebben geleid tot (geluids)overlast voor omwonenden of aantasting van natuurwaarden.

 

Vooralsnog mag in het beheergebied van Groengebied Amstelland (Diemerpolder, Overdiemerpolder, PEN-bos en Diemerbos) onbeperkt worden gebarbecued op grasvelden met maximaal 50 deelnemers.

Mochten er negatieve ontwikkelingen plaatsvinden (zoals: geluidsoverlast, zwerfafval of natuurschade) dan zal de gemeente opnieuw in overleg treden met Groengebied Amstelland en Staatsbosbeheer om te komen tot het aanwijzen en inrichten van een beperkt aantal plaatsen waar mag worden gebarbecued.

 

Evenementenkalender

Voor de inzet van de hulpdiensten is het belangrijk dat grote evenementen verspreid over het jaar plaatsvinden. Is er een te grote concentratie in een bepaalde periode, dan is er onvoldoende capaciteit om de veiligheid te garanderen. Daarom zal de vergunningverlener alle grote evenementen (die in beginsel worden toegestaan) aanmelden voor plaatsing op de regionale evenementenkalender.

De vergunningverlener zal alle evenementen die in Diemen plaatsvinden aanmelden voor plaatsing op de gemeentelijk evenementenkalender: www.diemen.nl (actueel/evenementen).

 

specifieke locatie

maximum aantal evenementen per jaar

 

klein

 

max. 50

middelgroot, eendaags 51 t/m 499

middelgroot, meerdaags

51 t/m 499

groot, een- of meerdaags vanaf 500

1. Rond winkelcentrum Gruttoplein in Diemen Noord.

op voorhand geen beperkingen (deze evenementen komen sporadisch en zeer verspreid in de gemeente voor)

6x per jaar

1x kermis

2x overig

niet toegestaan

2. Omgeving Diemerplein in Diemen Centrum.

2x per

maand

2x overig

1x Diemer Festijn, kermis, vrijmarkt, gemeentedag

3. Parkeerterrein sporthal Prins Bernhardlaan in Diemen Centrum.

3x per jaar

1x circus

2x overig (mag nog 1x

circus zijn)

niet toegestaan

4. Rond de loswal in Diemen Zuid.

3x per jaar

1x kermis

1x overig

1x

Loswalfestival

5. Rond Sportcentrum wethouder F.B. Duran in Diemen Zuid

3x per jaar

3x overig

niet toegestaan

6. Rond winkelcentrum

Kruidenhof in Diemen Zuid.

6x per jaar

3x overig

niet toegestaan

Elke overige geschikte openbare locatie in de bebouwde kom.

 

3x per jaar

niet toegestaan

 

7. In het Diemerbos op terrein (muziekfestival) met oppervlakte 32.999 m2.

één

evenement

tegelijk;

12x per jaar voor de drie terreinen tezamen

één

evenement

tegelijk; 6x per jaar voor de drie terreinen tezamen

één evenement tegelijk; 4x per jaar voor de drie terreinen tezamen met de standaard geluidsnormen 60 dB(A) en 60 dB(C); en

2x2 dagen muziek(festival) per jaar op uitsluitend terrein 7 met de hogere geluidsnormen 60 dB(A) en 79 dB(C) en 2x2 dagen met de nog hogere geluidsnormen 65 dB(A) en 83 dB(C).

8. In het Diemerbos op terrein (achter zorgboerderij Landlust) met oppervlakte 23.314 m2.

 

 

 

9. Parkeerterrein met bijbehorende strook grond Muiderstraatweg bij de ingang van het Diemerbos met oppervlakte 4.150 m2.

 

 

 

10. In Diemerpolder op terrein met oppervlakte 9.500 m2.

3x per jaar

 

3x per jaar

 

 

niet toegestaan

11. In PEN-bos op terrein met oppervlakte 3.500 m2.

3x per jaar

 

3x per jaar

 

 

niet toegestaan

Elke overige geschikte locatie (barbecue alleen op grasvelden) in Groengebied Amstelland.

onbeperkt barbecue tot 50 personen

1x

Diemercross

2x overig

niet toegestaan

Elke overige openbare locatie buiten de bebouwde kom.

niet toegestaan

 

 

3.3 Huisregels op evenemententerreinen

Voor grote evenementen wordt een evenemententerrein aangewezen dat in beginsel door middel van hekwerken moet worden afgesloten.

 

Bij alle ingangen van het evenemententerrein moeten door middel van borden in beginsel tenminste onderstaande huisregels aan de bezoekers bekend worden gemaakt.

 

Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren (artikel 2:26 APV).

Het is op door B&W aangewezen evenemententerreinen verboden om flesjes, blikjes, steenachtig materiaal en overige, in het kader van de handhaving van de openbare orde en veiligheid op het evenemententerrein, mogelijk gevaarlijke voorwerpen bij zich te dragen of voorhanden te hebben (artikel 2:43a APV). Hieronder vallen ook speelgoedwapens: messen, nepwapens, realistisch uitziende speelgoed- en luchtdrukwapens, stroomstootwapens, zelfverdedigingswapens en wapens behorende tot de categorieën I, II, III, en IV van de Wet wapens en munitie.

Het is verboden om (steek)wapens en andere voorwerpen die geschikt zijn voor het toebrengen van lichamelijk letsel bij zich te dragen of voorhanden te hebben (artikelen 13 en 27

Wet wapens en munitie).

Het is verboden om op hinderlijke wijze alcoholhoudende drank te nuttigen of softdrugs te gebruiken of openlijk voorhanden te hebben (artikel 2:48, lid 1 APV).

Het is verboden harddrugs te gebruiken of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen openlijk voorhanden te hebben (artikel 2:48a APV).

Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden om zich op te houden met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen (artikel 2:74 APV).

Het is verboden op door B&W of de burgemeester aangewezen tijden zich met een fiets, bromfiets, of andersoortig voertuig te bevinden op een door B&W of de burgemeester aangewezen terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid gehouden wordt die publiek trekt, mits dit verbod kenbaar is gemaakt aan de bezoekers van dat terrein

(artikel 2:52 APV).

Het is op door B&W aangewezen plaatsen verboden een hond te laten verblijven of te laten lopen (artikel 2:57 APV). Dit verbod geldt niet voor de eigenaar of houder van een hond die zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden. Overtreding van de regels die gelden bij evenementen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie (artikel 6:1 APV).

 

3.4 Nadere informatie over in beginsel verboden evenementen

Dat onderstaande evenementen in beginsel zijn verboden wordt in deze paragraaf nader toegelicht.

Van een op voorhand algeheel verbod is geen sprake. Een vergunningaanvraag dient immers altijd en uitsluitend te worden getoetst aan de zes weigeringgronden uit paragraaf 3.1.

 

Kooigevecht en vechtsportgala

Vechtsportgala’s komen nogal eens negatief in het nieuws omdat:

  • a.

    de openbare orde wordt verstoord en/of

  • b.

    sprake is van (financiële) betrokkenheid van de onderwereld.

Een kooigevecht is geen sportwedstrijd en mag vanwege strijd met de goede zeden worden verboden (ABRS 25-08-2000).

Een vechtsportgala vormt niet zondermeer een inbreuk op de openbare orde en zedelijkheid (Rechtbank Amsterdam 13-03-2003).

In Diemen wordt een kooigevecht nooit en een vechtsportgala in beginsel niet toegestaan in verband met gerede kans op verstoring van de openbare orde. Er zal geen gemeentelijke accommodatie beschikbaar worden gesteld voor het houden van zo’n evenement. Mocht een vergunning worden aangevraagd dan zal altijd een onderzoek en toetsing plaatsvinden in het kader van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob). De organisator mag niet van slecht levensgedrag zijn.

 

Door het Regionale Informatie- en Expertise Centrum Amsterdam Amstelland (RIEC AA) voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit wordt geadviseerd om aan een vergunning voor een vechtsportgala extra voorschriften te verbinden, zoals: (DONKERRODE KLEUR>)

  • 1.

    de betaling van vip tafels dient twee weken van te voren te geschieden; kopers van vip tafels dienen geregistreerd te worden; contante betaling van vip tafels is niet toegestaan;

  • 2.

    het is niet toegestaan alcohol te nuttigen en te verkopen in de zaal waar de wedstrijd plaatsvindt; er wordt geen alcohol geschonken vóór 18.00 uur in de accommodatie waar het evenement plaatsvindt; de verkoop en het nuttigen van sterke dank is niet toegestaan;

  • 3.

    een leeftijdsadvies bij wedstrijden voor volwassenen;

  • 4.

    het gala dient plaats te vinden onder auspiciën van een bond die is erkend door NOC*NSF of over een keurmerk beschikt. (DONKERRODE KLEUR<)

1% motorclubs

Het gaat hierbij om motorclubs die zichzelf buiten de wet plaatsen en eigen regels hanteren.

De term verwijst naar de uitspraak dat 99% van de motorrijders zich aan de wet houdt. Tot de

1% motorclubs worden ondermeer Hells Angels, No Surrender, Satudarah, Red Devils en Bandidos gerekend. Spanningen tussen deze motorclubs kunnen leiden tot verstoring van de openbare orde.

 

Wedstrijd met(motor)voertuigen op terreinen (zoals: auto- en motorcross)

In Diemen zijn voor dergelijke wedstrijden (waaronder ook te verstaan: prestatie; vermaak; show; en dergelijke) geen terreinen aangewezen en naar verwachting ook niet beschikbaar. In het buitengebied van Diemen is overwegend sprake van natuur-, bos- en weidevogelleefgebied. Crossen met (motor)voertuigen kan daar onder meer leiden tot aantasting van de natuurwaarden en verstoring van dieren door geluidsoverlast. B&W kunnen een terrein aangeven waar crossen in natuurgebied is toegestaan (artikel 5:32 APV). Van deze bevoegdheid is geen gebruik gemaakt.

 

Activiteiten met Big Wheels en dergelijke

Onder Big Wheels worden voertuigen verstaan met zeer grote wielen. Daarmee worden onder andere stunts vertoond. Om de veiligheid voor het publiek te garanderen is een specifieke locatie met ruime afscherming tot het publiek vereist (bijvoorbeeld een stadion). Een dergelijke locatie is in Diemen niet aanwezig.

 

Open vuur (zoals: oud/nieuwjaar- en paasvuur; kerstboomverbranding)

Verbranding in de open lucht leidt tot luchtverontreiniging en is niet duurzaam. Kerstbomen, pallets en andere materialen kunnen op een milieuvriendelijke wijze worden verwerkt (bijvoorbeeld als brandstof dienen voor de opwekking van elektriciteit).

B&W kunnen ontheffing verlenen van het verbod om vuur te stoken in de openlucht (artikel 5:34 APV).

Groengebied Amstelland kan in haar werkgebied (Diemerpolder, Overdiemerpolder, PEN-bos en Diemerbos) ontheffing verlenen van het verbod om vuur te stoken (artikel 4.18 Algemene verordening Groengebied Amstelland).

 

Gebruik dieren

Evenementen waarbij dieren ter vermaak worden gebruikt en waarbij tevens de gezondheid van het dier gevaar kan lopen zijn in strijd met de goede zeden. De gemeente verleent alleen vergunningen aan circussen die zijn aangesloten bij de Vereniging van Nederlandse Circusondernemingen (VNCO). De regering heeft aangekondigd dat vanaf 15 september 2015 het optreden van wilde zoogdieren in circussen niet meer is toegestaan.

 

3.5 Drank en Horeca

Ontheffing Drank- en horecawet

In de Drank- en horecawet staan regels voor het uitbaten van een horecagelegenheid en het verstrekken van alcoholhoudende dranken. Voor het verstrekken van alcoholhoudende dranken tijdens evenementen gelden aangepaste regels. In de Drank- en horecawet bestaat de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden ontheffing te krijgen van een aantal bepalingen uit de Drank- en horecawet (artikel 35 Drank- en horecawet). De aanvraag voor de ontheffing Drank- en horecawet is opgenomen op het formulier ‘Organiseren van een evenement (aanvraag/melding)’.

Alleen zwak alcoholhoudende dranken, dranken met 15 vol% of minder (inclusief port, sherry en vermout), mogen met de ontheffing worden geschonken. Sterke drank1 mag alleen verkocht worden met een drankvergunning vanuit een café of restaurant.

De burgemeester kan de ontheffing verlenen voor een aaneengesloten periode van maximaal twaalf dagen. De aanvrager van de ontheffing is minimaal 21 jaar oud en mag niet van slecht levensgedrag zijn. Bovendien moet de aanvrager in het bezit zijn van het diploma Verklaring sociale hygiëne. De aanvrager moet toezien op een goede verstrekking van alcohol (bijvoorbeeld niet schenken aan jongeren onder de 18 jaar, hetgeen aangeduid moet zijn op de plaats waar de alcohol wordt versterkt). Voor het verlenen van een ontheffing worden leges in rekening gebracht.

 

Voedselveiligheid

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert tijdens evenementen (en daarbuiten) of professionele en particuliere aanbieders van bederfelijke eet- en drinkwaren2 zich houden aan de regels uit de Warenwet. Bij constatering van een overtreding van deze wet kunnen zij de ondernemer beboeten. Indien de organisator nalatigheid kan worden verweten met betrekking tot de verkochte waren, kan de NVWA ook een boete opleggen. Particulieren en bedrijven die eet- en drinkwaren aanbieden tijdens evenementen moeten werken volgens een hygiënecode.

De belangrijkste voorschriften voor het aanbieden van bederfelijke eet- en drinkwaren (uit de Warenwetregeling Hygiëne van Levensmiddelen) zijn opgenomen inbijlage 2.

De NVWA kan adviseren over het verstrekken van eet- en drinkwaren. Bij grote evenementen kan hierover vooroverleg plaatsvinden.

 

3.6 Financiële zaken

De gemeente kiest ervoor om (als eigenaar van de grond) geen afzonderlijke privaatrechtelijke toestemmingen te geven maar uitsluitend te werken met publiekrechtelijke regelingen.

 

Groengebied Amstelland zal voor evenementen in haar werkgebied (Diemerpolder, Overdiemerpolder, PEN-bos en Diemerbos) met de organisator een tijdelijke gebruiksovereenkomst aangaan en al dan niet terreinhuur in rekening brengen en/of de organisator een waarborgsom laten betalen.

 

Leges

Aan het afgeven van een evenementenvergunning zijn legeskosten verbonden.

De tarieven zijn te vinden in de onderdelen 1.26.1 en 3.2.1 van de tarieventabel behorende bij de Legesverordening Diemen. Deze tarieven worden jaarlijks aangepast.

 

Precario

Indien gebruik wordt gemaakt van voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond zoals de openbare weg kan gedurende evenementen precariobelasting worden geheven. Op koningsdag wordt geen precario geheven.

De tarieven zijn te vinden in de tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting. Deze tarieven worden jaarlijks aangepast.

 

Subsidie

De gemeente Diemen kent de zogenaamde Bewoners Initiatief Gelden. Voor activiteiten en initiatieven die een bijdrage leveren aan de leefbaarheid en levendigheid in wijk, buurt of straat kan een subsidie worden toegekend van maximaal € 750. Hierover kan contact worden opgenomen met de betreffende wijkcoördinator van de gemeente.

 

Schade

Indien door het gebruik van de vergunning schade ontstaat aan gemeente-eigendommen moet de organisator deze schade aan de gemeente vergoeden. De organisator moet het (evenementen)terrein in dezelfde staat opleveren als waarin het ter beschikking is gesteld. Voor grasvelden kan de gemeente hierop een uitzondering maken, voor zover de schade is veroorzaakt door normaal gebruik (lopen van bezoekers).

Het gebruikte terrein dient direct na afloop van het evenement schoon te worden opgeleverd. Wordt dit nagelaten dan zorgt de gemeente voor opruim-, schoonmaak- en herstelwerkzaamheden op kosten van de organisator.

Voor schadeclaims van derden (bijvoorbeeld Groengebied Amstelland), die voortvloeien uit het houden van het evenement is de organisator aansprakelijk: de gemeente aanvaardt hiervoor geen aansprakelijkheid.

Als de organisator handelt in strijd met de bepalingen uit de vergunning kan dit leiden tot intrekking van de vergunning. De organisator kan in zo’n geval geen aanspraak maken op schadevergoeding.

 

Doorberekening gemeentelijke kosten

De door de gemeente te maken kosten voor het faciliteren van het evenement worden in beginsel in rekening gebracht bij de organisator. Bijvoorbeeld de kosten van: de huur van hekwerk en aggregaten; het plaatsen van parkeervoorzieningen voor fietsen; het plaatsen van tijdelijke afzettingsborden met verkeersomleidingen; benzinekosten.

De organisator heeft de vrijheid om dergelijke diensten en maatregelen - op het door de vergunningverlener gedefinieerde niveau - zelf te organiseren.

De gemeentelijke handhaver controleert of de maatregelen in kwalitatieve en kwantitatieve zin daadwerkelijk aanwezig zijn.

 

Aansprakelijkheid en verzekering

De organisator is ten opzichte van zowel de bezoekers als de gemeente verantwoordelijk voor een goed en ordelijk verloop van het evenement.

In de vergunning neemt de vergunningverlener op dat de gemeente geen aansprakelijkheid aanvaardt van door derden geleden schade die het gevolg is van de feitelijke ingebruikname van openbare gemeentegrond en/of het plaatsen, hebben, gebruiken, onderhouden, verplaatsen en/of verwijderen van objecten. Dit betekent dat de organisator hiervoor aansprakelijk is. Om de aansprakelijkheid te dekken moet de organisator zelf een aansprakelijkheidsverzekering afsluiten. Een kopie van de polis moet hij voorafgaand aan het evenement aan de vergunningverlener overhandigen.

HOOFDSTUK 4 PROCEDURE VOOR VERGUNNINGVERLENING

 

Van belang voor de aanvraag van een evenementenvergunning zijn de APV en de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Een vergunningenstelsel beoogt bepaalde belangen te beschermen. Wanneer één van deze belangen in het geding is en het verbinden van voorschriften aan de vergunning geen soelaas biedt, kan een vergunning worden geweigerd.

4.1 Indienen aanvraag

De aanvraag moet worden gedaan door het invullen en aan de gemeente toezenden van het aanvraagformulier ‘Organiseren van een evenement (aanvraag/melding)’ met de daarbij behorende bijlagen (zie bijlage 3).

 

Vooroverleg

Wordt voor de eerste keer een vergunning aangevraagd of gaat het om een evenement met een grote impact (op de omgeving), dan wordt de organisator aangeraden om contact op te nemen met de vergunningverlener voor een (telefonisch) vooroverleg.

 

Termijnen

Er gelden termijnen van orde voor het tijdig indienen van een aanvraag:

  • 1.

    alle evenementen: tenminste twaalf weken voorafgaand aan het evenement;

  • 2.

    grote evenementen waar meer dan 2.000 bezoekers komen: vóór 1 december van het jaar voorafgaande aan het jaar van het evenement (en tenminste twaalf weken voorafgaand aan het evenement); deze evenementen worden op de regionale evenementenkalender geplaatst.

Na 1 december ingediende aanvragen voor grote evenementen waar meer dan 2.000 bezoekers komen worden alsnog getoetst aan de beschikbare ruimte op de regionale evenementenkalender. Het kan zijn dat de vergunning wordt geweigerd omdat er bij de hulpdiensten onvoldoende capaciteit is om het evenement in goede banen te leiden. Wanneer een aanvraag minder dan acht weken voorafgaand aan het evenement wordt ingediend, kan besloten worden om de aanvraag niet in behandeling te nemen (artikel 1:3 lid 1 en 3 APV).

Financiële gevolgen van activiteiten die de organisator al verricht voordat een besluit op de aanvraag is genomen, zijn geheel voor eigen rekening en risico van de organisator.

 

Uitgangspunt is dat de gemeente binnen acht weken op een aanvraag beslist (artikel 1:2 lid 1 APV). Als de aanvraag niet compleet is en aanvullende gegevens moeten worden verstrekt, dan schort dit de beslistermijn op.

De gemeente kan de beslistermijn met acht weken verlengen (artikel 1:2 lid 2 APV).

Mocht de gemeente niet tijdig beslissen, dan is er geen sprake van een positieve fictieve beslissing (artikel 2:25 lid 6 APV).

Nadat de gemeente een beslissing heeft genomen, kunnen belanghebbenden gedurende een termijn van zes weken bezwaar maken.

 

Verstrekken van volledige gegevens

Het is voor een goede en snelle beoordeling van de aanvraag van groot belang om het aanvraagformulier zo volledig mogelijk in te vullen en de bijlagen conform de gevraagde specificatie aan te leveren. Is dit niet gedaan, dan moeten de gegevens later alsnog worden verstrekt. Dit leidt dan tot onnodige vertraging.

De gemeente heeft voor de beoordeling de meest recente informatie nodig. Ook als al eerder voor een gelijksoortig evenement een vergunning is aangevraagd, moet daarom toch het volledige aanvraagformulier worden ingevuld. Natuurlijk kan de organisator de nog geldende gegevens van een voorgaande gelegenheid daarbij gebruiken.

 

Op het aanvraagformulier moet naast deel ‘1. Checklist’ ook deel ‘3. Aanvraagformulier evenementenvergunning’ worden ingevuld.

De op het formulier en in de bijlagen te verstrekken informatie heeft betrekking op:

  • a.

    gegevens van de organisator, waaronder mobiel telefoonnummer tijdens het evenement;

  • b.

    algemene gegevens van het evenement (activiteiten, locatie, datum, tijdstip);

  • c.

    specifieke gegevens van het evenement (aantal bezoekers/deelnemers, inzet EHBO’ers en beveiliging, toiletvoorzieningen, omvang terrein, schoonmaken terrein, hygiënecode bakken/braden van etenswaren, afsteken van vuurwerk);

  • d.

    gegevens brandveiligheid (gebruik tent/gebouw, aanwezigheid podium/tribune, indelingstekening tent/gebouw);

  • e.

    gegevens muziek en geluid (binnen/buiten, versterkt, bandbreedte bronniveaus in dB(A) en dB(C), tijdstippen);

  • f.

    gegevens verkeer en parkeren (treffen voorzieningen voor parkeren van voertuigen, beschikbaarheid parkeerplaatsen, tekst of kaart met beschrijving route/parcours, wedstrijd met voertuigen, wegafsluitingen, verkeersregelaars);

  • g.

    verstrekken zwak alcoholhoudende drank (tijdstippen, gegevens leidinggevenden, kopieën verklaringen sociale hygiëne);

  • h.

    situatieschets (exacte locatie, welke voorzieningen op welke locatie worden geplaatst, calamiteitenroutes en logistiek, vluchtroutes, parkeergelegenheid) met legenda;

  • i.

    ontwerp bewonersbrief en voorstel verspreidingsgebied.

Situatieschets van het evenemententerrein

In de gemeente Diemen zijn geen terreinen gelegen die uitsluitend bestemd zijn voor het houden van evenementen. Per aanvraag zal daarom worden beoordeeld of de locatie uit een oogpunt van openbare orde en veiligheid geschikt is.

De beoordeling door politie en brandweer vindt plaats op basis van de situatieschets (met de indeling van het terrein) die tegelijk met het aanvraagformulier aan de gemeente moet worden toegezonden. Deze situatieschets mag op zijn laatst twee weken (tien werkdagen) vóór de aanvang van het evenement nog worden gewijzigd.

 

De situatieschets is een tekening van het evenemententerrein met legenda (schaal 1:100) waarop is aangegeven:

  • waar verschillende objecten, voorzieningen (zoals EHBO-post), bakkramen, tenten en bouwwerken worden geplaatst (rekening houdend met een vrije doorgang voor hulpdiensten van 3,5 meter breed);

  • waar de calamiteitenroutes en logistiek voor de hulpdiensten zich bevinden;

  • waar de toe- en afvoer van bezoekersstromen gaat plaatsvinden en waar de vluchtroutes zijn;

  • waar wordt voorzien in parkeergelegenheid.

Uit de situatieschets moet blijken dat het evenement past op de betreffende locatie. Aanbevolen wordt om gebruik te maken van de voorbeeld tekening en voorbeeld legenda zoals opgenomen in de Leidraad opzetten veiligheidsplan evenementen gemeente Amsterdam d.d. mei 2014.

 

Aanleveren aanvullende informatie

Naast het ingevulde aanvraagformulier en de situatieschets van het evenemententerrein moet de organisator indien van toepassing nadere informatie verstrekken over:

  • de constructie en indeling van te gebruiken tenten, podia en tribunes;

  • certificaat van goedkeuring van kermisattracties en installatie voor bungeejumping;

  • circus: een circus- of bouwboek en het speelschema van het afgelopen seizoen;

  • braderie: het thema, het aanbod van waren binnen het thema en de omvang en wijze waarop amusement wordt aangeboden;

  • veiligheidsplan indien in totaal (verdeeld over één of meer dagen) meer dan 2.000 bezoekers worden verwacht of uit een risicoanalyse is gebleken dat er kans bestaat dat (extra) inzet van de hulpdiensten nodig is; de wijze van beoordeling van de

  • weersomstandigheden kan hiervan onderdeel uitmaken;

  • natuuronderzoek: indien het evenement plaatsvindt in het buitengebied tijdens het broedseizoen (in ieder geval noodzakelijk tussen 15 maart en 15 juli). Hierna worden deze vijf onderwerpen nader toegelicht.

Na een eerste beoordeling van de aanvraag kan aan de organisator worden verzocht (in verband met de aard en omvang van het evenement) om voor onderdelen van het evenement aanvullende informatie aan te leveren.

Gaat het om de aanvraag voor een vechtsportevenement of zijn er andere omstandigheden dat de gemeente mag vermoeden dat sprake is van (financiële) betrokkenheid van de onderwereld, dan voert de gemeente een toetsing uit op grond van de Wet Bibob en dient de aanvrager een ingevulde vragenlijst Bibob aan te leveren.

 

Ontbrekende en aanvullende gegevens worden altijd schriftelijk opgevraagd, onder vermelding van de maximale beantwoordingtermijn.

Indien de gevraagde gegevens niet tijdig worden verstrekt, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen (artikel 4:5 lid 1 Awb).

 

Gegevens van tenten, podia en tribunes

Het is van belang dat tenten, podia en tribunes op de juiste wijze geconstrueerd zijn. Bij de constructieberekeningen wordt onder meer rekening gehouden met het aantal bezoekers, de ondergrond en de locatie van de te plaatsen objecten. Ook wordt gekeken naar de vluchtwegen. Tenten moeten voldoen aan NEN 8020-41.

 

Als er gebruik wordt gemaakt van tenten, podia en/of tribunes moet de aanvrager altijd een indelingstekening van de tenten bij de aanvraag voegen. Op deze tekening (schaal 1:100) moet zijn aangegeven waar:

  • objecten (zoals: tafels; stoelen; kramen; bars; decoratie) worden geplaatst;

  • (nood)uitgangen te vinden zijn;

  • veiligheidsvoorzieningen worden geplaatst, zoals: brandblussers; noodverlichting.

De gemeente kan aanvullende informatie opvragen al naar gelang het evenement meer risico met zich meebrengt. Bijvoorbeeld een verklaring omtrent de constructie. In deze verklaring moet staan dat de constructie:

  • o

    van tenten waarin tijdens het evenement meer dan honderd personen verblijven;

  • o

    van tenten met een oppervlakte groter dan 100 m²;

  • o

    van tribunes;

voldoet aan de norm NEN-EN 13782.3

 

Kermisattracties en installatie voor bungeejumping

Kermisattracties en/of een installatie voor bungeejumping op het evenemententerrein moet de exploitant aanmelden bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

Aan de vergunningverlener moet hij een Certificaat van Goedkeuring overleggen van de aangewezen keuringsinstantie.

 

Circus

In Diemen bestaat de mogelijkheid om twee keer per jaar op het parkeerterrein bij de sporthal Prins Bernhardlaan (met een oppervlakte van circa 1.900 m2) een circus te organiseren gedurende een periode van maximaal vijf dagen.

 

Hiervoor gelden onderstaande aanvullende regels.

  • Circussen mogen optreden wanneer er geen activiteiten plaatsvinden in de sporthal Prins Bernhardlaan, zodat het parkeerterrein beschikbaar is en bezet gehouden kan worden voor de tent en andere objecten van het circus (meestal aan het begin van de zomervakantie).

  • Aangeraden wordt om een evenementenvergunning uiterlijk op 30 september van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de optredens plaatsvinden aan te vragen. Dan wordt voor 1 december de beslissing aan de circussen meegedeeld. De circussen zijn dan in staat om tournees voor te bereiden.

  • Het aanvraagformulier voor de evenementenvergunning moet worden voorzien van een bijlage met een overzicht van plaatsen waar het afgelopen seizoen is gespeeld.

  • Bij de keuze uit de aanvragen worden de volgende selectiecriteria gehanteerd:

    • a.

      circussen die in de voorafgaande twee jaren een evenementenvergunning hebben gekregen, dingen voor het jaar daarop niet mee en worden terzijde gelegd, tenzij er onvoldoende aanvragen zijn ingediend;

    • b.

      de periode waarvoor de aanvraag is ingediend is bepalend; circussen die een aanvraag voor de zomer schoolvakantie hebben ingediend, verdienen de voorkeur;

    • c.

      beoordeling van het circus- of bouwboek en de andere gestelde eisen;

    • d.

      het circus moet voldoen aan de gedragscode van de Vereniging Nederlandse Circus Ondernemingen (VNCO).

  • De aanvrager moet altijd een zogenaamd circus- of bouwboek overleggen, waarin alle technische gegevens van de tent, installaties, stoelenplan, en dergelijke staan vermeld.

Braderie

Een braderie is een feestelijke activiteit in de open lucht waarbij ‘vermaak’ centraal staat. Deelnemende winkeliers, ambachtslieden, standwerkers en/of marktlui verkopen speciale waren die passen bij het thema. Er zijn spel-, circus- en/of kermisachtige attracties en/of er worden kunsten vertoond. Er kan door een (rondlopende) band live muziek ten gehore worden gebracht. Er moet derhalve een duidelijk onderscheid zijn ten opzichte van een gewone warenmarkt en sprake zijn van een hoogwaardige uitstraling.

 

In een bijlage bij de aanvraag moet nadere informatie worden verstrekt over:

  • het thema van de braderie (bijvoorbeeld gekoppeld aan een jaargetijde of feestperiode);

  • het gevarieerde aanbod van speciale non-food goederen passend binnen het thema;

  • de wijze waarop in voldoende mate (circa 30% van de verkoopoppervlakte) gratis amusement wordt aangeboden in de vorm van bijvoorbeeld ambachtslieden, standwerkers, spel-, circus- en/of kermisachtige attracties en/of (straat)artiesten.

Blijkt uit de bijlage dat in onvoldoende mate aan deze eisen wordt voldaan, dan wordt de evenementenvergunning geweigerd in verband met onvoldoende kwaliteit van de woonomgeving (en kan de organisator bij B&W vergunning voor een warenmarkt aanvragen).

 

Veiligheidsplan

De organisator is primair verantwoordelijk voor de orde en de veiligheid van de bezoekers op het evenemententerrein en moet daarom zorgen voor voldoende toezicht.

Als op basis van de risicoanalyse van de politie, brandweer, GHOR en/of organisator wordt verwacht dat de risico’s zodanig zijn, dat er kans bestaat dat (extra) inzet van de hulpdiensten nodig is, kan de burgemeester bepalen dat de organisator een veiligheidsplan moet opstellen. Voor de risicoanalyse kan gebruik worden gemaakt van de risicoanalysevragen die zijn opgenomen in de Handreiking veiligheid evenementen van de gemeente Amsterdam d.d. 19 mei 2014.

Bij evenementen waar in totaal (verdeeld over één of meer dagen) meer dan 2.000 bezoekers worden verwacht is een goedgekeurd veiligheidsplan in beginsel altijd verplicht.

 

In het veiligheidsplan staat welke maatregelen de organisator heeft genomen om de openbare orde, gezondheid en veiligheid tijdens het evenement te waarborgen en hoe wanordelijkheden en/of (voorzienbare) kleine incidenten worden bestreden.

In het veiligheidsplan wordt geen uitputtende lijst van maatregelen opgenomen. De organisator blijft te allen tijde verantwoordelijk voor de veiligheid van de bezoekers en een ordelijk verloop van het evenement, ook als de gebeurtenis niet in het veiligheidsplan is voorzien.

Bij grotere incidenten, waarbij de inzet van de hulpdiensten noodzakelijk is, treden de daarvoor bestemde plannen en procedures in werking en krijgt één van de hulpdiensten de leiding over het afhandelen van het incident. In het uiterste geval kan het gemeentelijk rampenplan in werking worden gesteld, in welk geval de burgemeester het opperbevel voert.

 

Uiterlijk zes weken vóór het evenement moet de organisator, indien dit is vereist, het veiligheidsplan inleveren bij de vergunningverlener. Gebruik kan worden gemaakt van de Leidraad opzetten veiligheidsplan evenementen gemeente Amsterdam van mei 2014. Bij het opstellen van het plan kunnen de hulpdiensten adviseren.

In dit veiligheidsplan geeft de organisator aan op welke wijze hij uitvoering heeft gegeven aan de voorschriften die betrekking hebben op de openbare orde, gezondheid en (brand)veiligheid en het voorkomen van wanordelijkheden.

De vergunningverlener zal het veiligheidsplan om advies toezenden aan de politie, brandweer, GHOR en het team Bestuurlijke en Juridische Zaken van de gemeente.

Mede op basis van de ingekomen adviezen kan de vergunningverlener aan de organisator opdracht geven om het veiligheidsplan aan te passen.

 

Het vastgestelde veiligheidsplan maakt onderdeel uit van de evenementenvergunning. Voor het opstellen van het veiligheidsplan kan gebruik worden gemaakt van de Leidraad opzetten veiligheidsplan evenementen gemeente Amsterdam d.d. mei 2014. In het veiligheidsplan komen tenminste de volgende onderwerpen aan de orde:

  • a.

    risicoanalyse en de inzet van medewerkers tijdens het evenement;

  • b.

    de medische organisatie, technische hygiënezorg en alcohol- en drugspreventie;

  • c.

    bereikbaarheid en mobiliteit (waaronder vervoermiddelen en parkeren);

  • d.

    brandveiligheid;

  • e.

    beveiliging en crowdmanagement (hoe om te gaan met aanvoer, verplaatsing en afvoer van grote bezoekersstromen en/of het aanwezig zijn van veel bezoekers op één plek);

  • f.

    mogelijke crisisscenario’s (bijvoorbeeld: vechtpartij, paniek, ongeval, brand, bommelding, extreem weer) en ontruiming van het terrein;

  • g.

    nauwkeurige tekening van het evenemententerrein (de schaal van de plattegrond kan afhankelijk van de omvang van het evenemententerrein variëren tussen 1:100 en 1:500).

De vergunningverlener kan bepalen dat een ingehuurd beveiligingsbedrijf in samenspraak met de politie een beveiligingsplan opstelt. Dit beveiligingsplan maakt dan onderdeel uit van het veiligheidsplan.

 

Weersomstandigheden

De vergunningverlener beoordeelt of extreem weer voor een evenement een groot risico is en een grote impact heeft. Als dat zo is, wordt van de organisator verlangd:

  • om in het veiligheidsplan een paragraaf op te nemen over weersextremen;

  • om ruim vóór aanvang van het evenement een draaiboek weersextremen aan te leveren.

In het draaiboek worden de volgende plichten van de organisator uitgewerkt:

  • per weertype benoemen welke maatregelen er op welk moment genomen moeten worden en in hoeverre deze maatregelen voorbereid moeten worden (de hulpdiensten kunnen hun draaiboek hierop aanpassen);

  • beschrijven hoe tot een oordeel wordt gekomen: een beoordelingsprocedure, waarbij in ieder geval wordt betrokken:

    • o

      wat een medische deskundige ervan vindt; zo nodig ook politie, brandweer en gemeente hierbij betrekken als in het kader van een bepaald scenario multidisciplinaire betrokkenheid gewenst of noodzakelijk is;

    • o

      de manier waarop, hoe vaak en door wie het weer in de gaten wordt gehouden;

    • o

      welke bron er wordt gebruikt (bijvoorbeeld: Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI), buienradar, weerstation van Schiphol).

Natuuronderzoek

In het buitengebied van Diemen is overwegend sprake van bos-, natuur- en weidevogelleefgebied. Uitgangspunt is dat de recreatieve waarde van het gebied moet worden versterkt. Dit kan ondermeer worden gerealiseerd door het toestaan van evenementen.

Evenementen in het Diemerbos zijn ook van belang om inkomsten te genereren voor het in stand houden van het Diemerbos. Inkomsten komen vooral ten goede aan het beheer.

 

De flora van een terrein, bijvoorbeeld een grasveld, kan ernstige schade oplopen bij intensief gebruik. De eigenaar van het terrein (dat zal in het buitengebied vrijwel altijd Staatsbosbeheer of Groengebied Amstelland zijn) zal het herstel van het terrein in de oorspronkelijke toestand moeten regelen met de organisator.

In het buitengebied van Diemen komt de beschermde soort Rietorchis voor. Voorkomen moet worden dat deze plant wordt vertrapt.

 

De fauna kan hinder ondervinden van de volgende activiteiten die gerelateerd zijn aan een (groot) muziek/dance festival:

  • betreden van het evenemententerrein door bezoekers;

  • geluid van activiteiten en optredens;

  • verlichting van het evenemententerrein;

  • verkeer van en naar het evenemententerrein;

  • opbouw- en afbouwwerkzaamheden.

In en rond het Diemerbos zijn diverse beschermde diersoorten aanwezig4, zoals: kleine modderkruiper; rugstreeppad; ringslang; gewone en ruige dwergvleermuis (geen verblijf, alleen gebruik als foerageergebied); en circa veertig soorten broedvogels die deels op de rode lijst staan en die deels jaarrond beschermd zijn.

Het broedseizoen (vanaf de paarvorming) verschilt per soort. Globaal duurt het broedseizoen van 15 maart tot 15 juli, maar soms vindt broeden ook eerder of later plaats.

Staatsbosbeheer (voor de locaties 7, 8 en 9) en Groengebied Amstelland(voor de locaties 10 en 11) zorgen voor een basis natuurtoets (zie voor de ligging van deze locaties op bladzijde 18). Of aanvullend natuuronderzoek buiten de periode 15 maart tot 15 juli noodzakelijk is, blijft maatwerk.

 

Op basis van de conclusies en aanbevelingen van (elders) uitgevoerd natuuronderzoek5 zijn in bijlage 2 algemene voorschriften opgenomen voor evenementen in het buitengebied. Deze algemene voorschriften zorgen voor een basisbescherming van flora en de fauna. Omdat er landelijk nog maar weinig onderzoek is uitgevoerd op de effecten van een muziek/dance festival op de natuur, kan het noodzakelijk zijn om de organisator te verplichten om een (aanvullend) natuuronderzoek te laten uitvoeren.

In het rapport van het natuuronderzoek kan de deskundige (ecoloog) te treffen maatregelen voorstellen die afwijken van voornoemde algemene voorschriften en als maatwerkvoorschrift in de vergunning kunnen worden opgenomen.

 

4.2 Beoordeling van de aanvraag

De burgemeester toetst de aanvraag aan de weigeringgronden:

  • 1.

    openbare orde (inclusief zedelijkheid, zoals menselijke waardigheid en dierenwelzijn);

  • 2.

    openbare veiligheid (inclusief verkeersveiligheid, brandveiligheid en veiligheid van personen en goederen);

  • 3.

    volksgezondheid (inclusief het voorkomen van letsel of schade door bijvoorbeeld het gebruik van alcohol en/of drugs);

  • 4.

    bescherming van het milieu (inclusief hinder of schade voor de omgeving, zoals verkeershinder, geluidhinder, (zwerf)afval en schade voor de natuur).

  • 5.

    de inhoud of uitstraling van het evenement past niet binnen de kwaliteit, zoals het gebruik en uiterlijk aanzien, van de (woon)omgeving;

  • 6.

    tegen de organisator is in de afgelopen drie jaar een bestuurlijke sanctie genomen.

Uiteraard wordt, voordat een vergunning wordt geweigerd, eerst geprobeerd om aan de vergunning zodanige voorschriften te verbinden dat deze zes belangen in voldoende mate worden beschermd. De gangbare voorschriften staan in bijlage 2.

 

Zedelijkheid of gezondheid

Eén van de weigeringgronden is het belang van de zedelijkheid of gezondheid. Onder zedelijkheid wordt verstaan wat iedereen fatsoenlijk en goed gedrag vindt, gericht op bijvoorbeeld menselijke waardigheid en dierenwelzijn. Van sommige evenementen vindt de gemeente, dat ze vanwege hun karakter onder deze weigeringgrond vallen. De gemeente Diemen verleent daarom in beginsel geen vergunning voor:

  • kooigevechten en daarmee vergelijkbare evenementen; zo’n evenement is geen sportwedstrijd en beschouwt de gemeente als een exponent van de verruwing van de maatschappij en daardoor in strijd met de goede zeden (ABRS 25-08-2000);

  • evenementen waarbij dieren ter vermaak worden gebruikt en waarbij tevens de gezondheid van het dier gevaar kan lopen; de gemeente verleent alleen vergunningen aan circussen die zijn aangesloten bij de Vereniging van Nederlandse Circusondernemingen (VNCO).

Advisering

Gedurende de behandeltermijn van acht weken wordt door de vergunningverlener advies ingewonnen bij in ieder geval de politie en brandweer. Zij adviseren binnen twee weken na ontvangst van de adviesaanvraag. De gegeven adviezen worden in beginsel door de gemeente opgevolgd.

Indien van toepassing vraagt de vergunningverlener ook advies aan:

  • de verkeersmedewerker van team Ruimtelijk Beleid van de gemeente;

  • het team Bestuurlijke en Juridische Zaken van de gemeente;

  • het team Handhaving van de gemeente;

  • het team Wijkbeheer van de gemeente;

  • de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR); alle evenementen die vallen onder verzwarende omstandigheden (zie voor die criteria in paragraaf 5.1.2);

  • de eigenaren van het perceel waarop het evenement gaat plaatsvinden, waaronder Staatsbosbeheer en Groengebied Amstelland;

  • andere overheidsdiensten en/of buurgemeenten;

  • de winkeliersvereniging indien de aanvraag een braderie bij het winkelcentrum betreft.

Zienswijzen derde belanghebbenden

De vergunningverlener moet derde belanghebbenden (zoals omwonenden en het bestuur van een winkeliersvereniging) in de gelegenheid stellen hun zienswijzen naar voren te brengen, als wordt verwacht dat zij tegen de vergunningverlening bedenkingen zullen hebben (artikel 4:8 Awb).

De behoefte aan het volgen van zo’n inspraakprocedure zal in het algemeen toenemen naarmate de schaal van het evenement en de te verwachten effecten groter worden. Bij grote evenementen zal altijd sprake zijn van zo’n inspraakprocedure. Dan ligt de aanvraag gedurende vier weken ter inzage in het gemeentehuis. De belanghebbenden kunnen naar keuze schriftelijk of mondeling zienswijzen naar voren brengen.

Indien nodig kan de termijn van vier weken worden verkort tot bijvoorbeeld twee weken.

 

Voornemen tot weigering van een vergunning

Voordat tot weigering van een evenementenvergunning kan worden besloten, wordt de organisator eerst in de gelegenheid gesteld om een zienswijze, schriftelijk of mondeling, naar voren te brengen (artikel 4:7 Awb).

Dit gebeurt als de afwijzing gebaseerd is op gegevens over feiten en belangen, die de aanvrager betreffen en als deze afwijken van gegevens, die de aanvrager heeft verstrekt. Bij het uiteindelijke besluit wordt de zienswijze meegewogen.

 

4.3 Besluit op de aanvraag en mogelijkheid van bezwaar

Als een vergunning voor een evenement wordt verleend, wordt deze op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt. Op dit moment worden gemeentelijke bekendmakingen geplaatst op de gemeentepagina in het Diemer Nieuws. De vergunning is in het gemeentehuis in te zien. De vergunningverlener stuurt een kopie van het besluit naar de indieners van zienswijzen en de adviserende diensten.

 

De organisator is verplicht om omwonenden en belanghebbenden (zoals het bestuur van een winkeliersvereniging) tenminste een week van tevoren schriftelijk te informeren over het evenement. Omwonenden zijn in dit verband diegenen, waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen, dat ze hinder (zoals geluid- en parkeerhinder) kunnen ondervinden van het evenement. Een kopie van de informatie dient te worden toegezonden aan de vergunningverlener en team Communicatie van de gemeente.

 

Als een vergunning voor een evenement wordt geweigerd, kan de aanvrager daar tot zes weken na bekendmaking bezwaar tegen maken bij de burgemeester. In het weigeringsbesluit wordt hierover nadere informatie verstrekt.

 

Tegen een verleende vergunning kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen bij de burgemeester. Ook hier geldt een termijn van zes weken nadat het besluit op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt. Als in verband met de betrokken belangen spoed vereist is, kan - gelijktijdig met of na het indienen van een bezwaarschrift - aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam (Sector bestuursrecht) worden gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen. Met zo’n voorziening kunnen de gevolgen van de verleende vergunning worden opgeschort. De verzoeker is hiervoor griffierecht verschuldigd.

 

4.4 Intrekking of wijziging van de vergunning

De burgemeester kan de verleende vergunning intrekken of wijzigen (artikel 1:6 APV) indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;

  • c.

    indien aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • d.

    indien van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn, dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn;

  • e.

    de vergunninghouder dit verzoekt.

HOOFDSTUK 5 AAN VERGUNNINGEN TE VERBINDEN VOORSCHRIFTEN

 

De burgemeester is bevoegd om de vergunning voor evenementen te weigeren of te verlenen en voorschriften en beperkingen te stellen aan de vergunning (artikel 174 Gemeentewet). De voorschriften en beperkingen worden afgestemd op de uitstralingseffecten. Soms zijn er standaard richtlijnen op basis van bijvoorbeeld het aantal te verwachten bezoekers. In andere gevallen zal sprake zijn van maatwerk.

 

De organisator is eerstverantwoordelijk voor een veilig en ordelijk verloop van het evenement.

De organisator moet:

  • a.

    instaan voor de veiligheid van de bezoekers;

  • b.

    de toestroom van het verkeer en het parkeren goed regelen;

  • c.

    zorgen voor communicatie naar bezoekers, omwonenden en andere belanghebbenden;

  • d.

    de overlast zoveel mogelijk beperken;

  • e.

    bij de opbouw en afbouw en tijdens het evenement altijd aanwezig, bereikbaar en aanspreekbaar zijn (zelf of een door hem aangewezen leidinggevende vervanger). De organisator kan aansprakelijk worden gesteld voor tijdens het evenement veroorzaakte schade door onrechtmatige daad.

In paragraaf 5.1 is de toelichting bij de algemene voorschriften verdeeld over de onderwerpen (de voorschriften zelf staan in bijlage 2):

  • 1.

    openbare orde en veiligheid;

  • 2.

    hygiëne en volksgezondheid;

  • 3.

    verkeer en vervoer;

  • 4.

    milieu: afval, geluid en natuur.

Het hoofdstuk wordt afgesloten met de onderwerpen toezicht en handhaving, communicatie en evaluatie.

5.1 Algemene voorschriften

5.1.1 Openbare orde en veiligheid

Het is verboden om bij een evenement de orde te verstoren (artikel 2:26 APV).

De organisator van het evenement is in eerste instantie verantwoordelijk voor de orde en de veiligheid van de bezoekers op het evenemententerrein. Hij moet daarom zorgen voor voldoende toezicht (beveiligers en/of toezichthouders).

De coördinator team Handhaving van de gemeente organiseert voorafgaand aan een groot evenement een uitvoeringsoverleg waar de taken en gebruik van bevoegdheden worden afgestemd tussen de verschillende partijen: de gemeentelijke handhavers, de politie, de organisator van het evenement en de door hem ingehuurde beveiligers en/of toezichthouders. In dit overleg worden ook de risicopunten besproken en hoe de vergunning wordt gehandhaafd.

Tijdens het evenement moet de organisator of een door hem aangewezen leidinggevende altijd op het evenemententerrein aanwezig, bereikbaar en aanspreekbaar zijn. Hij is het aanspreekpunt voor aanwijzingen van de hulpdiensten. De organisator moet te allen tijde aanwijzingen van politie, brandweer, GHOR en gemeente opvolgen.

Niet opvolgen van de aanwijzingen kan ertoe leiden dat de burgemeester het evenement stillegt (artikel 5.24 lid 5 Awb en artikel 175 Gemeentewet).

 

Verlichting

Voorafgaand aan een groot evenement wordt door team Wijkbeheer van de gemeente de openbare verlichting gecontroleerd en zo nodig in orde gebracht. De organisator kan worden verplicht om aanvullende verlichting aan te brengen.

Indien de toegang tot een evenemententerrein en/of het evenemententerrein zelf onvoldoende is verlicht, wordt in de vergunning een begin- en/of eindtijdstip opgenomen dat overeenkomt met het tijdstip van zonsopgang en/of zonsondergang.

 

Beveiliging/bewaking

Afhankelijk van de aard van het evenement en de risicoanalyse kunnen vrijwilligers op het evenemententerrein het toezicht uitoefenen of huurt de organisator een (door de minister van Veiligheid en Justitie erkend) professioneel beveiligingsbedrijf in.

Indien meer dan 2.000 bezoekers worden verwacht en/of een veiligheidsplan is opgesteld, worden in beginsel gecertificeerde beveiligers ingezet.

De norm is dat er één beveiliger en/of toezichthouder op 250 gelijktijdig aanwezige bezoekers moet zijn.

Op basis van ervaringsgegevens van het evenement (heeft het evenement wel of niet een verhoogd veiligheidsrisico?) kan de vergunningverlener hiervan afwijken.

De bij de organisatie betrokken beveiligers, toezichthouders en andere vrijwilligers moeten goede instructie krijgen over de vluchtroutes vanaf het evenemententerrein, moeten bekend zijn met de aanrijroutes van de hulpdiensten en moeten zelf ook parkeren op de daartoe bestemde locaties.

 

Brandveiligheid

De algemene voorschriften in bijlage 2 worden in de evenementenvergunning opgenomen. Dit geldt alleen voor die voorschriften die van toepassing zijn op het evenement. Dus, als er geen tribunes zijn op een evenement, zijn de voorschriften voor tribunes uiteraard niet van toepassing.

Bij sommige evenementen zal de brandweer specifieke voorschriften opstellen, die in de evenementenvergunning worden opgenomen.

 

Als niet aan de voorschriften wordt voldaan, wordt er geen evenementenvergunning verstrekt of kan deze worden ingetrokken. Dan kan het evenement niet doorgaan. Het is daarom belangrijk dat de organisator van een evenement zich houdt aan de voorschriften.

5.1.2 Hygiëne en volksgezondheid

De gemeente maakt gebruik van adviezen van de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR).

Voor evenementen tot 5.000 gelijktijdig aanwezige bezoekers zonder verzwarende omstandigheden wordt gebruik gemaakt van het standaard advies van de GHOR.6 Zijn er wel verzwarende omstandigheden dan zal de gemeente een maatwerkadvies vragen aan de GHOR.

 

Verzwarende omstandigheden: maatwerkadvies

Indien aan één of meer van onderstaande criteria wordt voldaan is sprake van verzwarende omstandigheden en wordt door de vergunningverlener een maatwerkadvies gevraagd aan de GHOR:

  • a.

    er is sprake van een meerdaags evenement waarbij gebruik wordt gemaakt van tijdelijke huisvesting of tijdelijke kampeervoorziening;

  • b.

    er wordt gebruik gemaakt van waterverneveling (bijvoorbeeld: douche; fontein; natmaken van bezoekers met een waterslang) of er worden zwem-, speel- of bubbelbaden op het evenemententerrein geplaatst;

  • c.

    bij het evenement zijn (huis)dieren betrokken;

  • d.

    tijdens het evenement worden tatoeages, inclusief permanente make-up, of piercings gezet (hiervoor is een vrijstelling van de vergunningsplicht nodig van de GGD);

  • e.

    er wordt voedsel bereid buiten de reguliere horecavoorzieningen of in een uitbouw van een reguliere horecavoorziening;

  • f.

    als het een Dance feest betreft of de verwachting bestaat dat sprake zal zijn van bovenmatig alcohol- en/of drugsgebruik;

  • g.

    als bij het evenement veel mensen worden verwacht met een slechte mobiliteit;

  • h.

    het evenement is gericht op mensen die een zware fysieke inspanning gaan leveren;

  • i.

    omgevingsfactoren brengen extra risico’s met zich mee (bijvoorbeeld: activiteit voor kinderen bij open water; activiteit in de buurt van een risicobedrijf);

  • j.

    het ruimtelijk profiel van het evenemententerrein brengt extra risico’s met zich mee (bijvoorbeeld: moeilijke toegankelijkheid; uitgestrektheid; meerdere podia);

  • k.

    er ontstaat een beperking in de hulpverleningscapaciteit voor omwonenden (bijvoorbeeld door afsluiting van een aanrijroute);

  • l.

    er worden meer dan 5.000 gelijktijdig aanwezige bezoekers verwacht.

Standaardadvies

Het standaardadvies bestaat uit vier onderdelen:

  • a.

    in te zetten eerstehulpverleners;

  • b.

    inrichting van een EHBO-post en de bereikbaarheid daarvan;

  • c.

    hygiënezorg (drinkwater, toiletten, horeca, afval);

  • d.

    weersomstandigheden.

  • a.

    In te zetten eerstehulpverleners

  • De algemene regel van één eerstehulpverlener per 1.000 gelijktijdig aanwezige bezoekers, met een minimum van twee eerstehulpverleners, is komen te vervallen. Van geval tot geval moet worden afgewogen of en zo ja, hoeveel eerstehulpverleners van een bepaald deskundigheidsniveau aanwezig moeten zijn.

    De drie deskundigheidsniveaus zijn:

    BLS (Basic Life Support) niveau betreft de reguliere hulpverlener die in staat is om generieke basishulp zonder specifieke hulpmiddelen te leveren. Een AED (Automatische Externe Defibrillator) dient standaard aanwezig te zijn. Voor de noodzakelijke expertise wordt gerefereerd aan het Oranje Kruisboekje.

    BLS+ (Basic Life Support+) niveau betreft hulpverleners die ook zicht hebben op het totale klinische beeld van de patiënt. Dit zijn basisartsen, verpleegkundigen met recente ervaring op spoedeisende hulpverlening, IC of CCU. De extra deskundigheid maakt het mogelijk om met dezelfde hulpmiddelen de handelingsvaardigheid te vergroten en/of specifieke klinische beelden te onderkennen.

    ALS (Advanced Life Support) niveau dient op basis van het Landelijk Protocol Ambulancezorg geboden te worden door bevoegd en bekwaam personeel van een zorginstelling met de beschikking over ALS instrumentarium. Dit niveau is aanwezig voor hoog complexe hulpvragen en zicht op het totale klinische beeld van de patiënt. Tevens dienen zij als professionele ondersteuners van de BLS hulpverleners.

    De eerstehulpverleners:

    • dienen duidelijk herkenbaar te zijn;

    • dienen met uitzondering van het ALS-personeel, allen in het bezit te zijn van een geldig E.H.B.O.-diploma, inclusief aantekening reanimatie en AED bediening; de GGD/GHOR heeft te allen tijde het recht om het medisch personeel te controleren;

    • die ingezet worden als ALS-hulpverlener dienen ingeschreven te zijn in het BIG-register; de GGD/GHOR heeft te allen tijde het recht om het medisch personeel te controleren;

    • die ingezet worden als ALS-hulpverleners dienen bevoegd en bekwaam te zijn om hulpverleningen uit te voeren op ALS-niveau (Advanced Life Support cf. LPA 8.0), onder de verantwoordelijkheid van een medisch manager;

    • dienen een kopie van hun diploma’s en/of registratie bij zich te hebben en desgewenst te kunnen tonen;

    • dienen bij dancefeesten gespecialiseerd te zijn in drugshulpverlening.

  • l

    Vanaf een half uur voor aanvang tot een uur na einde van het evenement dient de medische hulpverleningsorganisatie aanwezig en operationeel te zijn.

    Na afloop van het evenement dient de evenementorganisatie of de EHBO-organisatie de registratie van de hulpverlening ter beschikking te stellen aan de GHOR: evenementenadvies@ghorasd.nl

  • b.

    inrichting van een EHBO-post en de bereikbaarheid daarvan

  • Op het evenemententerrein dient in beginsel minimaal één EHBO-post aanwezig te zijn. Deze moet aan diverse voldoen die in de voorschriften in bijlage 2 zijn opgenomen. De organisator zorgt ervoor dat alle betrokkenen weten waar de EHBO-post geplaatst is.

    Voor ambulances dient de EHBO-post te allen tijde goed bereikbaar te zijn. Hierbij is van belang dat een vrije aan- en afvoerroute aanwezig blijft. Indien de ondergrond onverhard is, zijn aanpassingen (bijvoorbeeld met behulp van rijplaten) een voorwaarde. De aan- en afvoerroute van de EHBO-post dient tevens aan te sluiten op de calamiteitenroute. In het veiligheidsplan van de organisatie dient deze calamiteitenroute duidelijk te zijn aangegeven door middel van een tekening en een beschrijving van de route.

    De calamiteitenroute mag geen onderdeel zijn van een ontruimingsplan om tegengestelde verkeersstromen te voorkomen. De calamiteitenroute dient altijd vrij gehouden worden ten behoeve van de nood- en hulpdiensten.

    Bij medische spoed kan via het landelijke alarmnummer 112 ambulancehulpverlening aangevraagd worden. Voor intercollegiaal overleg of aanvragen van minder spoedeisend vervoer, kan gebeld worden met de Meldkamer Ambulancezorg (MKA) op 088-0129890. Voor aanvang van het evenement kan de leidinggevende van de medische hulpverleningsorganisatie zich tevens inmelden via dit nummer bij de MKA.

  • c.

    hygiëne zorg (drinkwater, toiletten, horeca, afval)

  • Tijdens het evenement bestaat het risico voor overdracht van infectieziekten ten gevolge van een slechte hygiëne. Ten aanzien van technische hygiënezorg worden door het LCHV te nemen maatregelen aanbevolen.

    (Tijdelijke) drinkwatervoorziening

    Sommige terreinen hebben bestaande voorzieningen, maar het kan ook voorkomen dat er tijdelijke drinkwatervoorzieningen geplaatst moeten worden die na het evenement weer verwijderd worden. De regels waaraan moet worden voldaan zijn opgenomen in de voorschriften in bijlage 2.

    Sanitaire voorzieningen

    De algemene regel van één toilet per 150 gelijktijdig aanwezige bezoekers is komen te vervallen. Van geval tot geval moet worden afgewogen hoeveel toiletten aanwezig moeten zijn. Factoren die van belang zijn voor het bepalen van het benodigde aantal toiletten zijn:

    • het aantal te verwachten bezoekers;

    • de samenstelling van het publiek (mannen/vrouwen/jeugd);

    • de gemiddelde verblijfstijd (dagevenement of meerdaags evenement);

    • het soort evenement (vanwege het gedragspatroon);

    • het type toiletten (toiletten op waterspoeling of mobiele toiletten) dat wordt gebruikt;

    • de verwachte piekdrukte (bijvoorbeeld showpauzes);

    • het consumptieve gedrag (wordt er veel gedronken?).

  • In de voorschriften in bijlage 2 is opgenomen waaraan toiletten moeten voldoen.

    Horeca

    Op veel publieksevenementen zijn tijdelijke eetgelegenheden aanwezig. De organisator is vanuit het Warenwetbesluit wettelijk verplicht maatregelen te nemen die de kans verkleinen dat medewerkers en bezoekers ziek worden van bedorven eten en drinken. In hygiënecodes staan voedselveiligheidsmaatregelen die voor alle stadia van voedselverwerking gelden: van het kopen of ontvangen tot het bewaren, het bereiden en het serveren van eten en drinken. Hygiënecodes zijn een praktische uitwerking van de HACCP (Hazard Analysis Critical Control Points; een systeem om de voedselveiligheid te beheersen). Met behulp van een goedgekeurde hygiënecode kan de organisator voldoen aan de wettelijke voorschriften van voedselveiligheid. Voorbeelden van goedgekeurde en veelgebruikte hygiënecodes op evenementen zijn de Hygiënecode voor de horeca en de Hygiënecode voor de contract- en inflightcatering. Een overzicht van alle goedgekeurde hygiënecodes staat op de website van de toezichthouder, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit: www.nvwa.nl. De hygiëneadviseur van de GGD heeft een signalerende functie.

    Bij de aanvraag om een evenementenvergunning moet worden vermeld welke hygiënecode tijdens het evenement wordt gebruikt.

    • Bepaal volgens welke hygiënecode(s) er op uw locatie wordt gewerkt. Zorg dat de gekozen code alle voedselprocessen tijdens het evenement dekt.

    • Zorg dat iedereen die betrokken is bij voedselprocessen volgens de gekozen hygiënecode werkt.

  • Afval

    Afval kan een bron van ziektekiemen zijn. Bovendien trekt afval dierplagen aan. Daarom moet de opslag en afvoer van afval aan bepaalde eisen voldoen.

    • Leeg afvalemmers voldoende vaak, maar minstens één keer per dag. Sluit de zakken goed en bewaar ze in gesloten afvalcontainers op een aparte afvalplaats.

    • Houd de opslagplaats schoon, zodat er geen ratten of andere plaagdieren op af komen. Plaats geen afval naast afvalcontainers. Zorg dat het afval wordt opgehaald voordat de (laatste) container overvol is.

    • Verschoon damesverbandcontainers in de damestoiletten dagelijks. Worden de containers geleegd door een leverancier? Spreek dan een geschikte termijn af.

    • Verzamel dierlijke afvalstoffen, zoals mest, gescheiden van het overige afval en zorg dat bezoekers hier niet mee in aanraking komen.

  • In de voorschriften in bijlage 2 zijn de eisen opgenomen.

  • d.

    weersomstandigheden

  • De organisator dient de dag voorafgaand aan het evenement en op de dag zelf te zorgen voor een oordeel over de vraag of het, gezien de (weers)omstandigheden, verantwoord is om het evenement te laten starten of voort te zetten. Voor een meerdaags evenement geldt dit voor elke dag.

    Indien van toepassing wordt gebruik gemaakt van de beoordelingsprocedure uit het draaiboek weersomstandigheden (zie paragraaf 4.1).

    Bij een dreigende situatie is het van belang dat de organisatie tijdig afstemt met de hulpdiensten over te nemen beslissingen. Denk hierbij aan het organiseren en bieden van handelingsperspectieven, het stilleggen, beëindigen of ontruimen van het evenement. De coördinator team Handhaving van de gemeente wijst iemand aan die namens de gemeente proactief het weer monitort. Indien de organisator geen maatregelen treft bij extreem weer, is de burgemeester bevoegd om het evenement stil te leggen.

5.1.3 Verkeer en vervoer

Evenementen hebben invloed op het verkeer vanwege parkeerdrukte maar ook omdat de locatie van een evenement doorgaande wegen kan betreffen die hiertoe afgezet moeten worden. Tijdens evenementen moeten belangrijke bestemmingen bereikbaar blijven.

 

Parkeren

Bij evenementen met veel toeschouwers kunnen auto’s zorgen voor parkeerproblemen. Per activiteit wordt nagegaan of en in hoeverre parkeeroverlast tot verkeershinderlijke of verkeersonveilige situaties leidt. Zo nodig moet een parkeerplan worden opgesteld.

De organisator van een activiteit op het parkeerterrein Muiderstraatweg bij ingang Diemerbos dient voor voldoende (tijdelijke) parkeerplaatsen te zorgen.

De organisator van een activiteit op een ander dan bovenstaand terrein dient het publiek te informeren over bereikbaarheid met het openbaar vervoer.

Ook moet het publiek gestimuleerd worden om lopend of met de fiets te komen.

In geval van ernstige overlast door fout geparkeerde fietsen kan de gemeente de organisator verplichten om vrijwilligers in te zetten om fietsers te verwijzen naar de fietsparkeergelegenheden.

 

Afsluiten van wegen en overige verkeersmaatregelen

Voor evenementen kunnen wegen of weggedeelten in sommige gevallen op verzoek van een organisator tijdelijk worden afgesloten.

Afsluiting van een weg ten behoeve van een evenement kan in elk geval niet plaatsvinden, indien de verkeersveiligheid en/of doorstroming van het verkeer in het geding is, bijvoorbeeld:

  • a.

    als gevolg van tijdelijke situaties (reconstructies wegen);

  • b.

    als er geen redelijk alternatief is voor doorgaand verkeer, hulpdiensten of het openbaar vervoer.

Bij de beslissing om al dan niet wegen af te sluiten worden uitdrukkelijk alle betrokken belangen meegewogen. Hieronder vallen zowel de belangen van de organisator van een evenement als die van aanwonenden, ondernemers en/of andere instanties uit de betreffende straat en/of de omgeving.

Uitgangspunten zijn:

  • afsluiten van straten met enige omvang met als gevolg een omleiding over straten die hiervoor niet geschikt zijn, is in verband met de verkeersveiligheid en overlast voor bewoners niet gewenst;

  • alle locaties/panden in het af te sluiten gebied moeten voor de hulpdiensten voldoende bereikbaar zijn; grote verkeersaders en gebiedsontsluitingswegen zullen daarom in beginsel niet worden afgesloten, tenzij op andere wijze de bereikbaarheid voor de hulpdiensten is gegarandeerd; brandkranen en waterwinpunten dienen te allen tijde bereikbaar te zijn;

  • in het geval van het bezet houden van het trottoir, waardoor voetgangers gedwongen zijn de weg over te steken of op het fietspad of de rijbaan te lopen, dienen er (oversteek) voorzieningen voor voetgangers te worden getroffen;

  • verkeersveiligheid kan een reden zijn om de organisator een verkeersplan te laten opstellen;

  • De organisator zorgt in ieder geval, dat:

    • a.

      bewoners, bedrijven en instellingen tenminste een week voorafgaand op de hoogte worden gesteld van een afzetting (van een straat en/of parkeerterrein);

    • b.

      de doorgaande routes voor hulpdiensten vrij zijn van auto’s, wegafzettingen en andere obstakels.

Indien nodig worden voertuigen conform de Wegsleepverordening Diemen door de gemeente verwijderd.

 

Verkeersregelaars

Bij activiteiten op de openbare weg waarbij het verkeer voor de veiligheid van de deelnemers en de weggebruikers geregeld moet worden, zijn verkeersregelaars vereist. De Regeling Verkeersregelaars 2009 is hierop van toepassing.

 

Er zijn drie soorten verkeersregelaars:

  • (beroeps)verkeersregelaar;

  • evenementenverkeersregelaar voor bepaalde tijd (art. 3, lid 5 regeling verkeersregelaars 2009);

  • eenmalige evenementenverkeersregelaar (art. 3, lid 4 regeling verkeersregelaars 2009).

Een eenmalige evenementenverkeersregelaar:

  • wordt voor dat evenement aangesteld;

  • moet door middel van e-learning een standaardinstructie hebben gevolgd bij de Stichting Verkeersregelaars Nederland;

  • is tenminste 16 jaar7 oud;

  • is in het bezit van een instructieverklaring van de politie waaruit blijkt dat de standaard instructie is gevolgd.

Per evenement kan worden volstaan met één algemeen aanstellingsbesluit met een groslijst met personalia. De eenmalige evenementenverkeersregelaar ontvangt dus geen aanstellingspas.

 

Een evenementenverkeersregelaar voor bepaalde tijd wordt aangewezen voor een periode van maximaal twaalf maanden en kan worden ingezet bij evenementen die in die periode plaatsvinden. De evenementenverkeersregelaar voor bepaalde tijd heeft een uitgebreide theoretische instructie gevolgd en ontvangt een aanstellingscertificaat.

 

Voor de duur van hun aanstelling dienen verkeersregelaars verzekerd te zijn tegen wettelijke aansprakelijkheid. Het bedrag waarvoor verzekerd is, moet ten minste even hoog zijn als de som waarvoor de wettelijke aansprakelijkheidsverzekering, bedoeld in de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen, ten minste moet zijn gesloten.

Volgens het Burgerlijk Wetboek wordt de organisator beschouwd als werkgever met de daaraan verbonden verantwoordelijkheden zoals risicoaansprakelijkheid. Ook de verkeersregelaars vallen daaronder. Iedere organisator van een evenement wordt daarom geadviseerd zorg te dragen voor een evenementenverzekering waarin het regelen van het verkeer door verkeersregelaars expliciet is opgenomen.

Bij de uitoefening van hun taak dienen verkeersregelaars duidelijk herkenbaar te zijn.

Evenementenverkeersregelaars oefenen hun taak uit onder direct toezicht van de politie.

 

Plaatsen van borden

Voor het plaatsen van borden op de openbare weg is toestemming nodig van de wegbeheerder. Voor rijkswegen geeft Rijkswaterstaat de toestemming, voor provinciale wegen de provincie, en voor gemeentelijke wegen de gemeente. Het Besluit Algemene Bepalingen Wegverkeer (BABW) geeft regels over het plaatsen van borden.

Er zijn twee soorten borden: verwijzingsborden en verbodsborden. In beginsel worden de borden door de gemeente geplaatst.

De kosten van het plaatsen van de borden kan de wegbeheerder verhalen op de organisator van het evenement. De materialen die benodigd zijn voor het treffen van verkeersmaatregelen (zoals afzettingen) kunnen tegen betaling van een borgsom of vergoeding worden geleend bij het team Wijkbeheer van de gemeente. Wanneer er niet voldoende materialen beschikbaar zijn bij het team Wijkbeheer dient de organisator (op eigen kosten) zelf zorg te dragen van aanschaf of huur van materialen.

Bij schade of vermissing van de geleende materialen worden de kosten daarvan in rekening gebracht bij de organisator.

Indien nodig worden conform de Wegsleepverordening Diemen voertuigen door de gemeente verwijderd.

 

5.1.4 Milieu: afval, geluid en natuur

Milieuzorg is belangrijk bij het organiseren van een evenement. Eventuele overlast voor omwonenden, bedrijven en de natuur moet zoveel mogelijk worden beperkt. Daarnaast is het beperken van afval en het gescheiden inzamelen van afval van belang.

 

Afval

Tijdens een evenement in de buitenlucht of in een tent moeten dranken in kunststof (plastic) bekers worden verstrekt. In verband met de gescheiden inzameling en hergebruik van plastic verdient het aanbeveling om voor koude en warme dranken dezelfde soort beker te gebruiken. Indien het voorkomen van onnodig afval daartoe aanleiding geeft, kan de vergunningverlener voorschrijven dat voor te verstrekken bekers een statiegeld moet worden geheven.

Tijdens het evenement dienen voldoende afvalbakken op het evenemententerrein aanwezig te zijn.

De organisator van het evenement is verantwoordelijk voor het schoon opleveren van het evenemententerrein. Direct na afloop van het evenement moet het terrein worden schoongemaakt, waarbij het afval zoveel mogelijk moet worden gescheiden.

Wordt dit nagelaten dan zorgt de gemeente voor opruim- en schoonmaakwerkzaamheden op kosten van de organisator.

 

Geluid van inrichtingen (zoals horecabedrijven)

Voor het geluid van type A en type B inrichtingen gelden de eisen die zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Voor collectieve en maximaal zes incidentele festiviteiten kan van die normen worden afgeweken (artikelen 4.2 en 4.3 APV).

Een aanvraag om een evenementenvergunning wordt, indien van toepassing, tevens aangemerkt als een kennisgeving van een incidentele festiviteit.

Bij collectieve en gemelde incidentele festiviteiten zijn onderstaande, hogere geluidsnormen op grond van de APV toegestaan:

  • het equivalente geluidsniveau LAeq veroorzaakt door de festiviteit bedraagt niet meer dan 70 dB(A) gemeten op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen op een hoogte van 1,5 meter; bij collectieve festiviteiten geldt ook een maximaal geluidsniveau van 80 dB(A);

  • deze geluidswaarden zijn inclusief onversterkte muziek en stemgeluid en exclusief 10 dB(A) toeslag vanwege de correctie voor duidelijk herkenbaar muziekgeluid;

  • het ten gehore brengen van muziek dient te worden beëindigd op de hierna genoemde tijdstippen:

    • o

      zondag tot en met donderdag uiterlijk om 23.30 uur;

    • o

      vrijdag en zaterdag uiterlijk om 0.30 uur;

    • o

      feestdagen waarbij de volgende dag een gewone werkdag is uiterlijk om 23.30 uur;

    • o

      zondag en/of feestdagen waarbij de volgende dag geen werkdag is uiterlijk om 0.30 uur.

Geluid bij evenementen in de open lucht

Voor het geluid bij evenementen in de open lucht gelden speciale regels (artikel 4:6 leden 5, 6 en 7 APV).

Bij evenementen als bedoeld in artikel 2:25 geldt een maximum geluidsniveau op de gevel van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen van:

  • a.

    in de bebouwde kom:

    • voor kleine en middelgrote evenementen LAeq 60 dB(A) en 70 dB(C);

    • voor middelgrote en grote evenementen waarbij het ten gehore brengen van muziek het hoofddoel is LAeq 70 dB(A) en 80 dB(C);

  • b.

    in het buitengebied:

    • voor kleine en middelgrote evenementen LAeq 60 dB(A) en 60 dB(C);

    • voor middelgrote en grote evenementen waarbij het ten gehore brengen van muziek het hoofddoel is gedurende maximaal vier dagen, verdeeld over twee weekenden, LAeq 60 dB(A) en 79 dB(C) en gedurende maximaal vier dagen, verdeeld over twee weekenden, LAeq 65 dB(A) en 83 dB(C).

  • Deze geluidswaarden zijn inclusief onversterkte muziek en stemgeluid. Metingen worden gedurende vijf minuten uitgevoerd volgens de Handleiding meten en rekenen industrielawaai; daarbij wordt het volgende buiten beschouwing gelaten:

    • een bedrijfsduurcorrectie voor muziekgeluid (Cb);

    • een meteocorrectie (Cm);

    • de gebruikelijke meteoraamcondities;

    • 10 dB(A) toeslag vanwege de correctie voor duidelijk herkenbaar muziekgeluid. De geluidsniveaus mogen worden voortgebracht vanaf 09.00 uur, op zondag vanaf 13.00 uur, tot uiterlijk 23.30 uur in de bebouwde kom en tot uiterlijk zonsondergang in het buitengebied. De burgemeester kan in bijzondere omstandigheden afwijken, waaronder nadere eisen stellen, van de geluidsnormen en de eindtijden.

Toelichting

In algemene zin geldt bij kleine en een deel van de middelgrote evenementen als norm 60 dB(A). Ter vergelijking: een normaal gesprek of de televisie komen uit op 50-55 dB(A) en rustig pianospel op 70 dB(A).

Bebouwde kom

De normen in de bebouwde kom voor middelgrote en grote evenementen waarbij het ten gehore brengen van muziek het hoofddoel is, komen overeen met de normen voor collectieve festiviteiten (uit artikel 4:2 APV). Voor de kleine en andere middelgrote evenementen in de bebouwde kom geldt een strengere norm om de hinder voor omwonenden te beperken.

Buitengebied

De norm voor het buitengebied is strenger omdat het geluid daar op veel grotere afstand hoorbaar en hinderlijk is voor zowel mens als dier. De organisator moet bij de aanvraag aangeven binnen welke bronvermogens het festival wordt georganiseerd. Wordt een te hoog bronvermogen aangevraagd om de norm te kunnen halen, dan zal de vergunning geweigerd moeten worden. Voor kleine en andere middelgrote evenementen in het buitengebied geldt een strengere norm voor de dB(C). Dit om een al te hoog bronvermogen, gegeven de vaak grote afstand tot woningen, te voorkomen.

Zondag

Voor evenementen die op zondag plaatsvinden geldt dat het nooit is toegestaan om voor 13.00 uur geluid te produceren dat op een afstand van meer dan 200 meter van de geluidsbron hoorbaar is. Voor de periode vanaf 13.00 uur geldt het verbod ook maar kan de burgemeester op grond van artikel 3, lid 3 van de Zondagswet ontheffing verlenen.

Afwijken van de normen

De burgemeester kan in bijzondere omstandigheden afwijken van de normen. Dit gebeurt al vele jaren voor het Diemer Festijn waar sprake is van een zeer korte afstand tussen de woningen en het evenemententerrein. Als daar geen hogere waarden worden vergund, kan het evenement niet plaatsvinden.

De burgemeester kan ook nadere eisen stellen. Bijvoorbeeld het beperken van begin- en eindstippen en/of het beperken van het geluidsniveau op bepaalde locaties, dagen en tijdstippen.

 

Handhaving geluidsnormen

Het voldoen aan de geluidsvoorschriften in de evenementenvergunning (zoals het geluidsniveau en de eindtijden) is een taak van de organisator.

Tijdens de schouw voorafgaande aan de start van het evenement wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de opstelling van de geluidsbronnen; afhankelijk van de windrichting kan het bijstellen (andere richting of lager geluidsniveau) van de geluidsbronnen noodzakelijk zijn.

Tijdens het evenement dient de organisator een logboek van het geluid bij te houden, waarin is opgenomen: het tijdstip, de plaats en met welk instrument de geluidmeting is uitgevoerd, de meetwaarden en of het volume van de geluidinstallatie is bijgesteld of niet.

Het voldoen aan de geluidsvoorschriften wordt ook gecontroleerd door team Handhaving van de gemeente.

 

Voorbeeld van toezicht en handhaving van geluidsnormen.

 

  • 1.

    Overschrijdingen van 1 of 2 dB(A) of dB(C) krijgen geen vervolg omdat de meetonzekerheid zodanig is dat bij deze waarden niet met zekerheid gesteld kan worden dat er daadwerkelijk sprake is van een overschrijding van de gestelde norm.

  • 2.

    Bij een overschrijding van 3 tot en met 5 dB(A) of dB(C) worden de organisator en geluidtechnicus gewaarschuwd zodat er direct maatregelen genomen moeten worden om het geluidsniveau te herstellen. Hierdoor wordt de organisator in de gelegenheid gesteld weer te voldoen aan de geluidsnormen. Mocht er tijdens een (meerdaags) evenement meer dan twee keer een dergelijke overschrijding plaatsvinden, dan zal de organisator een aanschrijving ontvangen van de geconstateerde overtreding. Hierin wordt aangegeven dat bij een volgend evenement en een zelfde soort overtreding door de burgemeester bestuursrechtelijk kan worden opgetreden, door middel van een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete.

  • 3.

    Bij een overschrijding van 6 of meer dB(A) of dB(C) worden de organisator en geluidtechnicus gewaarschuwd zodat er direct maatregelen genomen moeten worden om het geluidsniveau te herstellen. Mocht er tijdens een (meerdaags) evenement meer dan twee keer een dergelijke overschrijding plaatsvinden, dan ontvangt de organisator van de gemeente een brief met een last onder dwangsom. Tegelijkertijd zal een proces-verbaal worden opgesteld door de buitengewoon opsporingsambtenaar van de gemeente of de politie.

 

Natuur

De algemene voorschriften in bijlage 2 voor een evenement in het buitengebied worden opgenomen in de vergunning. Deze geven een basisbescherming voor de flora en fauna. Op basis van uitgevoerd natuuronderzoek (zie paragraaf 4.1) en/of aanwijzingen van een deskundige (ecoloog) kunnen nadere voorschriften in de vergunning worden opgenomen.

 

 

5.2 Toezicht en handhaving

Overlast kan onaanvaardbaar worden als voorschriften worden overtreden (bijvoorbeeld eindtijden of geluidsnormen). Toezicht en handhaving is daarom belangrijk. Bij grote evenementen zorgt de coördinator team Handhaving van de gemeente voor het opstellen en naleven van een draaiboek handhaving.

 

Vooroverleg en voorcontrole

De coördinator team Handhaving van de gemeente organiseert voorafgaand aan een groot evenement een uitvoeringsoverleg waar de taken en bevoegdheden worden afgestemd tussen de verschillende partijen: de gemeentelijke handhavers, de politie, de organisator en de beveiligers van het evenement. In dit overleg worden ondermeer de risicopunten besproken en hoe de vergunning wordt gehandhaafd.

Voorafgaand aan de start van het evenement, op het moment dat het is opgebouwd, maakt de organisator met de gemeentelijke handhaver, brandweer en politie een laatste ronde langs het evenement. In deze laatste schouw wordt gecontroleerd of aan de voorschriften is voldaan en of er nog gevaarlijke situaties zijn of andere knelpunten die voorafgaand aan de start van het evenement moeten worden opgelost. Daarbij wordt ook gelet op de opbouw van de geluidsbronnen.

 

Optreden tegen overtredingen

Optreden tegen overtreding van de vergunningvoorschriften gebeurt enerzijds na het constateren van overtredingen en anderzijds na het binnenkomen van gegronde klachten van omwonenden.

Daarbij wordt in beginsel een getrapt systeem gehanteerd:

  • 1.

    eerste waarschuwing om binnen tien minuten maatregelen te treffen om de overtreding van de voorschriften ongedaan te maken;

  • 2.

    tweede en laatste waarschuwing: overtreding van de vergunningvoorschriften binnen vijf minuten ongedaan maken;

  • 3.

    bij het blijvend overtreden van de voorschriften: beëindiging van het evenement. Als blijkt dat de genoemde hersteltijden te kort zijn om de nodige aanpassingen te verrichten, is het mogelijk de organisator een langere hersteltijd te geven, zulks ter beoordeling van de handhavende instanties. Omgekeerd kan de overtreding ook zodanig ernstig zijn, dat besloten wordt tot onmiddellijke beëindiging van het evenement.

Een overtreding kan gevolgen hebben voor de toekomst. Deze gevolgen kunnen zijn:

  • a.

    het opleggen van een preventieve dwangsom;

  • b.

    het voorschrijven van een strenger regime bij een volgend evenement;

  • c.

    geen vergunning voor een te organiseren evenement in de komende drie jaren.

De omstandigheden van het geval bepalen welke sanctie zal worden toegepast. Uitgangspunt is dat de overtreding direct wordt beëindigd of een volgende keer wordt voorkomen. Er zijn echter gevallen denkbaar waarbij het onmiddellijk beëindigen van de overtreding op gespannen voet staat met de handhaving van de openbare orde, of onevenredig zwaar is in verhouding tot de schade die door belanghebbenden wordt geleden. In die gevallen zullen er in beginsel slechts consequenties voor de toekomst aan de overtreding verbonden worden.

 

Handhaven van de openbare orde

In eerste instantie is de organisator van het evenement verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde op het evenemententerrein. Er kan hiervoor gebruik gemaakt worden van door de organisator ingehuurde beveiligers.

Op het omliggende terrein is de politie onder het gezag van de burgemeester belast met de handhaving van de openbare orde en het verlenen van hulp aan hen die dat nodig hebben (artikel 11 Politiewet 2012). De politie is in beginsel terughoudend met haar optreden op het evenemententerrein.

 

Bij verstoring van de openbare orde of bij ernstige vrees daarvoor, is de burgemeester bevoegd bevelen te geven die hij noodzakelijk acht voor de handhaving van de openbare orde (artikel 172, lid 3 Gemeentewet). De burgemeester is ook bevoegd om bevelen te geven die met het oog op de bescherming van veiligheid en gezondheid nodig zijn (artikel 174, lid 2 Gemeentewet). Zo kan het gebeuren dat bij extreme weersomstandigheden of bij rellen de burgemeester het evenement stillegt.

 

5.3 Communicatie en evaluatie

Het aantal klachten zal aanzienlijk minder zijn als mensen weten wat wordt gedaan om de overlast te voorkomen. Daarom is het gewenst aan te geven wat de politie en de gemeente aan de hinder doen en hoe de klachtafhandeling verloopt.

Hiertoe dient de organisator het evenement middels een bewonersbrief bekend te maken aan bewoners, bedrijven en instellingen (zoals het bestuur van een winkeliersvereniging) die mogelijk hinder ondervinden van het evenement. De bewonersbrief moet tenminste een week voorafgaand aan het evenement worden verspreid. Een kopie van de bewonersbrief moet aan de vergunningverlener en team Communicatie van de gemeente worden toegezonden (zodat relevante informatie op de gemeentelijke website kan worden geplaatst). In de bewonersbrief staat in elk geval informatie over:

  • a.

    de aard en duur van het evenement;

  • b.

    de te treffen (verkeers)maatregelen, zoals: het afzetten van wegen; het instellen van een parkeerverbod of het veranderen van de toegestane rijrichting;

  • c.

    de manier waarop de organisator probeert de overlast te beperken;

  • d.

    de contactgegevens van de ter plaatse verantwoordelijken voor de handhaving van de vergunningvoorschriften.

Bij kleinere evenementen kan worden volstaan met een informatienummer waarop de organisator te bereiken is.

 

Folderen en flyeren

Folders en flyers worden vaak, al dan niet gelezen, op straat gegooid hetgeen leidt tot ongewenste en onnodige vervuiling van de openbare ruimte. Beter is het om informatie te verstrekken vanuit een centraal informatiepunt en gebruik te maken van borden en/of spandoeken.

 

Evaluatie

Na afloop van in ieder geval grote evenementen evalueert de gemeente met de organisator en andere betrokkenen de voorbereiding en uitvoering van het evenement en de effectiviteit van de genomen maatregelen. De conclusies uit de evaluatie kunnen worden gebruikt bij de voorbereiding en vergunningverlening van toekomstige evenementen.

Het initiatief voor het bijeenroepen van de betrokken partijen voor de evaluatie ligt bij de coördinator team Handhaving van de gemeente.

De burgemeester van Diemen,

E. Boog.

BIJLAGE 1 ADRESSENLIJST

 

Brandweer Amsterdam-Amstelland, Karspeldreef 16, Postbus 92171, 1090 AD Amsterdam, Telefoon (020) 555 66 66, office@brandweeraa.nl, www.brandweer.nl/amsterdam-amstelland

Brandweer Diemen, D.J. den Hartoglaan 2, 1111 ZC Diemen, Telefoon (020) 690 34 34.

Gemeente Diemen, D.J. den Hartoglaan 1, Postbus 191, 1110 AD Diemen, Telefoon (020) 31 44 644, info@diemen.nl, www.diemen.nl.

GHOR / GGD, Nieuwe Achtergracht 100, Postbus 2200, 1000 CE Amsterdam,

Telefoon (020) 555 59 11, evenementenadvies@ghorasd.nl, www.gggd.amsterdam.nl

Groengebied Amstelland, Amsteldijk-Noord 55, 1183 TE Amstelveen,

Telefoon (020) 496 56 56, info@groengebied-amstelland.nl

GVB, afdeling Tijdelijke Verkeersmaatregelen, Arlandaweg 100, 1043 HP Amsterdam, Telefoon (020) 460 64 21, tvm@gvb.nl, www.gvb.nl

KIWA, Sir Winston Churchilllaan 273, Postbus 70, 2280 AB Rijswijk,

Telefoon: (070) 414 44 80, certi@kiwa.nl

Luchtverkeersleiding, operationele helpdesk, Postbus 75200, 1117 ZT Luchthaven Schiphol, Telefoon (020) 406 22 01, www.lvln.nl

Politie Amsterdam-Amstelland, korpscoördinatie, Postbus 2287, 1000 CG Amsterdam, Telefoon: (020) 559 23 67, korpscoordinatie@amsterdam.politie.nl

Politie Diemen, D.J. den Hartoglaan 5, 1111 RC Diemen, Telefoon: 0900 - 8844.

Provincie Noord-Holland, afdeling Milieubeheer en Bodemsanering,

Postbus 123, 2000 MD Haarlem, Telefoon (023) 514 31 43, post@noord-holland.nl, www.noord-holland.nl

Voedsel- en Warenautoriteit / Keuringsdienst van Waren, afdeling non-food, Hoogte Kadijk 401, 1018 BK Amsterdam, Telefoon (020) 524 46 00, nw@vwa.nl

BIJLAGE 2 VERGUNNINGVOORSCHRIFTEN

 

Op de volgende bladzijden staat een voorbeeld tekst besluit tot het verlenen van een evenementenvergunning.

 

De voorbeeld voorschriften kunnen in een evenementenvergunning en/of ontheffing Drank- en horecawet worden opgenomen.

Uiteraard worden alleen de voorschriften opgenomen die voor het evenement relevant zijn.

 

Een deel van de voorschriften is ook relevant voor meldingsplichtige evenementen, zoals de voorschriften die gelden voor: het produceren van (muziek)geluid, het gebruiken van een barbecue; het verstrekken van zwakalcoholhoudende dranken.

 

De voorschriften zijn verdeeld over de onderwerpen:

  • 1.

    algemeen (tijdsduur, medewerkers, voorzieningen, communicatie, aanwijzingen);

  • 2.

    inrichten evenemententerrein;

  • 3.

    bereiden en verstrekken van eet- en drinkwaren;

  • 4.

    verstrekken van zwakalcoholhoudende drank;

  • 5.

    plaatsen van een tent met podium voor optredens;

  • 6.

    het ten gehore brengen van (live) muziek;

  • 7.

    muziek/dance festival in het buitengebied;

  • 8.

    overige activiteiten (attracties, kramen, braderie, kermis, ballonnen, omroepen);

  • 9.

    overige bepalingen (schade, aansprakelijkheid, informatieplicht);

  • 10.

    aandachtspunten aanbieden bederfelijke eet- en drinkwaren.

Op (datum) voor het laatst aangevuld op (datum) heeft u een aanvraag ingediend om een evenementenvergunning en ontheffing Drank- en horecawet voor het houden van (naam evenement), vanaf (datum) tot en met (datum). Naar aanleiding hiervan deel ik u het volgende mee.

 

Verlenen evenementenvergunning

Ik heb besloten de evenementenvergunning en ontheffing Drank- en horecawet te verlenen met inachtneming van onderstaande motivering en voorschriften en de bij dit besluit behorende situatietekening en andere bijlagen.

 

Leges

De leges voor het in behandeling nemen van uw aanvraag bedragen op grond van artikel 1.26.1 van de Legesverordening 2013 gemeente Diemen € bedrag. Hiervoor ontvangt u separaat een factuur.

 

Motivering

  • Op grond van artikel 2:25 lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Diemen is het verboden om zonder vergunning of in afwijking van een vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

  • De vergunning kan op grond van de artikelen 1:8 en 2:25 lid 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening Diemen worden geweigerd:

    • a.

      in het belang van de openbare orde (inclusief zedelijkheid, zoals menselijke waardigheid en dierenwelzijn);

    • b.

      in het belang van de openbare veiligheid (inclusief verkeersveiligheid, brandveiligheid en veiligheid van personen en goederen);

    • c.

      in het belang van de volksgezondheid (inclusief het voorkomen van letsel of schade door bijvoorbeeld het gebruik van alcohol en/of drugs);

    • d.

      in het belang van de bescherming van het milieu (inclusief hinder of schade voor de omgeving, zoals verkeershinder, geluidhinder, (zwerf)afval en schade voor de natuur);

    • e.

      indien de inhoud of uitstraling van het evenement niet past binnen de kwaliteit, zoals het gebruik en uiterlijk aanzien, van de (woon)omgeving;

    • f.

      indien tegen de organisator in de afgelopen drie jaar een bestuurlijke sanctie is genomen.

  • Geconcludeerd is dat bovenstaande weigeringgronden niet van toepassing zijn, omdat aan de vergunning voorschriften worden verbonden die in voldoende mate tegemoet komen aan de genoemde belangen.

  • Op grond van artikel 4:6 lid 5 van de Algemene Plaatselijke Verordening Diemen geldt bij evenementen een maximum geluidsniveau op de gevel van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen binnen bepaalde begin- en eindtijdstippen.

  • Uit een beoordeling van de aangevraagde bandbreedte aan bronvermogens in dB(A) en dB(C) is gebleken dat kan worden voldaan aan voornoemd maximum geluidsniveau.

  • De politie, de brandweer, team Wijkbeheer en team Ruimtelijk Beleid hebben een positief advies uitgebracht ten aanzien van de organisatie van en positionering van alle activiteiten tijdens het evenement.

  • Door het college en de burgemeester, ieder voor zover bevoegd, is als evenemententerrein aangewezen het gebied zoals aangegeven op de bijgevoegde en van deze vergunning deeluitmakende situatietekening.

  • Er worden door de gemeente toereikende verkeersmaatregelen getroffen (op basis van het door het college genomen verkeersbesluit).

  • Waternet heeft een vergunning afgegeven voor het gebruik van de Weespertrekvaart en de loswal aan de Venserkade in Diemen tijdens het evenement.

  • Tegen inwilliging van het verzoek - gelet op het tijdelijk karakter - bestaan geen bezwaren.

  • De evenementenvergunning en ontheffing Drank- en horecawet worden verleend overeenkomstig de bijgevoegde en van deze vergunning/ontheffing deeluitmakende situatietekeningen, programmering, toelichtingen en vergunningvoorschriften.

Bijlagen

 

  • situatieschets

Vergunningvoorschriften

1. Algemeen (tijdsduur, medewerkers, voorzieningen, communicatie, aanwijzingen)

 

1.1 tijdsduur vergunning

  • 1.

    De evenementenvergunning geldt, behoudens eerdere intrekking, op (data en tijden).

  • 2.

    Het opbouwen mag op (datum) van (tijd) tot (tijd) plaats te vinden.

  • 3.

    Het afbouwen mag op (datum) van (tijd) tot (tijd) plaats te vinden.

1.2 beveiliging

  • 1.

    Tijdens het evenement dient te worden voldaan aan het veiligheidsplan.

  • 2.

    Op (datum) dient van (tijd) tot (tijd) iedere in- en uitgang van het evenemententerrein bemenst te worden door (aantal) gecertificeerde beveiligers en/of toezichthouders.

  • 3.

    Op (datum) dienen van (tijd) tot (tijd) minimaal (aantal)gecertificeerde beveiligers en/of toezichthouders ambulant (mobiele surveillance) op het evenemententerrein aanwezig te zijn.

  • 4.

    De organisator zorgt ervoor dat tenminste iedere dag een briefing plaatsvindt aan de beveiligers en toezichthouders.

  • 5.

    De organisator, zijn beveiligers en zijn toezichthouders dienen actief toe te zien op de naleving van de huisregels, de naleving van het gestelde in deze vergunning en wet- en regelgeving en dienen op te treden in geval van calamiteiten en voor de beveiliging van personen en goederen.

1.3 verkeersregelaars

  • 1.

    Tijdens het evenement dient te worden voldaan aan het verkeersplan.

  • 2.

    Tijdens het evenement dienen (aantal) gecertificeerde verkeersregelaars aanwezig te zijn die belast zijn met het regelen van het verkeer bij de ingangen van het evenemententerrein, het regelen van parkeren en verwijzen naar parkeerplaatsen en het vrij maken en houden van de wegen en (wandel)paden voor hulpdiensten.

  • 3.

    Op (datum) van (tijd) tot (tijd) dienen de verkeersregelaars (opsomming specifieke werkzaamheden op specifieke plaats).

  • 4.

    De organisator zorgt ervoor dat tenminste iedere dag een briefing plaatsvindt aan de verkeersregelaars.

  • 5.

    Bij de uitoefening van hun taak dienen verkeersregelaars duidelijk herkenbaar te zijn.

1.4 parkeergelegenheid

  • 1.

    Tijdens het evenement dient te worden voldaan aan het parkeerplan.

  • 2.

    De organisator dient de bezoekers te attenderen op de geringe aanwezigheid van openbare parkeerplaatsen.

  • 3.

    De organisator van een activiteit dient het publiek te informeren over bereikbaarheid met het openbaar vervoer.

  • 4.

    Het publiek moet worden gestimuleerd om lopend of met de fiets te komen. In geval van ernstige overlast door fout geparkeerde fietsen kan de gemeente de organisator verplichten om vrijwilligers in te zetten om fietsers te verwijzen naar de fietsparkeergelegenheden.

  • 5.

    De bij de organisatie betrokken toezichthouders en andere vrijwilligers moeten zelf ook parkeren op de daartoe bestemde locaties.

1.5 verkeersveiligheid

  • 1.

    De organisator dient bezoekers te attenderen op de actie Bob, Alcohol in het verkeer.

1.6 EHBO

  • 1.

    Tijdens het evenement dienen minimaal (twee of hoger aantal) EHBO’ers aanwezig te zijn op deskundigheidsniveau (BLS en/of BLS+ en/of ALS) die belast zijn met het verlenen van eerste hulp. De EHBO’ers dienen duidelijk herkenbaar te zijn en een kopie van hun diploma’s en/of registratie bij zich te hebben en desgewenst te kunnen tonen. De EHBO’ers bij dancefeesten dienen gespecialiseerd te zijn in drugshulpverlening.

  • 2.

    Vanaf een half uur voor aanvang tot een uur na einde van het evenement dient de medische hulpverleningsorganisatie aanwezig en operationeel te zijn. Bij medische spoed kan via het landelijke alarmnummer 112 ambulancehulpverlening worden aangevraagd. Voor intercollegiaal overleg of aanvragen van minder spoedeisend vervoer kan via telefoonnummer 088-0129890 contact worden opgenomen met de Meldkamer Ambulancezorg.

  • 3.

    Tijdens wateractiviteiten dienen minimaal (aantal) gecertificeerde duikers in en rondom het water aanwezig te zijn.

  • 4.

    Op het evenemententerrein dient minimaal één EHBO-post aanwezig te zijn. De organisator zorgt ervoor dat alle betrokkenen weten waar de EHBO-post geplaatst is.

  • 5.

    Na afloop van het evenement dient de organisator de registratie van de hulpverlening ter beschikking te stellen aan de GHOR: evenementenadvies@ghorasd.nl.

  • 6.

    Een EHBO-post voldoet aan onderstaande eisen uit het standaard advies van de GHOR:

    • a.

      duidelijk zichtbare verwijzing vanuit het gehele evenemententerrein met bij voorkeur internationale symbolen;

    • b.

      toegankelijk voor brancard en ambulance;

    • c.

      een overdekte, verwarmde en afsluitbare ruimte van minimaal 25 m2;

    • d.

      er dient een 220 V aansluiting, licht en stromend water te zijn (ten behoeve van behandeling en handhygiëne);

    • e.

      de ruimte dient schoon te zijn en de ondergrond verhard;

    • f.

      apart toilet beschikbaar met handenwasgelegenheid (water, zeep en papieren handdoekjes);

    • g.

      bij dancefeesten: een aparte chill-outruimte;

    • h.

      bij dancefeesten: een gecertificeerde beveiliger bij de ingang van de EHBO-post;

    • i.

      mogelijkheid voor registratie van incidenten;

    • j.

      zoveel mogelijk uit het geluid geplaatst;

    • k.

      de ruimte dient permanent bemenst te zijn;

    • l.

      eerstehulpkoffer met een standaarduitrusting volgens het Oranje Kruis inclusief AED;

    • m.

      instrumentarium conform LPA 8.0;

    • n.

      gratis drinkwater;

    • o.

      bij sportevenementen: materialen om te koelen en eventueel spalkmateriaal;

    • p.

      voldoende thermodekens tegen onderkoeling;

    • q.

      tafel(s), stoelen, brancard(s);

    • r.

      om hygiënisch te kunnen werken: persoonlijke beschermingsmiddelen, naaldcontainer met UN-keurmerk bij aanwezigheid ALS-hulpverlener, reinigingsmiddelen en door het CTGB toegelaten desinfectiemiddelen, afvalemmer;

    • s.

      communicatieplan/middelen, gsm/portofoon;

    • t.

      plattegrond van het evenemententerrein.

1.7 toiletten

  • 1.

    Op basis van het aantal bezoekers dienen op het evenemententerrein (aantal) damestoiletten en (aantal) herentoiletten aanwezig te zijn, die voldoen aan onderstaande eisen uit het standaard advies van de GHOR:

    • a.

      van de herentoiletten mag 75% worden vervangen door urinoirs of plaskruisen/zuilen (één plaskruis/zuil geldt als vier urinoirs) of plasgoten (50 centimeter plasgoot geldt als één urinoir);

    • b.

      zorg voor één of meerdere gehandicaptentoiletten inclusief faciliteiten;

    • c.

      plaats direct naast de toiletten een wastafel met stromend water, een zeepdispenser en wegwerphanddoekjes;

    • d.

      plaats een afvalbak in of direct naast de toiletruimten;

    • e.

      zorg voor voldoende verlichting in de toiletruimten;

    • f.

      verschoon damesverbandcontainers in de toiletten dagelijks;

    • g.

      mobiele toiletwagens moeten zijn voorzien van een vloer die niet water doorlatend is en goed reinigbaar;

    • h.

      de toiletten moeten volgens een schoonmaakschema worden gereinigd.

1.8 afval(water) en schoonhouden

  • 1.

    Tijdens het evenement dient te worden voldaan aan het afvalplan.

  • 2.

    De organisator dient er zorg voor te dragen dat het evenemententerrein gedurende het evenement schoon wordt gehouden en na afloop van het evenement schoon wordt achtergelaten. Op het evenemententerrein dienen voldoende afvalbakken te staan: tenminste één afvalbak op elke vijftig meter. Leeg afvalbakken voldoende vaak, maar minstens één keer per dag. Sluit de zakken goed en bewaar ze in gesloten afvalcontainers op een aparte afvalplaats. Zorg dat de afvalplaats schoon is. Plaats geen afval naast de afvalcontainers. Zorg dat de afvalcontainers tijdig worden geleegd.

  • 3.

    Afvalwater (sanitair, schoonmaak of als het gevolg van het bereiden van eetwaren) dient te worden opgevangen, te worden afgevoerd en elders op de gebruikelijke wijze te worden geloosd. Het lozen van afvalwater in rioolputten of elders op het terrein is verboden.

1.9 verstrekken gratis drinkwater

  • 1.

    Zorg voor voldoende gratis drinkwater, bijvoorbeeld door tappunten te plaatsen of flesjes drinkwater te verstrekken, bij: a. dance-events; b. evenementen waar deelnemers hoge inspanningen leveren (sportevenement); c. evenementen waar sprake is van een temperatuur van 25°C of hoger.

  • 2.

    Zorg dat het drinkwater in de waterinstallatie van drinkwaterkwaliteit is.

  • 3.

    Zorg dat de (tijdelijke) waterinstallatie voldoet aan de algemene voorschriften voor drinkwaterinstallaties van het Nederlandse Normalisatie Instituut (NEN 1006), aan het Waterwerkblad (1.4 H) en aan de aansluitvoorwaarden van het waterleidingbedrijf. Afwijkingen zijn alleen toegestaan op basis van een risicoanalyse en in overleg met het waterleidingbedrijf. De werkbladen zijn beschikbaar via www.infodwi.nl.

  • 4.

    Tappunten die niet geschikt zijn voor consumptie moeten zijn voorzien van een sticker ‘geen drinkwater’.

1.10 aanwezigheid en communicatiemiddelen

  • 1.

    Bij de opbouw en afbouw en tijdens het evenement moet de organisator of een door hem aangewezen leidinggevende altijd op het evenemententerrein aanwezig, (mobiel) bereikbaar en aanspreekbaar zijn. Hij is het eerste aanspreekpunt voor aanwijzingen van de hulpdiensten en de gemeentelijke handhaver.

  • 2.

    De organisator zorgt tijdens het evenementen voor een communicatiesysteem, waardoor medewerkers en bezoekers in geval van calamiteiten gewaarschuwd kunnen worden en instructies kunnen ontvangen over de te volgen handelswijzen.

  • 3.

    Mobiele telefoonnummers of frequenties van portofoons van medewerkers dienen op verzoek van medewerkers van de politie, brandweer of gemeente onmiddellijk bekend te worden gemaakt.

  • 4.

    Voorafgaand aan het evenement dienen de mobiele telefoonnummers van de organisator, de verantwoordelijke voor het geluid, de coördinator van de beveiligers en de coördinator van de verkeersregelaars bekend te worden gemaakt aan de chef van de basiseenheid van politie en de wijkagent van politie, via telefoonnummer 0900 - 8844.

1.11 verantwoordelijkheid en opvolgen aanwijzingen

  • 1.

    De organisator is in eerste instantie verantwoordelijk voor een goed verloop van het evenement en het naleven van alle vergunningvoorschriften en plannen die onderdeel uitmaken van de vergunning.

  • 2.

    De aanwijzingen, gegeven door medewerkers van de politie, brandweer of gemeente moeten stipt en terstond worden opgevolgd.

2. Inrichten evenemententerrein

2.1 algemeen

  • 1.

    Voorafgaand aan het evenement dient er een controle plaats te vinden met betrekking tot de inrichting van het evenemententerrein en de brandveiligheid. De organisator dient hiertoe voor (datum) een afspraak te maken met de coördinator van team Handhaving van de gemeente via telefoonnummer (020) 31 44 644.

  • 2.

    Het is verboden om auto’s, woon-, vracht- of pakwagens op het evenemententerrein toe te laten, behalve voor zover dit voor het opbouwen en afbreken van het terrein noodzakelijk is of deze voertuigen onderdeel zijn van te plaatsen objecten zoals beschreven in de bijlagen bij de vergunning.

  • 3.

    Het evenemententerrein moet worden ingericht conform de bijgevoegde en van deze vergunning deel uitmakende plattegrond.

  • 4.

    Het evenemententerrein moet afgesloten worden met goed vastzittende dranghekken.

  • 5.

    Op (datum) van (tijd) tot (tijd) dienen extra dranghekken te worden geplaatst (aanduiding specifieke plaats).

  • 6.

    Op het gehele evenemententerrein moet duidelijk zijn waar de EHBO-post en toiletten zich bevinden.

  • 7.

    Bij de ingangen van het evenemententerrein moeten onderstaande huisregels bekend worden gemaakt.

  • k

    Het is verboden om de orde te verstoren.

    Het is verboden om flesjes, blikjes, steenachtig materiaal en overige mogelijk gevaarlijke voorwerpen, waaronder (steek)wapens en andere voorwerpen die geschikt zijn om lichamelijk letsel toe te brengen) bij zich te dragen of voorhanden te hebben. Hieronder vallen ook speelgoedwapens: messen, nepwapens, realistisch uitziende speelgoed- en luchtdrukwapens, stroomstootwapens, zelfverdedigingswapens en wapens behorende tot de categorieën I, II, III, en IV van de Wet wapens en munitie.

    Het is verboden om op hinderlijke wijze alcoholhoudende drank te nuttigen of softdrugs te gebruiken of openlijk voorhanden te hebben.

    Het is verboden harddrugs te gebruiken of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen openlijk voorhanden te hebben. Het is verboden om in drugs te handelen.

    Het is verboden om op (datum en tijden) zich met een fiets, bromfiets, of andersoortig voertuig te bevinden op het evenemententerrein.

    Het is verboden om op (datum en tijden) zich met een hond te bevinden op het evenemententerrein. Dit verbod geldt niet voor de eigenaar of houder van een hond die zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden.

  • 8.

    Het evenemententerrein en de directe omgeving moeten voldoende verlicht zijn.

2.2 bereikbaarheid voor hulpdiensten

  • 1.

    De omgeving van het evenemententerrein, aan- en afvoerwegen naar het evenemententerrein, het evenemententerrein zelf en de daarop geplaatste objecten moeten van twee kanten bereikbaar zijn voor hulpdiensten.

  • 2.

    De routes van hulpdiensten dienen, met uitzondering van te openen hekken, te allen tijde vrij te zijn van obstakels. De organisator zorgt ervoor dat routes vrij worden gehouden en zo nodig hekken worden geopend, zodat onbelemmerde doorgang van hulpdiensten mogelijk is.

  • 3.

    Te allen tijde is een vrije doorgang voor de hulpdiensten vereist. Bij levensbedreigende situaties zullen de hulpdiensten gebruik maken van iedere mogelijke route die zij nodig achten, waarbij de hulpdiensten niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor eventueel ontstane schades.

  • 4.

    Het tijdelijk één- of tweezijdig afsluiten van een straat is alleen mogelijk na overleg met en toestemming van de brandweer.

  • 5.

    Toetredingen, uitgangen en nooduitgangen van gebouwen, bouwwerken en andere objecten, waaronder kramen en attracties, dienen vrijgehouden te worden van obstakels.

2.3 plaatsen van (spel)objecten

  • 1.

    Bij het plaatsen van objecten (zoals: tenten; marktkramen; podium; springkussen) moet rekening worden gehouden met het kunnen passeren van brandweermaterieel (minimale doorrijdbreedte van 3,5 meter, hoogte van 4,2 meter, bochtstraal R7 en hellingbaan maximaal 7%). Op de fietspaden geldt een minimale doorloopbreedte van 2 meter.

  • 2.

    Het is verboden voornoemde objecten op zodanige wijze te plaatsen dat de brandweer in het onmiddellijk gebruik van de brandkranen en overige bluswaterwinplaatsen wordt belemmerd.

  • 3.

    Brandkranen en aansluitingen voor droge blusleidingen en bijbehorende bordjes moeten schoon, zichtbaar en rondom één meter vrij gehouden worden.

  • 4.

    De objecten moeten tenminste drie meter van gevels met ramen en/of deuropeningen zijn geplaatst. Voor tenten geldt een afstand van tenminste tien meter.

2.4 kabels en leidingen

  • 1.

    Kabels, draden, leidingen, en dergelijke moeten zodanig zijn bevestigd dat zij geen aanleiding kunnen geven tot struikelen en vallen. Losse kabels en snoeren zijn niet toegestaan.

  • 2.

    Elektriciteitskabels moeten zodanig zijn bevestigd dan niemand ermee in aanraking kan komen.

  • 3.

    Indien snoeren of kabels naar attracties, kramen en/of andere objecten moeten worden gebracht, dienen deze tenminste op een hoogte van 2,5 meter te hangen. Is sprake van een aanrijdroute voor de hulpdiensten dan bedraagt de minimale hoogte 4,2 meter.

3. Bereiden en verstrekken van eet- en drinkwaren

 

3.1 algemeen

  • 1.

    De bereiding en verstrekking van eet- en drinkwaren is toegestaan op (datum) van (tijd) tot (tijd).

  • 2.

    Standhouders op een braderie mogen geen alcoholhoudende dranken verstrekken.

  • 3.

    Iedereen die betrokken is bij voedselprocessen dient volgens de gekozen goedgekeurde hygiënecode (naam) te werken.

3.2 preventieve maatregelen bereiden eetwaren

  • 1.

    De gebruiker van een kraam dient rook- en stankoverlast tot een minimum te beperken en indien nodig te voorkomen.

  • 2.

    Onder eventueel aanwezige winkelluifels of markiezen mogen geen kramen worden geplaatst waarin wordt gebakken en/of gebraden.

  • 3.

    Apparatuur en toestellen voor koken, bakken, braden, roosteren, roken of warm houden dient brandveilig en stevig te zijn geplaatst op een onbrandbare en de warmte slecht geleidende ondergrond. Een barbecue, spit of (paling)rokerij moet brandveilig en stevig zijn geplaatst.

  • 4.

    Bij het bereiden van eetwaren op aangewezen grasvelden in het Groengebied Amstelland (Diemerpolder, Overdiemerpolder, PEN-bos en Diemerbos) dient gebruik te worden gemaakt van gas, kolen of houtskool en van een deugdelijk kooktoestel op een hoogte van minimaal 30 cm boven het grondoppervlak.

  • 5.

    In de directe nabijheid van frituur- en/of bakpannen moeten goed passende metalen deksels, voorzien van één of meer handgrepen aanwezig zijn om bij het in brand geraken van de inhoud, de frituur- of bakpannen te kunnen afdekken.

  • 6.

    Een bakoven moet zijn voorzien van een goed functionerende thermostaat of een andere beveiligingsregeling die bij oververhitting van de olie of het vet, automatisch de gastoevoer stopt.

  • 7.

    De brandstof in de barbecue, onder het spit of in een rokerij mag niet worden ontstoken met licht ontvlambare vloeistoffen zoals spiritus en dergelijke.

  • 8.

    Nabij de bak- en braadapparatuur, barbecue, spit of rokerij moet een draagbaar blusmiddel (bijvoorbeeld een koolzuursneeuwblusser of een sproeischuimblusser met een inhoud van tenminste zes kilogram of een poederblusser met een inhoud van tenminste zeven kilogram) aanwezig zijn. Het blustoestel moet op een direct bereikbare plaats zijn aangebracht en voor onmiddellijk gebruik gereed zijn. Het blustoestel moet ten minste één keer per jaar door een deskundige op de goede werking worden gecontroleerd.

3.3 gebruik van butaan, propaan en LPG

  • 1.

    In of nabij de kraam mogen voor bewaring van butaan of propaan ten hoogste twee flessen, elk met een waterinhoud van ten hoogste 26,2 liter, aanwezig zijn. Op elke eventueel te gebruiken gasfles moet een drukregelaar zijn aangebracht die door middel van een goedgekeurde propaanbestendige slang (conform een van onderstaande normen) aan het gaskomfoor of de gasapparatuur is verbonden. De slang moet zijn voorzien van de opdruk NEN-EN 559 / NEN 5654 of NEN-EN 559 / NEN-EN 1763-1t/m4 of NEN 5654 en het productiejaar en mag maximaal twee jaar oud zijn. De slang moet over de volle lengte van de slangpilaren van de drukregelaar en het gaskomfoor worden geschoven en aan beide zijden met een slangklem worden vastgezet.

  • 2.

    De drukcilinder moet zodanig worden vastgezet dat omvallen uitgesloten is.

  • 3.

    Een butaan- of propaanfles moet voldoen aan het Warenwetbesluit Drukapparatuur (WBDA) en moet zijn gekeurd door een aangewezen Keuringsinstelling (AKI).

  • 4.

    Het gebruik van LPG anders dan als brandstof voor de verbrandingsmotor ten behoeve van de voortstuwing van een motorvoertuig is ten strengste verboden.

4. Verstrekken van zwakalcoholhoudende dranken

 

4.1 tijdsduur ontheffing

  • 1.

    Het op grond van de ontheffing verstrekken van zwakalcoholhoudende dranken voor gebruik ter plaatse is toegestaan op (datum) van (tijd) tot (tijd).

  • 2.

    Gedurende de tijd, waarin van deze ontheffing gebruik wordt gemaakt, is in de besloten ruimte of op het terrein geen sterke drank aanwezig.

  • 3.

    Na afloop van de bijzondere gelegenheid waarvoor deze ontheffing geldt, zal alle ter plaatse aanwezige alcoholhoudende drank onmiddellijk worden verwijderd.

4.2 leidinggevende

  • 1.

    De zwakalcoholhoudende dranken worden verstrekt onder onmiddellijke leiding van (naam), die gedurende de tijden dat alcohol wordt geschonken op het evenemententerrein aanwezig moet zijn.

  • 2.

    Deze leidinggevende beschikt over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot sociale hygiëne, overeenkomstig de bij Algemene Maatregel van Bestuur (Regeling bewijsstukken sociale hygiëne Drank- en horecawet) gestelde eisen.

4.3 leeftijdsgrens en andere beperkingen

  • 1.

    In de betreffende besloten ruimte of op het desbetreffende terrein wordt op duidelijke, zichtbare wijze aan het publiek kennis gegeven dat aan personen beneden de leeftijdsgrens van 18 jaar geen alcoholhoudende dranken mogen worden verstrekt.

  • 2.

    Het is verboden om alcoholhoudende drank te verstrekken aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Bij twijfel dient naar een legitimatiebewijs te worden gevraagd.

  • 3.

    Er dient tenminste één locatie op het evenemententerrein te zijn waar bezoekers zich kunnen legitimeren en waar zij, indien ze 18 jaar of ouder zijn, een polsbandje om hun pols krijgen dat slechts verwijderd kan worden door het kapot te maken. Personeel achter de bar dient geïnstrueerd te worden dat ze aan personen die geen polsbandje om hebben geen alcohol mogen verstrekken tenzij onmiskenbaar is vastgesteld dat iemand de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.

  • 4.

    Personen beneden de leeftijdsgrens van 18 jaar worden niet werkzaam gesteld bij de verkoop van alcoholhoudende drank.

  • 5.

    Personen die in kennelijke staat van dronkenschap verkeren worden geweerd of verwijderd.

  • 6.

    Geen alcoholhoudende drank wordt verstrekt, indien redelijkerwijs moet worden vermoed, dat dit tot verstoring van de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid zal leiden.

  • 7.

    De ontheffinghouder dient ervoor zorg te dragen dat alcoholhoudende drank niet wordt meegenomen wanneer bezoekers de besloten ruimte of het terrein verlaten.

  • 8.

    In de betreffende besloten ruimte of op het desbetreffende terrein wordt op duidelijke, zichtbare wijze aan het publiek kenbaar gemaakt dat alcohol schadelijk is.

  • 9.

    In de betreffende besloten ruimte of op het desbetreffende terrein zijn voor het publiek steeds alcoholvrije dranken verkrijgbaar.

  • 10.

    Voor het uitschenken van alle dranken dient gebruik te worden gemaakt van plastic (wegwerp of eco) bekers. Er mogen geen dranken in blik of glas worden verkocht.

  • 11.

    Bij voorkeur wordt, in verband met het gescheiden inzamelen van afval, voor het uitschenken van warme en koude dranken gebruik gemaakt van één soort beker of wordt voorzien in een statiegeldsysteem.

5. Plaatsen van een tent met podium voor optredens

 

5.1 in gebruik nemen van de tent

  • 1.

    De tent mag pas in gebruik worden genomen nadat de opstelling, indeling en het certificaat akkoord zijn bevonden door de brandweer en team Handhaving van de gemeente. Voor het verkrijgen van een akkoord dient tijdig contact te worden opgenomen met de heer (naam) van de brandweer Amsterdam Amstelland, kazerne Diemen via telefoonnummer (020) 690 34 34.

  • 2.

    Indien de tent in gebruik is, moet er te allen tijde iemand van de organisatie aanwezig zijn voor het openen van het hek (plaatsaanduiding) voor de hulpdiensten.

5.2 opstelling, maatvoering en constructie

  • 1.

    De tent en het podium dienen overeenkomstig bijgevoegde en van deze vergunning deeluitmakende plattegrondtekening te worden geplaatst.

  • 2.

    De opstelling van de tent en het podium moeten zodanig zijn dat brandweervoertuigen deze te allen tijde tot op veertig meter kunnen benaderen.

  • 3.

    De tent is maximaal (aantal) meter breed en maximaal (aantal) meter lang.

  • 4.

    Het podium is maximaal (aantal) meter breed en maximaal (aantal) meter lang.

  • 5.

    De constructie van de tent moet zijn uitgevoerd ten genoegen van team Handhaving van de gemeente. De constructie moet in beginsel voldoen aan NEN-EN 13782.

  • 6.

    Draagconstructies, vloeren, trappen en dergelijke mogen niet zodanig zijn samengesteld dat deze spoedig na het uitbreken van brand grote hoeveelheden rook of voor de gezondheid schadelijke gassen ontwikkelen, desintegreren of geheel in brand staan.

  • 7.

    Het tentdoek mag niet gemakkelijk ontvlambaar zijn alsmede niet zodanig zijn samengesteld dat spoedig na het uitbreken van brand grote hoeveelheden rook of voor de gezondheid schadelijke gassen worden ontwikkeld. Voldaan moet worden aan de normen voor wat betreft brandvertraging en ontvlambaarheid, de NEN 8020-41.

  • 8.

    Tuidraden, scheerlijnen en dergelijke mogen niet anders zijn bevestigd dan aan piketten, pakwagens en soortgelijke bevestigingspunten. Zij moeten zodanig zijn bevestigd, dat rondom de tent vrije doorgang aanwezig is van tenminste 2,2 meter breed en 2 meter hoog.

5.3 indeling en zitplaatsen

  • 1.

    De indeling van de tent moet met betrekking tot de brandveiligheid ten genoegen van de brandweer zijn uitgevoerd.

  • 2.

    Zitplaatsen die bestemd zijn voor mindervalide personen, alsmede de opstelling van rolstoelen dienen in overleg met en ten genoegen van de brandweer te worden uitgevoerd.

  • 3.

    Bij in rijen opgestelde zitplaatsen moet tussen de rijen een vrije ruimte aanwezig zijn van tenminste 40 centimeter, gemeten tussen de loodlijnen door de elkaar dichtst naderende gedeelten van de rijen. Indien in een rij tussen zitplaatsen tafeltjes zijn geplaatst, moet de genoemde vrije ruimte ter plaatse van de tafeltjes doorlopen.

  • 4.

    Bij in rijen opgestelde zitplaatsen moeten, indien een rij meer dan 4 stoelen bevat en 4 of meer rijen achter elkaar worden geplaatst, de zitplaatsen en de rijen zodanig aan elkaar zijn gekoppeld of aan de vloer te zijn bevestigd dat zij ten gevolge van gedrang niet kunnen verschuiven of omvallen.

  • 5.

    Een rij zitplaatsen, die slechts aan één zijde op een gangpad of uitgang uitkomt, mag niet meer dan 8 zitplaatsen bevatten.

  • 6.

    Een rij zitplaatsen die aan beide einden op een gangpad of een uitgang uitkomt, mag ten hoogste bevatten:

    • a.

      16 zitplaatsen, indien de vrije ruimte tussen de rijen kleiner is dan 45 centimeter;

    • b.

      32 zitplaatsen, indien de vrije ruimte tussen de rijen groter is dan 45 centimeter;

    • c.

      50 zitplaatsen, indien de vrije ruimte tussen de rijen groter is dan 45 centimeter en er bovendien aan beide einden van de rijen per 4 rijen een uitgang met een breedte van ten minste 1,1 meter aanwezig is.

5.4 (nood)uitgangen

  • 1.

    De vrije doorgang van een vluchtroute of vluchtdeur dient over een hoogte van minimaal 2 meter ten minste te voldoen aan een breedte in centimeters die gelijk is aan het maximaal toelaatbaar aantal personen met een minimum van 85 centimeter per doorgang.

  • 2.

    Deuren in nooduitgangen moeten in de richting van de vluchtweg draaien en indien zij tijdens optredens gesloten zijn, met één handbeweging kunnen worden geopend, door a. een lichte druk tegen de deur of b. een lichte druk tegen een op circa één meter boven de vloer over de volle breedte van de deur aangebrachte panieksluiting die voldoet aan de NEN-EN 1125.

  • 3.

    Indien voor uit- en/of nooduitgangen gordijnen, vitrages of andere stofferingmaterialen zijn gehangen, moeten deze zodanig zijn bevestigd dat zij de vluchtwegen niet belemmeren.

  • 4.

    De in- en uitgangen, doorgangen en gangpaden moeten te allen tijde over de volle breedte zijn vrijgehouden van obstakels.

  • 5.

    Bij hoogteverschillen groter dan 40 centimeter tussen de vloer in de tent en het maaiveld buiten ter plaatse van de uit- en/of nooduitgangen moeten er vlonders van stroef materiaal ter overbrugging van het hoogteverschil worden gebruikt. De breedte van de vlonders moet minimaal 50 centimeter breder zijn dan de breedte van de uitgang.

  • 6.

    In de tent moet een elektrische nood- en transparantverlichtingsinstallatie zijn aangebracht die door een van de normale stroomvoorziening onafhankelijke stroombron wordt gevoed.

  • 7.

    De voedingsbron(nen) van de nood- en transparantverlichtingsinstallatie moet(en) zodanig zijn dat de verlichtingsarmaturen gedurende 30 minuten op volle sterkte kunnen branden terwijl de lichtsterkte één lux moet bedragen gemeten op de vloer.

  • 8.

    Tijdens de aanwezigheid van publiek in de tent moeten de transparant verlichtingsarmaturen te allen tijde branden.

  • 9.

    Nood- en transparantverlichtingsarmaturen en andere aanduidingen van vluchtwegen moeten te allen tijde goed zichtbaar blijven.

  • 10.

    Aanduidingen van vluchtroutes dienen te voldoen aan de voorschriften uit NEN 3011 en de NEN-EN 1838 voor zichtbaarheideisen.

5.5 elektrische installaties

  • 1.

    De elektrische installatie in de tent moet voldoen aan het gestelde in NEN 1010.

  • 2.

    Elektrische apparaten moeten van een KEMA keurmerk of gelijkwaardig zijn voorzien.

  • 3.

    Een verplaatsbaar elektrisch verwarmingstoestel, een met gas, vloeistof of met vloeibaar gas te stoken toestel mag niet in de tent aanwezig zijn.

5.6 brandpreventie

  • 1.

    In de tent moeten minimaal (aantal en soort) blusmiddelen aanwezig zijn. De blusmiddelen moeten goed zichtbaar zijn opgesteld en voor onmiddellijk gebruik gereed en bereikbaar zijn.

  • 2.

    De materialen waarvan eventuele aankleding, versiering, decors, en dergelijke in de tent zijn gemaakt mogen niet gemakkelijk ontvlambaar zijn, of moeten door een behandeling (impregneren) niet gemakkelijk ontvlambaar worden gemaakt (brandklasse 2).

  • 3.

    Plafondversiering moet op een hoogte van ten minste 2,5 meter boven de vloer zijn opgehangen. Gordijnen en andere verticaal gehangen stoffering moeten tien centimeter vrij van de vloer worden gehouden.

  • 4.

    Versiering, stoffering, en dergelijke dienen, in verband met het in brand geraken van het materiaal, uit de directe omgeving van spots en andere warm wordende apparatuur te worden gehouden.

  • 5.

    Het gebruik van open vuur en roken is in de tent verboden.

  • 6.

    Brandbare vloeistoffen en samengeperste en tot vloeistof verdichte gassen mogen niet in de tent aanwezig zijn.

5.7 veiligheid

  • 1.

    Vloerbedekkingen, en dergelijke dienen zodanig te worden aangebracht dat deze niet kunnen verschuiven, omkrullen of oprollen en in geen enkel opzicht gevaar voor uitglijden, struikelen of vallen van personen kunnen veroorzaken.

  • 2.

    Kabels, draden, leidingen, en dergelijke moeten zodanig zijn bevestigd dat zij geen aanleiding kunnen geven tot struikelen of vallen. Losse kabels en snoeren zijn niet toegestaan.

5.8 afval en emballage

  • 1.

    De tent moet schoon zijn en in goede staat van onderhoud verkeren.

  • 2.

    Afval, emballage, en dergelijke dienen te zijn geborgen in afsluitbare bakken van onbrandbaar materiaal en moeten worden afgevoerd naar een daartoe bestemde bergplaats.

6. Het ten gehore brengen van (live) muziek

 

6.1 tijdsduur, verantwoordelijke voor het geluid en inregeling

  • 1.

    De geluidsinstallatie voor het ten gehore brengen van muziek mag slechts in werking zijn op (datum) van (tijd) tot (tijd).

  • 2.

    De organisatie wijst een persoon aan die verantwoordelijk is voor de naleving van de geluidsvoorschriften. De naam en het mobiel telefoonnummer van deze persoon worden door de organisator doorgegeven aan team Handhaving van de gemeente. Deze persoon dient tijdens het evenement te allen tijde op dit telefoonnummer bereikbaar te zijn en er zorg voor te dragen dat de aanwijzingen van de hiertoe door de gemeente aangewezen toezichthouder ten aanzien van het geluid onmiddellijk worden opgevolgd.

  • 3.

    Alle geluidstechnici die tijdens het evenement werkzaam zijn, moeten van de geluidsmetingen en de geldende geluidsnormen in kennis worden gesteld.

  • 4.

    Minimaal één uur voor aanvang van het evenement dient de geluidsinstallatie te worden ingeregeld in het bijzijn van de persoon die verantwoordelijk is voor de naleving van de geluidsvoorschriften. De coördinator van team Handhaving van de gemeente dient tijdig, tenminste één week van te voren, geïnformeerd te worden over het exacte tijdstip van de inregeling van de geluidsinstallatie, zodat zij daarbij aanwezig kan zijn.

  • 5.

    De verantwoordelijke voor het naleven van de geluidsvoorschriften moet tijdens het evenement indicatieve of continue geluidmetingen (laten) uitvoeren en de geluidsinstallatie bijstellen als sprake is van een overschrijding van het toegestane geluidsniveau. Bij alle evenementen dient een logboek aanwezig te zijn, waarin is opgenomen: het tijdstip, de plaats en met welk instrument de geluidmeting is uitgevoerd, de meetwaarden en of het volume van de geluidsinstallatie is bijgesteld of niet.

  • 6.

    De basboxen (meest relevante bronnen) mogen niet hoger dan 2 meter boven maaiveld zijn opgesteld.

  • 7.

    De geluidsinstallatie dient zodanig opgesteld te worden dat de geluidsuitstraling van alle boxen alleen in de richting van het publiek plaatsvindt en niet in de richting van de woonomgeving.

6.2 standaard geluidsnormen

  • 1.

    Er geldt een maximum geluidsniveau op de gevel van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen van (een van de drie selecteren) LAeq 60 dB(A) en 70 dB(C) LAeq 70 dB(A) en 80 dB(C) LAeq 60 dB(A) en 60 dB(C).

  • 2.

    De onder 1 opgenomen geluidsniveaus mogen worden voortgebracht vanaf 09.00 uur (indien van toepassing wijzigen of toevoegen), op zondag vanaf 13.00 uur, tot uiterlijk (een van de twee selecteren of andere tijd voor buitengebied aangeven) 23.30 uur zonsondergang.

6.2 geluidsnormen Diemer Festijn tot 23.30 uur

  • 1.

    De onder 2 opgenomen geluidsniveaus mogen worden voortgebracht vanaf (tijd).

  • 2.

    De gevelbelasting op de aangegeven meetposities tot de aangegeven eindtijd mag niet hoger zijn dan:

    meetpositie

    hoogte in meter boven maaiveld

    grenswaarde  LAeq in dB(A)

    grenswaarde  LAeq in dB(C)

    A. Ouddiemerlaan 223 t/m 227

    1,5 / 5 / 10 / 15

    90 dB(A)

    100 dB(C)

    B. Ouddiemerlaan 209 t/m 213

    1,5 / 5 / 10 / 15

    90 dB(A)

    100 dB(C)

    C. Diemerplein 188 t/m 196

    1,5 / 5 / 10 / 15

    80 dB(A)

    90 dB(C)

    D. Ouddiemerlaan 80

    1,5 / 5

    85 dB(A)

    95 dB(C)

    E. Ouddiemerlaan 82 t/m 92

    1,5 / 5

    85 dB(A)

    95 dB(C)

    F. Ouddiemerlaan 94 t/m 100

    1,5 / 5

    85 dB(A)

    95 dB(C)

    G. Woningen aan D.J. den Hartoglaan

    1,5 / 5 / 10 / 15

    80 dB(A)

    90 dB(C)

    H. Trottoir Prins Mauritslaan oostzijde

    1,5 / 5 / 10 / 15

    80 dB(A)

    90 dB(C)

    I. Trottoir Prins Mauritslaan oostzijde

    1,5 / 5 / 10 / 15

    80 dB(A)

    90 dB(C)

    J. Achterzijde De Omval

    1,5 / 5 / 10 / 15

    75 dB(A)

    85 dB(C)

6.2 geluidsnormen Loswalfestival op vrijdag en zaterdag tot 0.30 uur en op anderedagen tot 23.30 uur

  • 1.

    De onder 2 opgenomen geluidsniveaus mogen worden voortgebracht vanaf (tijd), op zondag vanaf 13.00 uur.

  • 2.

    De gevelbelasting op de aangegeven meetposities tot de aangegeven eindtijd mag niet hoger zijn dan:

    meetpositie

    hoogte in meter boven maaiveld

    grenswaarde  LAeq in dB(A)

    grenswaarde  LAeq in dB(C)

    A. Voor Venserkade 6 t/m 106

    1,5 / 5 / 10 / 15

    70 dB(A)

    80 dB(C)

    B. Berkenplein 2e woontoren waterzijde

    1,5 / 5 / 10 / 15

    70 dB(A)

    80 dB(C)

    C. Berkenplein 1e woontoren waterzijde

    1,5 / 5 / 10 / 15

    70 dB(A)

    80 dB(C)

    D. Voorplein kerk bij Hartveldseweg 24

    1,5 / 5

    70 dB(A)

    80 dB(C)

    E. Voor Hartveldseweg 34/35

    1,5 / 5

    70 dB(A)

    80 dB(C)

6.2 geluidsnormen muziekfestival Diemerbos tot 23.00 uur (twee weekenden)

  • 1.

    De onder 2 opgenomen geluidsniveaus mogen worden voortgebracht vanaf (tijd), op zondag vanaf 13.00 uur.

  • 2.

    De gevelbelasting op de aangegeven meetposities tot de aangegeven eindtijd mag niet hoger zijn dan:

    meetpositie

    hoogte in meter boven maaiveld

    grenswaarde  LAeq in dB(A)

    grenswaarde  LAeq in dB(C)

    A. Muiderstraatweg 631

    1,5 / 5

    60 dB(A)

    79 dB(C)

    B. Stammerdijk 25

    1,5 / 5

    60 dB(A)

    79 dB(C)

6.3 meten geluidsniveau

  • 1.

    De in voorschrift 6.2 genoemde geluidswaarden zijn inclusief onversterkte muziek en stemgeluid. Metingen worden gedurende vijf minuten uitgevoerd volgens de Handleiding meten en rekenen industrielawaai; daarbij wordt het volgende buiten beschouwing gelaten:

    • a.

      een bedrijfsduurcorrectie voor muziekgeluid (Cb);

    • b.

      een meteocorrectie (Cm);

    • c.

      de gebruikelijke meteoraamcondities;

    • d.

      10 dB(A) toeslag vanwege de correctie voor duidelijk herkenbaar muziekgeluid. Indien voor een gevel wordt gemeten, wordt wel een gevelcorrectie toegepast conform de Handleiding meten en rekenen industrielawaai.

7. Evenementen in het buitengebied

(DONKERRODE KLEUR>) De voorschriften 7.2 t/m 7.4 geven een basisbescherming voor de flora en fauna. Tussen haakjes staan de te beschermen plant- en diersoorten vermeld. (DONKERRODE KLEUR<)

 

7.1 algemeen

  • 1.

    Voldaan moet worden aan de conclusies en aanbevelingen die zijn opgenomen in de rapportage van de basis natuurtoets en in de rapportage van eventueel uitgevoerd nader natuuronderzoek.

7.2 aangepaste tijdstippen

  • 1.

    Het evenement, waaronder het voortbrengen van muziek, dient uiterlijk op het tijdstip van zonsondergang te worden beëindigd (vleermuizen).

  • 2.

    Het evenement duurt maximaal twee dagen per week (vogels).

  • 3.

    De tijdsduur van het evenement, gerekend tussen het betreden en verlaten van het evenemententerrein, bedraagt maximaal twaalf uren per dag (vogels).

7.3 nadere regels tijdens het broedseizoen: indicatief 15 maart tot 15 juli (vogels)

  • 1.

    Ten minste drie weken voor het begin van het evenement dient een inventarisatie plaats te vinden van vogelnesten op het evenemententerrein en langs de te gebruiken toegangswegen/paden naar het evenemententerrein, zodat hiermee rekening kan worden gehouden bij de definitieve inrichting van het evenemententerrein.

  • 2.

    Enkele dagen voorafgaand aan het evenement dient de inventarisatie van vogelnesten te worden herhaald. Tijdens het evenement dienen vogelnesten op aanwijzing van de deskundige (ecoloog) te worden afgeschermd met in beginsel bezeilde hekken.

  • 3.

    Door het treffen van afdoende maatregelen (gericht toezicht en/of afsluiten van paden en/of plaatsen van hekken/linten/borden) moet ervoor worden gezorgd dat bezoekers geen toegang hebben tot bos, bosschages en struikgewas.

7.4 overige regels

  • 1.

    De verlichting tijdens het evenement mag niet gericht zijn op en niet uitstralen naar brede watergangen en bomenrijen (vleermuizen).

  • 2.

    Door het treffen van afdoende maatregelen (gericht toezicht en/of afsluiten van paden en/of plaatsen van hekken/linten/borden) moet ervoor worden gezorgd dat bezoekers in de maanden april tot met augustus geen riet-/ruigtevegetatie kunnen betreden (Rietorchis, rugstreeppad, ringslang).

8. Overige activiteiten (attracties, kramen, braderie, kermis, ballonnen, omroepen)

 

8.1 spelobjecten en attracties

  • 1.

    Spelobjecten en attracties dienen te voldoen aan de vervaardigingvoorschriften genoemd in het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen. De exploitanten van de inrichtingen dienen certificaten van goedkeuring op eerste aanvraag ter inzage te verstrekken aan medewerkers van de politie, brandweer of gemeente.

  • 2.

    De organisator dient ervoor zorg te dragen dat in de attracties al die maatregelen worden getroffen welke redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor de veiligheid van het publiek dat zich in of nabij de attracties bevindt.

  • 3.

    In objecten waarin benzinemotoren worden gebruikt moeten in het object (aantal en soort) blusmiddelen aanwezig zijn.

8.2 kramen en braderie

  • 1.

    Kramen dienen te worden geplaatst conform de bijgevoegde en van deze vergunning deel uitmakende plattegrond.

  • 2.

    Een kraam is maximaal (aantal) meter breed en (aantal) meter lang.

  • 3.

    Het aantal kramen bedraagt minimaal (aantal) en maximaal (aantal).

  • 4.

    De braderie, met uitzondering van de verstrekking van eet- en drinkwaren, dient om (tijd) beëindigd te zijn.

  • 5.

    De braderie moet een thema hebben, bijvoorbeeld gekoppeld zijn aan een jaargetijde of feestperiode.

  • 6.

    Er dient sprake te zijn van een gevarieerd aanbod van speciale non-food goederen passend binnen het thema

  • 7.

    Het opstellen van lege kramen is niet toegestaan; mocht toch een kraam leeg blijven dan dient deze voorafgaand aan het begintijdstip van de braderie te worden verwijderd of alsnog van goederen te worden voorzien.

  • 8.

    Er dient in voldoende mate (circa 30% van de verkoopoppervlakte) gratis amusement te worden aangeboden in de vorm van bijvoorbeeld ambachtslieden, standwerkers, spel-, circus- en/of kermisachtige attracties en/of (straat)artiesten.

8.3 kermis

  • 1.

    De standplaatsen moeten op de werkdag, voorafgaande aan de aanvangsdatum van de kermis zijn ingenomen.

  • 2.

    Alle kermisinrichtingen met alle daarbij behorende materialen en woon-, vracht- en pakwagens moeten uiterlijk op de tweede werkdag na de laatste kermisdag worden weggevoerd, waarna het terrein in de toestand, waarin het is toegewezen, ter beschikking van de gemeente moet worden gesteld. Bij niet of niet-tijdige ontruiming of niet in de oorspronkelijke toestand opleveren van het terrein kan één en ander door de gemeente zonder enige verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid harerzijds en op kosten van de gebruikers van het terrein geschieden.

  • 3.

    De kermisattracties mogen zondag, maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag niet vroeger geopend zijn dan om 15.30 uur, op woensdag niet vroeger dan 14.00 uur en op zaterdag niet vroeger dan om 10.00 uur.

  • 4.

    De kermisattracties moeten uiterlijk om 23.30 uur gesloten zijn. Na die tijd tot aan het eerst volgend openingsuur mag geen publiek in de attracties aanwezig zijn.

  • 5.

    De organisator dient ervoor zorg te dragen dat slechts eensluidende muziek over de gehele kermis ten gehore wordt gebracht.

  • 6.

    Deze muziek moet vanuit één punt worden geregeld. Van de situering van luidspeakers in de inrichtingen, het geluidsniveau en de in de inrichting aanwezige andere (mechanische) geluidsapparatuur, luidspeakers en microfoons voor gesproken woord, mogen omwonenden geen onaanvaardbare hinder kunnen ondervinden.

  • 7.

    Het gebruik van samples en stemgeluid van de attracties mogen niet harder klinken dan het geluidniveau van de muziek. Ook de samples en stemgeluid moeten voldoen aan de geluidsnorm.

  • 8.

    Het is verboden om, ongeacht de leeftijd van de klant, als prijzen uit te delen, het doen uitdelen en/of gelegenheid geven tot het winnen van messen, nepwapens, realistisch uitziende speelgoed- en luchtdrukwapens, stroomstootwapens, zelfverdedigingswapens en wapens behorende tot de categorieën I, II, III, en IV van de Wet wapens en munitie.

8.4 luchtballonnen

(DONKERRODE KLEUR>) De gemeente vindt het oplaten van luchtballonnen ongewenst. Ballonresten, linten en ventielen worden overal in de natuur teruggevonden. Ballonnen zijn schadelijk voor de natuur. Dieren raken verstrikt in de linten en zien de ballonnen voor voedsel aan, waardoor ze sterven. Het biologisch afbreekbare rubber van de ballon vergaat in principe wel, maar dat kan enkele jaren duren. Het oplaten van ballonnen is vergelijkbaar met dumpen van zwerfafval en draagt dus een verkeerde boodschap uit. (DONKERRODE KLEUR<)

  • 1.

    Luchtballonnen mogen uitsluitend worden gevuld met onbrandbaar gas (bijvoorbeeld helium). De drukcilinder moet zodanig worden vastgezet dat omvallen uitgesloten is.

  • 2.

    Luchtballonnen moeten biologisch afbreekbaar zijn.

  • 3.

    De organisator dient zich aan de volgende voorschriften van de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en de regeling kabelvliegers en kleine ballons te houden:

    • a.

      aan luchtballonnen mogen geen metalen voorwerpen worden bevestigd:

    • b.

      de luchtballonnen mogen niet in trossen worden opgelaten;

    • c.

      de luchtballonnen mogen in breedte gerekend niet groter zijn dan 75 centimeter in omtrek;

    • d.

      het aantal luchtballonnen mag niet hoger zijn dan 999 (daarboven is een vergunning noodzakelijk van de LVNL).

8.5 rijdende omroepinstallatie voor promotie

  • 1.

    De rijdende omroepinstallatie mag slechts in werking zijn op (datum) van (tijd) tot (tijd) binnen de gemeentegrenzen van Diemen.

  • 2.

    Het voertuig met de omroepinstallatie mag niet langer dan vijftien minuten op elke locatie blijven staan.

9. Overige bepalingen (schade, aansprakelijkheid, informatieplicht)

 

9.1 gebruik maken van de vergunning/ontheffing

  • 1.

    De organisator moet de vergunning/ontheffing op eerste aanvraag ter inzage verstrekken aan de medewerkers van de politie, brandweer of gemeente.

  • 2.

    Indien in strijd wordt gehandeld met enig aan deze vergunning/ontheffing verbonden voorschrift of beperking, kan de vergunning/ontheffing worden ingetrokken.

  • 3.

    Indien geen gebruik meer wordt gemaakt van de vergunning/ontheffing dient de organisator dit zo spoedig mogelijk mee te delen aan team Vergunningen van de gemeente.

  • 4.

    De vergunning/ontheffing is persoonsgebonden en derhalve niet overdraagbaar.

  • 5.

    De organisator dient de dag voorafgaand aan het evenement en op de dag zelf te zorgen voor een oordeel over de vraag of het, gezien de (weers)omstandigheden, verantwoord is om het evenement te laten starten; voor een meerdaags evenement geldt dit voor elke dag.

9.2 schade, aansprakelijkheid en verzekering

  • 1.

    De organisator is verplicht alle medewerkers van het evenement te houden aan het gestelde in deze vergunning/ontheffing.

  • 2.

    De organisator is verplicht de redelijkerwijs mogelijke maatregelen te treffen ten einde te voorkomen dat de gemeente of derden ten gevolge van het gebruik van deze vergunning/ontheffing schade leiden.

  • 3.

    Elke beschadiging aan het evenemententerrein welke een gevolg is van het gebruikmaken van de vergunning/ontheffing dient op eerste aanzegging van de gemeente door de organisator te worden vergoed.

  • 4.

    Bij schade of vermissing van door de gemeente aan de organisator uitgeleende materialen, zoals borden en dranghekken, worden de kosten daarvan in rekening gebracht bij de organisator.

  • 5.

    Indien het evenemententerrein niet ten genoegen van de gemeente is gereinigd, zal de reiniging door de gemeente op kosten van de organisator plaatsvinden.

  • 6.

    Het gebruik van het evenemententerrein geschiedt op eigen risico van de organisator. De gemeente is niet aansprakelijk voor het geval dat het terrein door bijvoorbeeld stof, water, modder, sneeuw, en dergelijke in een onbruikbare toestand verkeert of geraakt.

  • 7.

    De gemeente is op generlei wijze aansprakelijk voor schade en/of letsel voor derden voortkomend uit het gebruik van deze vergunning/ontheffing.

  • 8.

    De organisator dient, ten genoegen van de burgemeester, aan te tonen dat hij en/of de bij het evenement betrokken ondernemer of leverancier op genoegzame wijze is verzekerd tegen wettelijke aansprakelijkheid van derden, voortvloeiend uit ongevallen, schades, en dergelijke.

  • 9.

    Indien het evenement naar het oordeel van de burgemeester om redenen van algemeen belang of wegens wettelijke bepalingen niet kan doorgaan, kan geen aanspraak worden gemaakt op enige schade- en/of rentevergoeding.

  • 10.

    Indien het evenement reeds is begonnen en de staking daarvan naar het oordeel van de burgemeester om redenen van algemeen belang of wegens wettelijke bepalingen noodzakelijk is, zal de organisator een deel van het betaalde bedrag voor het in gebruik nemen van gemeentegrond (precario) renteloos terugontvangen in verhouding tot het aantal dagen dat van de gemeentegrond geen gebruik kan worden gemaakt.

9.3 informatieplicht

  • 1.

    De organisator moet uiterlijk een week voorafgaand aan het evenement de omwonenden (bewoners, bedrijven en instellingen, waaronder winkeliersvereniging) van het evenemententerrein door middel van een bewonersbrief informeren over het evenement, waaronder de te treffen verkeersmaatregelen en de wijze waarop klachten naar voren kunnen worden gebracht. Een kopie van de informatie dient te worden toegezonden aan de vergunningverlener en aan communicatie@diemen.nl.

  • 2.

    Ruim in de omgeving van het evenemententerrein dienen met borden verwijzingen naar de parkeerplaatsen voor auto’s, (brom)fietsen en andere voertuigen te worden aangegeven.

  • 3.

    Bij het gebruik van een waterweg of de loswal aan de Venserkade dient op (aangegeven plaatsen) met borden melding te worden gemaakt van de tijden waarop de vaarweg is gestremd, een afmeerverbod geldt voor de loswal en welke wijzigingen er zijn voor het openen van de bruggen in Diemen.

10. aandachtspunten aanbieden bederfelijke eet- en drinkwaren

(DONKERRODE KLEUR>) Dit zijn de belangrijkste voorschriften uit de Warenwetregeling Hygiëne en Levensmiddelen.

Zie ook : https://www.nvwa.nl/onderwerpen/eten-drinken-roken/dossier/markten-en-evenementeneten-en-drinken (DONKERRODE KLEUR<)

  • 1.

    Bederfelijke eet- en drinkwaren moeten altijd worden bewaard op de wettelijk voorgeschreven temperatuur. Gekoeld bewaren beneden 7°C (hiervoor moet een koelgelegenheid van voldoende capaciteit beschikbaar zijn met afstelbare temperatuur) of warm bewaren boven 60°C.

  • 2.

    Eet- en drinkwaren mogen uitsluitend verkocht worden vanuit een (markt)kraam, die - met uitzondering van de voorkant - volledig afgesloten is met schoon, winddicht zeildoek.

  • 3.

    De tijdelijke bedrijfsruimte dient zo te zijn ontworpen en ingericht, dat deze eenvoudig is schoon te houden en er geen verontreiniging van eet- en drinkwaren kan plaatsvinden.

  • 4.

    Wanneer de aard van de werkzaamheden het noodzakelijk maakt om onverpakte eet- en drinkwaren met de handen aan te raken, moet er een voorziening aanwezig zijn om de handen goed te kunnen wassen (bijvoorbeeld door het 'installeren' van een jerrycan met een kraantje met regelmatig te vervangen schoon water, voorzien van zeep (pompje) en papieren handdoekjes).

  • 5.

    Oppervlakken die in contact kunnen komen met eet- en drinkwaren moeten van deugdelijk materiaal zijn vervaardigd en heel en schoon zijn.

  • 6.

    Er moet een goede en deugdelijke voorziening zijn voor het afvoeren van afval.

  • 7.

    Tijdens het evenement mogen alleen de eenvoudige handelingen worden verricht die nodig zijn om een product gereed te maken voor directe consumptie, zoals afbakken, frituren en broodjes beleggen.

  • 8.

    Voorraadvorming is niet toegestaan, ook niet tijdens piekverkoop; de op een bepaald moment maximaal toegestane aanwezige hoeveelheid producten is één bakeenheid (de hoeveelheid die in één keer wordt gebakken of bereid).

BIJLAGE 3 FORMULIER ‘ORGANISEREN VAN EEN EVENEMENT (AANVRAAG/MELDING)’

De meest recente versie van dit formulier (zie de volgende bladzijden voor de versie van 19 april 2016) moet worden gebruikt voor het doen van een melding of het aanvragen van een vergunning voor een evenement en het aanvragen van ontheffing op grond van artikel 35 van de Drank- en horecawet.


1

Zelf gemixte dranken, bestaande uit een deel sterkte drank en een deel alcoholvrije drank, wordt aangemerkt als sterke drank.

2

Voorbeelden van bederfelijke eet- en drinkwaren zijn: vis en visproducten (vers en gerookt/gestoomd), snacks en kokswaren (zoals saucijzenbroodjes), vlees en vleeswaren, melk en melkproducten, zachte kaas (zoals Brie en Camembert), verse kaas (kwark), slagroom- en crèmegebak, puddingbroodjes, salades en slaatjes, voorgesneden groenten en rauwkost, vers vruchtensap, tahoe en tempeh, beslag voor poffertjes en pannenkoeken.

3

Er zijn normen om de veiligheid van tijdelijke constructies te garanderen. NEN-EN 13782 "Tijdelijke constructies - Tenten - Veiligheid" stelt eisen aan de constructie en beproeving van grotere tenten. Deze tenten worden onder meer gebruikt als circustent en voor muziekuitvoeringen, feesten, markten en manifestaties. Veiligheid met betrekking tot windbelasting en brandgevaar is dan van levensbelang. In de norm is vooral aandacht voor de stabiliteit onder invloed van windbelasting en zwaartekracht, de verankering aan de bodem en aan het toe te passen tentmateriaal. De norm geeft ook aan wanneer het bijhouden van een logboek is vereist en welke gegevens in dat logboek moeten worden bewaard. Daarnaast biedt NPR 8020-50 (en andere delen) richtlijnen voor verantwoordelijkheden rondom tijdelijke podiumconstructies. Iedere partij heeft zijn/haar eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot het ontwerpen, bouwen, gebruiken en afbouwen van een tijdelijke podiumconstructie. In deze praktijkrichtlijn worden de verantwoordelijkheden en de verdeling daarvan beschreven. Wie bepaalt bijvoorbeeld wanneer een evenement wordt gestaakt? Bron: http://www.nen.nl/web/Normshop/Norm/Veiligheid-tijdelijke-constructies-waarborgen-metnormen.htm

4

Bureau Waardenburg bv d.d. 24 februari 2012, Natuuronderzoek voor windpark Diemen.

5

Bureau Waardenburg bv d.d. 13 juli 2012, Effecten van dance festival Amsterdam Open Air op broedvogels. Oranjewoud d.d. 10 januari 2013, Toetsing deelgebieden Het Twiske. Van der Goes en Groot d.d. 2 mei 2014, Festival Chasing the Hihat in het Diemerbos, toetsing in het kader van de Flora- en faunawet.

6

Geneeskundige advisering bij Publieksevenementen, versie november 2014, van GHOR Amsterdam-Amstelland.

7

Let op de nadere voorwaarden van artikel 13 regeling verkeersregelaars ten aanzien van minderjarigen: zij worden slechts ingezet op wegen waar in het algemeen niet sneller wordt gereden dan 50 km per uur en indien ter plaatse bij duisternis of slecht zicht voldoende openbare straatverlichting aanwezig is.