Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maasgouw

Beleidsregel maatschappelijk actief bonus gemeente Maasgouw 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaasgouw
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel maatschappelijk actief bonus gemeente Maasgouw 2023
CiteertitelBeleidsregel maatschappelijk actief bonus Maasgouw 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregel maatschappelijk actief bonus Maasgouw 2021.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-02-202301-01-2023nieuwe regeling

07-02-2023

gmb-2023-73628

Z/23/029721 - D/23/092525

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel maatschappelijk actief bonus gemeente Maasgouw 2023

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze regeling wordt verstaan onder

    • a.

      college: college van burgemeester en wethouders;

    • b.

      de wet: Participatiewet (Pw);

    • c.

      inkomen: het inkomen van de inwoner en diens eventuele partner bedoeld in artikel 32 van de wet. Een bijstandsuitkering wordt in afwijking van artikel 32 van de wet voor de beoordeling van het recht op de maatschappelijk actief bonus als inkomen gezien;

    • d.

      maatschappelijk actief bonus (MAB): een bedrag dat bedoeld is om inwoners te stimuleren om actief bezig te zijn met maatschappelijk nuttige activiteiten;

    • e.

      individuele inkomenstoeslag (IIT): een toeslag die aan inwoners wordt verstrekt op basis van de verordening individuele inkomenstoeslag;

    • f.

      persoonlijk participatiebudget pensioengerechtigden (PPP): een toeslag die aan inwoners wordt verstrekt op basis van de beleidsregel persoonlijk participatiebudget pensioengerechtigden

    • g.

      maatschappelijk nuttige activiteiten: activiteiten waaraan maatschappelijk behoefte bestaat die zonder vergoeding, op vrijwillige basis en in georganiseerd verband worden verricht;

    • h.

      peildatum: de datum waarop de aanvraag om een maatschappelijk actief bonus is ontvangen;

    • i.

      referteperiode: periode van 12 maanden voorafgaande aan de peildatum;

  • 2.

    Alle begrippen die in deze regeling worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Doelgroep maatschappelijk actief bonus

  • 1.

    In aanmerking voor de maatschappelijk actief bonus komt:

    • a.

      De inwoner vanaf 27 jaar die op de peildatum in de gemeente woont en die samen met diens eventuele partner een inkomen heeft dat gedurende de referteperiode gemiddeld niet hoger is dan 130% van de toepasselijke bijstandsnorm;

  • 2.

    Onder de voorwaarde dat:

    • a.

      de inwoner, zoals genoemd in lid 1 van dit artikel, samen met diens eventuele partner geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet en

    • b.

      de inwoner minimaal 6 uur per week onbetaald maatschappelijk nuttige activiteiten verricht in enig georganiseerd verband en deze werkzaamheden ook heeft verricht gedurende 6 maanden voorafgaande aan de peildatum.

Artikel 3 Uitsluitingsgronden

Geen recht op een MAB heeft de inwoner die gedurende de referteperiode:

  • 1.

    al eerder een verstrekking heeft gehad op grond van de MAB;

  • 2.

    een maatregel en/of boete vanuit enige sociale wet of regelgeving opgelegd heeft gekregen.

Artikel 4 Hoogte en aanvraag

  • 1.

    De hoogte van de maatschappelijk actief bonus bedraagt € 250,00 per persoon per kalenderjaar.

  • 2.

    De bonus wordt toegekend op aanvraag.

Artikel 5 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet of waarbij de toepassing tot onrechtvaardige gevolgen zou leiden, beslist het college.

Artikel 6 Inwerkingtreding en intrekken oude regeling

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na publicatie en werken terug tot en met 1 januari 2023. Vanaf die datum wordt de Beleidsregel maatschappelijk actief bonus Maasgouw 2021 ingetrokken.

 

Deze nadere regels treden in werking met ingang van de dag na publicatie en werken terug tot en met 1 januari 2023. Vanaf die datum worden de Nadere regels bijzondere bijstand Maasgouw 2021 ingetrokken.

 

Artikel 7 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: “Beleidsregel maatschappelijk actief bonus Maasgouw 2023.”

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Maasgouw op 07-02-2023.

Burgemeester en wethouders van Maasgouw,

De secretaris,

C.M. Keersmaekers

De burgemeester,

S.H.M. Strous

Toelichting bij de beleidsregel maatschappelijk actief bonus

Algemene toelichting

 

Voorliggende regeling heeft betrekking op de maatschappelijk actief bonus (MAB). De bonus is geïntroduceerd voor minima met een (gezins)inkomen tot 130% van de toepasselijke bijstandsnorm die maatschappelijk nuttige activiteiten verrichten, op vrijwillige basis, voor minimaal 6 uur per week en in enig georganiseerd verband, gedurende minimaal 6 maanden. Er is sprake van ‘enig georganiseerde verband‘ indien er een overeenkomst is tussen de uitkeringsgerechtigde en de organisatie waar de activiteiten worden verricht.

 

De MAB is een financiële ondersteuning als ‘beloning’ voor het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten en bedraagt € 250,00 per persoon per kalenderjaar.

 

De bonus is niet bedoeld voor activiteiten die voortvloeien uit een overeengekomen re-integratietraject (zoals werken met behoud van uitkering, proefplaatsing of een participatieplaats).

De bonus staat los van een eventuele onkostenvergoeding (artikel 32 lid 2 sub f Pw) vanuit de organisatie waar men de activiteiten verricht en de premie vrijwilligerswerk die verkregen kan worden op grond van de re-integratieverordening.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

Begrippen die in de Pw voorkomen hebben in deze beleidsregels dezelfde betekenis als in de Pw. Voor een aantal begrippen, die als zodanig niet in de Pw zelf staan is een definitie gegeven in deze regeling.

 

Maatschappelijk nuttige activiteiten zijn activiteiten waaraan maatschappelijk behoefte bestaat die zonder vergoeding en in georganiseerd verband worden verricht.

 

Artikel 2 Doelgroep maatschappelijk actief bonus

Doelgroep van de maatschappelijk actief bonus zijn volgens het minimabeleid inwoners met een uitkering of inkomen tot een maximum van 130% van de toepasselijke bijstandsnorm. Het gaat hierbij om het gezinsinkomen, dus van de aanvrager en eventuele partner samen. Het kan voorkomen dat de aanvrager geen inkomen heeft. Er bestaat recht op de bonus zolang het gezinsinkomen niet hoger dan 130% van de toepasselijke bijstandsnorm is.

Wat betreft de leeftijd van de rechthebbenden: deze minimaregeling staat open voor inwoners van 27 jaar en ouder. Hierbij wordt aangesloten bij de Participatiewet waarin een aantal regelingen voor jongeren zijn uitgesloten.

 

Maatschappelijk nuttige activiteiten worden omschreven als:

  • 1.

    activiteiten die op vrijwillige basis worden uitgevoerd,

  • 2.

    zonder financiële vergoeding (buiten eventuele onkostenvergoedingen),

  • 3.

    in georganiseerd verband,

  • 4.

    met een maatschappelijk doel voor anderen, hetzij individuen, groepen of de samenleving in haar geheel (maar zonder familieband).

Maatschappelijk nuttige activiteiten mogen geen belemmering zijn om naar werk uit te stromen.

 

De inwoner en de organisatie waarbinnen hij activiteiten verricht dienen een schriftelijke overeenkomst af te sluiten waarin de afspraken over de activiteiten en de voorwaarden zijn vastgelegd.

 

Artikel 3

De maatschappelijk actief bonus wordt eenmaal per 12 maanden (zijnde de referteperiode) verstrekt.

 

Artikel 4

De maatschappelijk actief bonus wordt niet met terugwerkende kracht verstrekt.

 

Artikel 5

Er kunnen zich situaties voordoen waarbij de toepassing van de regeling tot onrechtvaardige gevolgen kan leiden of tot gevolgen die in strijd zijn met de uitgangspunten van het huidige minimabeleid. Om die reden is in artikel 5 een grondslag opgenomen om in dergelijke gevallen gemotiveerd af te kunnen wijken.

 

Artikel 6 en Artikel 7

Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.