Organisatie | Maassluis |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels leefgeld ontheemden uit Oekraïne 2023 MVS |
Citeertitel | Beleidsregels Leefgeld ontheemden uit Oekraïne 2023 MVS |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze beleidsregels zijn geldig voor de periode zolang de Regeling opvang ontheemden Oekraïne van toepassing is.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-02-2023 | 01-02-2023 | nieuwe regeling | 09-02-2023 |
Het dagelijks bestuur van Stroomopwaarts, namens de burgemeesters van Maassluis, Vlaardingen en Schiedam,
Artikel 4:81 eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;
Artikelen 7, 13 en 14 van de Regeling opvang ontheemden Oekraïne;
Het Mandaatbesluit inzake uitvoering regeling opvang ontheemden Oekraïne MVS;
Het dagelijks bestuur het wenselijk vindt om beleidsregels vast te stellen om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden huishoudens in aanmerking kunnen komen voor de leefgeldregeling voor ontheemden Oekraïense;
Artikel 3: Terugvordering en invordering
De burgemeester maakt gebruik van zijn bevoegdheid, om zoals bepaald in de regeling in artikel 8 en 14 van de Regeling het leefgeld terug te vorderen wanneer er wordt vastgesteld dat er ten onrechte (te veel) leefgeld is afgegeven.
Wanneer duidelijk is dat ontheemde geen mogelijkheid heeft om binnen de gestelde betalingstermijn tot algehele aflossing van de vordering over te gaan verleent de burgemeester ambtshalve of op basis van een gemotiveerd verzoek van ontheemde uitstel van betaling. Aan het besluit tot uitstel van betaling wordt een betalingsregeling verbonden.
Artikel 3.5 Betalingsverplichting
Aldus vastgesteld in het dagelijks bestuur Stroomopwaarts van 9 Februari 2023.
de voorzitter,
drs. A.N. Biekman
de secretaris,
N.C. van der Wekken
Vanwege het gegeven mandaat met betrekking tot de RooO voert Stroomopwaarts MVS enkel een gedeelte van de regeling uit. Stroomopwaarts MVS is alleen bevoegd om uitvoering te geven aan de artikelen 6, eerste lid, onderdeel b, 7, 8, 10, 12, 13 en 14. Hierom zijn er enkel 2 kanbepalingen die verheldering nodig hebben, verder volgen we de artikelen zoals ze beschreven en aangepast worden. Deze 2 kan bepalingen komen samen in 1 artikel. Daarnaast is de werkwijze voor terug en invordering in artikel 3 uitgewerkt.
Dit artikel verwijst naar artikel 7 en 13 van de regeling dat verwijst naar artikel 12 en artikel 6 lid 1 b van de regeling. |In artikel 6 lid1 b wordt verwezen naar het leefgeld dat verder uitgewerkt is in artikel 12. In artikel 12 kan gevonden worden hoe hoog het leefgeld is en in welke situaties recht is op welk component van het leefgeld. In artikel 13 wordt verwezen naar dit leefgeld en dat dit ingetrokken of beperkt kan worden wanneer de ontheemde inkomen heeft. Het inkomen wordt afhankelijk van de hoogte van het inkomen het leefgeld beperkt of ingetrokken. Wanneer het inkomen gelijk of meer is dan de hoogte van het leefgeld dan wordt het leefgeld stopgezet. Wanneer deze lager is dan het leefgeld wordt het leefgeld beperkt worden. Het inkomen wordt aangevuld met het leefgeld tot de hoogte van het gebruikelijke leefgeld voor de ontheemde.
Artikel 3 terugvorderen en invorderen
Dit artikel verwijst naar artikel 8 en 14 van de regeling, terugvordering is hierin een bevoegdheid. Hoe deze bevoegdheid wordt uitgevoerd is in dit artikel gespecificeerd.
Er kunnen zich dringende redenen voordoen welke aanleiding vormen om af te zien van terugvordering. Deze dringende redenen moeten verband houden met de individuele omstandigheden van de persoon of het gezin. De individuele situatie is dus doorslaggevend. In de beoordeling kunnen zowel financiële als niet financiële omstandigheden worden meegewogen.
In dit artikel is vastgelegd, dat afzien wordt van terugvordering indien het terug te vorderen bedrag kleiner of gelijk is aan € 50,00
In dit artikel wordt verduidelijkt hoe de ontheemde op de hoogte gesteld wordt van de terugvordering inclusief de reden, de hoogte van het terug te vorderen bedrag en wanneer de betaling voldaan moet zijn.
De betalingstermijn bij terug- en invordering is in de drie MVS-gemeenten bij verordening ( verordening betalingstermijn sociale zekerheid Gemeente Maassluis 2015, Vlaardingen 2017 en Schiedam 2016) bepaald op dertig dagen en wijkt daarmee af van de termijn van zes weken conform artikel 4:87 lid 1 Algemene wet bestuursrecht. Deze betalingstermijn van dertig dagen is in de werkprocessen en de geautomatiseerde termijnbewaking verweven. Deze betalingstermijn ligt vast in de verordening betalingstermijn sociale zekerheid Gemeente Maassluis 2015, Vlaardingen 2017 en Schiedam 2016.
Uitgangspunt is terugbetaling ineens binnen de betalingstermijn van dertig dagen. Als aflossing binnen de gestelde betalingstermijn niet kan, behoort uitstel van betaling en een betalingsregeling tot de mogelijkheden. Uitstel van betaling wordt alleen verleend als hieraan een betalingsregeling is verbonden.
In dit artikel wordt de betalingsregeling gespecificeerd.
Tijdens een verzoek tot wijziging van de betalingsregeling blijft de betalingsverplichting bestaan. Dat is anders in het geval van uitstel van betaling. Artikel 4:94 Awb: het bestuursorgaan kan de wederpartij uitstel verlenen. Gedurende het uitstel kan het bestuursorgaan niet aanmanen of invorderen.
Dit artikel regelt de wijze en hoogte van terugbetaling.
Indien de ontheemde niet betaalt en niet bereid is tot het treffen van een minnelijke regeling of een eerder opgelegde betalingsverplichting niet nakomt, wordt hij aangemaand om binnen twee weken na ontvangst van de aanmaning te betalen (artikelen 4:97 Awb en 4:112 Awb). Er worden geen aanmaningskosten in rekening gebracht.