Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
- a.
burgemeester: de burgemeester van de gemeente waarin de opvangvoorziening gelegen is;
- b.
opvangvoorziening: een accommodatie waarin onderdak wordt geboden aan ontheemden;
- c.
ontheemde; de vreemdeling die tijdelijk bescherming geniet als bedoeld in artikel 1 van de Vreemdelingenwet 2000, omdat hij onder de reikwijdte valt van het Uitvoeringsbesluit van 4 maart 2022 van de richtlijn 2001/55/EG of een verlenging daarvan;
- d.
richtlijn: richtlijn 2001/55/EG van de raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (PbEU L 212/12);
- e.
uitvoeringsbesluit: uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan (PbEU 2022, L 71);
- f.
Minister: de Minister van Justitie en Veiligheid;
- g.
Gezinsleden: de volgende leden van het gezin van de ontheemde die in verband met de tijdelijke bescherming in Nederland aanwezig zijn:
- 1°.
echtgenoten of aan gehuwden gelijkgestelde partners;
- 2°.
hun minderjarige kinderen, mits zij ongehuwd en van hun afhankelijk zijn;
- 3°.
De vader, moeder, of een andere volwassene die volgens het recht of de praktijk in Nederland verantwoordelijk is voor de minderjarige en ongehuwde ontheemde;
- h.
Gemeentelijke opvangvoorziening: door of vanwege de burgemeester aangeboden of beschikbaar gestelde opvangvoorziening voor ontheemden;
- i.
Particuliere opvangvoorziening: opvangvoorziening voor ontheemden, anders dan:
- 1°.
een gemeentelijke opvangvoorziening; of
- 2°.
Een woning van de ontheemde of van een gezinslid van de ontheemde;
- j.
loondervingsuitkering: een uitkering krachtens de verplichte verzekering op grond van de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, alsmede een uitkering of inkomensvoorziening op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, alsmede een uitkering of inkomensvoorziening op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg aan de werknemer of de gelijkgestelde, bedoeld in artikel 3:6, eerste lid, van dei wet, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen en de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen.
- k.
Leefgeld: de maandelijkse financiële toelage zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder b, en artikel 12 van de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO).
Artikel 2. Doelgroep en voorwaarden recht op leefgeld
- 1.
De leefgeldregeling is bedoeld voor vluchtelingen uit Oekraïne die als gevolg van de oorlog zijn ontheemd of ontvlucht.
- a.
Ontheemden uit Oekraïne worden opgevangen in de gemeentelijke opvang (GOO) of in de particuliere opvang (POO), binnen de gemeente grenzen van de gemeente Ooststellingwerf.
- b.
De ontheemde moet zijn ingeschreven bij de gemeente Ooststellingwerf en in het bezit zijn van een Burgerservicenummer (BSN).
Artikel 3. Aanvraag leefgeld
- 1.
De ontheemde vraagt het recht op leefgeld schriftelijk aan door het aanvraagformulier ‘Leefgeld’ in te dienen bij de burgemeester.
- 2.
Een aanvraag voor de leefgeldregeling kan worden gedaan als aan de voorwaarden zoals benoemd in artikel 2 is voldaan.
- 3.
Het recht op leefgeld wordt niet met terugwerkende kracht toegekend.
- 4.
Bij de eerste aanvraag wordt een kopie van een ID toegevoegd.
- 5.
Bij de aanvraag wordt een kopie van een Nederlandse bankpas toegevoegd als bewijsstuk van het hebben van een rekening bij een Nederlandse bank.
- 6.
Als de ontheemde geen Nederlandse bankpas met bijbehorende bankrekening heeft dan dient de ontheemde, om toch een succesvol beroep te kunnen doen op de regeling, aan te tonen dat het niet mogelijk is deze te verkrijgen.
Artikel 4. Wijzigingen doorgeven
- 1.
De ontheemde, indien van toepassing samen met zijn meerderjarig gezinslid, wordt gevraagd wijzigingen die invloed kunnen hebben op het recht op opvang of leefgeld, gelijk door te geven aan de burgemeester.
- 2.
Onder wijzigingen als bedoeld in het eerste lid worden in ieder geval verstaan:
- a.
Het ontvangen van inkomsten als bedoeld in artikel 7.
- b.
Een wijziging in de gezinssamenstelling.
- c.
Het voordoen van een situatie zoals bedoeld in artikel 4 en artikel 7, eerste lid, van de RooO.
- 3.
Een wijziging in het leefgeld gaat in op de eerste dag van de volgende kalendermaand.
Artikel 5. Uitzetting uit gemeentelijke opvang
Een ontheemde wordt uit de gemeentelijke opvang gezet als een van de situaties zoals genoemd in artikel 4 van de RooO zich voordoet.
Artikel 5. Rechtmatigheid
- 1.
De uitkering van het leefgeld wordt beëindigd indien:
- a.
De opvang van de in de gemeente Ooststellingwerf opgevangen Oekraïense ontheemde wordt beëindigd omdat elders (buiten de gemeente) in opvang wordt voorzien.
- b.
De Oekraïense ontheemde langer dan 14 dagen aaneengesloten niet aanwezig is in de gemeentelijke opvang of bij afwezigheid van meer dan 28 dagen per kalenderjaar.
- c.
De Oekraïense ontheemde in detentie verblijft.
- d.
De Oekraïense ontheemde de Nederlandse nationaliteit heeft.
- e.
De aanvraag voor verblijf van de ontheemde is afgewezen.
- f.
De meerderjarige ontheemde meer inkomsten uit arbeid heeft dan de financiële vergoeding die maandelijks als leefgeld wordt verstrekt.
- 2.
Als blijkt dat er onterecht leefgeld is verstrekt of een te hoog bedrag, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder b is verstrekt kan de burgemeester dit bedrag terugvorderen.
- 3.
De burgemeester vordert niet meer terug dan er is verstrekt.
Artikel 7. De hoogte van de verstrekkingen 1
- 1.
Aan de rechthebbende worden maandelijks de volgende bedragen ten behoeve van voedsel beschikbaar gesteld:
- a.
bij een éénpersoonshuishouden of een huishouden bestaande uit twee gezinsleden € 215,06 per volwassene of alleenstaande minderjarige ontheemde of alleenstaande minderjarige ontheemde en € 178,36 per andere minderjarige;
- b.
bij een huishouden bestaande uit drie gezinsleden: € 171,99 per volwassene en € 142,57 per minderjarige;
- c.
bij een huishouden bestaande uit vier of meer gezinsleden: € 150,45 per volwassene en € 124,97 per minderjarige.
- 2.
Aan de rechthebbende wordt maandelijks € 56,12 ten behoeve van kleding en andere persoonlijke uitgaven beschikbaar gesteld.
- 3.
Aan de rechthebbende die langdurige zorg nodig heeft (een kliniek of ziekenhuis) wordt maandelijks € 56,12 ten behoeve van kleding en andere persoonlijke uitgaven beschikbaar gesteld.
- 4.
Voor ontheemden in de particuliere opvang komt hier een bedrag van € 93,00 per persoon per maand bovenop. Dit betreft het “wooncomponent” waarmee men een bijdrage kan leveren in de woonlasten van het gastgezin.
Artikel 8. Uitbetaling van het leefgeld
- 1.
De uitbetaling vindt maandelijks plaats op de eerste werkdag van de maand, zolang er recht is op leefgeld.
- 2.
De betaling vindt plaats via een Nederlandse bankrekening.
- 3.
In afwijking van artikel 2 kan uitbetaling contant plaatsvinden. Dit kan alleen in de situatie dat het openen van een Nederlandse bankrekening (nog) niet mogelijk is.
Artikel 9. Leefgeldregeling en werk
- 1.
Wanneer een meerderjarig lid van het gezin gaat werken en aldus inkomsten uit arbeid heeft, dan vervalt het recht op leefgeld voor alle gezinsleden.
- 2.
In aanvulling op het gestelde onder 1: is het inkomen uit arbeid lager dan het beschikte leefgeld, dan is het aan het gezin om bewijslast aan te dragen, zodat het leefgeld kan worden aangevuld tot het maximale bedrag aan leefgeld voor het gezin.
- 3.
Indien de minderjarige ontheemde een bijbaan heeft, wordt het leefgeld voor de minderjarige ontheemde stopgezet. Is het inkomen vanuit de bijbaan lager dan het beschikte bedrag dan wordt dit aangevuld tot maximale bedrag aan leefgeld, zoals beschikt.
Artikel 10. Diverse bronnen van inkomen mogelijk
- 1.
- 2.
Inkomen uit studiefinanciering.
- 3.
- 4.
Inkomen uit WW of ander type uitkering.
Artikel 11. Vrijwilligerswerk
- 1.
Vluchtelingen die vrijwilligerswerk doen op de gemeentelijke opvanglocatie kunnen daarvoor een vergoeding ontvangen van maximaal € 14,00 per week.
- 2.
De gemeentelijke vertegenwoordiger omschrijft wat het vrijwilligerswerk inhoudt en wie daar toezicht op houdt.
- 3.
Vrijwilligerswerk uitgevoerd en in opdracht van andere partijen komt niet in aanmerking voor vergoeding door de gemeente Ooststellingwerf.
- 4.
Incidentele en kortdurende activiteiten worden niet beschouwd als vrijwilligerswerk en komen niet in aanmerking voor vergoeding.
Artikel 11. Overige bepalingen
- 1.
De gemeente heeft het recht op inzage in bankrekeningen en andere relevante stukken bij het vermoeden van betaald werk, zwart werk of onvolledige of onjuiste informatie.
- 2.
Vluchtelingen ouder dan 60 jaar worden verplicht eventuele pensioendocumenten ter inzage aan te bieden. Pensioen wordt in mindering gebracht op het leefgeld.
Artikel 12. Inwerkingtreding en duur beleidsregel
- 1.
Deze beleidsregels treden in werking op 1 april 2023.
Artikel 13. Citeertitel
Deze beleidsregels worden aangehaald als:
Beleidsregels opvang en leefgeld Oekraïense ontheemden 2023 gemeente Ooststellingwerf.