Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lingewaard

Uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaatsen Lingewaard 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLingewaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaatsen Lingewaard 2023
CiteertitelUitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaatsen Lingewaard 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de nadere regels voor grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaatsen 2016.

Deze regeling vervangt het Uitvoeringsbesluit Graven, Asbezorging en Gedenkplaatsen 2017.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-02-2023nieuwe regeling

31-01-2023

gmb-2023-70139

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaatsen Lingewaard 2023

Op 31 januari 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Lingewaard besloten het Uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaatsen Lingewaard 2023 vast te stellen.

 

Het uitvoeringsbesluit bevat praktische regels over onder andere begraven, grafafmetingen en grafonderhoud op de gemeentelijke begraafplaatsen.

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard;

 

gelet op de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Lingewaard 2023;

 

besluit vast te stellen de volgende nadere regels (Uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaatsen Lingewaard 2023)

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • a.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van één overledene per laag;

  • b.

    asbus: een bus ter berging van de as van een overledene;

  • c.

    begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaatsen:

    • “De Teselaar”, gelegen aan Teselaar 29 in Bemmel;

    • “De Hoeve”, gelegen aan Hoeve 15 in Huissen;

    • “Gendt”, gelegen aan Zandvoortsestraat 1 in Gendt;

    • “Huissen-Stad” (juridisch gesloten), gelegen aan Doelenstraat 39a in Huissen;

    • “Het Zand” (juridisch gesloten), gelegen aan Molenweg 6 in Huissen;

  • d.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

  • e.

    dubbelgraf: twee enkele particuliere graven naast elkaar die administratief met elkaar verbonden kunnen worden;

  • f.

    gedenkteken: een steen, zerk, sierurn, gedenkplaat, letterplaat, afsluitplaat voor een urnennis of ander monument, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

  • g.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf of urnengraf;

  • h.

    grafbeplanting: blijvende winterharde beplanting;

  • i.

    grafkelder: een betonnen, gemetselde of kunststof constructie, onder, op of boven maaiveldniveau, waarin een of meerdere overledenen worden begraven of asbussen worden bijgezet;

  • j.

    laag: aanduiding voor een horizontaal en beneden maaiveld gelegen niveau. Een twee-diep graf heeft twee lagen, een één-diep graf heeft één laag;

  • k.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het begraven en begraven houden van overledenen;;

    • 2.

      het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het verstrooien van as;

  • l.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon met:

    • 1.

      Het gebruiksrecht op een ruimte in een algemeen graf;

    • 2.

      Een zakelijk gebruiksrecht op een graf met een uitsluitend recht;

  • m.

    strooiveld: een door het college als zodanig aangewezen plaats op de begraafplaats waarop as van overledenen wordt verstrooid;

  • n.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • o.

    urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot

    • 1.

      het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 2.

      het verstrooien van as;

  • p.

    urnenmuur of urnenzuil: een bovengrondse constructie met urnennissen waarin asbussen met of zonder (sier)urnen kunnen worden bijgezet;

  • q.

    urnennis: een nis bij de gemeente in beheer waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het gebruiksrecht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.

Artikel 2. Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf

  • 1.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens dit uitvoeringsbesluit bepaalde wordt voor zover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan een urnengraf.

  • 2.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens dit uitvoeringsbesluit bepaalde wordt voor zover van belang onder 'algemeen graf' mede verstaan een urnennis.

Artikel 3. Indeling en uitgifte van graven

  • 1.

    Algemene graven worden niet uitgegeven en enkel gebruikt voor het begraven van onbekende overledenen (bijvoorbeeld drenkelingen).

  • 2.

    Particuliere graven zijn onderverdeeld in:

    • a.

      graven voor personen van 12 jaar en ouder;

    • b.

      graven voor kinderen van 1 tot en met 11 jaar;

    • c.

      graven voor kinderen tot 1 jaar.

  • 3.

    Particuliere graven worden op begraafplaats De Teselaar, begraafplaats Gendt en het lager gelegen deel van begraafplaats De Hoeve uitsluitend met één laag uitgegeven.

  • 4.

    Op het hoger gelegen veld 1 van begraafplaats De Hoeve worden uitsluitend particuliere graven met twee lagen uitgegeven.

  • 5.

    In een particulier graf is de mogelijkheid om per laag:

    • a.

      één overledene te begraven en maximaal twee asbussen met of zonder urn bij te zetten, of

    • b.

      één overledene te begraven en één asbus met of zonder urn bij te zetten en de as van één overledene uit te strooien, of

    • c.

      één overledene te begraven en de as van maximaal twee overledenen uit te strooien, of

    • d.

      de as van maximaal drie overledenen uit te strooien, of

    • e.

      de as van maximaal twee overledenen uit te strooien en één asbus, met of zonder urn, bij te zetten, of

    • f.

      de as van één overledene te uit te strooien en twee asbussen, met of zonder urn, bij te zetten, of

    • g.

      maximaal drie asbussen met of zonder urn bij te zetten, of

    • h.

      personen te gedenken zonder dat een lichaam of asbus, met of zonder urn, is bijgezet.

  • 6.

    Een dubbelgraf wordt niet uitgegeven maar ontstaat als twee naast elkaar gelegen graven administratief met elkaar worden gekoppeld. De einddatum van beide graven is na de koppeling gelijk.

  • 7.

    Grafkelders worden alleen uitgegeven wanneer naar het oordeel van de beheerder daarvoor voldoende ruimte beschikbaar én passend is binnen de inrichting en uitstraling van (een deel van) de begraafplaats. Voor het toepassen van het aantal lagen in een grafkelder worden dezelfde uitgangspunten gehanteerd als onder lid 2 en 3 van dit artikel.

  • 8.

    Op de begraafplaats Huissen-Stad en de begraafplaats Het Zand worden geen begravingen, bijzettingen of as verstrooiingen (meer) uitgevoerd.

Artikel 4. De bezorging van as

  • 1.

    Op de begraafplaatsen worden voor de bijzetting van as urnengraven, urnennissen en particuliere graven uitgegeven:

    • a.

      In een urnengraf is het mogelijk om:

      • 1.

        maximaal drie asbussen met of zonder urn bij te zetten, of

      • 2.

        twee asbussen met of zonder urn bij te zetten, en de as van één overledene uit te strooien, of

      • 3.

        één asbus met of zonder urn, en de as van twee overledenen uit te strooien, of

      • 4.

        of de as van maximaal drie overledenen uit te strooien.

    • b.

      In een urnennis is het mogelijk:

      • 1.

        maximaal drie asbussen met of zonder urn(en) bij te zetten.

    • c.

      In een particulier graf is het mogelijk om, naast één overledene per laag:

      • 1.

        maximaal twee asbussen met of zonder urn(en) bij te zetten, of

      • 2.

        de as van maximaal twee overledenen uit te strooien, of

      • 3.

        één asbus met of zonder urn bij te zetten, en de as van één overledene uit te strooien.

  • 2.

    Op een strooiveld kan as worden verstrooid.

  • 3.

    Het is niet toegestaan om as te verstrooien op een (urnen)graf of op een grafbedekking.

  • 4.

    Het is toegestaan om op risico van de rechthebbende één, twee of drie asbussen, mits in een urn geplaatst, bovengronds bij te zetten op een urnengraf. De urn moet vast verankerd zijn aan de grafbedekking. De bepalingen in lid 1a van dit artikel moeten hierbij in acht worden genomen.

Artikel 5. Strooiveld

  • 1.

    Voor het verstrooien van as wordt schriftelijk een aanvraag ingediend. De beheerder beoordeelt de aanvraag om te voorkomen dat datum en tijdstip samenvallen met een andere plechtigheid op dezelfde begraafplaats.

  • 2.

    Het is niet toegestaan een gedenkteken, een omranding, een versiering, grind e.d. of grafbeplanting op of bij een strooiveld aan te brengen of te plaatsen. Bij constatering wordt dit door de beheerder verwijderd zonder dat de gemeente daarvoor tot enige schadevergoeding verplicht kan worden.

Artikel 6. Afmetingen van graven

  • 1.

    Het beschikbare en door de rechthebbende in te richten bovengrondse deel van de grafruimte, inclusief alle toe te passen materialen zoals beplanting, gedenktekens, steengruis, grind en omranding/omlijsting, wordt door de beheerder aangewezen en afgebakend en mag niet worden overschreden.

  • 2.

    Voor de in lid 1 genoemde beschikbare bovengrondse grafruimte worden de volgende blijvend zichtbare maximale afmetingen (lengte x breedte) gehanteerd:

    •  

      a.

      voor een grafkelder:

      2,40 x 1,00 meter;

      b.

      voor een lang graf:

      2,00 x 1,00 meter;

      c.

      voor een kort graf:

      0,50 x 1,00 meter;

      d.

      voor een kindergraf (tot 12 jaar):

      0,50 x 0,80 meter;

      e.

      voor een urnengraf:

      1,00 x 1,00 meter.

  • 3.

    Bij heruitgifte van een graf, gelegen tussen andere al aanwezige graven, worden in beginsel de afmetingen genoemd in lid 2 toegepast. De definitieve toe te passen maten worden door de beheerder aangegeven op basis van de specifieke beschikbare ruimte.

Artikel 7. Grafkelders

  • 1.

    Een grafkelder wordt alleen uitgegeven als naar het oordeel van de beheerder daarvoor voldoende ruimte beschikbaar is en wanneer deze passend is binnen de inrichting en uitstraling van (een deel van) de begraafplaats. Voor het toepassen van het aantal lagen in een grafkelder worden dezelfde uitgangspunten gehanteerd als bij een particulier graf.

  • 2.

    De maximale uitwendige afmetingen van de grafkelder zijn 2,40 x 1,00 meter (lengte x breedte).

  • 3.

    De maximale uitwendige afmetingen van betonnen of kunststof constructies ten behoeve van het bijzetten van asbussen zijn 1,00 x 1,00 meter (lengte x breedte).

Artikel 8. Melding en voorwaarden aanbrengen en wijzigen grafbedekking

  • 1.

    Voor het plaatsen of wijzigen van een grafbedekking is een schriftelijke melding met bijbehorende werktekening nodig. Om deze melding met werktekening te kunnen toetsen en de rechthebbende te kunnen adviseren, dient daarop ten minste voor te komen:

    • a.

      de naam van de rechthebbende van het graf, urnennis of urnengraf;

    • b.

      de plaats van het graf of urnennis (begraafplaats, vak, rij, nummer);

    • c.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • d.

      de soort, kleur en bewerking van de toe te passen materialen;

    • e.

      de vermelding of de letters etc. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • f.

      de tekst en de plaats van figuratie(s);

    • g.

      de funderingstekening;

    • h.

      het materiaal van de fundering en de wijze van bevestigen van het gedenkteken daarop;

    • i.

      beschrijving van de winterharde beplanting.

  • 2.

    Voor alle onderdelen van de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals (natuur)steen, glas, beton, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of verduurzaamde niet uitlogende houtsoorten.

  • 3.

    De lengte en breedte van de grafbedekking (inclusief grondplaat of grafrand) mogen de oppervlakte van de toegewezen bovengrondse ruimte, genoemd in artikel 6 lid 2, niet overschrijden.

  • 4.

    Grafbedekking mag niet hoger zijn dan 1,10 meter.

  • 5.

    Onderdelen die deel uitmaken van de grafbedekking moeten daaraan vast verbonden te zijn.

  • 6.

    Gedenktekens mogen, zulks ter beoordeling aan burgemeester en wethouders, geen figuratie(s) en/ of teksten bevatten die aanstootgevend, ontsierend of kwetsend kunnen zijn voor anderen. Ook mogen gedenktekens of voorwerpen daarop, zulks ter beoordeling aan burgemeester en wethouders, geen licht-, geluid- of anderszins hinder veroorzaken.

  • 7.

    De rechthebbende wordt zoveel mogelijk in de gelegenheid gesteld tot plaatsing van meer persoonlijke en/ of kunstzinnige voorwerpen.

Artikel 9. Gedenkteken urnennis

  • 1.

    Bij een urnenmuur of urnenzuil met gesloten urnennissen kan een gedenkteken worden aangebracht op voorwaarde dat:

    • a.

      de afmetingen niet groter zijn dan de afmetingen van de daartoe aangebrachte sluitplaat;

    • b.

      de rechthebbende gelijktijdig met de bijzetting van een asbus met of zonder (sier)urn in muur of zuil met gesloten nissen, de urnennis van een afdekplaat voorziet met tekst en de figuratie(s);

    • c.

      het toe te passen materiaal, de te gebruiken afmetingen en de wijze van bevestiging geschieden op aanwijzing van de beheerder;

    • d.

      de afdekplaat alleen de naam of namen bevat van degene(n) die in de urnennis zijn bijgezet of van degene(n) die daar nog bijgezet zal gaan worden.

  • 2.

    Een urnennis in een open urnenmuur of open urnenzuil mag niet worden afgesloten.

  • 3.

    In een urnennis en in, of aan, een urnenmuur of urnenzuil, mogen geen materialen door schroeven, verlijming of anderszins vast worden aangebracht. Uitgezonderd hiervan zijn de aan te brengen afdek- en naamplaten bij de urnenmuren of urnenzuilen met gesloten nissen.

Artikel 10. Bevestiging

  • 1.

    De beheerder stuurt een schriftelijke bevestiging op de melding als bedoeld in artikel 8. Hierna mag de grafbedekking worden aangebracht of veranderd of de urnennis worden afgesloten.

  • 2.

    Een grafbedekking mag slechts worden aangebracht (met een machtiging namens of) door de rechthebbende.

Artikel 11. Onderhoud graf, grafbedekking en gedenktekens

  • 1.

    De rechthebbende is en blijft verantwoordelijk voor het bovengrondse onderhoud van het graf, ongeacht of er een grafbedekking is aangebracht.

  • 2.

    De rechthebbende heeft de mogelijkheid om tot negen maanden na de begraving, de bijzetting of de as verstrooiing grafbedekking aan te brengen of te wijzigen.

  • 3.

    Als de rechthebbende de in lid 2 genoemde termijn laat verstrijken dan zal de beheerder het bovengrondse deel van het graf inrichten (bijv. gras of grind) en beheren. Voor de administratieve ordening wordt een grafnummer geplaatst.

  • 4.

    Onder het behoorlijk onderhouden van de grafbedekking valt onder meer het leesbaar houden van de belettering, het herstel van gescheurde of afgebroken delen, het voorkomen van verzakkingen en het na verzakking volledig rechtzetten of recht plaatsen van de grafbedekking.

  • 5.

    Een door de beheerder gemelde beschadiging van de grafbedekking dient binnen zes maanden of, in urgente situaties, binnen twee weken volledig te zijn hersteld.

Artikel 12. Losse bloemen, planten en overige materialen

  • 1.

    Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst evenals kleinschalige overige materialen. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen. Op een graf mogen eenjarige gewassen worden geplant.

  • 2.

    Op de tegelstrook voor de urnenmuur of urnenzuil mogen losse bloemen en planten neergezet worden.

  • 3.

    Losse bloemen, planten, kransen, vazen, bloembakken en dergelijke worden, wanneer zij zijn verwelkt of in een verwaarloosde staat verkeren, door de beheerder verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op enige vergoeding.

  • 4.

    Aanwezige materialen zoals kransen, siervazen, potten, manden en dergelijke, dienen geplaatst te worden binnen de maximale bovengrondse grafruimte (zie artikel 6, lid 2). Materiaal dat daar buiten is geplaatst kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.

Artikel 13. Winterharde beplanting

  • 1.

    De winterharde beplanting die op de graven wordt geplant mag bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door snoeien binnen de oppervlakte worden gehouden.

  • 2.

    De maximale hoogte van de in lid 1 bedoelde beplanting is 1,10 meter.

Artikel 14. Muziekinstallatie

Tijdens plechtigheden is het gebruik van een geluidsinstallatie, op aanwijzing van de begrafenisondernemer of van de medewerker namens de beheerder, toegestaan.

Artikel 15. Slotbepalingen

  • 1.

    Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Lingewaard 2023 in werking treedt.

  • 2.

    De nadere regels voor grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaatsen 2016 en het Uitvoeringsbesluit Graven, Asbezorging en Gedenkplaatsen 2017 worden ingetrokken.

  • 3.

    Dit uitvoeringsbesluit kan worden aangehaald als: Uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaatsen Lingewaard 2023.

     

Vastgesteld in de vergadering van 31 januari 2023.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard,

de secretaris,

drs. I.P. van der Valk

de burgemeester

dr. P.T.A.M. Kalfs