Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Brabantse Delta

Gemeenschappelijke Regeling Muskusrattenbestrijding Noord-Brabant

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterschap Brabantse Delta
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingGemeenschappelijke Regeling Muskusrattenbestrijding Noord-Brabant
CiteertitelGemeenschappelijke Regeling Muskusrattenbestrijding Noord-Brabant
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

hoofdstuk III van de Wet gemeenschappelijke regelingen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2010Gemeenschappelijke Regeling Muskusrattenbestrijding Noord-Brabant

09-12-2009

wsb-2023-1893

Tekst van de regeling

Intitulé

Gemeenschappelijke Regeling Muskusrattenbestrijding Noord-Brabant

De dagelijks besturen van

- Het waterschap Brabantse Delta, zetelende te Breda,

- Het waterschap Aa en Maas, zetelende te ‘s-Hertogenbosch,

- Het waterschap De Dommel, zetelende te Boxtel;

 

Gelet op artikel 50-50k van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

 

Overwegende:

- Dat Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op grond van artikel 107 Provinciewet bij besluit van 14 december 2009 aan de aan deze overeenkomst deelnemende waterschappen hebben overgedragen de taak ex artikel 1 van de Wet voorzieningen ten behoeve van de inzet en bekostiging muskusrattenvangers strekkende tot een doelmatige bestrijding van de muskusrat alsmede de beverrat;

- Dat de verantwoordelijkheid voor een doelmatige bestrijding door de delegatie is komen te rusten bij de waterschappen;

- Dat ten behoeve van de doelmatige bestrijding van de muskusratten en beverratten gewenst is dat de waterschappen samenwerken;

- Dat de organisatie van de muskus- en beverrattenbestrijding is ondergebracht bij het Waterschap Brabantse Delta;

- Dat de waterschappen de samenwerking alsmede de daarbij behorende verdeling van kosten en risico’s wensen vorm te geven op basis van een lichte gemeenschappelijke regeling ex artikel 50 Wet gemeenschappelijke regelingen;

- Dat de algemeen besturen van de waterschappen op grond van het bepaalde in artikel 50, tweede lid, van de wet toestemming hebben gegeven voor het aangaan van de gemeenschappelijke regeling.

 

BESLUITEN:

 

De volgende gemeenschappelijke regeling te treffen.

 

 

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a. de wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen

b. de waterschappen: de waterschappen Brabantse Delta, Aa en Maas en De Dommel

c. het dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de waterschappen

d. het algemeen bestuur: het algemeen bestuur van de waterschappen

e. gedeputeerde staten: het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant

f. werkzaamheden: het verrichten van de bestrijding van muskusratten en beverratten

g. middelen: middelen bestemd voor de uitvoering van de werkzaamheden

h. muskusrattenbestrijding: de bestrijding van muskusratten op grond van artikel 1 van de Wet voorzieningen ten behoeve van de inzet en bekostiging muskusrattenvangers dan wel bij intrekking van deze wet op grond van de Waterwet zodra met deze wet de muskusrattenbestrijding behoort tot het waterbeheer, alsmede de bestrijding van beverratten op grond van een aanwijzing ex artikel 67 van de Flora- en faunawet

Artikel 2 Te behartigen belang

  • 1.

    Deze regeling wordt gesloten in het belang van een goede samenwerking tussen de waterschappen met betrekking tot de muskusrattenbestrijding te weten de doelmatige bestrijding van de muskusrat en beverrat en het voorkomen van schade door deze soorten aan waterstaatswerken in het bijzonder.

  • 2.

    De werkzaamheden omvatten de uitvoering van de muskusrattenbestrijding in de provincie Noord-Brabant, een en ander zoals aangegeven op de bijbehorende gebiedskaart.

Artikel 3 Vergaderingen

  • 1.

    De waterschappen vergaderen tenminste eenmaal per jaar en voorts zo vaak als ten minste één waterschap schriftelijk en met opgaaf van redenen daarom verzoekt.

  • 2.

    Ieder waterschap wordt vertegenwoordigd door een lid van het dagelijks bestuur.

  • 3.

    De waterschappen beslissen bij gewone meerderheid van stemmen van het aantal aanwezige leden. Elk der leden heeft één stem.

  • 4.

    De waterschappen kunnen voor hun vergadering een reglement van orde vaststellen. Daarbij kan geen wijziging worden gebracht in hetgeen in deze regeling is geregeld.

  • 5.

    De vergaderingen worden voorbereid en voorgezeten door het waterschap Brabantse Delta.

Artikel 4 Uitvoering van de werkzaamheden

De taak zoals genoemd in artikel 2 wordt uitgeoefend door en onder verantwoordelijkheid en regie van het waterschap Brabantse Delta. Tot deze taak behoort tevens:

  • 1.

    het opstellen van een begroting, planning en beleid voor het inzetten van de muskusrattenbestrijders. Het ontwerp van de begroting dient vooraf ter goedkeuring te worden toegezonden aan de overige deelnemende waterschappen.

  • 2.

    het één maal per jaar aan de deelnemende waterschappen uitbrengen van een rapportage van de werkzaamheden, inclusief het resultaat van de geleverde prestaties, inzake de werkzaamheden over het afgelopen jaar.

  • 3.

    het verstrekken van alle relevante schriftelijke informatie indien daarom door één van de deelnemende waterschappen wordt verzocht.

Artikel 5 Rechtspositie

Benoeming, bezoldiging, bevordering, schorsing en ontslag van het personeel dat de werkzaamheden uitvoert, vindt plaats door het dagelijks bestuur van het waterschap Brabantse Delta. Op hen zijn de rechtspositieregelingen van dat waterschap van toepassing.

Artikel 6 Financiële deelneming

De waterschappen nemen ieder voor één derde (1/3) deel. Dit geldt eveneens ten aanzien van de risico’s.

Artikel 7 Financiën

  • 1.

    Het waterschap Brabantse Delta is belast met de uit deze regeling voortvloeiende administratie en financiering.

  • 2.

    De jaarlijkse kosten bestaan in ieder geval uit exploitatiekosten ten behoeve van de muskusrattenbestrijding, personeelslasten in verband met de aan de werkzaamheden besteden uren en kosten van bestuur, huisvesting en administratie.

  • 3.

    Alle baten en lasten, uit deze regeling voortvloeiende worden verantwoord in de rekening van het waterschap Brabantse Delta.

  • 4.

    Op de begroting van het waterschap Brabantse Delta worden de benodigde posten voor de bedoelde baten en lasten geraamd. Voor de vaststelling van de begroting zendt het waterschap Brabantse Delta het deel van de begroting dat betrekking heeft op de uitoefening van de taak als bedoeld in artikel 2 en 4, eerste lid, aan de deelnemende waterschappen ter goedkeuring.

Artikel 8 Voorschot

  • 1.

    De overige deelnemende waterschappen betalen aan het waterschap Brabantse Delta tweemaal een voorschot in hun aandeel in de jaarlijkse kosten, zoals deze in de vastgestelde begroting zijn geraamd. Het waterschap Brabantse Delta stelt de hoogte van de voorschotten direct na vaststelling van de begroting vast.

  • 2.

    Het voorschot bedraagt 50% van de jaarlijkse kosten en wordt voldaan vóór 15 januari van het betreffende dienstjaar. De resterende 50% van het voorschot vindt plaats vóór 1 juli van het betreffende dienstjaar.

  • 3.

    Vaststelling van de definitieve bijdrage van de deelnemende waterschappen vindt jaarlijks plaats binnen vier weken na vaststelling van de jaarrekening door het waterschap Brabantse Delta. Binnen vier weken na vaststelling van de definitieve bijdrage door het waterschap Brabantse Delta vindt betaling plaats.

Artikel 9 Het archief

  • 1.

    Waterschap Brabantse Delta zorgt voor de archiefbescheiden overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de wettelijke voorschriften daaromtrent.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant oefenen het toezicht uit op de archiefbescheiden.

Artikel 10 Duur, inwerkingtreding

  • 1.

    De gemeenschappelijke regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd;

  • 2.

    De regeling treedt in werking met ingang van de dag, volgende op die waarop de regeling is opgenomen in de registers, bedoeld in het tweede lid van artikel 27 jo 50a van de wet.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta wordt aangewezen als het bestuur als bedoeld in het eerste lid van artikel 26 jo. 50a van de wet.

Artikel 11 Wijziging

  • 1.

    De regeling kan worden gewijzigd bij gelijkluidende besluiten van het dagelijks bestuur van de deelnemende waterschappen.

  • 2.

    De algemene besturen van de deelnemende waterschappen dienen op grond van het bepaalde in artikel 50, tweede lid, van de wet toestemming te geven voor het wijzigen van de gemeenschappelijke regeling.

  • 3.

    Het bepaalde in artikel 10, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 12 Uittreding

  • 1.

    Een deelnemend waterschap kan gedurende de eerste vijf jaren na het tijdstip van inwerkingtreding van de regeling niet besluiten uit te treden.

  • 2.

    Na het verstrijken van de in het eerste lid bedoelde periode kunnen de deelnemende waterschappen besluiten uit de regeling te treden, zulks ingaande één jaar na het verstrijken van het jaar, waarin het besluit tot uittreding onherroepelijk is geworden.

  • 3.

    De deelnemende waterschappen regelen de gevolgen van de uittreding. Zij verlenen aan een in overleg aan te wijzen onafhankelijke deskundige opdracht tot het opstellen van een liquidatieplan. De deskundige dient daarbij aansluiting te zoeken bij de in deze overeenkomst bepaalde financiële verhoudingen tussen de waterschappen. Het liquidatieplan wordt vastgesteld door de deelnemende waterschappen. Het liquidatieplan bevat in ieder geval een regeling ten aanzien van de muskusrattenvangers die in ambtelijke dienst zijn bij het waterschap Brabantse Delta.

  • 4.

    Het bepaalde in artikel 10, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13 Opheffing

  • 1.

    De regeling kan worden opgeheven bij gelijkluidende besluiten van de dagelijks besturen van de deelnemende waterschappen.

  • 2.

    De algemene besturen van de deelnemende waterschappen dienen op grond van het bepaalde in artikel 50, tweede lid, van de wet toestemming te geven voor de opheffing van de gemeenschappelijke regeling.

  • 3.

    De deelnemende waterschappen treffen een regeling voor de gevolgen van de opheffing. Zij verlenen aan een onafhankelijke deskundige opdracht tot het opstellen van een liquidatieplan op te stellen. Het liquidatieplan wordt vastgesteld door de deelnemende waterschappen. Het liquidatieplan bevat in ieder geval een regeling ten aanzien van de muskusrattenvangers die in ambtelijke dienst zijn bij waterschap Brabantse Delta.

  • 4.

    Het bepaalde in artikel 10, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14 Slotbepaling

Deze regeling kan worden aangehaald als “Gemeenschappelijke regeling muskusrattenbestrijding Noord-Brabant”.

Bijlage Gebiedskaart Muskusrattenbestrijding

 

 

Toelichting Gemeenschappelijke Regeling Muskusrattenbestrijding Noord-Brabant

 

Algemeen

 

Aanleiding

De bestrijding van muskusratten werd uitgevoerd door de provincie Noord-Brabant (provincie) op basis van de Wet voorzieningen ten behoeve van de inzet en bekostiging muskusrattenvangers (de Muskusrattenwet). De bestrijding vond plaats in de stroomgebieden van de waterschappen Brabantse Delta, Aa en Maas, De Dommel en Rivierenland. De kosten van de bestrijding werden door de provincie en de vier waterschappen gezamenlijk gedragen.

 

Gelet op de komende Waterwet en daarmee samenhangend de intrekking van de Muskusrattenwet hebben gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant in het voorjaar van 2007 een principebesluit genomen over de overdracht van de muskusrattenbestrijders naar de vier waterschappen. Gedeputeerde staten hebben de Noord-Brabantse Waterschapsbond (NBWB) verzocht daaraan mee te werken

 

Juridisch kader

Met de inwerkingtreding van de Waterwet en vervolgens het intrekken van de Muskusrattenwet komt de bestrijding van muskusratten onder de beheersverantwoordelijkheid van de waterschappen te vallen. Dit betekent in principe dat elk afzonderlijk waterschap verantwoordelijk wordt voor de muskusrattenbestrijding in zijn stroomgebied in Noord-Brabant. De inwerkingtreding van de Waterwet zal naar verwachting eind 2009 plaatsvinden terwijl het intrekken van de Muskusrattenwet zal ingaan per 1 januari 2011. Op dat moment zal de wettelijke overdracht van de bestrijdingstaken plaatsvinden omdat dan de muskusrattenbestrijding geacht wordt te behoren tot het waterbeheer op grond van de Waterwet.

 

Vooruitlopend hierop zijn de provincie en de vier waterschappen overeengekomen dat er per 1 januari 2010 reeds een overdracht van de taak plaatsvindt op basis van een delegatiebesluit.. In december 2009 is hier daadwerkelijk door de provincie en de vier waterschap toe besloten. Hierbij continueren de betrokken medewerkers hun huidige werkzaamheden maar dan onder verantwoordelijkheid van de waterschappen. De delegatie is gebaseerd op artikel 107 van de Provinciewet dat het mogelijk maakt ‘bevoegdheden van regeling en bestuur over te dragen aan de besturen van waterschappen’. Omdat delegatie plaatsvindt van een wettelijke taak en niet van een bevoegdheid is geen sprake van delegatie in de zin van artikel 10:13 Algemene wet bestuursrecht. De algemene uitgangspunten van delegatie in de zin van de Awb zijn echter wel van toepassing. Na het intrekken van de Muskusrattenwet vervalt het delegatiebesluit van rechtswege en kunnen de afzonderlijke waterschappen de bestrijding naar eigen inzicht regelen.

 

Waterschap Brabantse Delta heeft echter met de waterschappen Aa en Maas en De Dommel een gemeenschappelijke regeling gesloten om de muskusrattenbestrijding samen te organiseren. Deze regeling behelst afspraken omtrent de onderlinge samenwerking en afspraken omtrent de taakuitoefening van de muskusrattenvangers. De provinciale medewerkers die werkzaam zijn in de beheersgebieden van de 3 genoemde waterschappen zijn in ambtelijke dienst van waterschap Brabantse Delta als een eigen afdeling. De provinciale medewerkers die werkzaam zijn in het beheersgebied van waterschap Rivierenland, zijn bij waterschap Rivierenland in dienst getreden bij de daar al bestaande afdeling muskusrattenbestrijding. De gemeenschappelijke regeling geldt zowel voor de periode waarin de Muskusrattenwet van kracht is als na intrekking daarvan wanneer de bestrijding geacht wordt te behoren tot het waterbeheer op grond van de Waterwet.

 

In tegenstelling tot de bestrijding van muskusratten ligt aan de bestrijding van Beverratten geen aparte wet ten grondslag. Op grond van artikel 67 van de Flora en faunawet heeft een provinciale aanwijzing van personen plaatsgevonden om ondermeer beverratten te bestrijden. De muskusrattenvangers zijn aangewezen voor het gehele provinciale grondgebied, waarbij zij toegang hebben tot alle aangewezen gronden. Voorts heeft de Minister een ontheffing verleend aan de landelijke Coördinator Muskusrattenbestrijding ten behoeve van het gebruik van middelen tot bestrijding van beverratten.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 1 Definities

 

h.muskusrattenbestrijding

 

De bestrijding van muskusratten en beverratten door de waterschappen kent zoals in het algemene deel van deze toelichting is aangegeven een andere basis. De bestrijding van muskusratten vindt plaats op basis van een delegatie van de taak ex artikel 1 van de Wet voorzieningen ten behoeve van de inzet en bekostiging muskusrattenvangers en na intrekking van deze wet op grond van de Waterwet zodra met deze wet de muskusrattenbestrijding behoort tot het waterbeheer. De bestrijding van beverratten vindt zijn basis in een aanwijzing van personen op grond van artikel 67 Flora- en faunawet.

 

Omdat de gemeenschappelijke regeling zowel ziet op de bestrijding van muskusratten en beverratten, de gemeenschappelijke regeling ook blijft gelden als de bestrijding van de muskusratten behoort tot het waterbeheer op grond van de Waterwet en ten behoeve van de leesbaarheid is het bestrijden van muskusratten en beverratten samengebracht in de definitie: muskusrattenbestrijding.

 

De overige begripsbepalingen spreken voor zich.

 

Artikel 2 Te behartigen belang

Het belang, genoemd in het eerste lid van dit artikel, vloeit voort uit artikel 1 van de Muskusrattenwet. Dit artikel luidt:

 

In het belang van een doelmatige bestrijding van de muskusrat in het gehele land, en ter voorkoming van schade aan waterstaatswerken in het bijzonder, dragen gedeputeerde staten van iedere provincie zorg voor de inzet van muskusrattenvangers in ambtelijke dienst.

 

Om dit belang te behartigen is een lichte gemeenschappelijke regeling gesloten tussen de waterschappen Aa en Maas, de Dommel en Brabantse Delta. Bij een lichte gemeenschappelijke regeling wordt geen openbaar lichaam in het leven geroepen, noch een bestuurorgaan. Voor een dergelijke regeling is gekozen omdat het gaat om het behartigen van een gezamenlijk belang door middel van feitelijk handelen. Er behoeven geen bestuursbevoegdheden te worden overgedragen.

 

Het oorspronkelijke provinciale gebied waarbinnen de muskusrattenbestrijding wordt uitgevoerd wijzigt niet met het sluiten van de gemeenschappelijke regeling. Wel wordt er een knip gemaakt tussen het gebied van deze drie waterschappen en het gebied van waterschap Rivierenland waarin de werkzaamheden worden uitgevoerd. Het gebied waarop de gemeenschappelijke regeling betrekking heeft is aangegeven op de bij deze regeling behorende kaart.

 

Artikel 3 Vergaderingen

Er is voorzien in ten minste één vergadering per jaar van de deelnemende waterschappen zodat er in ieder geval één verplicht overlegmoment is waarop zaken met betrekking tot het te behartigen belang kunnen worden besproken. Desgewenst kan deze vergaderfrequentie worden verhoogd bijvoorbeeld als er tussentijds behoefte is aan afstemming of informatie-uitwisseling.

 

Aansluitend bij de gekozen vorm van een lichte gemeenschappelijke regeling en de gelijke financiële deelname aan de regeling is gekozen voor een heldere en eenvoudige wijze van besluiten. De besluitvorming vindt plaats bij gewone meerderheid van stemmen en een gelijk gewicht per stem.

 

Het voorzitterschap van vergaderingen berust bij waterschap Brabantse Delta. Dit volgt uit artikel 4 waarin is bepaald dat de gezamenlijke muskusrattenbestrijding wordt uitgeoefend door en onder verantwoordelijkheid en regie van het waterschap Brabantse Delta. Ook het voorzitterschap van vergaderingen wordt hiertoe gerekend.

 

Artikel 4 Uitvoering van de werkzaamheden

Voorafgaande aan de delegatie van de taak aan de waterschappen Aa en Maas, De Dommel en Brabantse Delta is besloten dat de organisatie van de muskusrattenbestrijding ondergebracht wordt bij waterschap Brabantse Delta.

De taak wordt uitgeoefend door en onder verantwoordelijkheid en regie van het waterschap Brabantse Delta. Naast het opstellen van een begroting, rekening en planning dient ook het beleid door dit waterschap te worden opgesteld. Ook publiciteit en communicatie met betrekking tot de muskusrattenbestrijding kunnen tot de taak worden gerekend. Een en ander zal steeds in goed overleg met de samenwerkingspartners plaatsvinden.

 

Eenmaal per jaar dient over de tot de taak behorende werkzaamheden gerapporteerd te worden aan de deelnemende waterschappen. Deze rapportageverplichting staat los van de vergadering zoals genoemd in artikel 3 maar kan hier natuurlijk wel mee gecombineerd worden. Door middel van een verzoek om een extra vergadering kan ook om extra informatie worden verzocht. Daarnaast zullen in het kader van een goede samenwerking, indien daarom wordt verzocht, tussentijdse verzoeken om informatie altijd worden gehonoreerd.

 

Artikel 5 Rechtspositie

Met de gemeenschappelijke regeling wordt invulling gegeven aan het besluit dat de provinciale medewerkers die werkzaam waren in de beheersgebieden van de waterschappen Aa en Maas, De Dommel en Brabantse Delta in ambtelijke dienst komen van waterschap Brabantse Delta als een eigen afdeling. Dit wordt expliciet geregeld met dit artikel.

 

Artikel 6 Financiële deelneming

Met de provincie Noord-Brabant is overeengekomen dat de totale kosten van bestrijding worden verdeeld op basis van de volgende percentages: 17,117% voor de waterschappen en 82,883% voor de provincie. Vervolgens worden de kosten voor de waterschappen gelijkelijk verdeeld onder de drie deelnemende waterschappen.

De gelijke financiële deelname aan de gemeenschappelijke regeling is een voortzetting van de bestaande financiële afspraken. Brabantse solidariteit en de efficiency van de bestrijding zijn daarbij leidend geweest. Daar brengt deze regeling geen wijziging in.

 

Artikel 7

Het waterschap Brabantse Delta zendt ieder jaar voorafgaande aan de vaststelling van de begroting dat deel van de begroting dat betrekking heeft op de bestrijdingstaak aan de deelnemende waterschappen ter goedkeuring. Het betreft een afgezonderd gedeelte van de begroting van het waterschap Brabantse Delta en geen aparte begroting.

 

Artikel 8 Voorschot

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 9 Het archief

De archiefbescheiden met betrekking tot de muskusrattenbestrijding vallen onder de zorg van waterschap Brabantse Delta die deze beheert conform de eigen archiefverordening. Deze verordening regelt de zorg die het dagelijks bestuur draagt voor de archieven, het beheer van de archiefbewaarplaats en het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden, die niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats.

Deze verordening is niet alleen van toepassing op papieren archiefbescheiden, maar ook op de digitale informatiedragers.

 

Artikel 10 Duur, inwerkingtreding

De inwerkingtreding van de gemeenschappelijke regeling is geregeld in artikel 27, tweede lid jo. 50a van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Hierin is bepaald dat gedeputeerde staten een register bijhouden van de regelingen waaraan in hun provincie gelegen waterschappen deelnemen.

Een regeling treedt in werking met ingang van de dag volgende op die waarop de regeling is opgenomen in dit register. Het register bevat de belangrijkste kenmerken van de regeling en is kosteloos in te zien.

Waterschap Brabantse Delta is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de werkzaamheden die voortvloeien uit artikel 26 jo. 50a van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Hiertoe behoort ondermeer de toezending van (wijziging of opheffing van) de regeling aan gedeputeerde staten.

 

Artikel 11 Wijziging

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 12 Uittreding

Het artikel over uittreding is zodanig geformuleerd dat een waterschap de eerste vijf jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van de regeling niet kan besluiten uit te treden. Daarna is zo'n besluit wel mogelijk, maar alleen als door de meerderheid van de waterschappen (waaronder het opzeggende waterschap) met die uittreding wordt ingestemd. Eenzijdig opzeggen van de regeling is daarmee de facto niet mogelijk. Daadwerkelijke uittreding kan vervolgens pas op zijn vroegst plaatsvinden één jaar na het besluit tot uittreding. De periode tussen het besluit tot uittreden en daadwerkelijk uittreden is nodig om de gevolgen van de uittreding te regelen.

Een nagenoeg gelijkluidend artikel is opgenomen in de Overeenkomst voor gemene rekening waarin dezelfde perioden zijn aangehouden om de overeenkomst te mogen opzeggen (vijf jaar na het aangaan van de overeenkomst) en het daadwerkelijk ingaan van de opzegging (één jaar na het opzeggen zelf).

 

Artikel 13 Opheffing

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 14 Slotbepaling

Dit artikel spreekt voor zich.