Organisatie | Overijssel |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Het Reglement van Orde Provinciale Staten Overijssel 2023 |
Citeertitel | Reglement van Orde voor Provinciale Staten van Overijssel 2019 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Reglement van Orde voor de Provinciale Staten van Overijssel 2019.
artikel 16 van de Provinciewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-03-2023 | nieuwe regeling | 25-01-2023 | PS22-000163 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijving
In dit Reglement wordt verstaan onder:
De Agendacommissie is belast met de gecoördineerde procedurele voorbereiding van de vergaderingen van Provinciale Staten en de Statencommissiedag, advisering van Provinciale Staten over bestuurlijke procedures en alle overige zaken die het adequaat functioneren van Provinciale Staten betreffen. De Agendacommissie heeft tot taak:
Wanneer de Agendacommissie een onderwerp onvoldoende voorbereid acht voor de openbare beraadslaging in de Statenvergadering, kan zij Provinciale Staten gemotiveerd voorstellen het onderwerp te verwijzen naar een commissievergadering of aan het College van Gedeputeerde Staten nadere inlichtingen of advies te vragen.
Artikel 3a Werkgeverscommissie
Provinciale Staten hebben een werkgeverscommissie zoals omschreven in de Verordening werkgeverscommissie griffier 2011.
Provinciale Staten kunnen een Auditcommissie aanwijzen. Indien hiervan sprake is zal een Verordening op de Auditcommissie worden opgesteld.
Hoofdstuk 2 Toelating nieuwe leden en fracties en benoeming gedeputeerden
Artikel 6. Onderzoek benoembaarheid gedeputeerden
De leden van de commissie worden benoemd door Provinciale Staten. De commissie zal bestaan uit twee Statenleden vanuit de (beoogde) coalitiefracties, twee Statenleden vanuit de (beoogde) oppositiefracties, de waarnemend voorzitter van Provinciale Staten (als technisch voorzitter zonder stemrecht) en de griffier als secretaris van de commissie (zonder stemrecht). De CdK is als adviseur aan de commissie verbonden.
De CdK laat een extern onderzoek verrichten naar de integriteitrisico's die mogelijk verbonden zijn met onder andere de persoonlijke omstandigheden en eventuele financiële en zakelijke belangen van de kandidaat-gedeputeerde. De CdK heeft na ontvangst van het externe integriteitrapport daarover eerst een gesprek met de kandidaat-gedeputeerde. De CdK kan bij de opdrachtverlening aan het externe bureau, het gesprek met de kandidaat-gedeputeerde en bij de beoordeling van het integriteitsrapport worden ondersteund door medewerkers van het team Kabinetszaken en/of een externe adviseur.
Indien boven een kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in Provinciale Staten deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van Provinciale Staten aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in Provinciale Staten wil voeren.
Vindt in een fractie een splitsing plaats als bedoeld in dit artikel, dan worden de financiële tegemoetkomingen van de daarbij betrokken fracties vastgesteld op de bedragen die worden gevonden door de tegemoetkoming, welke aan de ongesplitste fractie zou toekomen, te verdelen naar evenredigheid van de aantallen bij de splitsing betrokken leden. Ontstaat een nieuwe fractie door samenvoeging, dan kan de tegemoetkoming van de nieuwgevormde fractie niet groter zijn dan de tegemoetkoming die toekomt aan een fractie van gelijke grootte als bedoeld in het eerste lid.
Hoofdstuk 3 Algemene bepalingen voor de Statencommissiedag en vergaderingen van Provinciale Staten
Indien op grond van artikel 17 lid 2 van de Provinciewet één vijfde van het aantal leden om een vergadering van Provinciale Staten vraagt, wordt een (extra) Presidiumvergadering geagendeerd om dit verzoek te bespreken. Een verzochte extra vergadering wordt gehouden binnen drie weken nadat dit verzoek is ontvangen.
Bij aanvang van de vergadering stelt de commissievergadering respectievelijk PS de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kunnen tijdens de vergadering bij de vaststelling van de agenda, onderwerpen aan de agenda toegevoegd of van de agenda verwijderd worden. De commissieleden resp. PS beslissen hierover.
Artikel 11. Ter inzage leggen van stukken
De stukken van de vergadering worden gelijktijdig met het verzenden geplaatst op de provinciale website en voor een ieder beschikbaar gesteld. Hierbij kan ook achterliggende informatie worden gevoegd.
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het onderwerp in behandeling, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de desbetreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen Ook kan de voorzitter Provinciale Staten voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
Hoofdstuk 4 Besloten vergaderingen
Artikel 17. Besloten vergadering
Op een besloten vergadering als bedoeld in artikel 23 (voor wat betreft besluitvorming in Provinciale Staten) dan wel artikel 80 lid 5 juncto 91 (voor wat betreft de commissievergadering) van de Provinciewet zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Indien Provinciale Staten op grond van het gestelde in artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 91, tweede en derde lid, van de Provinciewet, voornemens zijn de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Hoofdstuk 5 Bijzondere bepalingen omtrent de informatiebijeenkomst (beeldvorming)
Artikel 20. Doel informatiebijeenkomst
Een informatiebijeenkomst heeft tot doel om informatie over een onderwerp te verzamelen en over te dragen aan Statenleden en burgerleden om zodoende te kunnen komen tot oordeelsvorming en besluitvorming, zonder dat standpunten worden uitgewisseld.
Hoofdstuk 6 Bijzondere bepalingen omtrent de commissievergadering (oordeelsvorming)
Artikel 24. Doel commissievergadering
Een commissievergadering heeft tot doel om Statenleden en burgerleden een oordeel te laten vormen.
Ieder commissielid voert het woord na het aan de commissievoorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.
De Agendacommissie kan regels stellen over de spreektijd voor de bij de Statencommissiedag aanwezige leden.
Hoofdstuk 7 Bijzondere bepalingen omtrent de vergadering van Provinciale Staten (besluitvorming)
Artikel 39. Overdragen voorzitterschap
Indien de voorzitter bij de behandeling van een voorstel of onderdeel daarvan, met de verdediging waarvan hij zich belast, het woord voert, kan hij de voorzittersstoel verlaten en de leiding van de vergadering overdragen aan de waarnemend voorzitter.
Artikel 42. Spreektijdregeling
Het Presidium kan besluiten dat voor de vergadering van Provinciale Staten spreektijden worden gehanteerd en hoe de spreektijdenregeling eruitziet.
Een voorstel van het college van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten, dat aan Provinciale Staten is toegezonden, kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van Provinciale Staten.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat Provinciale Staten tot stemming overgaan of zonder stemming besluiten, heeft ieder Statenlid het recht een korte verklaring af te leggen over het voorgenomen stemgedrag. Ook bij een hamerstuk kan een stemverklaring worden afgegeven.
Artikel 50. Stemmingen over zaken
Een vergissing bij het uitbrengen van een stem kan worden hersteld totdat de voorzitter de stemming heeft gesloten. Bemerkt het Statenlid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist. In de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 51. Stemming over amendementen en moties
Indien een motie vreemd aan de orde van de dag is ingediend, wordt daarover gesproken nadat alle andere geagendeerde onderwerpen zijn behandeld. Indien twee of meer moties vreemd aan de orde van de dag zijn ingediend, bepaalt de voorzitter de volgorde, waarin hierover zal worden gestemd. Indien de moties betrekking hebben op hetzelfde onderwerp, dan geldt de regel dat de meest verstrekkende motie het eerst in stemming wordt gebracht.
Artikel 53. Herstemming over personen
Indien na de tweede vrije stemming niet vaststaat over welke twee personen de herstemming moet plaatshebben, wordt bij een tussenstemming beslist wie van hen, die een gelijk grootste aantal stemmen verkregen, in herstemming komt of komen; wordt bij deze tussenstemming die beslissing niet verkregen, dan wordt hieromtrent bij het lot beslist.
Hoofdstuk 8 Rechten en instrumenten van Statenleden tijdens de vergadering van Provinciale Staten
Het Statenlid dat tijdens het vragenuur vragen wil stellen, meldt dit middels een gemotiveerd verzoek onder aanduiding van het onderwerp voor 12:00 uur op de maandag voorafgaand aan de dag van de vergadering via de Griffie bij de voorzitter. Het Presidium beslist over agendering van verzoeken die na voornoemd tijdstip en voorafgaand aan de Presidiumvergadering zijn ontvangen.
Artikel 56. Schriftelijke vragen
Schriftelijke beantwoording vindt plaats binnen vier weken nadat de vragen zijn binnengekomen. Indien beantwoording niet binnen de termijn kan plaatsvinden, stellen de CdK of Gedeputeerde Staten de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
Artikel 59. Motie (vreemd aan de orde)
Moties vreemd aan de orde worden (omdat het een nieuw agendapunt betreft) op de maandag voorafgaand aan de dag van de vergadering voor 12.00 uur aangeleverd bij de griffie tenzij het spoedeisend karakter zich tegen deze termijn verzet, zulks ter beoordeling van Provinciale Staten, gehoord het Presidium.
De behandeling van een motie over een aanhangig onderwerp vindt plaats tegelijk met de beraadslaging daarover. De behandeling van een motie vreemd aan de orde van de dag vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen zijn behandeld. De indiener van een motie vreemd aan de orde krijgt gelegenheid voor een korte toelichting (1 à 2 minuten). Vervolgens reageert het College van Gedeputeerde Staten waarna de indiener eventueel nog kan reageren. Tenslotte is er desgewenst nog gelegenheid voor Statenleden van andere fracties voor verduidelijkende vragen of een specifiek punt voor debat. Aanwezige Statenleden die alleen hun standpunt over de motie vreemd willen aangeven doen dat niet tijdens de behandeling, maar kunnen dat desgewenst doen door een korte stemverklaring bij de stemming.
Indien een motie is ingediend, kunnen Provinciale Staten op voorstel van de voorzitter of één van de leden besluiten de stemming over de motie aan te houden en het college van Gedeputeerde Staten in de gelegenheid stellen om Provinciale Staten over een preadvies voor te leggen ten behoeve van de eerstvolgende vergadering van Provinciale Staten.
Artikel 60. Initiatiefvoorstel
Nadat Gedeputeerde Staten schriftelijk wensen of bedenkingen ter kennis van Provinciale Staten hebben gebracht of kenbaar hebben gemaakt hiertoe niet te zullen overgaan, dan wel nadat de in het derde lid gestelde termijn is verlopen, wordt het voorstel op de agenda van de eerstvolgende commissievergadering geplaatst.
Vervolgens plaatst de Agendacommissie het initiatiefvoorstel op de concept agenda voor Provinciale Staten. De behandeling van het voorstel in Provinciale Staten vindt plaats voordat alle op de agenda voorkomende onderwerpen of voorstellen worden behandeld, doch vóór het vragenuur, tenzij Provinciale Staten oordelen dat het voorstel met het oog op de orde van de vergadering samen met een ander geagendeerd onderwerp of voorstel wordt behandeld.
Toelichting Reglement van Orde voor de Provinciale Staten van Overijssel 2023
Hieronder volgt een artikelsgewijze toelichting op de (belangrijkste) veranderingen binnen het reglement. Enkel de artikelen die toelichting behoeven, naar aanleiding van de actualisatie, zijn opgenomen.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijving
In het reglement is een definitie toegevoegd over de Infosessiedag. Met betrekking tot de Statencommissiedag is aangepast dat deze dagen zijn bedoeld voor commissievergaderingen en niet voor infosessies.
Dit is een nieuw artikel waarin de bepalingen over het Burgerlid zijn opgenomen. Deze bepalingen stonden voorheen op diverse plekken in het Reglement.
Hoofdstuk 2 Toelating nieuwe leden en fracties en benoeming gedeputeerden
In dit hoofdstuk zijn ook bepalingen opgenomen over de benoembaarheid van gedeputeerden. De titel van dit hoofdstuk is daar op aangepast.
Artikel 5. Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging
De benoeming van een nieuw lid gebeurt door de voorzitter van het Centraal Stembureau. Provinciale Staten laten een nieuw (benoemd) lid toe. De beëdiging kan plaatsvinden in een andere Statenvergadering dan die waarin wordt besloten omtrent toelating. De bepaling dat dit in dezelfde Statenvergadering moet gebeuren is verwijderd.
Artikel 6. Onderzoek benoembaarheid gedeputeerden
De leden van de commissie benoembaarheid gedeputeerden worden benoemd door Provinciale Staten (en niet gekozen door het Presidium). Omdat er van rechtswege altijd een waarnemend voorzitter is van Provinciale Staten (artikel 75 lid 1 Provinciewet) is de bepaling dat de leden uit hun midden een voorzitter aanwijzen ‘indien nog geen waarnemend voorzitter is benoemd’, geschrapt.
Het opleggen van geheimhouding over de conclusies uit het externe onderzoek naar integriteitsrisico’s is een zelfstandige bevoegdheid van de CdK. Het is niet mogelijk om de CdK bij RvO te verplichten tot het opleggen van geheimhouding.
Toegevoegd is dat de CdK de mogelijkheid heeft om, indien wenselijk, extra advies te vragen aan een extern adviseur over het integriteitsrapport.
In lid 3 is opgenomen dat een fractie kan besluiten om haar naam te wijzigen. De fractienaam moet wel voldoen aan de eisen gesteld in artikel G 3, vierde lid van de Kieswet. Dit komt er op neer dat de naam van de nieuwe fractie onder meer wordt geweigerd als deze in strijd is met de openbare orde. Ook een van een fractie afgesplitste eenheid is vrij in het kiezen van een naam. Voorheen werd een afgesplitste eenheid aangemerkt als Groep maar omdat er juridisch geen onderscheid is tussen groepen en fracties kan de term groep vervallen en wordt een afgesplitste eenheid ook gezien als fractie.
Hoofdstuk 3 Algemene bepalingen voor de Statencommissiedag en vergaderingen van Provinciale Staten
Artikel 13 Videoverslag en Besluitenlijst
Dit artikel is aangescherpt door de formulering dat er een videoverslag en besluitenlijst komt van de openbare vergadering van Provinciale Staten en alleen een videoverslag van de commissievergadering.
Artikel 16. Schorsing en verdaging
Van schorsing is sprake als de vergadering op een later moment wordt voortgezet al dan niet op dezelfde dag. Bij verdaging wordt de vergadering niet hervat maar in zijn geheel verplaatst.
Hoofdstuk 4 Besloten vergaderingen
Artikel 17. Besloten vergadering
De bepalingen dat de vergaderingen van Provinciale Staten en commissies in beginsel in het openbaar worden gehouden, dat de deuren worden gesloten wanneer ten minste één tiende van de aanwezige leden het vorderen of de voorzitter het nodig oordeelt en dat de aanwezige leden van de commissievergadering respectievelijk vergadering van PS vervolgens beslissen of met gesloten deuren zal worden vergaderd, zijn overbodig in het RvO omdat dit al in de Provinciewet is vastgelegd.
In dit artikel is verwijderd dat Provinciale staten geheimhouding kunnen opleggen, dat geheimhouding eveneens kan worden opgelegd door GS, CdK en een commissie en geheimhouding vervalt, indien de oplegging niet tijdig door PS wordt bekrachtigd. Deze bepalingen zijn overbodig aangezien dit al in de Provinciewet is vastgelegd.
Ook is verwijderd dat geheime stukken in een gesloten envelop of per beveiligde email verzonden kunnen worden. Geheime stukken liggen alleen ter inzage bij de Griffie voor statenleden.
Hoofdstuk 5 Bijzondere bepalingen omtrent de informatiebijeenkomst (beeldvorming)
Artikel 20 Doel informatiebijeenkomst
In lid 2 is aansluiting gezocht bij de actualiteit en is als uitgangspunt opgenomen dat infosessies digitaal plaatsvinden.
In dit artikel is verwijderd dat ‘indien sprake is van een besloten informatiebijeenkomst, Statenleden en burgerleden kunnen deelnemen’. Beslotenheid heeft geen juridische waarde omdat een informatiebijeenkomst geen commissievergadering is. Daarnaast zijn infosessies per definitie niet openbaar.
Hoofdstuk 6 Bijzondere bepalingen omtrent de commissievergadering (oordeelsvorming)
In lid 3 is verduidelijkt dat per onderwerp één lid als woordvoerder optreedt. De bepaling dat leden van het College van Gedeputeerde Staten door de Agendacommissie uitgenodigd kunnen worden om deel te nemen aan een commissievergadering is vervallen. Leden van het College van Gedeputeerde Staten hebben een onvervreemdbaar recht om aan de vergadering van een artikel 80-commissie deel te nemen.
Artikel 26. Inspreekrecht inwoners
In dit artikel is toegevoegd dat het woord niet kan worden gevoerd over onderwerpen waarover op een ander moment gelegenheid is geweest om gebruik te maken van het inspreekrecht. Deze andere momenten moeten dan wel het karakter hebben van een commissievergadering (oordeelsvorming).
In het Reglement stond dat Provinciale Staten vier commissievoorzitters benoemen. Gelet op de ervaringen van afgelopen jaren is dat te weinig en is dit gewijzigd in ‘minimaal vier’.
In het reglement waren geen bepalingen opgenomen over de procedure van indienen en behandelen van mondelinge vragen in de commissievergadering. Dit is aangepast.
Hoofdstuk 7 Bijzondere bepalingen omtrent de vergadering van Provinciale Staten (besluitvorming)
Artikel 38. Waarnemend voorzitter
Voor de functie van waarnemend voorzitter wordt een profielschets opgesteld. De waarnemend voorzitter wordt gekozen aan de hand van die profielschets.
Artikel 40. Opening vergadering; quorum (oud)
In de Provinciewet is geregeld dat wanneer de Statenvergadering niet kan worden geopend, de CdK, onder verwijzing naar dit artikel, opnieuw een vergadering belegt tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen. Dit hoeft niet ook te worden opgenomen in het RvO. Dit artikel is vervallen.
Artikel 42. Spreektijdregeling
De bepalingen over de spreektijdenregeling kunnen vervallen omdat tijdens de Statenvergadering in principe niet met spreektijden wordt gewerkt met uitzondering van bijvoorbeeld de bespreking van de Begroting en de Perspectiefnota. Er is daarom gekozen voor een algemene bepaling waarin staat dat het Presidium kan afspreken dat spreektijden worden gehanteerd en hoe de spreektijdenregeling eruit ziet.
De voorzitter verleent aan een lid het woord voor een persoonlijk feit niet dan na een voorlopige aanduiding van het feit door dat lid. Een persoonlijk feit moet betrekking hebben op een bejegening van een lid tijdens de vergadering die hij als kwetsend heeft ervaren (lid 3a).
Artikel 50. Stemming over zaken
De in lid 4 genoemde stemming kan zowel door de voorzitter als door één van de leden worden verlangd. De in het oude Reglement opgenomen bepaling dat stemming digitaal gebeurt, is vervangen door elektronisch stemmen. Een vergissing bij het uitbrengen van een stem kan worden hersteld totdat de stemming is gesloten (bij elektronisch stemmen).
Artikel 53. Stemming bij hoofdelijke oproeping (oud)
Dit artikel is geschrapt. Hoofdelijk stemmen kan maar op één manier en dat gebeurt elektronisch (artikel 52). Artikel 53 was gebaseerd op artikel 32 lid 2 Provinciewet. Toen die tot stand kwam kon men alleen vocaal (dus hoorbaar) voor en tegen stemmen. Met de elektronische stemmachines wordt nu invulling gegeven aan art. 32 lid 2 Provinciewet. Dat betekent dan wel dat vocaal voor en tegen stemmen niet meer aan de orde is. Artikel 53 RvO kan dus worden geschrapt.
Artikel 52. Stemming over personen
Dit artikel is aangepast met betrekking tot de bepaling dat de stembriefjes worden vernietigd zonder deze te openen en er een nieuwe stemming wordt gehouden indien het aantal ingeleverde stembriefjes niet gelijk is aan het aantal statenleden dat verplicht is een stembriefje in te leveren. Dit kan immers leiden tot onwerkbare situaties indien een lid een stembriefje verscheurt of niet inlevert. Een Statenlid maakt uiteindelijk zelf de keuze om al dan niet een (schriftelijke) stem uit te brengen. Niemand kan hem daartoe dwingen dus het aantal ingeleverde stembriefjes hoeft niet gelijk te zijn aan het aantal aanwezige statenleden.
Hoofdstuk 8 Rechten en instrumenten van Statenleden tijdens de vergadering van Provinciale Staten
In dit artikel is aangesloten op de bestaande afspraak dat vragen voor het vragenuur op de maandag voorafgaand aan de vergadering voor 12.00 uur worden ingediend (lid 2). Omdat het vragenuur er niet voor is bedoeld dat leden vragen kunnen stellen aan andere statenleden is deze mogelijkheid geschrapt.
De Provinciewet geeft een Statenlid het recht om een interpellatieverzoek in te dienen. Vervolgens beslissen Provinciale Staten op dit verzoek. Voorafgaand aan het indienen van het verzoek wordt het verzoek in het Presidium slechts geduid en besproken maar Presidium kan niet beslissen of zij dit verzoek zullen ondersteunen. Provinciale Staten beslissen op dit verzoek. Fracties stemmen niet, doch individuele statenleden (Provinciewet artikel 27: de leden stemmen zonder last…).
Het tijdstip van indienen van het interpellatieverzoek is aangepast van 17.00 u. naar 12.00 u. (consistent met het aanleveren van moties en vragen vragenuur).
Met de keuze van Provinciale Staten om al dan niet een besluit te nemen over een amendement wordt impliciet aangegeven of een amendement (on)toelaatbaar is. De hierover opgenomen bepaling in het RvO is geschrapt. Ook is een extra lid (1) opgenomen dat aansluit op de bestaande afspraak dat het de voorkeur heeft om amendementen op de maandag voorafgaand aan de vergadering voor 12.00 uur worden aangeleverd bij de griffie. Op deze manier is er tijd voor zorgvuldige voorbereiding en onderlinge afstemming. Omdat in de praktijk niet wordt gewerkt met subamendementen, is die term geschrapt uit het Reglement. Een amendement kan worden geamendeerd met een nieuw amendement.
De bepaling dat de eerste ondertekenaar bevoegd is om, nadat de beraadslaging is gesloten, uitsluitend met toestemming van Provinciale Staten veranderingen aan te brengen in het amendement, is geschrapt. Deze werkwijze is onwerkbaar en niet praktisch want hierin kan onder andere ook worden gelezen dat Provinciale Staten tijdens de stemming toestemming kunnen verlenen tot verandering van een amendement.
Aan dit artikel is toegevoegd dat een amendement betrekking heeft op één of meerdere beslispunten uit het ontwerpbesluit (lid 3), wijziging van een amendement mogelijk is tot aan het moment dat de beraadslaging over een onderwerp wordt gesloten (lid 8) en intrekking van het amendement kan tot aan het moment waarop de voorzitter de stemming over een onderwerp aan de orde stelt (lid 9).
In het reglement is aansluiting gezocht bij de bestaande afspraak dat het de voorkeur heeft om moties op de maandag voorafgaand aan de vergadering voor 12.00 uur worden aangeleverd bij de griffie. Op deze manier is er tijd voor zorgvuldige voorbereiding en onderlinge afstemming. Voor moties vreemd aan de orde geldt dat het een nieuw agendapunt betreft op de agenda van Provinciale Staten. Daarom geldt voor een motie vreemd wel dat ze op de maandag voorafgaand aan de vergadering voor 12.00 uur worden aangeleverd bij de Griffie. Als een spoedeisend karakter zich tegen deze termijn verzet, dan wordt dat in het Presidium voorafgaand aan Provinciale Staten gemeld en bespreekt het Presidium hoe hiermee wordt omgegaan.
Artikel 60. Initiatiefvoorstel
De bepaling dat ieder Statenlid het recht heeft voorstellen aan Provinciale Staten te doen, die buiten de agenda vallen, is geregeld in Provinciewet. Een initiatiefvoorstel wordt via de Griffie ingediend bij de voorzitter en de griffie brengt het voorstel ter kennis van Gedeputeerde Staten die de gelegenheid hebben om binnen vijf weken wensen en bedenkingen kenbaar te maken over het voorstel. Vervolgens vindt behandeling plaats in de commissie en in de vergadering van Provinciale Staten.