Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westerkwartier

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Westerkwartier (AVOI 2023)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWesterkwartier
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlgemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Westerkwartier (AVOI 2023)
CiteertitelAlgemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Westerkwartier 2023 (AVOI 2023)
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Telecommunicatieverordening gemeente Westerkwartier 2021.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. artikel 156 van de Gemeentewet
  3. artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht
  4. artikel 5.2 van de Telecommunicatiewet
  5. artikel 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-02-2023nieuwe regeling

25-01-2023

gmb-2023-60580

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Westerkwartier (AVOI 2023)

De Raad van de gemeente Westerkwartier;

 

gelezen het voorstel van Burgemeester en wethouders van 20 december 2022

 

gelet op artikel 149 ven 156 van de Gemeentewet, artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht en de artikelen 5.2 en 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet,

 

B e s l u i t:

 

vast te stellen de

 

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur 2023 gemeente Westerkwartier.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

 

  • a.

    aanbieder:

netbeheerder/eigenaar  die een openbaar elektronisch com municatie netwerk aanbiedt als bedoeld in artikel 1.1 van de telecommunicatiewet en degene bedoeld in artikel 5.1 van deze wet;

  • b.

    aanvraag:

de aanvraag van een instemmingsbesluit of vergunning;

  • c.

    aanvrager:

een netbeheerder, een aanbieder of een derde die bevoegd is namens de netwerkeigenaar.

  • d.

    archeologisch waardevol gebied:

het gebied dat is aangeduid als archeologisch waardevol gebied in een vigerend bestemmingsplan of voorbereidingsbesluit;

  • e.

    belanghebbenden:

diegene wiens belang rechtstreeks bij een besluit betrokken is als bedoeld in artikel 1:2 Algemene wet bestuursrecht;

  • f.

    breekverbod:

(tijdelijk) verbod voor het uitvoeren van werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel w. van dit artikel;

  • g.

    bovengrondse voorziening:

transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations die onderdeel uitmaken van een net of netwerk, als bedoeld in onderdeel q. van dit artikel, die bovengronds in de openbare ruimte worden geplaatst;

  • h.

    college:

college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier;

  • i.

    gedoogplichtige:

degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid van de Telecommunicatiewet;

  • j.

    graafrust

periode waarbinnen een verbod geldt om graafwerkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel x. van dit artikel, uit te voeren.

  • k.

    grondroerder:

degenen, waaronder de netbeheerder, onder wiens verant woordelijkheid of leiding, graafwerkzaamheden worden verricht;

  • l.

    instemmingsbesluit:

besluit van het college, zoals benoemd in onderdeel h. van dit artikel,  op een aanvraag tot instemming van de voorgenomen werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel x. van dit artikel (zie ook artikel 5.4 eerste lid, onder b van de Telecommunicatiewet).

  • m.

    kabels en leidingen:

één of meer kabels en/of leidingen die onderdeel zijn van een openbaar ( elektronisch communicatie) netwerk, daaronder mede begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations, distributie- en/of mutatiepunten en tevens omvattend de lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken en beschermings- werken, bestemd voor de transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, energie of van informatie;

  • n.

    marktconforme kosten:

kosten zoals deze onder normale omstandigheden in een markteconomie op de desbetreffende markt worden gemaakt;

  • o.

    melding:

melding van een netbeheerder of grondroerder in het digitale registratiesysteem voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard of voor spoedeisende werkzaamheden waarop goedkeuring van het college vereist is;

  • p.

    netbeheerder:

degene die als natuurlijk persoon handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf dan wel als rechtspersoon acteert als beheerder van een al dan niet openbaar netwerk;

  • q.

    netwerk:

samenstel van kabels of leidingen;

  • r.

    openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk

telecommunicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet;

  • s.

    openbare gronden:

openbare wegen en wateren als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatie;

  • t.

    registratiesysteem:

digitaal systeem dat het college, zoals genoemd in onderdeel h. van dit artikel, hanteert om meldingen en instemmingen van werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel x van dit artikel, en alles wat daarmee samenhangt te verwerken;

  • u.

    spoedeisende werkzaamheden:

werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel v. van dit artikel voor reparatie of onderhoud waarvan uitstel niet mogelijk is als een ernstige belemmering of storing van de dienstverlening in het betreffende netwerk is opgetreden;

  • v.

    vergunning:

een vergunning zoals benoemd in artikel 4 eerste lid. Het betreft een vergunning voor de aanleg, instandhouding of  opruiming van kabels en leidingen in of op de openbare gronden, niet zijnde telecomkabels;

  • w.

    voorzieningen:

ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken als bedoeld in artikel 1.1 onder kabel: van de Telecommunica- tiewet;

  • x.

    werkzaamheden:

handmatige en/of mechanische (graaf)werkzaamheden, waar onder ook begrepen het opbreken en herstellen van de sleufbedekking en sleufloze technieken, in of op openbare grond in verband met de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels en/of leidingen;

  • y.

    werkzaamheden van niet ingrijpende aard:

het aanbrengen of verwijderen van kabels en leidingen in reeds aangebrachte voorzieningen;

 

reparaties en onderhoudswerkzaamheden aan kabels en leidingen met een lengte van minder dan vijftien (15) meter en niet vallen onder onderdeel r. van dit artikel;

 

het maken van (huis)aansluitingen, waarbij geen gesloten verhardingen, groenvoorzieningen of watergangen worden gekruist, met een lengte van minder dan vijftien (15) meter.

 

reparaties aan het openbare elektronische communicatienetwerk met een lengte van minder dan vijf meter en niet vallend onder artikel 4 tweede lid;

 

het maken van maximaal twee montagegaten c.q. lasgaten, waarbij de afmeting per opbreking maximaal 5 m2 bedraagt.

Artikel 2. Reikwijdte

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op de procedures en voorschriften voor het aanleggen, in stand houden, verleggen en opruimen van kabels en leidingen in, op of boven openbare gronden, voor zover de Gemeente Westerkwartier deze gronden beheert, in bezit heeft dan wel daarover coördinatieverplichtingen heeft.

  • 2.

    Deze verordening is niet van toepassing op het netwerk van gemeentelijke riolering.

Artikel 3. Nadere voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Met betrekking tot zaken waarin de AVOI 2023 en deze bepalingen niet voorzien, kan het college voorschriften of beperkingen (nadere regels) stellen.

  • 2.

    Deze nadere regels hebben betrekking op:

    • a.

      openbare orde en veiligheid;

    • b.

      het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering van werken;

    • c.

      het bevorderen van het medegebruik van voorzieningen;

    • d.

      ondergrondse ordening, planning en coördinatie van werkzaamheden;

    • e.

      nadeelcompensatie in geval van het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en leidingen;

    • f.

      het omgaan met kabels en leidingen in verontreinigde gronden, rond watergangen en stedelijk groen, en op verharding boven kabels en leidingen;

    • g.

      de te verstrekken gegevens alsmede over de wijze waarop die dienen te worden verstrekt;

    • h.

      de eisen aan de uitvoering van werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen;

    • i.

      herstelkosten en vergoeding van degeneratiekosten.

Artikel 4. Instemmingsvereiste

  • 1.

    Het is verboden werkzaamheden te verrichten zonder of in afwijking van een door het college genomen instemmingsbesluit of vergunning.

  • 2.

    Voor het verrichten van spoedeisende werkzaamheden of werkzaamheden van niet ingrijpende aard is geen instemmingsbesluit of vergunning, als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk, maar kan worden volstaan met een door het college goedgekeurde melding.

  • 3.

    Indien voor de voorgenomen werkzaamheden tevens (privaatrechtrechtelijke) toestemming nodig is van een andere gedoogplichtige dan de gemeente Westerkwartier, dient dit bij de aanvraag aangegeven te worden.

  • 4.

    De instemming vervalt automatisch als daarvan geen gebruik wordt gemaakt binnen één (1) jaar na de datum waarop het besluit onherroepelijk is geworden.

  • 5.

    De werkzaamheden van niet ingrijpende aard dienen binnen het in de goedgekeurde melding bepaalde tijdvak te zijn voltooid.

  • 6.

    Het in het eerste lid opgenomen verbod is niet van toepassing op werkzaamheden van de gemeente Westerkwartier bij het uitvoeren van haar publieke taak.

artikel 5 Omgevingsvergunning

  • 1.

    Vergunningsaanvrager moet zelf inventariseren of naast de vergunning, het instemmingsbesluit of vergunning of de MOOR melding een aparte Omgevingsvergunning noodzakelijk. Bijvoorbeeld voor graafwerk in een gebied met landschappelijke of cultuurhistorische waarde al dan niet met nadere voorschriften in het kader van de bescherming van monumentale of archeologische waarden, het kappen van gemeentelijke bomen, het oprichten/plaatsen van bovengrondse voorzieningen, bouwketen of portakabins, materiaalcontainers etc.

  • 2.

    Het bestemmingsplan kan geraadpleegd worden op de website : www.ruimtelijkeplannen.nl

  • 3.

    In het algemeen kan worden gesteld dat voor werkzaamheden die strikt binnen de door de gemeente Westerkwartier vastgestelde kabel- en leidingstroken worden uitgevoerd vrijstelling kan worden verkregen voor de omgevingsvergunning.

  • 4.

    Een aanvraag voor een omgevingsvergunning kan ingediend worden via de site: www.omgevingsloket.nl

Artikel 6. Wijze van indiening

  • 1.

    Voor het uitvoeren van de werkzaamheden dient een instemmingsbesluit of vergunning, als bedoeld in artikel 4, bij het college te worden aangevraagd.

  • 2.

    Een aanvraag of melding wordt langs elektronische weg ingediend via het door de gemeente Westerkwartier gehanteerde meldsysteem MOOR of het WOW-portaal. Hierbij worden de te verstrekken gegevens en bescheiden eveneens langs elektronische weg verstrekt.

  • 3.

    Een aanbieder die werkzaamheden van ingrijpende aard wil verrichten, dient een aanvraag tenminste acht (8) weken voor de geplande uitvoeringsdatum in.

  • 4.

    Een aanvrager die werkzaamheden wil verrichten kan hierover vooroverleg voeren met het college teneinde de aanvraag, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, voor te bereiden.

  • 5.

    Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een derde, wordt het college uiterlijk vier weken na ontvangst van de aanvraag, zoals bedoeld in het eerste lid, schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg, over eventueel grondaankoop of vestging van een zakelijk recht, tussen de aanvrager en deze derde.

  • 6.

    Van niet ingrijpende werkzaamheden moet de grondroerder minimaal vijf (5) werkdagen voor de uitvoering daarvan schriftelijk bij het college melding doen. Op grond van de belangen, zoals genoemd in artikel 13, kan het college bepalen dat de realisatie van deze werkzaamheden op een later tijdstip moet plaatsvinden.

  • 7.

    Bij spoedeisende werkzaamheden volstaat een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. Als een melding vooraf niet mogelijk is, moet de melding uiterlijk binnen één (1) werkdag na de start van de uitvoering gemotiveerd worden gedaan aan het college. Als achteraf blijkt dat de uitgevoerde werkzaamheden instemmings- of vergunningsplichtig zjn, moet alsnog een aanvraag voor een instemmingsbesluit of vergunning worden ingediend bij het college.

Artikel 7. Voorschriften en/of beperkingen

  • 1.

    De voorschriften en/ of beperkingen kunnen slechts betrekking hebben op:

    • a.

      het tijdstip, de plaats en wijze van uitvoering bij aanleg, instandhouding, onderhoud, verlegging en opruiming van kabels en leidingen;

    • b.

      het bevorderen van medegebruik van voorzieningen;

    • c.

      de afstemming met betrekking tot overige in de grond aanwezige werken;

    • d.

      een zekerheidsstelling voor de nakoming van verplichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en/of beperkingen aan de vergunning. Een zekerheidstelling kan bij Telecombedrijven niet geëist worden. Dit zou in strijd zijn met de voorwaarden die gesteld mogen worden uit de Telecommunicatiewet;

    • e.

      de afmetingen van kasten en andere toebehoren behorende bij het netwerk.

  • 2.

    De belanghebbenden ter plaatse van de uit voeren werkzaamheden dienen minimaal vijf (5) dagen voor de start van de werkzaamheden schriftelijk te worden geïnformeerd door de grondroerder over aanvang, duur, aard en plaats van de werkzaamheden.

  • 3.

    De wijze van uitvoering bij de aanleg, instandhouding (inclusief het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen) en opruimen van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen moeten gebeuren conform de nog vast te stellen nadere regels zoals bedoeld in artikel 3.

  • 4.

    Voor in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een instemmingsbesluit of vergunning of melding zijn leges verschuldigd conform de Legesverordening van de gemeente Westerkwartier.

  • 5.

    De netbeheerder draagt er zorg voor dat de voorschriften worden nageleefd.

Artikel 8. Wijzigen of intrekken instemmingsbesluit of vergunning

  • 1.

    Het college kan het instemmingsbesluit of de vergunning wijzigen of intrekken( zie toelichting over uitzonderingspositie telecombedrijven) indien :

    • a.

      de in het instemmingsbesluit of de vergunning benoemde werkzaamheden niet binnen één jaar na datum waarop het instemmingsbesluit of de vergunning onherroepelijk is geworden zijn voltooid.

    • b.

      de kabel en/of leiding definitief buiten gebruik is gesteld;

    • c.

      het instemmingsbesluit of de vergunning is verleend ten gevolge van onjuiste of onvolledige gegevens.

    • d.

      het instemmingsbesluit of de vergunning in strijd is met enig wettelijk voorschrift is afgegeven.

    • e.

      het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften niet worden nageleefd.

    • f.

      na het verlenen van het instemmingsbesluit of de vergunning naar het oordeel van het college gegrond aanleiding bestaat te veronderstellen dat het van kracht blijven hiervan onaanvaardbare schadelijke gevolgen heeft voor mens , natuur of milieu en hiervan door het stellen van nadere voorschriften en beperkingen niet kan worden tegemoet gekomen.

    • g.

      dit naar het oordeel van het college redelijkerwijs nodig is vanwege de uitvoering van gemeentelijke werkzaamheden van openbaar belang en nut.

    • h.

      er sprake is van verkoop van gronden in eigendom van gemeente, behorende tot de openbare grond, aan derden.

  • 2.

    Het college gaat niet over tot intrekking of wijziging van het instemmingsbesluit of vergunning dan nadat het college de houder van het instemmingsbesluit of vergunning heeft gehoord.

  • 3.

    Aan het besluit tot wijziging of intrekking van het instemmingsbesluit of vergunning kan de verplichting worden verbonden om de betreffende kabels en/of leiding(en) te verplaatsen of deze te verwijderen.

  • 4.

    Aan het besluit tot wijziging of intrekking van het instemmingsbesluit of vergunning kan de verplichting worden verbonden om de betreffende kabels en of leiding(en) in de oorspronkelijke toestand te brengen.

Artikel 9. Aanwijzing tot het nemen van maatregelen

  • 1.

    Wanneer ten gevolge van een werk van de gemeente Westerkwartier kabels en leidingen verlegd zouden moeten worden, maakt het college dit voornemen bekend middels een schriftelijke mededeling aan de netbeheerder. In de mededeling is een omschrijving van de werkzaamheden opgenomen met vermelding van de noodzakelijk te nemen maatregelen ten aanzien van kabels en leidingen.

  • 2.

    Na een aanwijzing tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en leidingen gaat de netbeheerder zo snel mogelijk over tot de uitvoering, niet later dan zestien (16) weken na de datum van ontvangst van de aanwijzing tenzij langere periode goed beargumenteerd kan worden.

  • 3.

    Indien ten gevolge van werkzaamheden, niet zijnde gemeentelijke werkzaamheden, verlegging wijziging of verwijdering van enig eigendom van de gemeente Westerkwartier noodzakelijk is, dan wel ten behoeve van werkzaamheden speciale voorzieningen moeten worden getroffen, komende kosten ervan voor rekening van de opdrachtgever, tenzij er redelijkerwijs aanleiding bestaat om de kosten over meerdere partijen te verdelen, dan wel om geen kosten in rekening te brengen.

  • 4.

    Het college streeft naar een overeenstemming met de netbeheerder over de verlegging, uitvoering en planning met als doel een technisch adequate oplossing tegen de maatschappelijk laagste kosten.

  • 5.

    Indien tijdens het vooroverleg blijkt dat er sprake is van kabels of leidingen die niet noodzakelijk verlegd moeten worden, krijgt de netbeheerder de gelegenheid om binnen een redelijke termijn op eigen kosten die kabels en leidingen te rijzen, verleggen, te vervangen of te verwijderen of andere voldoende aanpassingen te verrichten.

  • 6.

    De in het vijfde lid bedoelde werkzaamheden worden zodanig ingepland en uitgevoerd dat de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken geen vertraging oplopen.

Artikel 10. (Mede)gebruik van voorzieningen

  • 1.

    Op verzoek van het college wordt bij de werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van telecomkabels (mede)gebruik gemaakt van bestaande, hetzij door overige netbeheerders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde, voorzieningen voor zover dit technisch en economisch haalbaar is, medegebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid en tegen een marktconforme prijs en objectieve, transparante, evenredige en niet-discriminerende voorwaarden ter beschikking wordt gesteld.

  • 2.

    In het vooroverleg als bedoeld in artikel 6, vierde lid, wordt mede bepaald of en, zo ja, langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels en leidingen, legt de grondroerder het college een alternatief tracé voor en wordt daarbij bezien of andere netbeheerders eventuele voorgenomen werkzaamheden op dat tracé kunnen combineren of doet hij aan andere netbeheerders een verzoek tot medegebruik van kabels en leiding.

Artikel 11. Termijnen

  • 1.

    De beslissing op een aanvraag voor een instemmingsbesluit of vergunning wordt genomen uiterlijk acht (8) weken na de dag van ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Als het gaat om een aanvraag waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken, dan beslist het college binnen acht (8) weken na ontvangst van de aanvraag op die onderdelen waarbij instemming is van de gedoogplichtigen.

  • 3.

    Indien een besluit niet binnen acht (8) weken kan worden genomen, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt daarbij een zo kort mogelijke termijn (ten hoogste acht (8) weken) waarbinnen het instemmingsbesluit of vergunning wel genomen kan worden.

  • 4.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, houdt het college de beslissing aan, als in verband met de voorgenomen werkzaamheden een vergunning als bedoeld in de Woningwet, de Wet Milieubeheer of een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht is vereist, tenzij de beschikking op een aanvraag van genoemde vergunningen al is gegeven, en de in artikel 6:7 Algemene Wet Bestuursrecht genoemde termijn is verstreken zonder dat bezwaren zijn ingediend. Deze aanhouding eindigt na afloop van de bezwarentermijn, tenzij er bezwaren zijn ingediend en tevens is verzocht om een voorlopige voorziening; in dat geval eindigt de aanhouding met ingang van de dag nadat op dat verzoek is beslist.

  • 5.

    De goedkeuring op een melding voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard wordt genomen binnen vijf (5) werkdagen na ontvangst van de aanvraag.

  • 6.

    De goedkeuring op een melding voor spoedeisende werkzaamheden volgt uiterlijk vijf werkdagen nadat de melding is gedaan.

  • 7.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 12. Nadeelcompensatie

  • 1.

    Op het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, waaronder het verleggen, op verzoek van de Gemeente Westerkwartier, zijn de wettelijke regels van de Telecommunicatiewet van toepassing.

  • 2.

    Op het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en leidingen, die niet vallen onder het eerste lid, op verzoek van de gemeente Westerkwartier, is de beleidsregel ‘Nadeelcompensatie kabels en leidingen gemeente Westerkwartier 2023’ van toepassing, tenzij en voor zover andersluidende afspraken zijn overeengekomen tussen partijen.

Artikel 13. Breekverbod

  • 1.

    Behoudens in geval van spoedeisende werkzaamheden is het tijdens een breekverbod niet toegestaan in de openbare ruimte de verharding (in eigendom en beheer van de gemeente Westerkwartier) op te breken of aan te brengen.

  • 2.

    Het college kan een breekverbod instellen bij weersomstandigheden waarbij de uitvoering van de werkzaamheden tot overlast of gevaar voor de inwoners of schade voor de gemeente Westerkwartier kan leiden. De vaststelling dat er sprake is van deze weersomstandigheden is een bevoegdheid van het college.

  • 3.

    Tijdens alle door de gemeente Westerkwartier vergunde evenementen (kermis, (jaar)markt, etc. incl. de opbouw- en afbreekperiode) is het breekverbod op de evenementenlocatie en de directe omgeving daarvan altijd van kracht. De grondroerder houdt hiermee rekening en vraagt daartoe tijdig de evenementenkalender op. Na afloop van het evenement kan de grondroerder zijn werkzaamheden op de gebruikelijke wijze hervatten.

  • 4.

    Behoudens het bepaalde in het derde lid geeft het college in alle gevallen aan wanneer het breekverbod van toepassing is. De grondroerder houdt zich aan het breekverbod en de werkzaamheden worden na beëindiging ven het breekverbod pas weer hervat. De termijnen zoals bedoeld artikel 4, lid 4 en 5. worden automatisch verlengd met de periode van het breekverbod.

Artikel 14. Graafrust

  • 1.

    Het college kan een gebied aanwijzen waar een graafrust gaat gelden. De duur hiervan is maximaal de termijn van geldigheid van het instemmingsbesluit of vergunning van 12 maanden vermeerderd met 12 maanden.

  • 2.

    Lid 1 wordt alleen ingesteld voor telecombedrijven waarbij dit niet geldt voor spoedeisende werkzaamheden of werkzaamheden t.b.v. huisaansluitingen.

Artikel 15. Overleg

  • 1.

    Het college organiseert 2x per jaar een overleg, waaronder in elk geval de bij de gemeente Westerkwartier bekende netbeheerders en andere betrokken partijen of belanghebbenden worden uitgenodigd.

  • 2.

    In dit overleg worden de plannen van de gemeente Westerkwartier en van de diverse netbeheerders en andere betrokken partijen of belanghebbenden besproken en afgestemd in het kader van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 16. Niet-openbare kabels en leidingen

  • 1.

    Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding, verlegging en opruiming van niet openbare kabels en leidingen in openbare wegen en wateren is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing. Het betreft kabels of leidingen, dan wel het netwerk waartoe deze behoren, die niet gebruikt worden om voor het publiek beschikbare, openbare diensten aan te bieden.

  • 2.

    Het eerste lid van dit artikel in deze verordening houdt geen gedoogplicht in voor de gemeente Westerkwartier met betrekking tot niet-openbare kabels en leidingen.

Artikel 17. Informatieplicht

  • 1.

    De netbeheerder stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis van het feit dat kabels en leidingen niet langer ten dienste staan van een net of netwerk in of op openbare gronden. Uitzondering hierop zijn telecombedrijven a.g.v. de geldende gedoogplicht.

  • 2.

    In dit kader van een werk kan van de netbeheerder een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels en leidingen worden verlangd. De bewijslast van ingebruikname ligt bij de netbeheerder.

Artikel 18. Eigendom

  • 1.

    Als het eigendom, de exploitatie of het beheer van kabels of leidingen wordt overgedragen aan een andere netbeheerder, draagt de oude netbeheerder zorg voor het overdragen van de rechten en plichten die betrekking hebben op de kabels en leidingen op de nieuwe netbeheerder.

  • 2.

    De netbeheerder stelt het college in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel en leiding verandert.

Artikel 19. Herstellen openbare gronden

  • 1.

    Openbare gronden worden na beëindiging van de werkzaamheden in de oude staat teruggebracht tenzij het college vooraf heeft aangegeven hier (gedeeltelijk) zelf zorg voor te willen dragen.

  • 2.

    Indien de openbare gronden na de werkzaamheden niet of onvoldoende in de oude staat teruggebracht worden , heeft het college de bevoegdheid om zelfstandig de openbare gronden te herstellen tegen een marktconform tarief en de kosten te verhalen op de netbeheerder.

Artikel 20. Vergoeding degeneratie openbare ruimte.

  • 1.

    Indien door de netbeheerder werkzaamheden in de openbare ruimte worden uitgevoerd, brengt het college de kosten voor degeneratie van die openbare ruimte die het rechtstreekse gevolg zijn van de uitgevoerde werkzaamheden bij de netbeheerder in rekening conform de door het college vastgestelde Schaderegeling ingraving gemeente Westerkwartier 2023.

  • 2.

    Indien binnen vijf (5) jaar na groot onderhoud of herinrichting van openbare gronden de netbeheerder werkzaamheden wil uitvoeren, kan het college bijzondere voorwaarden stellen aan het herstel. De hiermee gepaard gaande kosten komen voor rekening van de netbeheerder.

Artikel 21. Verplichting tijdens uitvoering werkzaamheden

  • 1.

    De netbeheerder is verplicht verontreiniging, gevaar of hinder, dan wel storingen waarbij verontreiniging , gevaar of hinder kunnen optreden, onmiddellijk conform de procedures als bedoeld in de nader door het college te stellen regels, te melden en alle maartregelen te treffen teneinde verdere verontreinigen, en of hinder te voorkomen.

  • 2.

    Het college kan de netbeheerder opdragen een milieutechnisch onderzoek dan wel een onderzoek naar mogelijk gevaar of hinder uit te voeren, indien een redelijk vermoeden bestaat van verontreiniging , gevaar of hinder, ontstaan bij de exploitatie van de leiding.

  • 3.

    Het college kan bij gebleken of ernstige dreiging van verontreiniging, gevaar of hinder in of nabij het racé van de leiding opschorting gelasten van de exploitatie van de betreffende leiding.

Artikel 22. Belemmering en storingen

  • 1.

    Het verbod, bedoeld in artikel 4, eerste lid geldt niet voor spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of een storing als de voorgenomen werkzaamheden schriftelijk zijn gemeld aan het college.

  • 2.

    In geval de openbare order gevaar dan wel de vrees voor het ontstaan van gevaar zich verzet tegen de uitvoering van voorgenoemde werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid, kan het college besluiten dat deze werkzaamheden op een ander dan het voorgenomen tijdstip plaatsvinden.

  • 3.

    Het besluit wordt onverwijld na het tijdstip van ontvangst van de melding genomen.

  • 4.

    Degenen die de werkzaamheden overeenkomstig het eerste lid heeft uitgevoerd, verstrekt binnen acht (8) weken na beëindiging van de werkzaamheden een uitvoeringsverslag aan het college.

  • 5.

    Het uitvoeringsverslag omvat in ieder geval:

    • a.

      een omschrijving van kabels en leidingen die zijn aangelegd, in stand gehouden of opgeruimd;

    • b.

      een omschrijving van de werkzaamheden die zijn uitgevoerd;

    • c.

      een aanduiding van de spoedeisende aard van de werkzaamheden.

Artikel 23. Toezicht en handhaving

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

  • 2.

    Indien het college vaststelt dat de verplichting van deze verordening niet zijn nagekomen, kan het college besluiten handhavend op te treden dan wel legalisatie achteraf van de ontstane situatie verlangen met inachtneming van de bepalingen zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht. Indien blijkt dat de uitgevoerde werkzaamheden zijn gemeld maar dat hiervoor een instemmingsbesluit of vergunning is vereist, is dit artikel van overeenkomstige toepassing.

Artikel 24. Stilleggen werkzaamheden

Het college is bevoegd de werkzaamheden stil te leggen, als wordt gewerkt:

  • a.

    zonder afgegeven vergunning of gedane melding;

  • b.

    in afwijking van de voorschriften en/of beperkingen uit de vergunning;

  • c.

    in afwijking van de voorschriften uit het ‘Nadere regels Algemene verordening ondergrondse infrastructuur 2023 gemeente Westerkwartier’;

  • d.

    in strijd met het geldende breekverbod of graafrust.

Artikel 25. Overgangsbepalingen

  • 1.

    Voor kabels en leidingen die op datum van inwerkingtreding van deze verordening aanwezig en in gebruik zijn, geldt de schriftelijke toestemming/instemming dan wel vergunning op grond waarvan zij gelegd zijn als instemmingsbesluit of vergunning krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een melding is gedaan op grond van de dan geldende verordeningen of regels van de gemeente Westerkwartier, maar waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

  • 3.

    Indien het college van oordeel is dat een schriftelijke toestemming dan wel reeds verleende vergunning of instemming als bedoeld in het eerste lid niet voldoet aan de voorschriften bij of krachtens deze verordening, kan het college de netbeheerder een termijn stellen waarbinnen hij het college nadere informatie over de kabel of leiding dient te verschaffen of een aanvraag voor een vergunning moet indienen, bij gebreke waarvan de schriftelijke toestemming bij een door het college te bepalen tijdstip komt te vervallen.

  • 4.

    De Telecommunicatieverordening Gemeente Westerkwartier 2021 blijft van kracht op meldingen waarop reeds krachtens diezelfde Verordening is beslist, maar waarvan de uitvoering op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog niet is gerealiseerd.

  • 5.

    Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een instemmingsaanvraag is gedaan op grond van de Telecommunicatieverordening Gemeente Westerkwartier 2021 maar waarop nog niet is beslist, wordt daarop de Telecommunicatieverordening gemeente Westerkwartier 2021 toegepast.

Artikel 26. Hardheidsclausule

Het college heeft de bevoegdheid op grond van afweging van de te behartigen belangen en met in acht name van de redelijkheid en billijkheid in incidentele en te motiveren gevallen af te wijken van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 27. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Westerkwartier 2023 (AVOI 2023).

  • 3.

    De Telecommunicatieverordening gemeente Westerkwartier 2021 alsmede Algemene werkafspraken ten behoeve van werkzaamheden in gemeentegrond in Noord-Nederland (mei 2003) versie Groningen vervallen op het tijdstip van inwerkingtreding van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Westerkwartier 2023.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 januari 2023,

A. van der Tuuk, voorzitter

O.E. de Vries, griffier

Toelichting op de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Westerkwartier 2023

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren

 

Niet alle (sub) artikelen worden automatisch van een toelichting voorzien. Er wordt slechts een toelichting gegeven als een nadere uitleg noodzakelijk wordt geacht.

 

Algemeen

Voornaamste doel van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI) is de realisatie van één uniform regime voor al het werk in openbare gronden om de gewenste gemeentelijke regierol zo optimaal mogelijk te kunnen invullen. Beleidsmatig, procesmatig en praktisch wordt voorzien in lokaal beleid voor ordening van de openbare ondergrond en gelijke behandeling van partijen.

 

De AVOI geeft tevens invulling aan de wettelijke plicht voor de Gemeente Westerkwartier om een telecommunicatieverordening op te stellen. De AVOI is niet alleen van toepassing

op de netten van telecombedrijven, maar ook op de netten van de overige nutsbedrijven. De bestaande Telecommunicatieverordening van de Gemeente Westerkwartier 2021 vervalt gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze AVOI, zodat er per saldo geen verordening, en dus niet meer regelgeving, bijkomt.

 

De AVOI reguleert de werkzaamheden in openbare gronden, waarbij de wegverharding (ook

bermen, plantsoenen e.d.) wordt opgebroken voor telecommunicatienetwerken of netwerken voor nutsvoorzieningen die (deels) bestaan uit kabels en leidingen. Ook objecten die nodig zijn voor deze werkzaamheden vallen onder de reikwijdte van de AVOI. De Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) blijft net als voorheen het vangnet voor andere werkzaamheden en objecten in de openbare ruimte.

 

De verordening heeft als doel de regie en coördinatie te regelen met betrekking tot kabels en leidingen van derden die in door de Gemeente Westerkwartier beheerde grond willen werken.

 

Voor de kabels en leidingen van de Gemeente Westerkwartier zelf, zoals de riolering, is om praktische redenen de verordening niet (procedureel) van toepassing. Om redenen van effectiviteit en kwaliteit zullen echter binnen de Gemeente Westerkwartier waar mogelijk afspraken en procedures worden gemaakt om de bepalingen van deze verordening met het oog op regie en coördinatie zoveel mogelijk ook intern na te leven.

 

Het doel van deze toelichting is aanvullende informatie te bieden. Zowel voor gebruik binnen de Gemeente Westerkwartier als door de netbeheerders en grondroerders is deze toelichting bestemd. Netbeheerders wordt hier gebruikt als uniform verzamelbegrip voor de eigenaren en beheerders van de betreffende netten en netwerken.

 

Deze toelichting heeft inhoudelijk en qua strekking niet alleen betrekking op de AVOI, maar ook op de nadereregels die ter uitwerking door het college zijn of worden vastgesteld. De meest actuele versie van de verordening is steeds bepalend.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

 

Onder f: Breekverbod

In de verordening zijn bepalingen over het breekverbod opgenomen die het college de bevoegdheid geven een verbod op te leggen tot uitvoering van werkzaamheden bij bepaalde weersomstandigheden (bijvoorbeeld wateroverlast, zware sneeuwval of ijzel, strenge vorst) of tijdens evenementen en/of feest- en gedenkdagen.

 

Onder i:Gedoogplichtige

Het college is voornamelijk betrokken in haar rol als beheerder van de openbare gronden. In deze hoedanigheid is het college in het kader van de Telecommunicatiewet gedoogplichtige als het gaat om openbare elektronische communicatienetwerken. Het begrip gedoogplichtige in deze verordening geldt ook als het college gedoogplichtig is krachtens de Belemmeringenwet privaatrecht dan wel anderszins leidingen (impliciet) moet gedogen. Te denken valt aan privaatrechtelijke afspraken tussen gemeente en een kabel- en/of leidingeigenaar of indien voor deze kabel- en/of leidingeigenaar een aansluitplicht geldt. Gedoogplichtigen moeten de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen toestaan in en op hun gronden. Onder instandhouding van de kabels en/of leidingen wordt verstaan het hebben, houden en onderhouden van de kabels en/of leidingen. Het gaat daarbij dus niet alleen om het verrichten van onderhouds- en exploitatiewerkzaamheden. Ook het enkel hebben en houden van de kabels en/of leidingen, zonder dat daaraan werkzaamheden worden verricht, geldt als instandhouding.

 

onder k: Graafrust

In de verordening zijn bepalingen over graafrust opgenomen die het college de bevoegdheid geven een verbod op te leggen om binnen een bepaalde periode na eerdere graafwerkzaamheden opnieuw graafwerkzaamheden uit te voeren.

 

Onder l: Instemmingsbesluit

Werkzaamheden als bedoeld in deze verordening en die vallen onder de Telecommunicatiewet moeten vooraf digitaal gemeld worden, waarna de gemeente een instemmingsbesluit afgeeft.

 

Voor de werkzaamheden geldt dat pas gestart mag worden met die werkzaamheden als op basis van een aanvraag een instemmingsbesluit is verleend. Het college hanteert een doorlooptijd van acht weken voor het nemen van een besluit op aanvragen voor werkzaamheden.

 

Voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard is geen instemmingsbesluit noodzakelijk maar kan worden volstaan met een digitale melding vooraf. Na goedkeuring van de melding kan binnen een termijn van enkele werkdagen met de werkzaamheden gestart worden.

 

Voor spoedeisende werkzaamheden kan het zijn dat digitaal melden vooraf onmogelijk is. Alleen in dergelijke uitzonderingsgevallen is het toegestaan het werk achteraf te melden en goedkeuring volgt dan ook achteraf. Indien blijkt dat de uitgevoerde werkzaamheden omvangrijk zijn geweest of bijvoorbeeld een waterweg hebben gekruist, dient alsnog een instemmingsbesluit te worden aangevraagd volgens de gebruikelijke procedure. Zo kan het college alsnog de aan haar verstrekte relevante informatie verwerken.

 

Onder m: Kabels en/of leidingen

Kabels en/of leidingen zijn onderdeel van een openbaar netwerk, daaronder ook begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations, distributie- en/of mutatiepunten. Voorbeelden van kabels en leidingen zijn telecommunicatie- en omroepkabels, elektriciteitskabels (koppel-, transport- en distributiekabels), gasleidingen, waterleidingen en leidingen ten behoeve van stadsverwarming (transport-, distributie- en dienstleidingen) en kabels en leidingen voor industriële netwerken. Voorbeelden van distributie- of mutatiepunten zijn handholes, afsluiters, brandkranen, lassen, enzovoort. Het begrip kabels en/of leidingen omvat ook lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken (zoals mantelbuizen, kabelgoten, duikers) en beschermingswerken. Met lege buizen worden bedoeld de werken die worden aangelegd met het oogmerk deel uit te gaan maken van een netwerk en ook buizen die worden aangelegd als een voorziening voor medegebruik.

 

Het gaat om kabels en/of leidingen die onderdeel uitmaken van openbare netwerken, dus niet om verbindingen die liggen binnen de installatie c.q. het domein van een (eind)gebruiker (producent of een afnemer), of uit gebruik genomen kabels en/of leidingen.

 

Onder n: Marktconforme kosten (zie ook art. 10)

Het college streeft ernaar om het medegebruik van bestaande voorzieningen (van de gemeente zelf of van andere betrokken partijen) te stimuleren. Partijen kunnen worden verplicht daarvan gebruik te maken, op voorwaarde dat de te betalen vergoeding marktconform, de voorwaarden objectief, transparant, evenredig en niet-discriminerend zijn. Tevens mag het medegebruik geen belemmering zijn van de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid. Hierbij is aansluiting gezocht bij de definitie zoals die in de Telecommunicatiewet wordt gebruikt.

 

Onder p: Netbeheerder

Netbeheerders zijn de beheerders van (niet-)openbare netwerken bestemd voor het transport van water, energie en informatie. Dat zijn dus ook de aanbieders van (niet-)openbare elektronische communicatienetwerken. Vaak zal de netbeheerder in het geval van voorgenomen werkzaamheden de rol van opdrachtgever op zich nemen.

 

Onder q: Netwerk

De omschrijving maakt met name duidelijk dat het gaat om het geheel van kabels of leidingen die bestemd zijn voor transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie, bijvoorbeeld de distributie- en transportnetten voor energie (gas, water, elektriciteit) en de (openbare) elektronische communicatienetwerken (zoals geregeld in en krachtens de Telecommunicatiewet, artikel 1.1).

 

Onder r: Openbaar telecommunicatie elektronisch communicatienetwerk

De gedoogplicht van de gemeente geldt slechts voor openbare elektronische communicatienetwerken, in artikel 1.1 h van de Telecommunicatiewet gedefinieerd als een ‘elektronisch communicatienetwerk dat geheel of hoofdzakelijk wordt gebruikt om openbare elektronische communicatiediensten aan te bieden, waaronder mede begrepen een netwerk, bestemd voor het verspreiden van programma’s voor zover dit aan het publiek geschiedt.

 

Onder s: Openbare gronden

Hiertoe worden, conform het in de begripsbepalingen genoemde wetsartikel, gerekend de openbare wegen inclusief trottoirs/voetpaden, glooiingen, bermen, sloten, bruggen, viaducten, duikers, tunnels, beschoeiingen en andere werken, evenals wateren inclusief bruggen, plantsoenen, pleinen en andere plaatsen die voor een ieder toegankelijk zijn (ook wel openbare ruimte genoemd).

 

Onder u: Spoedeisende werkzaamheden

Hiervoor geldt een lichter procedureel regime. De netbeheerder moet duidelijk maken dat dit werk redelijkerwijs geen uitstel kan dulden op grond van de aangegeven belangen.

 

Onder v: Vergunningen

Werkzaamheden als bedoeld in deze verordening en die niet vallen onder de Telecommunicatiewet moeten vooraf digitaal gemeld worden, waarna de gemeente een vergunning afgeeft.

 

Voor de werkzaamheden geldt dat pas gestart mag worden met die werkzaamheden als op basis van een aanvraag een vergunning is verleend. Het college hanteert een doorlooptijd van acht weken voor het nemen van een besluit op aanvragen voor werkzaamheden.

 

Voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard is geen vergunning noodzakelijk maar kan worden volstaan met een digitale melding vooraf. Na goedkeuring van de melding kan binnen een termijn van enkele werkdagen met de werkzaamheden gestart worden.

 

Voor spoedeisende werkzaamheden kan het zijn dat digitaal melden vooraf onmogelijk is. Bijvoorbeeld bij een kapot gesprongen waterleiding. Alleen in dergelijke uitzonderingsgevallen is het toegestaan het werk achteraf te melden en goedkeuring volgt dan ook achteraf. Indien blijkt dat de uitgevoerde werkzaamheden omvangrijk zijn geweest of bijvoorbeeld een waterweg hebben gekruist, dient alsnog een vergunning te worden aangevraagd volgens de gebruikelijke procedure. Zo kan het college alsnog de aan haar verstrekte relevante informatie verwerken.

 

Onder w: Voorzieningen

Onder kabels verstaat de Telecommunicatiewet:

  • -

    fysieke geleidingsdraden bestemd voor de rechtstreekse overdracht van signalen tussen punten en de bij deze fysieke geleidingsdraden behorende ondergrondse ondersteuningswerken, beschermingswerken en signaalinrichtingen, alsmede inrichtingen, bestemd om daarin verbinding tot stand te brengen tussen fysieke geleidingsdraden in, op of boven openbare gronden enerzijds en fysieke geleidingsdraden in gebouwen en daarmee één geheel vormende gronden anderzijds dan wel tussen laatstgenoemde fysieke geleidingsdraden onderling;

In de begripsomschrijving zijn de voorzieningen apart genoemd. Onder voorzieningen, niet in gebruik voor een openbaar elektronisch communicatienetwerk, vallen volgens artikel 5.15 van de wet ook onder de gedoogplicht met dien verstande dat de gedoogplicht eindigt, indien niet na 10 jaar de ondersteuningswerken deel zijn gaan uitmaken van een openbaar elektronisch communicatienetwerk (artikel 5.2, lid 8 van de wet).

 

Onder x: Werkzaamheden

Dit betreft (graaf)werkzaamheden in de openbare grond, inclusief het opbreken en herstel van de sleufverharding en sleufloze technieken in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen. Onder instandhouding in de zin van deze verordening wordt mede begrepen het nemen van maatregelen, waaronder verplaatsen van de kabels en/of leidingen zoals bedoeld in artikel 16 van de AVOI en in de Telecommunicatiewet. Onder sleufloze technieken wordt verstaan het maken van een holle ruimte in de grond, met behulp van een (gestuurde) boring of persing, zonder daarbij de omringende grondslag te verwijderen. De regels van de AVOI hebben betrekking op mechanische werkzaamheden en handmatige werkzaamheden. Deze laatste zijn vooral van toepassing op werken nabij bomen en andere groenvoorzieningen en bij spoedeisende werkzaamheden of niet ingrijpende werkzaamheden. De AVOI ziet voorts op werkzaamheden in verband met het bevorderen van medegebruik van voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten of geleidingen.

 

Onder y: Werkzaamheden van niet ingrijpende aard

Het onderscheid tussen werkzaamheden van al dan niet ingrijpende aard vloeit voort uit artikel 5.4, vijfde lid, van de Telecommunicatiewet. De definitie geeft op hoofdlijnen aan voor welke situaties deze lichtere procedure van toepassing kan zijn. Het staat de gemeente vrij de omschrijving van werkzaamheden van niet ingrijpende aard zelf anders in te vullen. Het is immers een uitzondering op de standaard meldplicht van artikel 4 van de verordening en daarom geen limitatieve opsomming.

Vaak gaat het om werkzaamheden aan reeds bestaande kabels en/of leidingen en betreft het een beperkte lengte of oppervlakte die niet of nauwelijks het normale gebruik van de openbare gronden beperkt. Daarbij wordt ook mede in de beoordeling betrokken of er rijbanen en andere verhardingen, wateren of groenvoorzieningen volledig gekruist worden of dat boringen noodzakelijk zijn.

 

Een aansluiting is het gedeelte van de kabel en/of leiding dat een netwerk verbindt met een fysiek punt waarop een klant de toegang tot een openbaar netwerk wordt geboden. Een fysiek punt is bijvoorbeeld een netwerkaansluitpunt, gasmeter, watermeter of ISRA-punt. Dit betekent dat onder andere huisaansluitingen, zoals bedoeld in de WIBON, aansluitingen voor bedrijfspanden of windmolens hier ook onder vallen.

 

Aansluitingen (tot de in de AVOI bepaalde lengte) worden door de relatief beperkte omvang van de werkzaamheden uitgezonderd van een aantal algemene regels van de AVOI. Ook andere niet ingrijpende werkzaamheden, zoals werkzaamheden die slechts gedurende korte tijd in een beperkt gedeelte van het netwerk worden verricht en waarvan de impact beperkt en kortstondig is, worden aan een lichter regime onderworpen waarvoor nadere kaders zijn gesteld.

 

Onder deze werkzaamheden vallen ook:

  • het aanbrengen of verwijderen van kabels en/of leidingen in reeds aangebrachte voorzieningen, zoals buizen ten behoeve van glasvezelkabels (bijvoorbeeld HDPE-buizen) en mantelbuizen;

  • het maken van maximaal twee opbrekingen met elk een afmeting van maximaal 5 m².

Een opbreking kan zijn het maken van een montagegat c.q. lasgat ten behoeve van de toegang tot een distributie- of mutatiepunt, het plaatsen van afsluiters, het opgraven van een kabelrol ten behoeve van aansluitingen, het herstellen van kabel- c.q. leidingstoringen of voor inspectiedoeleinden. Het maken van twee montagegaten c.q. lasgaten tegelijkertijd kan onder andere aan de orde zijn bij het inblazen van glasvezelkabels in bestaande HDPE-buizen.

 

Artikel 2. Reikwijdte

In dit artikel wordt het toepassingsbereik van de verordening vastgelegd. Van belang is dat deze verordening niet van toepassing is op het netwerk van gemeentelijke riolering (tweede lid).

 

Artikel 3. Nadere voorschriften en beperkingen

Met het oog op mogelijke verdere ontwikkelingen in de praktijk, krijgt het college de bevoegdheid toegekend om in voorkomende gevallen nadere regels ter uitvoering van de verordening te stellen. In het tweede lid zijn

 

Artikel 4. Instemmingsvereiste

Uitgangspunt is dat werkzaamheden in de openbare ruimte niet toegestaan of wenselijk zijn, tenzij men beschikt over een instemmingsbesluit of vergunning De in de Telecommunicatiewet neergelegde verplichting dat instemming van het college is vereist, is opgenomen in de AVOI en is van toepassing op de werkzaamheden van alle netbeheerders. Daarmee wordt ook voorzien in de toestemming of vergunning die andere kabel- en leidingeigenaren voorheen dienden te hebben voor voorgenomen werkzaamheden in gemeentegrond. Conform het bepaalde in de Telecommunicatiewet geldt dat die instemming betrekking heeft op de plaats, het tijdstip en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden.

 

In dit artikel wordt voor de procedure onderscheid gemaakt tussen werkzaamheden, werkzaamheden van niet ingrijpende aard en spoedeisende werkzaamheden. Niet ingrijpende werkzaamheden zijn werkzaamheden waarvoor gedurende niet meer dan een korte tijd in een beperkt gedeelte van het netwerk werkzaamheden worden verricht en waarvan de impact voor de omgeving relatief beperkt en kortstondig is. Er wordt als norm een in de AVOI bepaalde lengte van de kabels en/of leidingen gehanteerd en daarbij mogen geen verhardingen of groenvoorzieningen worden gekruist. Bij spoedeisende werkzaamheden kan het voorkomen dat, juist vanwege de urgentie, digitaal melden vooraf onmogelijk is.

 

Voor werkzaamheden rond de kabels en/of leidingen van de gemeente zelf, zoals de riolering, is om praktische redenen de verordening (en het daarin opgenomen breekverbod) niet van toepassing. Om redenen van effectiviteit en kwaliteit is het wel zeer wenselijk dat waar mogelijk binnen de gemeente afspraken en procedures worden gemaakt om de doelen van deze verordening ook intern na te leven.

 

Ondanks het feit dat er een instemmingsbesluit, vergunning of een goedkeuring op een melding voor de werkzaamheden is verstrekt, is het college bevoegd een breekverbod in te stellen tijdens door de burgemeester vergunde evenementen of als er naar haar oordeel sprake is van weersomstandigheden, waarbij de uitvoering van de werkzaamheden tot overlast of gevaar voor de bewoners en/of schade voor de gemeente kan leiden. Een afweging die hierbij gemaakt wordt is de kans op schade en de omvang hiervan aan de openbare gronden als er gegraven wordt. Het breekverbod wordt op de dag dat dit ingaat, gecommuniceerd naar de betrokken uitvoerende partijen. In ieder geval een dag voor het beëindigen van het breekverbod wordt dit meegedeeld aan de betrokken uitvoerende partijen.

 

Van kabels en leidingen die tegenwoordig vallen onder de vergunningplicht maar waarvoor in het verleden geen expliciete (publiekrechtelijke) vergunning is verleend, wordt ervoor gekozen om het in het verleden (rechtmatig) verleende ligrecht te beschouwen als een vergunning in de zin van deze AVOI, die ook door het college kan worden ingetrokken of gewijzigd. Indien werkzaamheden plaatsvinden aan deze kabels en leidingen, moet door de netbeheerder een nieuwe vergunning op grond van deze AVOI worden aangevraagd.

 

Artikel 5. Omgevingsvergunning

In bepaalde bestemmingsplannen is aangegeven dat voor graafwerkzaamheden ten behoeve van de aanleg van kabels en leidingen een omgevingsvergunning nodig is. Dit is een vergunning waarvan wij de verantwoordelijkheid bij de initiatiefnemer voor de graafwerkzaamheden neerleggen. De omgevingsvergunning is een aparte procedure naast die van het in de AVOI genoemde instemmingsbesluit of vergunning

 

Tevens vraagt de grondroerder alle voor het werk benodigde vergunningen, ontheffingen etc. die noodzakelijk zijn vanuit de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) aan.

 

Artikel 6. Wijze van indiening

In het artikel wordt aangegeven dat de aanvraag van de voorgenomen werkzaamheden bij het college moet worden gedaan. Dat kan bij het college of bij de daarvoor gemandateerde ambtenaren.

 

Voor spoedeisende werkzaamheden, zoals ingeval van storingen, wordt een uitzondering gemaakt. Deze moeten voor aanvang van de werkzaamheden gemeld worden en als dit niet mogelijk is moet dit in ieder geval binnen een werkdag na uitvoering van de werkzaamheden zijn gedaan.

 

Spoedeisende werkzaamheden dienen bij het college te worden gemeld dan wel bij een daartoe door hen gemachtigd ambtenaar. In de praktijk kan buiten kantooruren de melding plaatsvinden bij de piketdienst.

 

De burgemeester kan besluiten dat de werkzaamheden op een ander dan het voorgenomen tijdstip plaatsvinden als de openbare orde zich verzet tegen de uitvoering van bovengenoemde werkzaamheden. Dit geldt ook als er gevaar dan wel de vrees voor het ontstaan van gevaar is.

 

Voor de voorgenomen werkzaamheden wordt in dit artikel aangegeven dat de aanvraag of melding bij het college moet worden ingediend respectievelijk gedaan. Ook wordt de specifieke situatie aangegeven dat de voorgenomen (graaf)werkzaamheden tevens betrekking kunnen hebben op gronden van andere gedoogplichtigen. Dat kunnen instanties of (rechts)personen zijn binnen de gemeente Westerkwartier, maar ook binnen andere gemeenten. Ook kan er de situatie zijn dat niet alleen de aanvraag voor deze vergunning aan de orde is, maar dat op grond van een andere wet ook andere vergunningen noodzakelijk zijn. In eerste instantie is de grondroerder zelf verplicht met alle betrokken instanties of (rechts)personen naar overeenstemming te streven. Echter, als de grondroerder dat verzoekt, zal het college inhoudelijke afstemming van de beoordeling van de aanvragen bij andere bestuursorganen nastreven. Voor wat betreft private partijen blijft de grondroerder zelf verantwoordelijk.

 

Wellicht ten overvloede wordt erop gewezen dat naast het instemmingsbesluit of de vergunning mogelijk ook vergunningen aangevraagd moeten worden voor de voorgenomen werkzaamheden. In het geval zowel een instemmingsbesluit of vergunning als een vergunning van een al dan niet ander bestuursorgaan dan het college nodig is, heeft het college hierin een coördinerende rol om afstemming te bevorderen.

 

Als de aanvrager daar om verzoekt kan het college inhoudelijke afstemming van de beoordeling van de aanvragen bij andere bestuursorganen nastreven. De aanvrager blijft echter zelf verantwoordelijk voor de afstemming en toestemming van alle betrokken gedoogplichtigen of grondeigenaren en het aanvragen en verkrijgen van de benodigde vergunningen.

 

Het is belangrijk dat aanvragers zelf bij het aanvragen van een instemmingsbesluit of vergunning rekening houden met een eventueel vergunning traject waarop de aanvraag betrekking heeft. Dit kan onnodige vertraging voorkomen omdat het verlenen van een benodigde vergunning eerst afgewacht dient te worden.

 

Artikel 7. Voorschriften en/of beperkingen

Grondroerders moeten aan een aantal verplichtingen voldoen, als zij werkzaamheden gaan verrichten als bedoeld in deze verordening. Daarnaast kan het college aanvullende voorschriften en/of beperkingen verbinden. In de verordening is aangegeven welke voorschriften en/of beperkingen dit kunnen zijn. De voorschriften hebben vooral te maken met de wijze van uitvoering en zijn gericht op de (deels wettelijk vastgelegde) belangen die het college geacht wordt te behartigen. Daarnaast kunnen door het college lokaal geldende regels van toepassing worden verklaard, mits die er ten aanzien van de kabels en leidingen zijn.

 

Dit artikel omvat ook bepalingen voor de grondroerder ten aanzien van de informatievoorziening naar betrokkenen, het eventuele medegebruik van voorzieningen en de eventuele schadevergoedingsregelingen.

 

Artikel 8. Wijzigen of intrekken van een instemmingsbesluit of vergunning

Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om een instemmingsbesluit of een vergunning in te trekken of te wijzigen indien sprake is van één of meer van de in het eerste lid genoemde situaties. Een instemmingsbesluit of vergunning vervalt nadat de werkzaamheden zijn voltooid. Daardoor kan een instemmingsbesluit of vergunning alleen worden gewijzigd of ingetrokken gedurende de werkzaamheden. Voor telecombedrijven geldt een uitzonderingspositie, de gemeente is gedoogplicht t.a.v. de aanleg , instandhouding of opruiming van kabels t.b.v. openbare elektronische communicatienetwerken. Het te nemen instemmingsbesluit heeft hierbij alleen betrekking op de plaats, het tijdstip en de wijze van uitvoering en dus niet de uitvoering zelf.

 

Allereerst kan het instemmingsbesluit of de vergunning worden ingetrokken of gewijzigd indien de netbeheerder niet binnen zes (6) maanden, of binnen een eventueel in het bestemmingsbesluit of de vergunning opgenomen afwijkende termijn, is begonnen met het werk en in de situatie waarin de werkzaamheden langer dan een periode van één (1) maand stil liggen.

 

Indien de netbeheerder het bepaalde bij of krachtens de AVOI, waaronder de nadere regels, of de voorschriften niet naleeft, kan het college het instemmingsbesluit of de vergunning eveneens intrekken of wijzigen. Dit middel zal echter pas worden ingezet als de netbeheerder geen gehoor heeft gegeven aan een waarschuwing van het college wegens niet-naleving.

 

Onderdeel f van het eerste lid is een vangnetbepaling, die het college de bevoegdheid geeft om in te grijpen indien er ernstige gevolgen voor de gezondheid of het milieu dreigen als gevolg van het in stand houden van het instemmingsbesluit of de vergunning . Deze bevoegdheid zal pas als laatste middel gebruikt worden aangezien eerst moet worden bezien of de dreiging kan worden weggenomen door aanpassing van het instemmingsbesluit of de vergunning of door het stellen van nadere eisen.

Wanneer kabels of leidingen (niet vallende onder de Telecommunicatiewet) definitief buiten gebruik worden gesteld, kan de vergunning worden ingetrokken. In gevallen waarin kabels of leidingen nog wel worden onderhouden of in reserve worden gehouden zal er in beginsel geen sprake zijn van het intrekken van de vergunning.

 

Onderdeel g van het eerste lid is van toepassing wanneer de gemeente vanwege de rechtmatige uitoefening van zijn publiekrechtelijke bevoegdheid of taak van oordeel is dat aanpassing van kabels of leidingen noodzakelijk is. Dit is het geval wanneer de gemeente werken uitvoert die het algemeen belang dienen, waardoor deze kabels of leidingen niet kunnen blijven liggen of moeten worden aangepast. In de meeste gevallen zal hierbij sprake zijn van een gedeeltelijke verlegging van de bestaande kabel of leiding. Per situatie zal door het college worden beoordeeld of met het wijzigen van het bestaande instemmingsbesluit of vergunning kan worden volstaan, of dat er een nieuw instemmingsbesluit of vergunning afgegeven wordt. Bij deze keuze houdt het college rekening met de gerechtvaardigde belangen van de vergunninghouder.

 

Onderdeel h impliceert niet dat bij verkoop ook de kabels en leidingen verwijderd moeten worden.

 

Voor wijzigingen in kabels of leidingen die in het verleden zijn gelegd en waarvoor geen expliciete vergunning of instemmingsbesluit is verleend dient een nieuw instemmingsbesluit of vergunning op grond van deze AVOI te worden aangevraagd.

 

De hoorplicht in het tweede lid vloeit voort uit de eisen die de Awb stelt aan de zorgvuldige voorbereiding van besluiten.

 

Het derde lid geeft het college de bevoegdheid om aan het besluit tot intrekking of wijziging van het instemmingsbesluit of de vergunning de verplichting te koppelen om de betreffende kabel of leiding te verleggen/verplaatsen of deze zelfs in zijn geheel te verwijderen. Wordt deze verplichting opgelegd dan geeft dit de netbeheerder vervolgens de mogelijkheid om een beroep te doen op de Nadeelcompensatieregeling, waarin de procedure en voorwaarden voor tegemoetkoming in de schade die de netbeheerder door de opgelegde verplichting lijdt, is geregeld. Overigens zal per geval ook altijd worden bezien of verwijdering van leidingdelen wel wenselijk is en ook technisch mogelijk is.

 

Artikel 9. Aanwijzing tot het nemen van maatregelen

Op het verleggen van kabels van elektronische communicatienetwerken zijn de wettelijke regels (Telecommunicatiewet) van toepassing, volgens het principe ‘leggen om niet, verleggen om niet’. Gezien de wettelijke regels rechtstreeks van toepassing zijn, stelt de verordening geen nadere regels.

 

Op het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen die ten dienste staan van een netwerk ten behoeve van water- of energievoorzieningen in of op openbare gronden gelden de geformuleerde bepalingen, in samenhang met eventuele geldende privaatrechtelijke overeenkomsten met de netbeheerder(s) die gerespecteerd worden.

 

Een netbeheerder is verplicht maatregelen, waaronder het verplaatsen, te nemen als dat noodzakelijk is voor werken door of vanwege het college. Het college zal dus de noodzaak moeten aantonen. De eventuele compensatie van kosten van het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, worden vooralsnog berekend aan de hand van de tussen partijen van toepassing zijnde afspraken, totdat er algemeen geldende regels zijn overeengekomen.

 

Alle hierboven bedoelde kosten van het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen, op verzoek van het college zijn onvermijdelijke maatschappelijke kosten die zo laag mogelijk gehouden dienen te worden. Dat is een van de redenen waarom op initiatief van het college proactieve regie wordt gevoerd. Hierbij worden de plannen van het college én van de netbeheerders vanuit een lange termijn planning (tot vijf jaar vooruit) inzichtelijk gemaakt en gemonitord teneinde werkzaamheden op elkaar af te stemmen en/of te combineren.

 

Voor verlegging van kabels en leidingen van nutsbedrijven zijn enkele procedurele regels opgenomen, in samenhang met de te respecteren ( privaatrechtelijke) afspraken ( al dan niet in de vorm van een concessieovereenkomst) . Een netbeheerder is verplicht te verleggen als dat noodzakelijk is voor werken door of vanwege gemeente. De gemeente zal die noodzakelijkheid moeten aantonen. De eventuele verrekening van kosten van de verleggingen wordt vooralsnog berekend aan de hand van de tussen de partijen van toepassing zijnde afspraken., totdat er algemene regels hieromtrent zijn overeengekomen. Procedureel is de praktische richtlijn dat als de gemeente nadeelcompensatie moet bieden aan een netbeheerder, dit slechts zal geschieden op basis van een gespecialiseerde kostenoverzicht.

 

Het eerste lid heeft betrekking op verlegging die noodzakelijk zijn vanwege werkzaamheden die door of vanwege de gemeente uitgevoerd worden ( denk aan een reconstructie, aanleg van een rotonde, oprichting van een gebouw etc.). Het derde lid betreft de situatie dat kabels of leidingen verplaatst moeten worden doordat derde partijen ergens werkzaamheden verrichten. Dat kunnen particulieren zijn ( zoals projectontwikkelaars) of (semi-) overheden. Hierop heeft de gemeente normaliter geen invloed en kan zij dan ook niet aansprakelijk worden gesteld voor vergoedingen van eventueel noodzakelijke verleggingskosten.

 

De verordening en dus ook de nadeelcompensatie is wel van toepassing als projectontwikkelaar iets bouwt, maar de gemeente verantwoordelijk blijft voor de buitenruimte, als ze samenwerken dus. Zo kan dus een projectontwikkelaar een appartementencomplex bouwen en de kabels en leidingen op het terrein toch onder de regeling worden aangepast. Mits voldoende concreet (bouwvergunning dus verleend) en gemeente levert bouwrijp op.

 

Artikel 10. (Mede)gebruik van voorzieningen

Dit artikel geldt alleen bij aanleg van telecomkabels en heeft als doel om medegebruik te bevorderen. Dit. Op verzoek van het college dient gebruik gemaakt te worden van reeds aanwezige voorzieningen, mits de te betalen vergoeding marktconform, de voorwaarden objectief, transparant, evenredig en niet-discriminerend zijn. Tevens mag het medegebruik geen belemmering zijn van de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.

 

Het doel hiervan is te voorkomen dat onnodig gegraven wordt in gemeentegrond en dat er effectief gebruik wordt gemaakt van de openbare ruimte bijvoorbeeld door middel van het delen van voorzieningen. Voorzieningen zijn bijvoorbeeld kabelgoten en geleidingen.

 

Zoals aangeven kunnen de voorschriften bij het instemmingsbesluit het medegebruik van voorzieningen bevorderen. Het medegebruik beperkt het graven in de openbare gronden en strekt daarmee tot voordeel van de gemeente. Het medegebruik kan aan de orde komen in het vooroverleg over het af te geven instemmingsbesluit. In lid 3 is de verplichting voor de aanvrager opgenomen van vooraangelegde voorzieningen, indien daartoe een redelijk aanbod wordt gedaan. De vraag wat een redelijk aanbod is kan worden beantwoord als volgt: de aanwezige voorziening is zowel in kwaliteit als in kosten een volwaardig alternatief voor het eigen graafrecht van de aanvrager.

 

Artikel 11. Termijnen

De beslistermijn van het college is maximaal acht weken en is afgeleid uit de Telecommunicatiewet en de Awb ( artikel 4:13) . Op grond van de Telecommunicatiewet en de Awb deelt het college, indien een instemmingsbesluit niet binnen de bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn kan worden genomen, dit aan de aanvrager mede en noemen daarbij een zo kort mogelijke termijn waarbinnen het instemmingsbesluit wel kan worden genomen.

 

In navolging van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen moet het college zich bewust zijn van het belang van de voortgang van de activiteiten en zich inspannen om de termijn tot besluitvorming zo kort mogelijk te houden. Het college kan onder bepaalde voorwaarden de termijn tot besluitvorming verlengen en een nieuwe termijn stellen.

 

De Lex Silencio Positivo is de rechtsfiguur waarbij er automatisch sprake is van een positieve beschikking (in het kader van deze AVOI wordt hiermee het instemmingsbesluit of de goedgekeurde melding bedoeld) als een bestuursorgaan niet binnen de voorgeschreven beslistermijn een besluit op een aanvraag heeft genomen, de zogenaamde van rechtswege verleende beschikking (geregeld in paragraaf 4.1.3.3. van de Awb). Het uitsluiten van de Lex Silencio Positivo is alleen mogelijk wanneer dit gerechtvaardigd kan worden door dwingende redenen van algemeen belang. In de AVOI wordt beschreven wat de procedure is om zaken grondig af te wegen, waarbij juist onderdelen van openbare veiligheid en verkeersveiligheid een grote rol spelen. Een Lex Silencio Positivo is hier niet wenselijk om dwingende redenen van algemeen belang met name openbare orde, openbare veiligheid, verkeersveiligheid en volksgezondheid. Derhalve is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht in de AVOI niet van toepassing verklaard.

 

Artikel 12. Nadeelcompensatie

In dit artikel is nadeelcompensatie (ofwel schadevergoeding voor rechtmatig overheidshandelen) voor aanpassingen aan kabels en leidingen geregeld.

 

Ten aanzien van aanpassingen aan kabels en leidingen zijn er drie situaties waarin een netbeheerder in aanmerking komt voor nadeelcompensatie:

  • 1.

    de intrekking of wijziging van een instemminsbesluit op grond van artikel 9 onder f van de AVOI;

  • 2.

    de intrekking of wijziging van een instemmingsbesluit op grond van artikel 9 onder g van de AVOI;

  • 3.

    de rechtmatige uitoefening door het college van zijn publiekrechtelijke bevoegdheid of taak, waarbij geen instemmingsbesluit wordt gewijzigd of ingetrokken (bijvoorbeeld omdat de aan te passen kabel of leiding niet in openbare gronden van de gemeente ligt, de zogenaamde buitenleidingen).

In algemene termen bestaat nadeelcompensatie uit schade die uitgaat boven het normale maatschappelijke risico en die een netbeheerder in vergelijking met anderen onevenredig zwaar treft. De concrete toepassing en procedure van nadeelcompensatie voor aanpassingen aan kabels en leidingen worden uitgewerkt in de Nadeelcompensatieregeling die door het college als beleidsregel zal worden vastgesteld.

 

Voor kabels die onder de Telecommunicatiewet vallen is geen sprake van nadeelcompensatie, maar van het regime van artikel 5.8 van de Telecommunicatiewet.

 

Artikel 13. Breekverbod

Bij extreme weersomstandigheden, bijvoorbeeld (zware) vorst, kan niet altijd worden gegraven en dit is zeker ook niet altijd wenselijk, gezien de schade die hierdoor kan ontstaan. Daarom kan het college besluiten een breekverbod in te stellen om zo tijdelijk breek- en graafwerkzaamheden te verbieden.

 

Het breekverbod wordt op de dag dat het breekverbod tijdig gecommuniceerd naar de betrokken grondroerders. Dit geldt ook voor het beëindigen van het breekverbod. Ten tijde van het breekverbod mogen er op geen enkele wijze werkzaamheden plaatsvinden in de openbare grond en/of bestrating. In het geval van spoedeisende werkzaamheden is het breekverbod niet van toepassing. Overtreding van het breekverbod leidt tot ( volledig) stillegging van het werk.

 

Artikel 14. Graafrust

Met het invoeren van een graafrust voor een bepaald gebied heeft het college een sturingsinstrument om te coördineren waar werkzaamheden in de ondergrond gaan plaatsvinden. Door het op de ene plaats in te voeren, zal men eerder overgaan tot werkzaamheden elders. Tevens zal men eerder genegen zijn op werkzaamheden in gezamenlijkheid op te pakken. De gemeente kan telecomaanbieders verzoeken om in verschillende gebieden te beginnen met de uitrol van glasvezel, in plaats van dat zij vlak na elkaar dezelfde gebeid(en) van dubbele glasvezelaansluiting voorzien.

 

Tevens willen wij hiermee overlast voor de inwoners en ondernemers zoveel mogelijk beperken, ook zal het steeds weer openhalen van de ondergrond de veiligheid niet ten goede komen (begaanbaarheid)

 

Het niet toestaan van graafwerkzaamheden binnen de gestelde 24 maanden kan in conflict komen met onze gedoogplicht t.a.v. de telecombedrijven.

 

Artikel 15. Overleg

Ter afstemming van allerlei zaken en het voeren van proactieve regie wordt er regelmatig een periodiek (lange termijn-) overleg gepland tussen het college en netbeheerders en andere betrokken of belanghebbende partijen. Dit gebeurt op initiatief van het college. Het kan ook in samenwerking met andere gemeenten of overheden gebeuren.

 

Artikel 16. Niet-openbare kabels en/of leidingen

Met niet-openbare kabels en/of leidingen worden kabels en/of leidingen bedoeld die niet gebruikt worden om openbare diensten aan te bieden. Een voorbeeld hiervan is een point-to-point glasvezelverbinding tussen twee bankgebouwen als deze (gedeeltelijk) in openbare grond is aangelegd door de bankinstelling zelf. Het college gedoogt (onder voorwaarden) kabels en/of leidingen met een publieke of openbare functie in de openbare ruimte. Het college kan echter ook aanvragen krijgen van partijen die niet-openbare kabels en/of leidingen wensen aan te leggen. Vanwege het intensieve gebruik van de ondergrondse ruimte en de veiligheidsrisico’s is de tendens dat in het algemeen geen toestemming wordt verleend voor de aanleg van niet-openbare kabels en/of leidingen van particulieren en/of bedrijven. Particulieren die een eigen verbinding wensen, dienen bij voorkeur gebruik te maken van openbare netstructuren. Toch zijn er uitzonderingssituaties en indien de beschikbare (ondergrondse) ruimte het toestaat kan het college onder strikte voorwaarden daarvoor toestemming geven.

 

Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van niet-openbare kabels en/of leidingen in openbare wegen en wateren is het bepaalde in de AVOI van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat waar wordt bedoeld openbare kabels en/of leidingen daar moet worden gelezen niet-openbare kabels en/of leidingen. Dat betekent echter niet dat het college daarmee een gedoogplicht voor deze kabels en/of leidingen heeft.

 

Artikel 17. Informatieplicht

Artikel 5.2, lid 8 van de Telecommunicatiewet bepaalt dat aan de gedoogplicht een einde komt als gedurende tien jaar een kabel geen onderdeel uitmaakt van een openbaar elektronisch communicatienetwerk. Om die reden is het van belang dat de gedoogplichtige gemeente in kennis wordt gesteld van het in- of uit gebruik stellen van kabels ten einde bij overschrijding van die termijn over te kunnen gaan tot het verzoeken van verwijdering van de kabel. Ook gezien de mogelijkheden tot medegebruik van al bestaande voorzieningen.

 

Artikel 5 lid 2b van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION) verstrekt de dienst (het Kadaster) op verzoek aan bestuursorganen gebiedsinformatie voor zover deze noodzakelijk is voor de uitvoering van hun taak. Op deze wijze voorziet deze wet in de informatiebehoefte van de gemeente over de in het openbaar gebied liggende telecomkabels. De WION registreert echter niet of de kabels al dan niet in gebruik zijn.

 

Netbeheerders dienen het college te informeren over het al dan niet in gebruik zijn van bepaalde voorzieningen. Op verzoek van het college moeten zij gegevens kunnen overleggen van alle al dan niet in gebruik zijnde kabels en/of leidingen. Het gaat daarbij om gegevens over de status van de kabels en/of leidingen, bijvoorbeeld dat deze (tijdelijk) niet in gebruik zijn, maar op enig moment wel weer in gebruik kunnen worden genomen, of dat deze verlaten worden en op een geschikt moment kunnen worden opgeruimd. De bewijslast van ingebruikname en het in gebruik hebben, ligt bij de netbeheerder.

 

Wijzigingen kunnen ook optreden door het vervallen van het openbare karakter van gronden. Dit heeft ook gevolgen voor het al dan niet mogen hebben en houden van kabels en/of leidingen in deze gronden. Het college moet op de hoogte gesteld worden van het feit dat het eigendom wordt overgedragen. Indien eigendom, exploitatie of beheer van de kabel en/of leiding wordt overgedragen aan een andere netbeheerder, gaan de rechten en plichten volgens deze verordening die betrekking hebben op de kabel en/of leiding van rechtswege over op de nieuwe netbeheerder.

 

Artikel 18. Eigendom

Het zakelijk karakter van de verkregen instemming is gewenst opdat ook een nieuwe netbeheerder, die gebruik maakt van kabels en leidingen, de betreffende graafrechten heeft, maar zich ook houdt aan de gestelde voorschriften.

 

Op het eigendom van kabels en leidingen zijn de wettelijke bepalingen van toepassing

 

Artikel 19. Herstellen openbare gronden

Het uitgangspunt bij het herstel van gronden is dat de grond door de grondroerder wordt teruggebracht in de oude staat. Voor de eisen aan de uitvoering wordt verwezen naar de Nadere regels Algemene verordening ondergrondse infrastructuur 2023 gemeente Westerkwartier

 

Artikel 20. Vergoeding degeneratie openbare ruimte.

De kosten van degeneratie van de openbare ruimte die het rechtstreekse gevolg zijn van de uitgevoerde (graaf)werkzaamheden worden bij de netbeheerder in rekening gebracht. Zie hiervoor in het bijzonder de Schaderegeling Ingravingen.

 

Het tweede lid heeft betrekking op werkzaamheden in openbare gronden die plaatsvinden binnen een periode van vijf jaar nadat er groot onderhoud aan of een herinrichting van deze gronden heeft plaatsgevonden. Uiteraard zal worden getracht om te voorkomen dat er binnen een periode van vijf jaar na herinrichting of groot onderhoud werkzaamheden aan kabels en leidingen moeten plaatsvinden. In dat kader zullen gemeente en netbeheerder moeten bezien of een alternatief tracé mogelijk is, zodat daarmee de kosten voor de netbeheerder beperkt of zelfs voorkomen kunnen worden. De gemeente kan in deze situaties eisen dat het herstel over de gehele straat- of trottoirbreedte zal moeten plaatsvinden.

 

Artikel 21. Verplichting tijdens uitvoering werkzaamheden

Dit artikel betreft een incidentenregeling en behelst verplichtingen voor de netbeheerder in geval van storingen en incidenten waarbij gevaar, hinder of verontreiniging plaatsvindt of dreigt plaats te vinden. Het geeft het college de bevoegdheid om in voorkomende gevallen (waaronder ook concrete dreiging) maatregelen te treffen ten aanzien van de kabel of leiding die het gevaar, de hinder of de verontreiniging veroorzaakt, maar ook – indien noodzakelijk – ten aanzien van naburige kabels of leidingen. Overigens zal bij de toepassing van deze bevoegdheden zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van bestaande incidentenregelingen. Het in het tweede lid bedoelde onderzoek komt in beginsel voor rekening van de netbeheerder.

 

Artikel 22. Belemmering en storingen

In dit artikel wordt aan artikel 5.4, lid 4, sub f en artikel 5.6 van de Telecommunicatiewet voldaan. In dit geval kan worden volstaan aan een melding aan de burgemeester of een door hem of haar aan te stellen ambtenaar via de bij de gemeente in gebruik zijnde applicatie. Ernstige belemmeringen of storingen in de communicatie zijn niet nader omschreven, wel wordt in de toelichting op de wet als voorbeeld gegeven de situatie van een kabelbreuk. Het gemeentebestuur zal moeten beoordelen of een ernstige belemmering of storing in de communicatie voor één individuele aansluiting voldoende reden is om als spoedeisend te worden aangemerkt. Om onduidelijkheid te voorkomen is het raadzaam om deze overweging kenbaar te maken aan de in de gemeente opererende telecombedrijven.

 

Artikel 5.6, lid 5 van de Telecommunicatiewet geeft de mogelijkheid in de verordening gebieden aan te wijzen waar om redenen van veiligheid dit artikel niet van toepassing is. Hierbij is gedacht aan bijvoorbeeld industriegebieden met daarin liggende buisleiding voor transport van gevaarlijke stoffen. In dergelijke gebieden is het niet aanvaardbaar dat daar zonder toezicht van de gemeente wordt gegraven.

 

Spoedeisende werkzaamheden vallen uiteen in twee verschillende onderdelen, namelijk de calamiteit en de ernstige belemmering of storing in de dienstverlening. Hiervoor is gekozen vanwege de (potentiële) gevolgen die aan de gebeurtenis kleven. De term calamiteit is overgenomen uit het Besluit informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten, artikel 7. Daar worden bepaalde verplichtingen uit de wet (WIBON) buiten toepassing verklaard op het moment dat er sprake is van graafwerkzaamheden die noodzakelijk zijn om persoonlijk letsel of grote schade te voorkomen. Het belang van het expliciet opnemen van de calamiteit in de AVOI is gelegen in de wijze waarop door een netbeheerder melding gedaan dient te worden en bij wie. De melding in verband met een calamiteit dient onverwijld, wat betekent onmiddellijk en zonder uitstel, plaats te vinden vanwege de gevolgen. De termen 'ernstige belemmering' en 'storing', die volgen uit de Telecommunicatiewet maar door opname in de AVOI voor elke netbeheerder geldt, staan niet specifiek omschreven in de wet, maar gedacht moet worden aan een kabelbreuk. Verder zal het gemeentebestuur moeten beoordelen of een ernstige belemmering of storing in de communicatie voldoende reden is om als spoedeisend te worden aangemerkt. Bij spoedeisend dient ingevolge het tweede onderdeel dus niet alleen gedacht te worden aan calamiteiten waarbij de openbare orde en veiligheid in het gedrang zijn. Ook storingen die financiële of economische consequenties tot gevolg hebben, kunnen een storing spoedeisendheid geven. Het is van belang dat de netbeheerder het gemeentebestuur adequaat inlicht over de (potentiële) gevolgen van een storing, zodat het gemeentebestuur zich een beeld kan vormen van de omvang en spoedeisendheid ervan. De melding in verband met een ernstige belemmering of storing in de dienstverlening dient voorafgaande aan de werkzaamheden plaats te vinden. Zo is het voor het gemeentebestuur mogelijk om de melding te toetsen op spoedeisendheid. Werkzaamheden die door een netbeheerder zijn ingepland leveren in ieder geval geen spoedeisendheid op.

 

Artikel 23. Toezicht en handhaving

Het college is belast met de handhaving van hetgeen in de verordening is opgenomen en ten aanzien van het instemmingsbesluit. Dit artikel geeft aan dat het college ambtenaren of externen kan aanwijzen die belast zijn met toezicht op de naleving van het bepaalde krachtens deze AVOI. Als een of meer partijen zich niet houden aan de voorschriften van deze AVOI, dan behoudt het college zich nadrukkelijk het recht voor gebruik te maken van de haar toekomende bevoegdheden en mogelijkheden zowel bestuursrechtelijk als civielrechtelijk en eventueel strafrechtelijk.

 

Bestuursrechtelijk zijn met name de Awb en de Gemeentewet van belang met de huidige bepalingen inzake bestuursdwang, last onder dwangsom en bestuurlijke boete. Civielrechtelijk blijven de opties van onrechtmatige daad van toepassing. Strafrechtelijk is naast het wetboek van Strafrecht in algemene zin ook de Wet op de economische delicten relevant, omdat daarin rechtstreeks bepalingen uit de Telecommunicatiewet van toepassing zijn verklaard.

 

Afgezien van voornoemde preventieve en vooral correctieve of repressieve acties kan het college in voorkomende gevallen ook ingrijpen in het lopende proces en werkzaamheden (onder bepaalde voorwaarden) ook tijdelijk stil leggen. In dit artikel staat beschreven in welke gevallen dit kan. Bijvoorbeeld bij overtreding van het breekverbod.

 

Normaliter zal het college handhavend optreden, maar onder bijzondere omstandigheden kan worden verlangd dat achteraf een situatie wordt gelegaliseerd. Bijvoorbeeld indien voor reeds uitgevoerde werkzaamheden een melding is gedaan terwijl een instemmings-besluit of vergunning had moeten worden aangevraagd. Het laten verwijderen of verplaatsen van de kabels en/of leidingen kan zodanig onevenredig zijn in verhouding tot het openbaar belang dat de vereiste procedure alsnog moet worden gevolgd. Daarbij is het belangrijk dat er voldaan moet worden aan de voorwaarden die zijn verbonden aan deze procedure. Te denken valt onder andere aan een aantal (praktische) zaken, zoals het verstrekken van relevante gegevens. De kosten die het college maakt voor het alsnog volgen van de vereiste procedure, is ook te beschouwen als een dienst van het college waarvoor alsnog (verhoogde) leges verschuldigd kunnen zijn. Ook eventuele herstraatkosten en dergelijke kunnen in rekening worden gebracht.

 

Het college heeft de mogelijkheid de verleende instemming in te trekken als er niet voldaan is aan de voorschriften wat betreft plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden. Het college gaat niet over tot intrekking van het instemmingsbesluit of vergunning voordat het college de houder heeft gehoord. Aan het besluit tot intrekking kan de verplichting worden verbonden om de betreffende kabels en/of leidingen van het te verplaatsen of deze te verwijderen, zodat weer de oorspronkelijke situatie ontstaat.

 

Artikel 24. Stilleggen werkzaamheden

Op grond van dit artikel kan het college werkzaamheden stilleggen in de gevallen, zoals vermeld in dit artikel.

 

Artikel 25. Overgangsbepalingen

De verordening treedt met ingang van 1 maart 2023. De nog lopende instemmingbesluiten of vergunningen voor kabel(s) die nog niet of niet volledig zijn gelegd blijven van kracht met dien verstande dat deze vallen onder de oude verordeningen.

 

Het moment van afgeven van het instemmingsbesluit of de vergunning bepaalt of de oude verordeningen of de nieuwe verordening van kracht zijn/is op de (voorgenomen) graafwerkzaamheden.

 

Artikel 26. Hardheidsclausule

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 27. Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.