Organisatie | Zoetermeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening investeringssubsidie en gemeentegarantie amateurverenigingen 2022 |
Citeertitel | Verordening investeringssubsidie en gemeentegarantie amateurverenigingen 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening investeringssubsidie en gemeentegarantie amateurverenigingen.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-02-2023 | nieuwe regeling | 30-01-2023 | 2022-036402 |
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Instelling: een privaatrechtelijke rechtspersoon zonder winstoogmerk (een amateurvereniging of -stichting) die maatschappelijk actief is binnen de gemeente Zoetermeer. Onder actief zijn in Zoetermeer wordt verstaan het hebben van een accommodatie, inventaris en/of duurzame goederen binnen de gemeente Zoetermeer. De beloning voor beleidsbepalers/bestuurders is beperkt tot een onkostenvergoeding, vrijwilligersvergoeding of minimale vacatiegelden;
Subsidiabele kosten: Investeringskosten, voor zover deze ten goede komen aan de maatschappelijke rol die de Instelling vervult binnen de gemeente Zoetermeer en ondersteunend aan gemeentelijk beleid, zoals nader uitgewerkt in artikel 2. Kosten die betrekking hebben op het wegwerken van achterstallig onderhoud dan wel zien op regulier (planmatig) onderhoud zijn niet subsidiabel. Niet als subsidiabele kosten worden aangemerkt: onredelijke of niet-noodzakelijke kosten voor de uitvoering van een project of een onderdeel daarvan; kosten van het project, die qua prijsniveau niet in een redelijke verhouding staan tot wat gebruikelijk is; en kosten voor activiteiten die zijn aangevangen voorafgaand aan de subsidieaanvraag, waaronder ook kosten die zien op de voorbereiding van de investering;
Investeringskosten: Alle uitgaven van de Instelling die betrekking hebben op de realisatie van de (ver)bouw van een bij een instelling in gebruik zijnde accommodatie, de aanschaf van inventaris of andere duurzame goederen (levensduur minimaal 5 jaar), investeringen in duurzaamheid (energiebesparende maatregelen, klimaatadaptie en circulariteit) en toegankelijkheid van de accommodatie. De realisatie dient plaats te vinden in de gemeente Zoetermeer;
Garantie: een financieringsinstrument, waarbij de gemeente zich tegenover een geldverstrekker verplicht in te staan voor de betalingsverplichtingen van een Instelling jegens een geldverstrekker waardoor deze geldverstrekker bereid is een lening te verstrekken of om een lening onder gunstiger voorwaarden te verstrekken;
Het doel van de subsidieverlening is, met inachtneming van de actuele beleidsuitgangspunten zoals neergelegd in het geldende besluit Investeringsimpuls Amateurverenigingen, het stimuleren van initiatieven van instellingen die bijdragen aan het stichten of het zichtbaar en duurzaam verbeteren van een accommodatie, de aanschaf van inventaris of andere duurzame goederen binnen de gemeente Zoetermeer, en zo een significante bijdrage te leveren aan realisatie van het gemeentelijke beleid.
Hoofdstuk II De investeringssubsidie
Artikel 3 Bevoegdheid tot besluitvorming op aanvragen om Investeringssubsidie
Het College kan op aanvraag aan een Instelling een bijdrage in de Subsidiabele kosten verlenen in de vorm van een Investeringssubsidie, als de verstrekking van subsidie bijdraagt aan realisatie van de in artikel 2 beschreven doelstelling en op het moment van de aanvraag nog geen uitvoering is gegeven aan de bouw of verbouw van een bij een instelling in gebruik zijnde accommodatie, de aanschaf van inventaris of andere duurzame goederen.
Artikel 4 Vaststelling subsidieplafond en verdeling van het beschikbare budget
Elk kalenderjaar wordt het voor het komende subsidietijdvak geldende subsidieplafond vastgesteld door het College met inachtneming van de door de raad in de begroting vastgestelde kaders. Als voor enig subsidietijdvak geen plafond is vastgesteld, is het beschikbare budget voor het desbetreffende subsidietijdvak nihil.
Het college kan, gelet op het nog beschikbare budget onder het subsidieplafond, besluiten voor het desbetreffende subsidiejaar de aangevraagde Investeringssubsidie gedeeltelijk te verlenen, mits de financiële haalbaarheid van het project, met inachtneming van de financiële consequenties voor de instelling, dit toelaat en de Investering daarmee kan worden uitgevoerd. Indien nieuwe middelen worden toegevoegd aan het beschikbare budget en daarmee een nieuw subsidieplafond wordt vastgesteld, zal de aanvrager geen aanspraak kunnen maken op het bedrag dat eerder niet is toegekend als gevolg van het bereiken van het beschikbare subsidieplafond van dat moment.
Artikel 5 Hoogte van de subsidie
Voor (onderdelen van) investeringen gericht op maatregelen die ten goede komen aan toegankelijkheid en/of duurzaamheid (energiebesparende maatregelen, klimaatadaptie en circulariteit) van een accommodatie geldt, in afwijking van het eerste lid, een maximaal percentage van 33 van de Subsidiabele kosten.
Een aanvrager kan maximaal een subsidiebedrag van € 100.000 aanvragen in vijf jaar, waarmee wordt bedoeld het huidige subsidietijdvak en de vier voorliggende tijdvakken Het maximale subsidiebedrag van € 100.000,- dat kan worden aangevraagd voor Investeringskosten, wordt verminderd met door anderen aangevraagde subsidiebedragen die zien op dezelfde investering.
Aan een Instelling waaraan eerder een Investeringssubsidie is verleend kan, met inachtneming van het derde lid van dit artikel, Investeringssubsidie worden verleend als aan de volgende vereisten is voldaan:
De Investeringssubsidie voor uitbreiding van een accommodatie, waarvoor eerder een Investeringssubsidie is verleend, wordt enkel verleend in het geval van een duidelijk aangetoonde structurele toename van het ledental en het aantal deelnemers aan de (maatschappelijke) activiteiten van de betreffende instelling, die uitbreiding van de accommodatie noodzakelijk maken.
Artikel 6 Het indienen en de behandeling van de subsidieaanvraag
Instellingen kunnen een gezamenlijke subsidieaanvraag voor een project indienen. In dat geval is vereist dat de aanvraag door één van deze instellingen wordt ingediend en dat de indienende instelling aantoont dat zij is gemachtigd door de andere instelling(en) tot het doen van de aanvraag tot subsidieverlening en tot het optreden als penvoerder namens de andere instellingen als subsidieontvangers gedurende de gehele looptijd van de subsidierelatie met het College. Als de subsidie wordt verleend aan instellingen die gezamenlijk subsidieaanvragen hebben ingediend, verzendt het College de beschikkingen tot subsidieverlening en subsidievaststelling aan de instelling die gemachtigd is tot het doen van de aanvraag tot subsidieverlening en -vaststelling. De Instellingen kunnen gezamenlijk een subsidiebedrag van maximaal € 100.000,- aanvragen voor de Investeringskosten.
Een Instelling die een aanvraag voor investeringssubsidie indient, voegt bij de aanvraag in ieder geval de volgende documenten toe:
in geval van een eerste subsidieaanvraag op grond van deze regeling: een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten; in geval van een uitbreiding van een accommodatie waarvoor al eerder een Investeringssubsidie is verleend een opgave van het ledental dan wel aantal deelnemers aan de (maatschappelijke) activiteiten van de instelling, de veranderingen die daarin hebben plaatsgevonden, een onderbouwing waaruit blijkt dat het gaat om structurele veranderingen en een toelichting waaruit blijkt dat de uitbreiding noodzakelijk is in het licht van de toename van ledental en/of deelnemers;
in geval van (ver)bouw van een accommodatie: een bouwplan en/of een inrichtingsplan, voorzien van een programma van eisen, een gespecificeerde investeringsbegroting en een financieringsplan voor de investering, alsmede een beschrijving of een plattegrond van de beschikbare of beoogde accommodatie, indien een instelling voor de eerste keer in aanmerking wenst te komen voor subsidie.
Artikel 7 Beoordeling subsidieaanvragen
In het geval dat subsidie wordt verleend voor nieuwbouw van een accommodatie dient de accommodatie te voldoen aan actuele duurzaamheidseisen en toegankelijkheidseisen. Op het gebied van duurzaamheid wordt uitgegaan van minimaal ‘BENG’ (Bijna Energie Neutraal Gebouw). Voor toegankelijkheid wordt getoetst op ‘Normenkader hogere standaard voor toegankelijkheid’ Zoetermeer (vastgesteld door de gemeenteraad op 18 maart 2019). Hierbij moet tenminste voldaan worden aan het normenkader op de onderdelen: 1) trap en lift, 2) MIVA toilet (conform Zoetermeerse standaard), 3) Entree; 4) Bewegwijzering.
Artikel 9 Subsidievaststelling
De vaststelling van de subsidie gebeurt aan de hand van een door de instelling bij het college in te dienen aanvraag tot vaststelling met een toelichting daarop, aan de hand van een met het oog daarop door het College vastgesteld formulier. In de aanvraag tot vaststelling toont de Instelling aan dat de activiteiten hebben plaatsgevonden overeenkomstig de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling legt de Instelling ook rekening en verantwoording af omtrent de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.
Hoofdstuk III De gemeentegarantie
Artikel 10 Criteria voor garantieverstrekking
Om in aanmerking te komen voor subsidieverlening in de vorm van een Garantie moet aan de volgende vereisten zijn voldaan:
Artikel 11 Eisen aan de garantie
Indien de gemeente krachtens een garantie een betaling heeft verricht in plaats van een in gebreke gebleven instelling, verkrijgt de gemeente een regresvordering op de Instelling. In de onderlinge relatie tussen de gemeente en de Geldverstrekker doet de gemeente geen afstand van de regresvordering en zal zij geen achterstelling van de regresvordering aanvaarden.
Artikel 13 Procedure voor indiening
De Instelling die voor garantie in aanmerking wenst te komen, legt bij de aanvraag in ieder geval de volgende bescheiden over:
Artikel 14 Tijdstip van aanvragen
Een aanvraag om garantie dient tenminste drie maanden voor het tijdstip waarop een geldlening wordt opgenomen, te worden ingediend. Het college kan in bijzondere gevallen een kortere termijn toestaan.
Artikel 17 Intrekking verstrekte garantie
Een verstrekte garantie kan worden ingetrokken indien door toedoen of nalaten van de instelling het risico dat voor de gemeente uit de verstrekte garantie voortvloeit, significant wordt gewijzigd.
Hoofdstuk IV Overige bepalingen
Het college kan deze verordening en de Algemene subsidieverordening Zoetermeer 2016, met uitzondering van de artikelen 1, 2 en 18, in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of –ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen. Het college motiveert toepassing van deze hardheidsclausule in het besluit.
1. De Verordening investeringssubsidie en gemeentegarantie amateurverenigingen wordt ingetrokken.
2. Deze verordening kan worden aangehaald als: ”Verordening investeringssubsidie en gemeentegarantie amateurverenigingen 2022”.
3. Deze verordening treedt in werking twee weken na de bekendmaking daarvan, tenzij over de verordening een verzoek tot het houden van een referendum is toegewezen. In dat geval wordt over de inwerkingtreding een nieuw besluit genomen.
4. Het college kan de instelling ontheffing verlenen van te overleggen gegevens indien dit redelijkerwijs niet van de instelling kan worden verlangd.
Toelichting bij de Verordening Investeringssubsidie en gemeentegarantie amateurverenigingen
Toelichting bij artikel 1 Begripsbepalingen, eerste lid (Instelling)
Bij het begrip ‘instelling’ kan gedacht worden aan amateur: sportverenigingen, scoutinggroeperingen, muziekverenigingen, ouderenverenigingen, buurtverenigingen en buurttuinen. De instelling is gericht op ontplooiing van de eigen individuele leden en heeft ook een maatschappelijk belang dat aansluit bij de gemeentelijke subsidiedoelstellingen. Dit moet onder andere blijken uit de statutaire doelstelling en de activiteiten. De beloning voor beleidsbepalers/bestuurders is beperkt tot een onkostenvergoeding, vrijwilligersvergoeding of minimale vacatiegelden.
Toelichting bij artikel 5 Hoogte van de subsidie, tweede lid:
Voorbeelden van maatregelen die in aanmerking komen voor de hogere percentage van 33% zijn bij duurzaamheid: ledverlichting, isolatie van een pand, zonnepanelen en een warmtepomp. Voor toegankelijkheid valt te denken aan: aanpassing van toiletten, plaatsen van een automatische deur of lift. De aanpassingen dienen getoetst te zijn op kwaliteitskeurmerken/-eisen. Denk hierbij aan normen zodat deze tegemoetkomen aan ‘(B)ENG’ (Bijna) Energie Neutrale Gebouwen) of met betrekking tot toegankelijkheid het ‘Normenkader hogere standaard voor toegankelijkheid’ zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Zoetermeer op 18 maart 2019.
Toelichting bij artikel 5: Hoogte van de subsidie, derde lid:
Een aanvrager kan in een periode van vijf jaar, bestaande uit het huidige subsidietijdvak en de vier voorliggende tijdvakken, maximaal een bedrag van € 100.000,- aanvragen. In het geval dat voor één geheel project door meerdere partijen een Investeringssubsidie wordt aangevraagd, wordt het bedrag dat in totaal kan worden aangevraagd voor het gehele project gemaximeerd tot een bedrag van € 100.000,-. Dit geldt ook als de aanvragers ieder voor een eigen, losstaand onderdeel van de gehele investering subsidie aanvragen. Is bijvoorbeeld voor een project door een aanvrager een subsidiebedrag aangevraagd van € 30.000,- voor onderdeel A van het project, dan kan een volgende aanvrager maximaal € 70.000,- (€ 100.000,- verminderd met € 30.000,-) aanvragen voor onderdeel B van het project.
Toelichting bij artikel 6 Het indienen en de behandeling van de subsidieaanvraag, tweede lid (penvoerder):
Bij het gezamenlijk aanvragen van een subsidie door meerdere Instellingen, dienen deze Instellingen één Instelling aan te wijzen die de subsidieaanvraag mag indienen namens hen allen. Deze aangewezen Instelling wordt de penvoerder genoemd. De penvoerder moet een machtiging hebben van alle andere bij de Investering betrokken Instellingen voor: 1) het doen van de aanvraag, 2) het optreden als penvoerder namens alle andere bij de Investering betrokken Instellingen gedurende de gehele looptijd van de subsidierelatie met het College.
Het College verzendt de beschikkingen tot subsidieverlening en –vaststelling aan de Instelling die optreedt als penvoerder. Hoewel de penvoerder als contactpersoon optreedt namens alle andere Instellingen met het College, wordt de subsidierelatie (in het geval de subsidieaanvraag wordt gehonoreerd) aangegaan met alle bij de aanvraag betrokken Instellingen. Alle bij de aanvraag betrokken Instellingen worden aangemerkt als subsidieontvanger, ook al wordt het verleende subsidiebedrag aan de penvoerder betaald. In het besluit tot subsidieverlening bepaalt het College aan welke van de Instellingen de verleende subsidie wordt uitbetaald. In het geval van te veel betaalde subsidiegelden kan het College die gelden van elk van deze Instellingen terugvorderen, ook al is de uitbetaling niet aan die betreffende Instelling gedaan en treedt die betreffende Instelling niet op als penvoerder.
Toelichting bij artikel 11 Eisen aan de garantie:
Als het College overgaat tot het verstrekken van een garantie, wordt hiermee bedoeld dat een borgtocht wordt verstrekt als bedoeld in titel 14 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Dit houdt in dat het College pas financieel te hulp schiet in het geval dat de Instelling in gebreke blijft in nakoming van de verplichtingen die zij is aangegaan. Indien voldaan wordt aan de voorwaarden uit deze verordening en het College daar inwilligend op beslist, biedt het College een (door het College te bepalen) overeenkomst tot borgtocht aan de Geldverstrekker aan. Het tot stand komen van de borgtocht is afhankelijk van aanvaarding daarvan door de Geldverstrekker. Het College kan dus niet garanderen dat de overeenkomst tot borgtocht te allen tijde tot stand komt.