| Organisatie | Haaksbergen |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Mandaatbesluit Haaksbergen 2023 – Enkelvoudige besluitbevoegdheid medewerkers |
| Citeertitel | Mandaatbesluit Haaksbergen 2023 Enkelvoudige besluitbevoegdheid medewerkers |
| Vastgesteld door | gemandateerde functionaris |
| Onderwerp | bestuur en recht |
| Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 09-02-2023 | nieuwe regeling | 30-01-2023 |
Dit verzamelbesluit van teammanagers geeft aan voor welke bevoegdheden medewerkers zelfstandig een besluit in mandaat kunnen nemen (uitzondering 4-ogenprincipe).
De teammanagers van de gemeente Haaksbergen;
Artikelen 59a, 168 en 171 van de Gemeentewet, titel 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht en het Mandaatbesluit Haaksbergen 2023.
Vast te stellen het Mandaatbesluit Haaksbergen 2023 – Enkelvoudige besluitbevoegdheid medewerkers.
Voor de onder programmamanager(s) of teammanagers werkzame medewerkers geldt dat uitsluitend door twee medewerkers in mandaat besluiten worden genomen, tenzij de programmamanager(s) en/of teammanagers in een schriftelijke uitzondering voorzien. Een uitzondering geldt voor de volgende bevoegdheden:
Haakbergen, 30 januari 2023
Namens het college van burgemeester en wethouders,
Team Zorg & Welzijn,
H.A. Lindeboom (plv.)
H.A. Lindeboom (plv.)
Team Jeugd & Onderwijs
Team Infrastructuur,
H.A. Lindeboom
Op 3 mei 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders het Mandaatbesluit Haaksbergen 2022 vastgesteld. Een van de uitgangspunten van dit besluit is de toepassing van het 4-ogen principe. Door de toepassing van dit principe wordt gewaarborgd dat minimaal 2 medewerkers betrokken zijn bij de besluitvorming. Het mandaat van medewerkers is beperkt tot budgettaire verplichtingen, eenmalig of op jaarbasis, tot een waarde van € 50.000,-.
Artikel 2 lid 5 van het mandaatbesluit geeft aan de teammanager(s) en programmamanager(s) de mogelijkheid om uitzonderingen te maken op het uitgangspunt van het 4-ogenprincipe. De voorwaarde die het mandaatbesluit verbindt aan het maken van uitzonderingen is dat de uitzondering schriftelijk moet zijn vastgelegd.
Het managementteam heeft een afwegingskader opgesteld voor het vaststellen van uitzonderingen. Het afwegingskader draagt bij aan uniformiteit bij het toepassen van artikel 2 lid 5 van het mandaatbesluit. Het afwegingskader luidt als volgt:
Bovenstaande risicofactoren zijn vooral voor medewerkers die belast zijn met de volgende werkzaamheden
Team Zorg & Welzijn en Team Jeugd & Ondersteuning
Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en Jeugdwet
Op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) en de Jeugdwet worden er veel besluiten genomen in verband met het toekennen, wijzigen en beëindigen van individuele en maatwerkvoorzieningen. Een groot aantal hiervan heeft een budgettair effect van minder dan € 25.000,00 (incidenteel of op jaarbasis).
Binnen het werkproces tot toekenning van voorzieningen op basis van de Jeugdwet en Wmo 2015 is het 4-ogen principe geborgd. De consulent of regisseur die de aanvraag behandelt laat zijn of haar voorstel inhoudelijk toetsen door een collega consulent of regisseur. Daarnaast wordt het voorstel administratief verwerkt door een procesondersteuner. Dat er toetsing heeft plaatsgevonden binnen het proces is op dit moment op 2 manieren zichtbaar. Fysiek doordat er een dubbele paraaf staat op het onderzoeksrapport en er een toetsingsformulier wordt ingevuld, digitaal doordat in het werkproces in Suites de fase collegiale toetsing moet worden doorlopen voordat het besluit in Suites verwerkt kan worden.
Met inachtneming van het afwegingskader zijn bij deze beschikkingen het toekennen van rechten aan inwoners aan de orde en bestaat er het risico van bezwaar en beroep.
Evenwel is het 4-ogen principe in het werkproces aantoonbaar geborgd. Als zodanig kan de beschikking door één medewerker worden genomen.
Wet basisregistraties adressen en gebouwen
In de Wet basisregistraties adressen en gebouwen (Wet bag) wordt het houden van een adressenregister, een geautomatiseerde adressenregistratie, een gebouwenregister en een geautomatiseerde gebouwenregistratie opgedragen aan het college van burgemeester en wethouders. Het college is op grond van de Wet bag en de Verordening naamgeving en nummering onder meer bevoegd om verblijfsobjecten van nummeraanduiding te voorzien. De uitvoering van de Wet Bag vraagt geen belangenafweging. Het werk is in zijn aard specialistisch en naar de schaal van Haaksbergen solistisch. Besluiten zijn vatbaar voor bezwaar en beroep. De overige risicofactoren uit het afwegingskader zijn beperkt.