| Organisatie | Rijssen-Holten |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Beleidsregels verwijderen van fietswrakken, weesfietsen en verkeerd, hinderlijk of gevaarlijk gestalde fietsen Rijssen-Holten 2023 |
| Citeertitel | Beleidsregels verwijderen van fietswrakken, weesfietsen en verkeerd, hinderlijk of gevaarlijk gestalde fietsen Rijssen-Holten 2023 |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
| Eigen onderwerp |
Geen
https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR409130/7
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 07-02-2023 | nieuwe regeling | 17-01-2023 | D2022158786 |
In dit beleid wordt aangegeven hoe wordt gehandhaafd op het stallen weesfietsen, (brom)fietswrakken en verkeerd gestalde (brom)fietsen/ fietswrakken binnen de gemeente Rijssen-Holten. Vervolgens wordt ingegaan op de achtergrond van dit beleid, de juridische kaders en de werkwijze die wordt gehanteerd bij handhaving op hinderlijk gestalde fietsen.
In de stationsgebieden leidt het stallen van fietsen buiten de daarvoor bestemde stallingen tot problemen en het ontstaan van (verkeers-)onveilige en hinderlijke situaties. De gemeente Rijssen-Holten wil het stallen van de fiets reguleren met als doel de veiligheid, de doorstroming en het uitzicht voor het rij- en voetgangersverkeer te verbeteren, de routes voor mindervaliden vrij van fietsen te houden en het aangezicht van de stationsgebieden te verbeteren.
Het gebied rondom de stations in Rijssen en Holten is door het college van burgemeester en wethouders (verder: college) op grond van artikel 5:12, eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV) aangewezen als gebied waar het niet is toegestaan om fietsen buiten de fietsenrekken te stallen. Dit is dan ook het gebied waar zal worden gehandhaafd op verkeerd gestalde fietsen.
In de gehele gemeente neemt de verrommeling van de openbare ruimte toe door onder andere achtergelaten weesfietsen en fietswrakken. Door het stallen van weesfietsen en fietswrakken neemt de feitelijke capaciteit van fietsstallingen af. Dit leidt er ook toe dat inwoners elders in de openbare ruimte, op ongewenste plekken, fietsen gaan stallen. Om dit te voorkomen wordt in de hele gemeente gehandhaafd op het stallen van weestfietsen en wrakken, waarbij prioriteit wordt gegeven aan de centrumgebieden
Met deze beleidsregels worden de volgende, In willekeurige volgorde, doelen beoogd:
1. het voorkomen van gevaarlijke situaties voor het rij- en voetgangersverkeer;
2. het verbeteren van de doorstroming voor alle gebruikers van het gebied;
3. het verminderen van overlast door fietsen die verkeerd gestald staan;
4. capaciteit van de beschikbare stallingen zo goed mogelijk benutten;
5. het behouden van algemene leefbaarheid in een zeer drukke omgeving;
6. verbetering van het aangezicht van de openbare ruimte en het stationsgebied.
In dit beleid wordt onderscheid gemaakt tussen drie varianten van hinderlijk gestalde fietsen; fietswrakken, weesfietsen en verkeerd gestalde fietsen.
Een fiets, die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeerd. Hiervan is sprake als er basisonderdelen zoals bijvoorbeeld een wiel, stuur, banden, zadel ontbreken of als de fiets verroest is of de banden niet meer op de velg zitten (niet limitatief).
Dit zijn fietsen die, in het door het college op grond van artikel 5:12, eerste lid van de APV aangewezen gebied, niet zijn geplaatst in de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen. Hieronder verstaan wij ook fietsen die tegen een boom, lantaarnpaal, struik of ergens anders in de openbare ruimte staan gestald op een plek die niet bedoeld zijn als stallingsplekken voor fietsen.
De wettelijke verboden en randvoorwaarden zijn vastgelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening, het aanwijzingsbesluit ‘gebieden met plaatsingsverboden’, de Wegenverkeerswet en de Algemene wet bestuursrecht (hierna Awb).
Wanneer er sprake is van een overtreding van een overtreding van de APV of de Wegenverkeerswet kan het college gebruik maken van de algemene bestuursdwangbevoegdheid (artikel 5:21 e.v.). In de Algemene wet bestuursrecht is vastgelegd welke regels er gelden ten aanzien van het kostenverhaal, bezwaartermijn en rechtsbescherming.
Het verwijderen van de fiets van de overtreder gebeurt op basis van art. 125 Gemeentewet in samenhang met de artikelen 5:21 e.v. Awb op kosten van de overtreder. Het gaat hier om de kosten van het feitelijk optreden en de voorbereiding daarvan zoals het labelen, het verwijderen en meevoeren op opslaan van fietsen. Het college geeft de fiets pas af op het moment dat de verschuldigde kosten zijn voldaan. Dit is bepaald in artikel 5:29, vierde lid van de Awb.
In artikel 5:30 Awb is vastgelegd dat de bewaartermijn van verwijderde fietsen minimaal 13 weken bedraagt. Na deze bewaartermijn mag het college overgaan tot verkoop van de fiets. Als verkoop niet mogelijk is mag de fiets worden vernietigd of geschonken.
De periode van 13 weken mag teruggebracht worden tot minimaal 14 dagen, als de kosten van de opslag in verhouding tot de waarde van de fiets onevenredig hoog worden. Hiervan zal in beginsel vaak sprake zijn wanneer het gaat om een fietswrak.
6. Uitvoering van het handhavingsbeleid
Het verbod op het stallen van fietsen buiten de daartoe bestemde voorzieningen en de maximale stallingsduur wordt bij de betreffende stallingsplaatsen aangekondigd, om het publiek te informeren over de geldende regels. Dit gebeurd door het plaatsen van borden op zichtbare locaties. De borden bevatten de volgende informatie:
- het is verboden fietsen buiten de daarvoor aangewezen voorzieningen te plaatsen;
- fietsen die verkeerd of hinderlijk gestald zijn worden verwijderd;
- hier geldt een maximale stallingsduur van 28 dagen;
- fietsen die hier langer staan worden verwijderd;
- is uw fiets weg? Neem dan contact op met de gemeente op telefoonnummer (0548) 854 854.
- Verwijderde fietsen kunnen worden afgehaald bij de opslaglocatie. Hiervoor wordt een bedrag van € 25,- in rekening gebracht.
Naast de reguliere handhaving (zie bovenstaande regels) vindt jaarlijkse rond de zomervakantie één grote verwijderingsactie plaats. De zorgvuldigheid van de toepassing van bestuursdwang (verwijdering) vergt dat van tevoren bekendheid is gegeven aan het voornemen om te lang gestalde fietsen weg te halen. Daarom worden dergelijke verwijderingsacties aangekondigd op de gemeentepagina en op de gemeentelijke website.
Met name bij weesfietsen moet worden vastgesteld dat de maximale stallingsduur is overschreden. Het labelen is slechts een manier om te bepaling of een fiets langer wordt gestald dan de maximale stallingsduur. Het labelen wordt door de toezichthouder gedaan.
De toezichthouder voorziet de fiets van een label waarop staat vermeld dat de rechtmatige eigenaar nog 28 dagen de tijd krijgt om de fiets te verwijderen. Wanneer de maximale stallingsduur is verstreken, wordt aan de fietsen die nog een label hebben, een beschikking voor toepassing bestuursdwang bevestigd en verwezen naar het beleid. De eigenaar / rechthebbende van de fiets krijgt nog één dag de tijd om de overtreding ongedaan te maken. Na het verstrijken van die periode wordt de fiets door de gemeente verwijderd.
In de praktijk ontstaat er veel discussie over fietswrakken. Maakt het ontbreken van onderdelen de fiets per definitie een wrak? De eigenaar van de fiets zal dit veelal ontkennen. Om discussie te voorkomen wordt voor fietswrakken ook een periode van 28 dagen gehanteerd.
Van iedere verwijderde fiets wordt een verslag opgemaakt en foto’s gemaakt. Dit is nodig voor de registratie van de fiets. De foto’s worden ook op de gemeentewebsite geplaatst.
Verkeerd of hinderlijk gestalde fietsen
Als de fiets verkeerd, hinderlijk of gevaarlijk is gestald, wordt (spoedeisende) bestuursdwang toegepast en wordt de fiets direct verwijderd. De eigenaar krijgt dus geen tijd om zelf de overtreding te beëindigen. Van verkeerd gestalde fietsen kan alleen sprake zijn in een door het college, op grond van artikel 5:12, eerste lid van de APV, aangewezen gebied.
Van iedere verwijderde fiets wordt een verslag opgemaakt en foto’s gemaakt. Dit is nodig voor de registratie van de fiets. De foto’s worden ook op de gemeentewebsite.
6.3 Bekendmaking toepassing bestuursdwang
Omdat de beschikking niet aan de overtreder kan worden uitgereikt, wordt deze in de vorm van een label aan de fiets bevestigd. Op dit label staat vermeld wat de overtreding is, wanneer deze overtreding geconstateerd is, wat de wettelijke grondslag is en hoe tegen deze beschikking bezwaar kan worden gemaakt. De beschikking (label) wordt aan de overtreder uitgereikt op het moment dat hij/zij zijn fiets, tegen betaling van de bestuursdwangkosten afhaalt.
De toepassing van bestuursdwang vindt plaats op kosten van de overtreder. De rechthebbende / eigenaar van de fiets mag het deze dan ook pas meenemen op het moment dat de kosten die zijn gemaakt voor de ten uitvoer legging van bestuursdwang, zijn voldaan. Bij deze kosten moet worden gedacht aan het labelen, het verwijderen, meevoeren en opslaan van de fiets, maar ook de kosten voor de opslag van de fiets.
De verwijderde fietsen worden minimaal 13 weken bewaard in de bewaarplaats. De termijn van 13 weken wordt teruggebracht naar 4 weken als de kosten van de opslag in verhouding tot de waarde van de fiets onevenredig hoog worden. Als de fiets in deze periode niet is opgeëist, mag het college van burgemeester en wethouders de fiets verkopen. Als verkoop niet mogelijk is, dan mag de fiets worden vernietigd of geschonken.
Fietsen kunnen wekelijks worden opgehaald. Hiervoor moet de eigenaar telefonisch contact opnemen met de toezichthouder. Het label blijft aan de fiets zitten. Eigenaren kunnen, binnen de bewaartermijn, de fiets ophalen tegen betaling van de kosten van het toepassen van bestuursdwang. De hoogte van deze kosten wordt door het college vastgesteld. De eigenaar van de verwijderde fiets moet aantonen dat hij daadwerkelijk de eigenaar is, bijvoorbeeld door een passend sleuteltje mee te nemen of door middel van een aankoop- of verzekeringsbewijs van de fiets. Ook moet hij een geldig legitimatiebewijs tonen. De fiets wordt pas meegegeven op het moment dat de eigenaar de verschuldigde kosten voor het toepassen van bestuursdwang heeft voldaan.
Het besluit tot toepassing van bestuursdwang wordt op schrift gesteld en is een beschikking. Deze beschikking wordt aan de eigenaar/rechthebbende overhandigd op het moment dat hij zijn fiets opeist en deze, na betaling, wordt teruggegeven. Als de eigenaar/rechthebbende van de fiets het niet mee eens is met de beschikking, kan hij daartegen bezwaar indienen bij het college van burgemeester en wethouders. De voorwaarden hiervoor zijn terug te vinden op de gemeentelijke website.