Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek

Ouderenregeling BGV/VRF

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeiligheidsregio Gooi en Vechtstreek
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingOuderenregeling BGV/VRF
CiteertitelOuderenregeling
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2023Ouderenregeling

01-01-2023

bgr-2023-185

Tekst van de regeling

Intitulé

Ouderenregeling BGV/VRF

 

 

Inleiding

Overwegende dat:

  • De AOW gerechtigde leeftijd vanaf 2017 stapsgewijs verder verhoogd wordt boven de 67 jaar;

  • De pensioenleeftijd de AOW leeftijd volgt;

  • Medewerkers derhalve steeds langer zullen moeten doorwerken;

  • De Veiligheidsregio’s Gooi en Vechtstreek en Flevoland vanuit het standpunt van goed werkgeverschap en in aansluiting op de visie inzake duurzame inzetbaarheid, medewerkers in staat willen stellen gezond en gemotiveerd de pensioengerechtigde leeftijd te bereiken;

  • Een kortere werktijd een van de factoren is waardoor medewerkers het werk langer vol kunnen houden;

  • De optimale werktijd voor medewerkers verschilt, waardoor een regeling die de mogelijkheid tot maatwerk biedt wenselijk is;

  • Het gelet op de rechtszekerheid van medewerkers wenselijk is om de regeling een permanent karakter te geven, maar wel een slag om de arm gehouden moet worden in verband met veranderende wetgeving en eventuele landelijke afspraken waar de Veiligheidsregio’s mogelijk aan gebonden zijn.

 

Artikel 1 Wie kan van de regeling gebruik maken?

Lid 1

Medewerkers die voor het einde van de looptijd van de regeling een leeftijd hebben bereikt die ligt tussen 10 jaar voor de pensioenrekenleeftijd en de pensioenrekenleeftijd.

Lid 2

In tegenstelling tot het bepaalde in lid 1 is de regeling niet toegankelijk voor medewerkers die vallen onder het FLO overgangsrecht en/of de lokale FLO regeling Lelystad.

Lid 3

In tegenstelling tot het bepaalde in lid 1 is de regeling niet toegankelijk voor medewerkers die een tijdelijke aanstelling hebben, minder dan 5 jaar in dienst zijn, of minder dan 5 jaar geleden op eigen verzoek een uitbreiding van hun uren hebben gehad.

Artikel 2 Uitgangspunten ouderenregeling

Lid 1

Medewerkers krijgen vanaf 10 jaar voorafgaande aan de pensioenrekenleeftijd de mogelijkheid om minder uren te gaan werken tegen doorbetaling van de helft van het voor deze uren geldende salaris voor een periode van 5 jaar. Na deze 5 jaar kan de medewerker het inkomen aanvullen middels deeltijdpensioen.

Lid 2

Naast het salaris worden ook de salaristoelagen, een eventuele TOR en het IKB voor 50% doorbetaald.

Lid 3

De vermindering van het aantal uren vindt plaats door de toekenning van deels betaald verlof.

Lid 4

De pensioenopbouw over het verlofdeel blijft 100% tegen een premieverdeling van 70% werkgever, 30% werknemer.

Lid 5

De werknemer heeft de mogelijkheid om 1 x per jaar het te werken aantal uren naar beneden bij te stellen. De bijstelling heeft geen invloed op de datum waarop het recht op doorbetaling eindigt (5 jaar na aanvang deelname regeling).

Lid 6

Het minimaal aantal te werken uren is 20.

Lid 7

Een aanvraag voor urenvermindering dient minimaal 3 maanden voor ingang van de urenvermindering te worden ingediend.

Artikel 3 Werktijden, ADV en Verlof

Lid 1

De werktijden van de medewerker worden in overleg met de leidinggevende vastgesteld.

Lid 2

Voor het opvangen van piekwerkzaamheden, kan het voorkomen dat de medewerker, in overleg met de leidinggevende, compensatie/plus uren opbouwt. Compensatie/plusuren worden opgenomen zoals beschreven in de aanvullende regeling verlofsparen. Deelname aan de ouderenregeling brengt hier geen verandering in.

Lid 3

Bij deelname aan de regeling vervalt de mogelijkheid om ADV op te bouwen.

Lid 4

Verlof wordt toegekend naar rato van het daadwerkelijk aantal gewerkte uren.

Artikel 4 Nevenwerkzaamheden

Lid 1

Voor het verrichten van nevenwerkzaamheden of uitbreiding van nevenwerkzaamheden tijdens deelname aan de regeling dient de medewerker vooraf toestemming te vragen.

Lid 2

Inkomsten uit nevenwerkzaamheden, die zijn ontstaan na aanvang van de deelname aan de regeling worden gekort op het doorbetaalde verlof. Bij uitbreiding van de nevenwerkzaamheden dient de medewerker aan te tonen welke inkomsten uit nevenwerkzaamheden hij voor aanvang van de deelname aan de regeling al had.

Artikel 5 Langdurige ziekte

Lid 1

Bij deelname aan de ouderenregeling vindt de loonbetalingskorting op grond van artikel 7:3 lid 2 tot en met 4 Arbeidsvoorwaardenregeling BGV/VRF plaats op het salaris over de gewerkte uren.

Lid 2

Bij re-integratie kan de medewerker maximaal worden ingezet voor het aantal uren dat hij op grond van de ouderenregeling werkt. Het salaris over de gewerkte uren kan bij definitieve herplaatsing op grond van artikel 3:5 lid 3 Arbeidsvoorwaardenregeling BGV/VRF worden aangepast. De doorbetaling over de verlofuren blijft ongewijzigd.

Lid 3

In geval van volledige arbeidsongeschiktheid, waarbij geen zicht is op herstel, kan op verzoek van de medewerker de ouderenregeling na 1 jaar worden beëindigd. Over het zicht op herstel wordt advies gevraagd aan de bedrijfsarts en eventueel de arbeidsdeskundige.

Artikel 6 Boventalligheid

Wanneer de medewerker die gebruik maakt van de ouderenregeling boventallig wordt, wordt een herplaatsingstraject gestart voor de aangepaste betrekkingsomvang.

Artikel 7 Opname ABP keuzepensioen tijdens deelname aan de ouderenregeling

Lid 1

De medewerker kan tijdens deelname aan de ouderenregeling onder de voorwaarden vermeld in het pensioenreglement deeltijdpensioen opnemen.

Lid 2

Bij opname van deeltijdpensioen meer dan 5 jaar voor het bereiken van de pensioenrekenleeftijd geldt dat niet meer pensioen mag worden opgenomen dan de vermindering van het aantal gewerkte uren en nevenwerkzaamheden niet zijn toegestaan.

Artikel 8 Werkingsduur en evaluatie

Lid 1

Deze regeling geldt voor onbepaalde tijd.

Lid 2

De regeling kan worden ingetrokken als wet- of regelgeving (zoals fiscale maatregelen) voortzetting van de regeling niet meer mogelijk maakt of voor de organisatie extra kosten met zich mee brengt, dan wel op landelijk niveau afspraken worden gemaakt die hetzelfde doel beogen.

Lid 3

Voor medewerkers die op het moment van intrekking van de regeling al deelnemen aan de regeling, blijft de urenvermindering van kracht tot de pensioenrekenleeftijd en voor zolang het dienstverband bij de BGV/VRF voortduurt. Zij behouden tevens het recht op de in artikel 2 lid 5 genoemde bijstelling van het aantal uren.