Organisatie | Heerlen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeente Heerlen - Uitwerkingsbesluit gebruik bodycams door BOA’s gemeente Heerlen |
Citeertitel | Uitwerkingsbesluit gebruik bodycams door BOA's gemeente Heerlen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Openbare orde en veiligheid |
Geen
artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-02-2023 | vervangt de Notitie bodycams Heerlen 2018 | 17-01-2023 | OBM23000199 |
College van de gemeente Heerlen;
gelezen het voorstel van 17 januari 2023, nummer BWV-23002221;
het gewenst is om regels vast te stellen omtrent het gebruik van een kleine draagbare camera (bodycam) die aan het uniform van de buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) vastzit
gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;
gelet op het bepaalde in artikel 3 van de Arbeidsomstandighedenwet en in artikel 2.15 van het Arbobesluit,
gelet op artikel 6 en artikel 15 Algemene Verordening Gegevensbescherming,
gelet op artikel 160, eerste lid, onderdeel c Gemeentewet,
gelet op artikel 25 Wet politiegegevens;
mede gelet op het bepaalde in de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO),
mede gelet op het bepaalde in het Onderzoeksprotocol vermoeden van een schending van de integriteit van de gemeente Heerlen;
mede gelet op het bepaalde in artikel 27 lid 1D en lid 1L van de Wet op de ondernemingsraden (WOR), en de instemming van de OR op 14 juli 2022;
b e s l u i t vast te stellen het volgende uitwerkingsbesluit:
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van gemeente Heerlen tot vaststelling van regelsomtrent het gebruik van een kleine draagbare camera die aan het uniform van de Buitengewoon opsporingsambtenaar vastzit
Uitwerkingsbesluit gebruik bodycams door BOA’s gemeente Heerlen
Artikel 1.1 Definities/afkortingen
Basisbeveiligingsniveau (BBN): Een basisbeveiligingsniveau is een vaststelling van het vereiste beveiligingsniveau van een proces of informatiesysteem. De mogelijke niveaus zijn BBN1 (laag), BBN2 (midden) en BBN3 (hoog). De BBN-classificatie wordt in de BIO gebruikt om te bepalen welke eisen en maatregelen uit de norm van toepassing zijn op welke processen en welke systemen. Wanneer voor een proces of informatiesysteem de BIV-classificaties (beschikbaarheid, integriteit, en vertrouwelijkheid) bekend zijn kan het basisbeveiligingsniveau hieruit worden afgeleid op basis van de regels die zijn beschreven in de BIO (bijlage 2 van de BIO).
BBN2 – basis beveiligingsniveau 2: Dit beveiligingsniveau is relevant wanneer ambtenaren en/of bestuurder informatie of bijzondere persoonsgegevens met een verhoogd vertrouwelijkheidsniveau verwerken. Denk hierbij aan informatie in het kader van de beleidsvorming, privaatrechtelijke (rechts)handelingen enzovoorts
Buitengewoon opsporingsambtenaren openbare ruimte (boa’s) kunnen met een bodycam beeld en geluid registreren tijdens hun werk. De kleine camera wordt op het uniform bevestigd. Een boa zet de camera pas aan wanneer een situatie uit de hand dreigt te lopen. Ze melden aan de betrokkenen dat hij de camera aanzet.
Artikel 2.6 Opslag beeldmateriaal
Als er gedurende de bewaartermijn geen uitleesverzoek ontvangen is, worden de beelden definitief vernietigd. Het vernietigen van de beelden wordt geautomatiseerd uitgevoerd. Indien er een uitleesverzoek is ontvangen in verband met een klachtenafhandeling, worden de beelden pas vernietigd nadat de procedure is afgerond.
Artikel 2.9 Bekijken door anderen
Betrokken burger of diens belangenbehartigers mogen beelden bekijken:
de verzoeker heeft een aantoonbaar belang bij inzage van de beelden en inzage is niet in strijd is met de bepalingen zoals opgenomen in de AVG. Dat houdt bijvoorbeeld in dat derden (niet de verzoeker) die eveneens op de beelden te zien zijn, voor verzoeker onherkenbaar worden gemaakt. De opgevraagde beelden worden, alvorens deze ter inzage worden aangeboden, getoetst op inhoud, zodat informatie van/over derden voor verzoeker niet inzichtelijk is;
Alle verzoeken tot uitlezen en de afhandeling ervan zullen apart geregistreerd worden in het centrale zaaksysteem. Achteraf moet te herleiden zijn: wanneer de bodycams zijn ingezet en met welk doel, maar ook van welke specifieke bodycam de beelden afkomstig waren, wie de drager was, wie de beelden wanneer heeft ingezien en aan wie ze zijn verstrekt.
Artikel 3.2 Intrekking oude beleidsregel
De Notitie bodycams 2018 gemeente Heerlenwordt ingetrokken met ingang van de datum waarop dit uitwerkingsbesluit in werking treedt.
Boa’s hebben een aantal keren per jaar te maken met agressie en soms met geweld.
Het doel van de bodycam kan als volgt worden opgesomd:
Beelden die met bodycams zijn gemaakt van situaties waarin escalatie heeft plaatsgevonden en waarbij eventuele strafbare feiten zijn gepleegd, kunnen in een opsporingsonderzoek na vordering van de officier van justitie, worden gebruikt.
Een burger (of diens belangenbehartiger) heeft op basis van artikel 15 AVG recht om inzage te vragen van beelden die zijn opgenomen. Het doel van deze inzage kan ter verificatie dienen van hetgeen zich heeft voorgedaan bijvoorbeeld ter onderbouwing van het indienen van een klacht of schadevergoeding.
Grondslagen buitengewoon opsporingsambtenaren
De gemeente heeft boa’s in dienst. Zij hebben als taak het handhaven en toezichthouden op geldende wet- en regelgeving. Dit betreft zowel landelijke als lokale regelgeving.
Boa’s vinden hun wettelijke grondslag in artikel 142 Sv. Zij hebben strafrechtelijke opsporingsbevoegdheid en mogen binnen het domein waarin zij zijn aangesteld strafbare feiten opsporen.
Toezicht en Handhaving van wet en regelgeving
Boa’s worden aangewezen om toezicht te houden en te handhaven op aangewezen wet- en regelgeving. Hieronder een niet limitatieve lijst van wet- en regelgeving waarop boa’s mogen handhaven. Hiermee wordt de grondslag en onderbouwing van het optreden boa’s van de meest voorkomende werkzaamheden en werklocaties onderbouwd. De uitvoering van toezicht en handhaving is een publiekrechtelijke taak, waarover het college of de gemeenteraad beslist.
Grondslag persoonlijk beschermingsmiddel
Werknemers moeten veilig en gezond kunnen werken. In de Arbowet staan de kaders en verplichtingen van werkgevers om Arbobeleid te voeren. De bodycam wordt aan medewerkers ter beschikking gesteld op basis van artikel 3 lid 1 onder b Arbowet. Ondanks alle maatregelen (zowel landelijk als lokaal) om agressie en geweld een halt toe te roepen blijft er een verhoogd risico bij de uitvoering van toezichthoudende en handhavende taken. De bodycam wordt ingesteld als persoonlijk beschermingsmiddel.
Met de inzet van bodycams wordt gepoogd om incidenten en onrechtmatige gedragingen jegens de medewerkers te voorkomen en hiermee de veiligheid van de medewerkers te garanderen en psychosociale arbeidsbelasting zoveel mogelijk te beperken. De medewerkers dragen de bodycams tijdens werkzaamheden in het kader van de handhaving van de lokale veiligheid en leefbaarheid, een publiekrechtelijke taak van de gemeente. De medewerker zet de bodycam enkel aan als de situatie daar om vraagt.
De bodycams leiden tot een inmenging in de persoonlijke levenssfeer en daarmee maken ze inbreuk op een grondrecht (artikel 10 Grondwet en artikel 8 EVRM). Eén van de voorwaarden voor de beperking van dit recht is dat hier in elk geval een wettelijke grondslag voor moet bestaan. Bij het maken, opslaan en beoordelen van beelden met bodycams is sprake van het verwerken van (bijzondere) persoonsgegevens. Gelet op de doelstelling van de inzet van bodycams (het bevorderen van de veiligheid van handhavers en het voorkomen van ongewenst gedrag jegens de handhaver) wordt het juridisch kader gevormd door de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
De verwerking van persoonsgegevens is alleen rechtmatig indien er aan een grondslag in artikel 6 van de AVG van toepassing is en is drieledig:
Bij het gebruik van bodycams worden er persoonsgegevens van de dragers verwerkt. De grondslag is op basis van goed werkgeverschap gerelateerd aan de arbeidsovereenkomst (artikel 6 lid 1 sub b AVG). Daarnaast is de wettelijke grondslag (artikel 6 lid 1 sub c AVG) voor de inzet van de bodycams gelegen in artikel 3 lid 1 onder b en 3 lid 2 van de Arbowet en artikel 2.15 van het Arbobesluit.
De verwerking van de persoonsgegevens van de personen waarvan beelden worden opgenomen is rechtmatig op grond van het gerechtvaardigd belang (artikel 6 lid 1 sub f AVG). De verwerking is noodzakelijk voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, behalve wanneer de belangen of de grondrechten en de fundamentele vrijheden van de betrokkene die tot bescherming van persoonsgegevens nopen, zwaarder wegen dan die belangen, met name wanneer de betrokkenen een kind is. Hoewel dit artikel niet geldt voor de verwerking door overheidsinstanties in het kader van de uitoefening van hun taken, is deze uitzondering niet van toepassing. Het gaat er immers om of het gebruik van bodycams noodzakelijk wordt geacht voor het bieden van een veilige omgeving voor de personen waarvan beelden worden opgenomen. De bodycam past ook binnen het algemene kader van het gemeentelijk handhavingsbeleid, waarbij de-escalatie een voorname leidraad vormt.
Voorkomen is beter dan genezen. Naast dat we een veilige werkomgeving willen creëren met de bodycam willen we het lerend vermogen van medewerkers in contacten met agressieve personen vergroten. In artikel 8 lid 1 Arbowet wordt aan werkgevers de verplichting opgelegd om hun medewerkers in te lichten over de risico’s die zij tijdens hun werk kunnen tegenkomen en dit te voorkomen. De instructie over het handelen van medewerkers bij agressie en geweld wordt regelmatig getraind, maar een vergaand middel is coaching van een aangewezen mentor naar zijn pupil. Deze vorm van coaching-on-the-job, waarbij medewerkers feedback krijgen in een veilige werkomgeving is essentieel om de zelfreflectie op eigen handelen te vergroten.
Noodzaak, proportionaliteit en subsidiariteit
Agressie en geweld kunnen ernstige gevolgen hebben voor de medewerker. Geweld kan zowel fysieke als mentale gevolgen hebben voor de medewerker. De fysieke gevolgen kunnen variëren van lichte verwondingen, permanente fysieke gevolgen tot in potentie het overlijden. De gevolgen van verbale vormen van agressie lijken wellicht minder schadelijk, maar komen veel vaker voor. Dit kan leiden tot psychische pijn en andere gezondheidsklachten zoals:
Agressie en geweld zijn volgens de Arbowet een vorm van psychosociale arbeidsbelasting. Werkgevers zijn, zoals beschreven in artikel 2.15 Arbobesluit, verplicht maatregelen vast te stellen en uit te voeren om psychosociale arbeidsbelasting te voorkomen of indien dat niet mogelijk is te beperken.
De bodycams worden pas aangezet wanneer de boa’s in situaties terechtkomen die (dreigen te) escaleren. De beelden zijn voorzien van encryptie en worden beveiligd opgeslagen waardoor ze niet zomaar bekeken kunnen worden. Voor het bekijken van beelden zijn regels opgesteld, in het Uitwerkingsbesluit gebruik bodycams door boa’s. Door de strikte voorwaarden die gesteld worden aan het gebruik van de bodycams in combinatie met de doelstellingen waarvoor deze worden ingezet wordt voldaan aan het proportionaliteitsbeginsel.
De veiligheid van de Boa heeft voortdurend bijzondere aandacht. De-escalerend werken is daarbij een kernprincipe. De uitgangspunten voor boa’s zijn:
Deze uitgangspunten gelden als basis voor alle opleidingen en inwerkprogramma’s van de Boa’s. Er wordt met regelmaat aandacht besteed aan de veiligheid van de boa’s en er worden maatregelen getroffen.
De huidige uitrusting van de boa’s behelst tot op heden geen vergelijkbaar middel dat kan worden ingezet in escalerende situaties om de in de inleiding gestelde doelen te bereiken (zoals geweldsmiddelen).
De boa’s hebben de cursus RTGB (Regeling Toetsing Geweldbeheersing boa’s) gevolgd.
Het melden van agressie en geweld is een aandachtspunt van de teamleiders.
Uit verschillende onderzoeken wordt weergegeven dat de invoering van de bodycam heeft geleid tot een reductie van het aantal incidenten met 20% tot 50%. De evaluatie van Sander Flight ‘Evaluatie bodycams Landelijke Eenheid, Proeftuin bodycams Dienst Infrastructuur (2018)’ (https://www.politieenwetenschap.nl/publicatie/politiewetenschap/2019/evaluatie-bodycams-landelijke-eenheid-334/) concludeert het volgende “Geweld tegen politieambtenaren is gedaald in de twee geografische afdelingen die met bodycams werkten. Het aantal incidenten van lichamelijke agressie en serieuze bedreigingen is gehalveerd. Tevens is het veiligheidsgevoel verbeterd bij degenen die vaak met de bodycam werkten: hoe vaker de bodycam werd gedragen, hoe groter dat effect.”
In de evaluatie van de pilot bodycams in Rotterdam (2019) van Van Rhee, Van Toorn en Flight (https://sanderflight.nl/wp-content/uploads/2020/01/Evaluatie-bodycams-handhavers-gemeente-Rotterdam-2019.pdf) staan de volgende conclusies: