| Organisatie | Alblasserdam |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Beleidsregel kadokaart witgoed voor inwoners met een laag inkomen, gemeente Alblasserdam |
| Citeertitel | Beleidsregel kaart witgoed voor inwoners met een laag inkomen, gemeente Alblasserdam |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | milieu |
| Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 03-02-2023 | nieuwe regeling | 24-01-2023 |
gezien het collegevoorstel van 24 januari 2023
overwegende dat de energieprijzen in Nederland exorbitant zijn gestegen;
overwegende dat ongeveer 550.000 huishoudens in Nederland te maken hebben met energiearmoede
overwegende dat de gemeente Alblasserdam middelen van de rijksoverheid heeft ontvangen om de huishoudens die te maken hebben met energiearmoede te ondersteunen bij het nemen van energiebesparende maatregelen;
overwegende dat de gemeente Alblasserdam deze middelen voor 31 december 2024 moet hebben besteed, maar hierin een grote mate van vrijheid krijgt;
de gemeente Alblasserdam deze beleidsvrijheid wenst vast te leggen in een beleidsregel;
gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;
de Beleidsregel kadokaart witgoed voor inwoners met een laag inkomen, gemeente Alblasserdam.
Energietoeslag: de toeslag zoals bedoeld in de Beleidsregels eenmalige energietoeslag Drechtsteden. Hierbij worden ook de huishoudens meegenomen die een inkomen tussen 120% en 130% van het minimum loon hebben. Zij hebben ook een energietoeslag van €900 ontvangen, dit is €400 lager dan de huishoudens die een inkomen hebben tot 120% van het minimum loon.
Deze beleidsregel geldt voor huishoudens die op grond van de Beleidsregels eenmalige energietoeslag Drechtsteden recht hebben op de energietoeslag, woonachtig in de gemeente Alblasserdam op het moment van verzenden van de brief met aanvraagcode, zoals bedoeld in artikel 4.
Artikel 3 Toekenning in tranches
De eerste tranche bestaat uit huishoudens zoals bedoeld in artikel 2, die op het moment van verzenden van de brief met aanvraagcode, zoals bedoeld in artikel 4, in woningen wonen die gebouwd zijn voor 1 januari 1968. Deze huishoudens hebben na ontvangst van de brief met de aanvraagcode 31 dagen de tijd om de kadokaart aan te vragen, daarna vervalt de aanvraagcode en het recht om hier gebruik van te maken. Als de kadokaart verstrekt is, hebben deze huishoudens vervolgens 62 dagen de gelegenheid om hun kadokaart te gebruiken. Hierna vervalt het recht om gebruik te maken van deze kaart.
De tweede tranche bestaat uit huishoudens zoals bedoeld in artikel 2, die op het moment van verzenden van de brief met aanvraagcode, zoals bedoeld in artikel 4 in woningen wonen die gebouwd zijn op of na 1 januari 1968. Deze huishoudens hebben alleen recht op een kadokaart als er nog kadokaarten beschikbaar zijn na het uitvoeren van de eerste tranche. Deze worden toegekend op volgorde van bouwjaar van de woning tot dat alle kadokaarten zijn verstrekt. Deze huishoudens hebben na ontvangst van de brief met de aanvraagcode 31 dagen de tijd om de kadokaart aan te vragen, daarna vervalt de aanvraagcode en het recht om hier gebruik van te maken. Als de kadokaart verstrekt is, hebben deze huishoudens vervolgens 62 dagen de gelegenheid om hun kadokaart te gebruiken. Hierna vervalt het recht om gebruik te maken van deze kaart.
Artikel 4 Inleveren oud witgoed
Huishoudens die de kadokaart inzetten voor het aanschaffen van witgoed zijn verplicht om minimaal één stuk gebruikt witgoed in te leveren op het moment dat het nieuwe witgoed wordt geleverd. Hierbij gaat het alleen om het witgoed dat in functie gelijk is aan het nieuw geleverde witgoed.
Artikel 5 Verkrijgen van de kadokaart
Huishoudens die voldoen aan de kaders gesteld in artikel 2 en artikel 3, krijgen een brief met aanvraagcode voor de kadokaart ambtshalve toegestuurd.
Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, als bedoeld in artikel 4:84 van de Awb, indien toepassing van deze beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leiden.