Organisatie | Amstelveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen tot vaststelling van de Beleidsregels Re-integratie Participatiewet gemeente Amstelveen |
Citeertitel | Beleidsregels Re-integratie Participatiewet gemeente Amstelveen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
De 'Beleidsregels Re-integratie Participatiewet gemeente Amstelveen', zoals vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 8 februari 2022, worden ingetrokken.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2023 | nieuwe regeling | 24-01-2023 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Artikel 2 Re-integratietraject/Plan van aanpak
Het college zal bij het bieden van ondersteuning bij arbeidsinschakeling zoveel mogelijk individueel maatwerk betrachten. In samenspraak met de belanghebbende wordt de inhoud van het re-integratietraject bepaald met als doel duurzame arbeid te realiseren en uitstroom uit de uitkering te bewerkstelligen.
Hoofdstuk 2 Ondersteuning bij arbeidsinschakeling
Artikel 4 Werkervaringsplaats binnen een traject
De voorziening werkervaringsplaats wordt ingezet voor uitkeringsgerechtigden die naar het oordeel van het college met de inzet van een werkervaringsplaats relevante werkervaring en arbeidsritme kunnen opdoen en dan de stap naar een reguliere baan kunnen zetten. De kandidaat en de werkgever kunnen met behulp van deze werkervaringsplaats beoordelen of hier sprake is van een passende werkplek.
Aan deelnemers van een werkervaringsplaats kan het college naast het behoud van de uitkering twee maal per kalenderjaar een premie uitkeren. Deze premie is gebaseerd op het maximale bedrag zoals beschreven in artikel 31 lid 2 sub j van de wet en wordt na afloop van de werkervaringsplaats uitgekeerd. Het uit te keren bedrag wordt bepaald door het hierboven genoemde maximale jaarbedrag te delen door 12 maanden. Dit maandbedrag wordt vermenigvuldigd met het aantal maanden van de werkervaringsplaats. Dit bedrag wordt uitgekeerd bij een fulltime aantal uren van 36 uur per week. Wanneer het een parttime traject betreft dan wordt de premie naar verhouding van het aantal gewerkte uren naar beneden bijgesteld.
Aan deelnemers van een participatieplaats kan het college naast het behoud van de uitkering twee maal per kalenderjaar een premie uitkeren. Deze premie is gebaseerd op het maximale bedrag zoals beschreven in artikel 31 lid 2 sub j van de wet en wordt na afloop van de participatieplaats uitgekeerd. Het uit te keren bedrag wordt bepaald door het hierboven genoemde maximale jaarbedrag te delen door 12 maanden. Dit maandbedrag wordt vermenigvuldigd met het aantal maanden van de participatieplaats. Dit bedrag wordt uitgekeerd bij een fulltime aantal uren van 36 uur per week. Wanneer het een parttime traject betreft dan wordt de premie naar verhouding van het aantal gewerkte uren naar beneden bijgesteld.
Aan deelnemers van een proefplaatsing kan het college naast het behoud van de uitkering twee maal per kalenderjaar een premie uitkeren. Deze premie is gebaseerd op het maximale bedrag zoals beschreven in artikel 31 lid 2 sub j van de wet en wordt na afloop van de proefplaatsing uitgekeerd. Het uit te keren bedrag wordt bepaald door het hierboven genoemde maximale jaarbedrag te delen door 12 maanden. Dit maandbedrag wordt vermenigvuldigd met het aantal maanden van de proefplaatsing. Dit bedrag wordt uitgekeerd bij een fulltime aantal uren van 36 uur per week. Wanneer het een parttime traject betreft dan wordt de premie naar verhouding van het aantal gewerkte uren naar beneden bijgesteld.
Als het college op basis van de uitgevoerde werkzaamheden op de Praktijkervaringsplek inschat dat een persoon in aanmerking komt voor een betaald dienstverband in het kader van de voorziening Beschut Werk zoals bedoeld in artikel 10b van de wet, kan het college deze persoon voordragen bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen voor indicering voor de voorziening Beschut Werk. Na verkregen indicatie biedt het college de betrokken persoon een dienstverband aan.
Artikel 10 Tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang
Het college maakt gebruik van de bevoegdheid om op grond van artikel 1.13 van de Wet kinderopvang een tegemoetkoming te verstrekken als aanvulling op de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst.
In aanmerking voor een vergoeding voor de eigen bijdrage kosten kinderopvang komt:
De ouder die een uitkering ontvangt op grond van de Participatiewet, de IOAW, IOAZ of ANW en gebruik maakt van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, Participatiewet, artikel 34, eerste lid, onder a, IOAW, of artikel 34, eerste lid, onder a, IOAZ, welke voorziening een noodzaak tot kinderopvang met zich meebrengt;
Artikel 13 Voorwaarden verstrekking
Een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang wordt verstrekt indien:
Artikel 15 Ingangsdatum tegemoetkoming
Het college stelt de ingangsdatum van de tegemoetkoming vast op de dag waarop de scholing of het traject gericht op arbeidsinschakeling begint, of zoveel later als de kinderopvang daadwerkelijk begint.
Artikel 16 Premie ter bevordering van de re-integratie
Aan bijstandsgerechtigden met een medische urenbeperking (zoals bedoeld in artikel 6b van de wet) kan het college een tweemalige premie per kalenderjaar uitkeren ter hoogte van maximaal 10% van inkomsten uit arbeid, met een maximum zoals beschreven in artikel 31 lid 2 sub j van de wet. De premie wordt toegekend voor zover zij algemene bijstand ontvangen. Deze premie komt bovenop het vrijlatingspercentage van 15% van inkomsten uit arbeid zoals beschreven in artikel 31 lid 2 sub y van de wet.
Artikel 17 Vergoeding reiskosten en overige onkosten
Om in aanmerking te komen voor een vergoeding reiskosten en overige onkosten dient de uitkeringsgerechtigde een (vrijwilligers)overeenkomst te overleggen waaruit de duur en omvang in uren van de (onbeloonde) arbeid, het vrijwilligerswerk, de maatschappelijk nuttige activiteit of het inburgeringstraject blijkt.
De vergoeding voor onbeloonde arbeid of vrijwilligerswerk van de uitkeringsgerechtigde kan worden geweigerd, als de belanghebbende geen mededeling heeft gedaan van al hetgeen dat van belang is voor de verlening daarvan, of als hij de aan het re-integratietraject of tegenprestatie en aan de bijstandsuitkering verbonden verplichtingen niet of niet behoorlijk nakomt.
Artikel 19 Scholing alleenstaande ouders met kinderen tot 5 jaar
Indien op grond van artikel 9a, vijfde lid en sub a van de wet de ontheffing van de plicht tot arbeidsinschakeling van rechtswege wordt opgeschort, mag een door belanghebbende gestarte opleiding worden afgemaakt, mits deze binnen 12 maanden na opschorting kan worden afgerond. Hiervoor verleent het college op individuele basis een ontheffing van de plicht tot arbeidsinschakeling.
Artikel 19a Aantonen vaardigheden Nederlandse taal
Een belanghebbende kan de vaardigheden van de Nederlandse taal aantonen door een document als bedoeld in artikel 18b, tweede lid, onderdeel c van de wet, te overleggen waaruit dit blijkt. Voorbeelden van zo’n document zijn:
Het eerste lid is niet van toepassing op de belanghebbende die volledig en duurzaam is ontheven van de arbeidsverplichtingen als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel a van de wet, inburgeraars of indien er sprake is van een gediagnostiseerd leerprobleem waardoor de belanghebbende niet in staat is om zich de vaardigheden van de Nederlandse taal eigen te maken.
Hoofdstuk 3 Ondersteuning werkgever bij arbeidsinschakeling
Artikel 21 Verlening tijdelijke loonkostensubsidie
De werkgever die met een of meer uitkeringsgerechtigden en/of gesubsidieerd werkenden, die voor arbeidsinschakeling zijn aangewezen op ondersteuning door de gemeente Amstelveen, een arbeidsovereenkomst sluit of beoogt te sluiten, kan in aanmerking komen voor een tijdelijke loonkostensubsidie volgens de regels in dit hoofdstuk.
Artikel 23 Eisen aan de kandidaat
De (beoogde) werknemer heeft een uitkering van de gemeente ontvangen of gesubsidieerd werk verricht.
Artikel 25 Hoogte tijdelijke loonkostensubsidie
De tijdelijke loonkostensubsidie bedraagt maximaal € 5.000 per jaar voor een voltijd dienstverband. De loonkostensubsidie wordt voor 6 maanden verstrekt voor maximaal € 3.000 subsidie. Indien er vervolgens wederom een arbeidsovereenkomst van zes maanden wordt gesloten, kan subsidie voor het tweede half jaar worden toegekend voor maximaal € 2.000.
Hoofdstuk 4 Specifieke doelgroepen
Uitkeringsgerechtigden die mantelzorgtaken verrichten kunnen, op basis van advies van Mantelzorg & Meer, gedurende 12 maanden (gedeeltelijk) worden ontheven van de actieve sollicitatieplicht, de re-integratieplicht en de passieve sollicitatieplicht voor het aantal uren per week die nodig zijn voor het verrichten van de noodzakelijke zorgtaken.
De mantelzorgtaken moeten worden verricht voor een familielid of een familielid van de echtgenoot/geregistreerde partner tot en met de 2e graad of voor het pleegkind. Er is maatwerk mogelijk in bijzondere omstandigheden, voor familie/bloedverwanten in de 3e en 4e graad (als zij geen naasten in de 1e of 2e graad hebben die voor hen kunnen zorgen).
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in de beleidsregels, indien strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden.
Artikel 31 Onvoorziene situaties
In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien of toepassing daarvan niet overeenkomt met de bedoeling van deze regels, beslist het college.