Organisatie | Zaffier |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Nadere regels AlkmaarPas voor minima en lage middeninkomens |
Citeertitel | Nadere regels AlkmaarPas voor minima en lage middeninkomens |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze nadere regels worden ingetrokken met ingang van 1 januari 2024.
Deze regeling vervangt de Nadere regels AlkmaarPas.
Verordening AlkmaarPas voor minima en lage middeninkomens
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-02-2023 | 01-01-2024 | nieuwe regeling | 26-01-2023 |
HOOFDSTUK 3 AANBOD VOOR INWONERS VAN 18 JAAR EN OUDER
De hoogte van het in het eerste lid genoemde budget bedraagt € 188,-- per kalenderjaar voor de houder van de AlkmaarPas van 18 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd met een inkomen tot maximaal 120% van de voor hen van toepassing zijnde bijstandsnorm en een vermogen lager dan of gelijk aan de voor hen van toepassing zijnde vermogensgrens, als bedoeld in artikel 34, derde lid van de wet.
De hoogte van het in het eerste lid genoemde budget bedraagt € 88,-- per kalenderjaar voor de houder van de AlkmaarPas van 18 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd met een inkomen van minimaal 120% en maximaal 150% van de voor hen van toepassing zijnde bijstandsnorm en een vermogen lager dan of gelijk aan de voor hen van toepassing zijnde vermogensgrens, als bedoeld in artikel 34, derde lid van de wet.
De hoogte van het in het eerste lid genoemde budget bedraagt € 302,-- per kalenderjaar voor de houder van de AlkmaarPas vanaf de pensioengerechtigde leeftijd met een inkomen tot maximaal 120% van de voor hen van toepassing zijnde bijstandsnorm en een vermogen lager dan of gelijk aan de voor hen van toepassing zijnde vermogensgrens, als bedoeld in artikel 34, derde lid van de wet.
De hoogte van het in het eerste lid genoemde budget bedraagt € 172,-- per kalenderjaar voor de houder van de AlkmaarPas vanaf de pensioengerechtigde leeftijd met een inkomen van minimaal 120% en maximaal 150% van de voor hen van toepassing zijnde bijstandsnorm en een vermogen lager dan of gelijk aan de voor hen van toepassing zijnde vermogensgrens, als bedoeld in artikel 34, derde lid van de wet.
De houder van de AlkmaarPas heeft vanaf het tijdstip van toekenning van de AlkmaarPas aanspraak op het volledige bedrag voor het betreffende kalenderjaar. Indien de houder gedurende een kalenderjaar de 18 jarige leeftijd dan wel de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, wordt het budget als bedoeld in het tweede, derde, vierde of vijfde lid met onmiddellijke ingang toegekend.
HOOFDSTUK 4 AANBOD KINDEREN VAN 4 TOT 18 JAAR
De hoogte van het in het eerste lid genoemde budget bedraagt € 298,-- per kalenderjaar voor kinderen van 12 tot 18 jaar waarvan de ouders een inkomen hebben tot maximaal 120% van de voor hen van toepassing zijnde bijstandsnorm en het vermogen lager dan of gelijk is aan de voor hen van toepassing zijnde vermogensgrens, als bedoeld in artikel 34, derde lid van de wet. Zij hebben ook recht op een Sportpaspoort tegen een gereduceerd tarief.
De hoogte van het in het eerste lid genoemde budget bedraag € 260,-- per kalenderjaar voor kinderen van 12 tot 18 jaar waarvan de ouders een inkomen hebben van minimaal 120% en maximaal 150% van de voor hen van toepassing zijnde bijstandsnorm en het vermogen lager dan of gelijk is aan de voor hen van toepassing zijnde vermogensgrens, als bedoeld in artikel 34, derde lid van de wet. Zij hebben ook recht op een Sportpaspoort tegen een gereduceerd tarief.
De hoogte van het in het eerste lid genoemde budget bedraagt € 166,-- per kalenderjaar voor kinderen van 4 tot 12 jaar waarvan de ouders een inkomen hebben tot maximaal 120% van de voor hen van toepassing zijnde bijstandsnorm en het vermogen lager dan of gelijk is aan de voor hen van toepassing zijnde vermogensgrens, als bedoeld in artikel 34, derde lid van de wet.
De hoogte van het in het eerste lid genoemde budget bedraagt € 145,-- per kalenderjaar voor kinderen van 4 tot 12 jaar waarvan de ouders een inkomen hebben van minimaal 120% en maximaal 150% van de voor hen van toepassing zijnde bijstandsnorm en het vermogen lager dan of gelijk is aan de voor hen van toepassing zijnde vermogensgrens, als bedoeld in artikel 34, derde lid van de wet.
Voor kinderen in het basisonderwijs waarvan de ouders een inkomen hebben tot maximaal 120% van de voor hen van toepassing zijnde bijstandsnorm en het vermogen lager dan of gelijk is aan de voor hen van toepassing zijnde vermogensgrens, als bedoeld in artikel 34, derde lid van de wet, wordt maximaal € 126,-- vergoed.
Voor kinderen in het basisonderwijs waarvan de ouders een inkomen hebben van minimaal 120% en maximaal 150% van de voor hen van toepassing zijnde bijstandsnorm en het vermogen lager dan of gelijk is aan de voor hen van toepassing zijnde vermogensgrens, als bedoeld in artikel 34, derde lid van de wet, wordt maximaal € 110,-- vergoed.
Voor kinderen in het voortgezet onderwijs waarvan de ouders een inkomen hebben tot maximaal 120% van de voor hen van toepassing zijnde bijstandsnorm en het vermogen lager dan of gelijk is aan de voor hen van toepassing zijnde vermogensgrens, als bedoeld in artikel 34, derde lid van de wet, wordt maximaal € 166,-- vergoed.
Voor kinderen in het voortgezet onderwijs waarvan de ouders een inkomen hebben van minimaal 120% en maximaal 150% van de voor hen van toepassing zijnde bijstandsnorm en het vermogen lager dan of gelijk is aan de voor hen van toepassing zijnde vermogensgrens, als bedoeld in artikel 34, derde lid van de wet, wordt maximaal € 145,-- vergoed.
De hoogte van het in het eerste lid genoemde budget bedraagt € 71,-- per kalenderjaar voor kinderen van 4 tot 12 jaar waarvan de ouders een inkomen hebben tot maximaal 120% van de voor hen van toepassing zijnde bijstandsnorm en het vermogen lager dan of gelijk is aan de voor hen van toepassing zijnde vermogensgrens, als bedoeld in artikel 34, derde lid van de wet.
De hoogte van het in het eerste lid genoemde budget bedraagt € 62,-- per kalenderjaar voor kinderen van 4 tot 12 jaar waarvan de ouders een inkomen hebben van minimaal 120% en maximaal 150% van de voor hen van toepassing zijnde bijstandsnorm en het vermogen lager dan of gelijk is aan de voor hen van toepassing zijnde vermogensgrens, als bedoeld in artikel 34, derde lid van de wet.
De hoogte van het in het eerste lid genoemde budget bedraagt € 125,-- per kalenderjaar voor kinderen van 12 tot 18 jaar waarvan de ouders een inkomen hebben tot maximaal 120% van de voor hen van toepassing zijnde bijstandsnorm en het vermogen lager dan of gelijk is aan de voor hen van toepassing zijnde vermogensgrens, als bedoeld in artikel 34, derde lid van de wet.
De hoogte van het in het eerste lid genoemde budget bedraagt € 109,-- per kalenderjaar voor kinderen van 12 tot 18 jaar waarvan de ouders een inkomen hebben van minimaal 120% en maximaal 150% van de voor hen van toepassing zijnde bijstandsnorm en het vermogen lager dan of gelijk is aan de voor hen van toepassing zijnde vermogensgrens, als bedoeld in artikel 34, derde lid van de wet.
Artikel 7 Schuiven tussen budgetten
Het is toegestaan om te schuiven tussen het “meedoen” budget en het shoptegoed.