Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nieuwkoop

Beleidsregel duurzaamheidsmaatregelen monumenten gemeente Nieuwkoop 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNieuwkoop
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel duurzaamheidsmaatregelen monumenten gemeente Nieuwkoop 2023
CiteertitelBeleidsregel duurzaamheidsmaatregelen monumenten gemeente Nieuwkoop 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 2.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
  3. artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
  4. artikel 2.15 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
  5. artikel 2.18 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
  6. Erfgoedverordening gemeente Nieuwkoop 2018
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-02-2023nieuwe regeling

24-01-2023

gmb-2023-40347

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel duurzaamheidsmaatregelen monumenten gemeente Nieuwkoop 2023

Het college van de gemeente Nieuwkoop

 

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de artikelen 2.1, lid 1, onder f, 2.2, lid 1, onder b, 2.15 en 2.18 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Erfgoedverordening gemeente Nieuwkoop 2018,

 

besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:

 

 

Beleidsregel duurzaamheidsmaatregelen monumenten gemeente Nieuwkoop 2023.

 

Overwegende dat:

 

  • -

    burgemeester en wethouders op grond van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd zijn tot het vaststellen van een beleidsregel in het kader van de bevoegdheid om omgevingsvergunningen te verlenen;

  • -

    burgemeester en wethouders met de toepassing van de artikelen in deze beleidsregel een toetsingskader hebben bij aanvragen voor een omgevingsvergunning voor warmtepompinstallaties en zonnepanelen op dan wel bij of aan beschermde monumenten en tevens richtlijnen bieden voor eigenaren van deze monumenten die voornemens zijn om een warmtepompinstallatie te plaatsen en/of zonnepanelen;

  • -

    het gewenst is ter invulling van hun beleidsruimte een beleidsregel vast te stellen voor de afweging van de belangen van eigenaren en het algemeen belang van instandhouding van beschermde monumenten en de beeldkwaliteit van deze gebouwen;

  • -

    bij de toepassing van deze beleidsregel de advieslijn voor zonnepanelen op rijksmonumenten van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed uit 2020 is betrokken;

Artikel 1 Definities

Deze beleidsregel verstaat onder:

 

  • -

    In het zicht: de warmtepomp en/of zonnepanelen zijn zichtbaar vanaf openbaar toegankelijk gebied.

  • -

    Monumenten: rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten;

  • -

    Openbaar toegankelijk gebied: weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar vaarwater en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;

  • -

    Rijksmonument: rijksmonument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet;

  • -

    Uit het zicht: de warmtepomp en/of zonnepanelen zijn niet of nauwelijks zichtbaar vanuit de publiek toegankelijke omgeving;

  • -

    Warmtepompen: installaties die worden aangebracht om warmte aan de natuurlijke omgeving te onttrekken om een gebouw te verwarmen of te koelen, inclusief de bijbehorende leidingen en bedrading;

  • -

    Zonnepanelen: installaties die worden aangebracht voor het opwekken van zonne-energie, zoals PV-panelen en zonnecollectoren, inclusief de bijbehorende leidingen en bedrading.

Artikel 2: Doel

Deze beleidsregel heeft als doel regels te stellen voor de afweging van de belangen van eigenaren en het algemeen belang van instandhouding van monumenten en de beeldkwaliteit van deze objecten bij plaatsing van warmtepompen en zonnepanelen op, aan of bij het monument. Omgaan met monumenten is echter altijd maatwerk. Het kan daarom voorkomen dat in bijzondere gevallen warmtepompen of zonnepanelen juist wel of toch niet mogelijk blijken vanwege de beperkte of grotere gevolgen voor de monumentale waarden, bijvoorbeeld omdat plaatsing van zonnepanelen vanwege een bijzondere kapvorm of bijzondere dakbedekking ongewenst is

Artikel 3: Afbakening

Deze beleidsregel is van toepassing op beschermde monumenten volgens de definitie zoals is genoemd in artikel 1.

Artikel 4: Plaatsing reversibel

Warmtepompen en zonnepanelen dienen reversibel geplaatst te worden, wat betekent dat de installaties weer zonder schade aan het monument verwijderd kunnen worden. Om deze reden moeten de dakbedekking en de gevelbekleding onder en achter de installaties gehandhaafd blijven. Ook historische dak- en gevelelementen of -opbouwen, zoals schoorstenen, dakkapellen en decoraties, moeten behouden blijven.

Artikel 5: Warmtepompen

  • a.

    Warmtepompen dienen in beginsel uit het zicht geplaatst te worden, bijvoorbeeld tegen of aan een gevel uit het zicht, of vrijstaand op een locatie op het erf die uit het zicht ligt;

  • b.

    Wanneer het technisch niet mogelijk blijkt om de warmtepomp uit het zicht te plaatsen, of wanneer dit geen rendabele installatie oplevert, dient per geval afgewogen te worden of de warmtepomp in het zicht kan worden toegestaan. Hierbij heeft het de voorkeur dat de warmtepomp ofwel vrijstaand wordt geplaatst, ofwel tegen een gevel van een bijgebouw of aanbouw zonder monumentale waarde wordt geplaatst;

  • c.

    Ter bescherming van de monumentale waarden en/of de beeldkwaliteit kunnen er, wanneer medewerking wordt verleend aan plaatsing in het zicht, extra eisen worden gesteld, zoals het toepassen van een installatie in een bij het monument passende kleurstelling en/of het plaatsen van een kast of omtimmering om de installatie.

Artikel 6: Zonnepanelen

  • a.

    Zonnepanelen dienen in beginsel uit het zicht geplaatst te worden, bijvoorbeeld op een dakvlak uit het zicht, of op de grond op een locatie op het erf die uit het zicht ligt;

  • b.

    Wanneer het technisch niet mogelijk blijkt om de zonnepanelen uit het zicht te plaatsen, of wanneer dit geen rendabele installatie oplevert, dient per geval afgewogen te worden of er zonnepanelen in het zicht kunnen worden toegestaan. Hierbij heeft het de voorkeur dat de zonnepanelen ofwel op de grond geplaatst worden, ofwel op een dakvlak van een bijgebouw of aanbouw zonder monumentale waarde;

  • c.

    Ter bescherming van de monumentale waarden en/of de beeldkwaliteit kunnen er, wanneer medewerking wordt verleend aan plaatsing in het zicht, extra eisen worden gesteld aan bijvoorbeeld:

    • 1.

      de dakvlakken waarop zonnepanelen worden aangebracht;

    • 2.

      het aantal zonnepanelen;

    • 3.

      het legplan van de zonnepanelen;

    • 4.

      de afstand tussen de zonnepanelen en de dakranden en (venster)openingen in het dakvlak;

    • 5.

      de kleur en vormgeving van de zonnepanelen;

    • 6.

      de landschappelijke inpassing van zonnepanelen die op het erf worden geplaatst.

Artikel 7: Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking de dag na bekendmaking.

Artikel 8: Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als Beleidsregel duurzaamheidsmaatregelen monumenten gemeente Nieuwkoop 2023.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwkoop in de openbare vergadering van 24 januari 2023.

De griffier,

De voorzitter,

Toelichting bij de Beleidsregel duurzaamheidsmaatregelen monumenten gemeente Nieuwkoop 2023

Algemeen

Onderhavige beleidsregel ziet toe op het verduurzamen van monumenten voor wat betreft het plaatsen van warmtepompen en zonnepanelen. Dat neemt niet weg dat andere duurzaamheidsmaatregelen, die buiten het bereik van deze beleidsregel vallen, mogelijk zijn in het kader van maatwerkoplossingen. De richtlijnen in deze beleidsregel beogen om, met respect voor de historische kwaliteiten van de kernen binnen de gemeente Nieuwkoop, zo stevig mogelijk invulling te geven aan de doelstellingen van de routekaart ‘Verduurzaming monumenten’ die onderdeel is van het Klimaatakkoord. Ook beoogt deze beleidsregel om een eenduidig en begrijpelijk kader aan inwoners en eigenaren te bieden en criteria die voor toetsing en vergunningverlening eenvoudig en efficiënt toe te passen zijn. De toetsing door het bevoegd gezag (burgemeester en wethouders) en de advisering door een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige inzake cultuurhistorie, blijft, binnen deze criteria, altijd maatwerk. Vanwege het relatief tijdelijke en reversibele karakter van warmtepompen en zonnepanelen is vooral de visuele impact ervan maatgevend. De voorwaarden zijn opgesteld om de monumentale beeldkwaliteit te waarborgen.

 

Warmtepompen dienen in beginsel uit het zicht geplaatst te worden. Indien dit technisch onmogelijk blijkt of indien de installatie geen rendement zou opleveren bij plaatsing buiten het zicht, dan zal per geval afgewogen worden of een warmtepomp in het zicht wordt toegelaten. Het heeft hierbij de voorkeur dat een warmtepomp ofwel vrijstaand wordt geplaatst, ofwel tegen een gevel van een bijgebouw of aanbouw zonder monumentale waarde. Ter bescherming van de monumentale waarden en/of de beeldkwaliteit kunnen er extra eisen worden gesteld, zoals het toepassen van een installatie in een bij het monument passende kleurstelling en/of het plaatsen van een kast of omtimmering om de installatie.

 

Zonnepanelen dienen in beginsel eveneens uit het zicht geplaatst te worden, bijvoorbeeld op een dakvlak uit het zicht of op de grond op een locatie op het erf die uit het zicht ligt. Indien dit technisch onmogelijk blijkt of indien de zonnepanelen geen rendement zouden opleveren bij plaatsing buiten het zicht, dan zal per geval afgewogen worden of zonnepanelen in het zicht worden toegelaten. Het heeft hierbij de voorkeur dat zonnepanelen ofwel op de grond worden geplaatst, ofwel op een dakvlak van een bijgebouw of aanbouw zonder monumentale waarde. Ter bescherming van de monumentale waarden en/of de beeldkwaliteit kunnen er, wanneer medewerking wordt verleend aan plaatsing in het zicht, extra eisen worden gesteld. Deze eisen kunnen betrekking hebben op de dakvlakken waar de zonnepanelen op aangebracht worden, op het aantal zonnepanelen, op het legplan van de zonnepanelen, op de afstand van de zonnepanelen tot de dakranden en (venster)openingen in het dakvlak en op de kleur en vormgeving van de zonnepanelen.

 

Bij aanvragen voor een omgevingsvergunning, dus ook voor warmtepompen en zonnepanelen, wordt een advies van een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige inzake cultuurhistorie gevraagd. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) hanteert sinds 2020 een advieslijn voor zonnepanelen op rijksmonumenten. Deze advieslijn is gericht op gemeenten, die omgevingsvergunningen voor deze panden kunnen verstrekken. De inhoud van de advieslijn is mede bepalend voor het gemeentelijk beleid. De advieslijn is van toegevoegde waarde bij toetsing van de mogelijkheden voor zonnepanelen en zijn ook bruikbaar voor gemeentelijke monumenten.