Organisatie | Berkelland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Controleverordening Berkelland 2023 |
Citeertitel | Controleverordening Berkelland 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Controleverordening gemeente Berkelland 2009.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-01-2023 | 01-01-2023 | nieuwe regeling | 17-01-2023 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening uitgevoerd door de door de raad benoemde accountant van:
de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe verantwoording mogelijk maken; waarbij de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van het zesde lid van artikel 213 Gemeentewet, in acht worden genomen.
rechtmatigheidsverantwoording door het college
met ingang van het verslagjaar 2023 geeft het college zelf een rechtmatigheidsverantwoording af bij de jaarrekening. De stellige uitspraken van de commissie BBV in de Kadernota rechtmatigheid zijn daarbij leidend. De rechtmatigheidsverantwoording maakt deel uit van de jaarrekening zodat het huidige kwaliteitsniveau van de controle op rechtmatigheid geborgd blijft. De accountant geeft een getrouwheidsoordeel af bij de jaarrekening, waarvan de rechtmatigheidsverantwoording onderdeel uitmaakt.
Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole
In afwijking van het gestelde in lid 4, letters f en g kan de raad in het programma van eisen opnemen, dat de raad jaarlijks voorafgaand aan de accountantscontrole in overleg met de accountant vaststelt de posten van de jaarrekening, de posten van de deelverantwoordingen, de gemeentelijke producten en de gemeentelijke organisatieonderdelen, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden en welke rapporteringstoleranties hij daarbij dient te hanteren.
Artikel 4. Inrichting accountantscontrole
Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt periodiek (afstemmings-) overleg plaats tussen de accountant, de griffier en (een vertegenwoordiger uit) de auditcommissie, (een vertegenwoordiger van) de rekenkamer(functie), de portefeuillehouder financiën, de directie, de (concern-) controller en de concernopdrachtgevers.
Artikel 5. Toegang tot informatie
De accountant is bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren en voorraden en het inzien van alle boeken, notulen, brieven, computerbestanden en overige bescheiden, waarvan hij inzage voor de accountantscontrole nodig oordeelt. Het college draagt er zorg voor dat de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot alle kantoren, magazijnen, werkplaatsen, terreinen en informatiedragers van de gemeente.
Het college draagt er zorg voor, dat alle organisatie-eenheden van de gemeente zijn gehouden de accountant alle informatie te verstrekken, opdat de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over het gevoerde beheer en de getrouwheid van de daarover verstrekte informatie in de jaarrekening.
Artikel 6. Overige controles en opdrachten
Het college kan een accountant opdracht geven tot het uitvoeren van specifieke opdrachten. Deze specifieke opdrachten zijn te verdelen in twee soorten, namelijk opdrachten waarvoor een controleverklaring benodigd is zoals bij de controle op subsidieverantwoordingen en opdrachten waarvoor geen controleverklaring benodigd is. Opdrachten waarbij een controleverklaring niet benodigd is richten zich bijvoorbeeld op doelmatigheid en doeltreffendheid. Het is van belang dat de onafhankelijkheid van de accountant niet in het geding komt bij het uitvoeren van de opdrachten. Het college informeert de raad vooraf over deze aan de accountant te verstrekken opdrachten.
Het college draagt de zorg voor de uitvoering van het beleid betreffende de specifieke uitkeringen volgens de eisen van rechtmatigheid van de ministeries. Het college is voor de controle van de rechtmatige besteding van specifieke uitkeringen bevoegd de opdracht te verlenen aan een andere dan de door de raad benoemde accountant.
Uitzondering hierop zijn de specifieke uitkeringen die verplicht onderdeel uitmaken van de jaarrekening. De controle van deze zogenaamde SISA-verantwoording maakt onderdeel uit van de controleopdracht voor de jaarrekening.
Het college draagt de zorg voor de verantwoording aan derden (Belastingdienst, ABP, Sociale verzekeringsbank, CBS, e.d.) en neemt hierbij de gestelde controle-eisen in acht. Indien een deel van deze vereisten moet worden uitgevoerd door een accountant, is het college bevoegd hiervoor de opdracht verlenen aan een andere dan de door de raad benoemde accountant.
In aanvulling op het in de wet voorgeschreven verslag van bevindingen brengt de accountant over de door hem uitgevoerde (deel)controles verslag uit over zijn bevindingen van niet van bestuurlijk belang aan de ambtenaar van wie het geldelijk beheer, het vermogensbeheer, de administratie en de beheersdaden zijn gecontroleerd, het hoofd van de dienst waar de ambtenaar werkzaam is, de (concern-)controller en het hoofd van de afdeling Financieel Beheer dan wel andere daarvoor in aanmerking komende ambtenaren.