Organisatie | Medemblik |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels Jeugdhulp Medemblik 2023 |
Citeertitel | Nadere regels Jeugdhulp gemeente Medemblik |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Nadere regels Jeugdhulp gemeente Medemblik 2020.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-01-2023 | 01-01-2023 | nieuwe regeling | 10-01-2023 |
De Nadere regels jeugdhulp gemeente Medemblik (hierna: Nadere regels) bevatten Nadere regels voor de jeugdhulp. Zij vormen het sluitstuk van de lokale regelgeving op het gebied van de wet. De grondslag voor deze Nadere regels wordt gevormd door de Jeugdwet, de Verordening Jeugdhulp 2023, het Financieel besluit 2020 Gemeente Medemblik en de Algemene wet Bestuursrecht. De Nadere regels worden vastgesteld door het college.
De Nadere regels en de bijlagen dragen bij aan de transparantie van de uitvoering van de wet en de rechtszekerheid van de inwoners.
In deze Nadere regels en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Perspectiefplan: een plan waarin de ondersteuningsbehoefte van de jeugdige of het gezin is vastgelegd samen met de resultaten en hoe deze te bereiken. In het perspectiefplan wordt op verschillende leefgebieden de situatie in kaart gebracht om een effectieve ondersteuning voor de jeugdige of het gezin mogelijk te maken;
Alle begrippen die in deze Nadere regels worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Verordening Jeugdhulp, de Jeugdwet, de Regeling Jeugdwet en de Algemene wet Bestuursrecht.
Artikel 2.2. Aanvullende componenten bij, en/of los van een arrangement
De volgende componenten worden in combinatie met een ondersteuningsprofiel toegepast.
Het volgende component kan zowel samen met een arrangement, of los van een arrangement, worden ingezet:
Artikel 2.3. Andere vormen van specialistische jeugdhulp
Pleegzorg kan op vrijwillige basis worden ingezet of in een gedwongen kader. In het eerste geval, kan de lokale toegang, wanneer de ouders daarmee instemmen, een beschikking afgeven voor ((tijdelijke) plaatsing) van een kind in een pleeggezin. In het andere geval (gedwongen kader) heeft de rechter de mogelijkheid om een jeugdbeschermingsmaatregel (ondertoezichtstelling of voogdij) op te leggen. Gecertificeerde instellingen kunnen vervolgens op basis van een machtiging van de kinderrechter een aanmelding voor pleegzorg doen.
Artikel 2.4. Hoogspecialistische jeugdhulp (Segment C)
Toegang tot Hoogspecialistische jeugdhulp (segment C) gaat altijd via een advies van het regionaal adviesteam. De lokale toegang onderzoekt de indicatie voor Hoogspecialistische jeugdhulp en het regionaal adviesteam geeft een advies aan het college over de verwijzing naar Hoogspecialistische jeugdhulp en de te behalen resultaten per jeugdige.
Artikel 4. Het gesprek, de aanvraag en het perspectiefplan
Als de jeugdige en/of zijn ouder(s) bekend zijn bij de gemeente, kan het lokale team in overeenstemming met de jeugdige en/of zijn ouder(s) afzien van de gesprekken. Daarnaast kan de lokale toegang hiervan afzien in situaties van hoge urgentie zoals een levensbedreigende situatie waarbij de noodzaak tot acuut ingrijpen aantoonbaar is en in geval van onvermogen van de jeugdige of ouders.
De zorgaanbieder wordt, na toestemming door jeugdige en/of zijn ouders, op de hoogte gesteld van de te behalen resultaten en het geselecteerde ondersteuningsprofiel en maakt afspraken met de jeugdige en/of zijn ouders hoe de jeugdhulp ingezet wordt. In het perspectiefplan staat binnen welke termijn dit moet worden behaald. Ook wordt in dit perspectiefplan opgenomen wanneer de te behalen resultaten worden geëvalueerd;
Artikel 6.1. Persoonsgebonden budget (PGB)
De jeugdige en of zijn ouder(s) hebben de mogelijkheid om een PGB aan te vragen indien zij kunnen motiveren dat het zorgaanbod van een gecontracteerde zorgaanbieder niet passend is. Hiervoor dient de jeugdige en of de ouder(s) wel een plan bij de lokale toegang aan te leveren dat door het college getoetst wordt op haalbaarheid, kwaliteit en PGB-vaardigheden.
Artikel 6.2. Vereiste PGB-vaardigheden
Pgb-vaardigheid omvat onder meer de volgende onderdelen:
Artikel 6.3. Vereisten aan wettelijke vertegenwoordiger of gemachtigde als budgethouder
Het is mogelijk om een vertegenwoordiger aan te stellen voor het beheren van het PGB-budget indien de budgethouder niet zelf in staat is om het PGB te beheren. De vertegenwoordiger kan een wettelijk vertegenwoordiger of gemachtigde zijn.
Artikel 6.4. Kwaliteit in te kopen ondersteuning bij verstrekkingsvorm PGB
De kwaliteit van de in te kopen of ingekochte ondersteuning is belangrijk om de doelen en resultaten die in het perspectiefplan zijn opgesteld effectief in te zetten en uiteindelijk tot een goed eindresultaat te leiden. In de wet is als basiseis geformuleerd dat de ondersteuning veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht moet worden verstrekt;
Zie bijlage 3 voor de kwaliteitseisen die worden gesteld bij de inkoop van hulp en ondersteuning door middel van een PGB.
Artikel 6.5. Combinatie zorg in natura en PGB
Een zorgaanbieder kan binnen een arrangement alle zorg inzetten om een resultaat te behalen. Het inzetten van een combinatie van zorg in natura en PGB kan na beoordeling door het college en de beoogde zorgaanbieder gerealiseerd worden. Dit dient echter gemotiveerd opgenomen te worden in het perspectiefplan. Bij een combinatie van ondersteuning geleverd via zorg in natura en PGB, wordt een deel van de zorg in natura toegekend op basis van een lagere intensiteit, in overleg met de zorgaanbieder.
Artikel 6.6. Kwaliteitseisen aan de jeugdhulpaanbieder die via een PGB werkt – zorg vanuit een zorgverlener in dienst van een instelling of zorg door ZZP-er en freelancer
Zie bijlage 3 van de Nadere regels voor de kwaliteitseisen van jeugdhulpaanbieders met contract via de gemeente en jeugdhulpaanbieders die jeugdhulp middels een PGB aanbieden.
Artikel 6.8. Betalingen uit een PGB
De volgende uitgaven mogen worden betaald uit het PGB:
Zie bijlage 3 artikel 6.8 van de nadere regels, voor een niet limitatieve lijst van uitgaven die niet uit een PGB betaald mogen worden.
Vastgesteld bij collegebesluit in de vergadering van burgemeester en wethouders van Medemblik
d.d. 10 januari 2023
De secretaris
A. Griekspoor
De burgemeester
D. Straat
Bijlage: nadere regels jeugdhulp gemeente Medemblik 2023
Doel en grondslag van de nadere regels
In de onderstaande bijlagen staat beschreven hoe het college nadere invulling geeft aan de toepassing van de nadere regels met betrekking tot:
De nadere regels en de bijlagen dragen bij aan de transparantie van de uitvoering van de Wet en de rechtszekerheid van de inwoners. Echter, altijd moet in het achterhoofd worden gehouden dat de Jeugdwet, een individuele benadering veronderstelt en dat de toepassing van de nadere regels, zeker waar het de verstrekking van een individuele voorziening of pgb betreft, wordt afgestemd op de individuele situatie van de jeugdige.
Is de normale, dagelijkse hulp en zorg die ouders geacht worden aan hun kinderen te bieden. Ouders zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor het verzorgen en naar eigen inzicht opvoeden van hun kinderen. Uitgangspunt is dat er geen jeugdhulp hoeft te worden ingezet voor zover sprake is van gebruikelijke hulp. Meer specifiek gaat het om ‘hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van ouders en of andere verzorgers of opvoeders’.
Er wordt onderscheid gemaakt in een kortdurende en langdurige ondersteuningsbehoefte.
Kortdurend: er is uitzicht is op een dusdanige verbetering van de problematiek en de daarmee samenhangende zelfredzaamheid van de jeugdige, dat ondersteuning daarna niet langer is aangewezen. Richtlijn van maximaal drie maanden.
Langdurend: het gaat om chronische situaties waarvoor de hulp langer dan drie maanden nodig is. Hoe korter de verwachte duur van de ondersteuning, hoe meer men mag verwachten van een ouder of huisgenoot. Van een partner worden andere dingen verwacht dan van een huisgenoot. En van een minderjarig kind kan minder verwacht worden dan van een meerderjarig kind;
Is de situatie wanneer de voor het kind noodzakelijke hulp op het gebied van verzorging en hulpverlening in chronische situaties uitgaat boven de hulp die een kind van dezelfde leeftijd zonder beperkingen redelijkerwijs nodig heeft, voor wat betreft de aard, frequentie en benodigde tijd voor deze handelingen.
Het onderzoek richt zich op twee aspecten:
Is die ouder/huisgenoot hiertoe ook daadwerkelijk in staat? Is de ouder beschikbaar? Raakt de ouder niet overbelast? Kunnen er grote financiële problemen ontstaan, doordat de hulp wordt geboden? Hierbij geldt dat iemands persoonlijke voorkeur en/of levensovertuiging geen rol speelt bij de beoordeling of iemand – objectief gesproken - gebruikelijke hulp kan leveren.
Uitgangspunt is, dat gebruikelijke hulp geleverd kan worden, tenzij uit het onderzoek blijkt dat dit niet het geval is. Een ouder/huisgenoot kan bijvoorbeeld geen gebruikelijke hulp leveren:
bij (dreigende) overbelasting. Er wordt dan geen gebruikelijke hulp verwacht totdat deze (dreigende) belasting is opgeheven. Onderzocht moet worden welke mogelijkheden de huisgenoot heeft om de (dreigende) overbelasting op te heffen. Onder andere mag verwacht worden dat de huisgenoot bereid is maatschappelijke activiteiten te beperken om zo de (dreigende) overbelasting op te heffen;
bij fysieke afwezigheid. Deze afwezigheid moet wel een verplichtend karakter hebben, bijvoorbeeld vanwege werk (in het buitenland, offshore of als internationaal chauffeur). Daarnaast moet gekeken worden naar de aard van de ondersteuning en de duur van de afwezigheid. Als ondersteuning uitstelbaar is dan wordt pas uitgegaan van afwezigheid van gebruikelijke hulp als het om een aaneengesloten periode van tenminste zeven etmalen gaat.
Bij personen die niet in dezelfde woning wonen, kan geen sprake zijn van gebruikelijke hulp. Wel kan mantelzorg aan de orde zijn. Bij een huisgenoot, anders dan ouder of kind, moet duidelijk zijn dat hij in dezelfde woning woont. Dit is bijvoorbeeld niet het geval als er sprake is van twee appartementen, elk met een eigen toegangsdeur, die slechts te bereiken zijn via een gezamenlijke ingang aan de openbare weg. Bij onduidelijkheid over de vraag of er sprake is van “dezelfde woning” zoekt het college in het onderzoek aansluiting bij de uitleg over zelfstandige woonruimte in het kader van de regelgeving over de huurtoeslag.
Wat concreet valt onder “gebruikelijke hulp” wordt bepaald door wat naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de ouder of het inwonend kind of de andere huisgenoot. Dit wordt bepaald door meerdere factoren, zoals bijvoorbeeld de aard en intensiteit van de ondersteuning en de verwachte duur van de ondersteuningsbehoefte. Uitdrukkelijk behoort tot de eigen kracht ook het beroep doen op voorzieningen op grond van een andere wet. In het spraakgebruik worden dit ook wel voorliggende voorzieningen genoemd. Ook in die situatie hoeft het college, met een beroep op eigen kracht, geen voorziening te verstrekken op grond van de Jeugdwet.
1.3. Uitgangspunten hulp/zorg van ouder(s) voor kinderen
Bijlage 2: Ondersteuningsprofielen
2.1 Individuele voorzieningen: Arrangementen
Vanaf 1 januari 2020 werd in de regio Westfriesland door alle gemeenten voor jeugdhulp een andere bekostiging van kracht. De bestaande producten zijn vervangen door een indeling in een tiental profielen passend bij de ondersteuningsbehoefte van de jeugdige/het gezin. Voorafgaand aan een verwijzing naar een specialistische jeugdhulpaanbieder wordt eerst met de jeugdige/het gezin bepaald welke resultaten behaald zouden moeten worden. Afhankelijk daarvan zet de jeugdhulpaanbieder binnen het gekozen profiel een bepaalde intensiteit voor de behandeling of begeleiding in. Dit ‘arrangement’ omvat dan alles wat nodig is om de gewenste resultaten te behalen.
De Westfriese gemeenten hebben besloten om de toewijzing van jeugdhulp eenvoudiger en meer resultaatgericht te maken. De visie hierbij is dat de ondersteuningsbehoefte van de jeugdige/het gezin leidend moet zijn. In de nieuwe opzet coördineert één jeugdhulpaanbieder in één arrangement alle gewenste behandeling en/of begeleiding. Dit arrangement is erop gericht dat de gestelde resultaten zoals beschreven in het perspectiefplan worden bereikt. Om deze resultaten te behalen kan de jeugdhulpaanbieder eventueel via onderaanneming* samenwerkingspartners inzetten om op onderdelen bij te dragen aan het gewenste maatwerk.
De nieuwe bekostiging geldt voor het grootste deel van de specialistische jeugdhulp (te weten: de sectoren geestelijke gezondheidszorg GGZ, lichtverstandelijke beperking (LVB) en jeugd- en opvoedhulp (JOH)). Pleegzorg wordt bekostigd uit een vast pleegzorgtarief per etmaal. Ernstig Enkelvoudige Dyslexie (EED) wordt bekostigd volgens een vaste trajectprijs voor diagnose en behandeling. Dit wordt op dezelfde manier toegewezen als arrangementen gericht op herstel en specialistische jeugdhulp segment B. De behandeltrajecten EED kunnen maximaal drie keer ingezet worden. Elk behandeltraject omvat maximaal 20 behandelingen.
Een arrangement bestaat uit een ondersteuningsprofiel en een intensiteit. In een ondersteuningsprofiel wordt het gebied van de hulpvraag beschreven en een intensiteit geeft een zwaarte (duur en omvang) in het zorgaanbod weer.
Er kan niet meer dan één arrangement worden ingezet. De jeugdhulpaanbieder dient binnen het arrangement alles in te zetten wat nodig is voor het bereiken van de beoogde resultaten. Een combinatie met pleegzorg is wel mogelijk. Pleegzorg wordt beschouwd als een bijzondere gezinssituatie die net als andere gezinssituaties kan worden ‘aangevuld’ met specialistische hulp.De lokale toegang of de gemeente kiest het ondersteuningsprofiel.
De jeugdhulpaanbieder geeft in het perspectiefplan aan welke intensiteit nodig is om de resultaten te bereiken. Bij de intensiteit hoort een tarief. Dit zijn prijsafspraken tussen de jeugdhulpaanbieder en de gemeente. In de toekenningsbeschikking komt zowel het ondersteuningsprofiel als de intensiteit te staan. Dit biedt echter weinig houvast voor een jeugdige of zijn ouders. In de afspraken die opgenomen zijn in het perspectiefplan staat echter waar de jeugdige en/of zijn ouders concreet recht op hebben. Omdat dit perspectiefplan onderdeel wordt van de toekenning van de individuele voorziening biedt dit voldoende rechtsbescherming aan de jeugdige en/of zijn ouders.
Behoefte aan het verbeteren van psychosociaal functioneren van jeugdigen en verbeteren van gezinscommunicatie
In dit profiel zijn er zowel problemen bij de invulling van het ouderschap als problemen bij de jeugdige, die met elkaar samenhangen en elkaar beïnvloeden. De ouders van deze jeugdige hebben problemen in de relatie met elkaar. Vaak zijn de ouders gescheiden. Over de opvoeding zijn ze het vaak niet eens en ze beschikken over ontoereikende opvoedvaardigheden. De jeugdige kampt met psychosociale problemen. Jeugdige vertoont vaak gedragsproblemen, maar heeft ook emotionele problemen, loyaliteitsproblemen en problemen op school.
De ouders beschikken over toereikende opvoedvaardigheden, om op eigen kracht de ontwikkeling van hun kind(eren) positief aan te sturen en te stimuleren. De ouders zijn eensgezind over de aanpak en zijn in staat tot afstemming, los van eigen opvoedstijl en eventuele echtscheidingssituatie. De jeugdige functioneert leeftijdsadequaat thuis, op school en buitenshuis.
behoefte aan het vergroten van specifieke opvoedingsvaardigheden ouders plus hulp vanwege kind-eigen problematiek
In dit profiel is er sprake van een jeugdige met ontwikkelings- en gedragsproblemen, waarbij de ouders behoefte hebben aan/onvoldoende beschikken over de opvoedvaardigheden die nodig zijn. Er is geen sprake van zware gezinsproblematiek of problemen in de relatie tussen de ouders. Er is vaak onenigheid tussen de ouders over de opvoedingsaanpak en de probleemaanpak van de jeugdige. De problemen van de jeugdige zijn goed beïnvloedbaar door het pedagogische handelen van de ouders, zodat het versterken van het opvoedkundig handelen van de ouders en hun ouderschap effectief kan zijn (versterken eigen kracht ouders).
De ouders beschikken over toereikende opvoedvaardigheden, om op eigen kracht de ontwikkeling van hun kind(eren) positief aan te sturen en te stimuleren. De ouders werken als ouders goed samen in de opvoeding van hun kinderen. De ontwikkeling en het gedrag van de jeugdige laat positief herstel zien thuis, op school en buitenshuis.
Behoefte aan het vergroten van specifieke opvoedingsvaardigheden van ouders met een beperking
In dit profiel is er sprake van een jeugdige, die één of twee ouders met een ziekte, of lichamelijke of verstandelijke beperking heeft. Hierdoor hebben zij vaak problemen met het bieden van voldoende ondersteuning, bescherming en verzorging van hun kind(eren). Het gaat hier ook om psychiatrische problemen. Ook hebben de ouders vaak ontoereikende opvoedvaardigheden en vraag naar handvatten voor de opvoeding. De jeugdige kampt meestal met gedragsproblemen, doch kan er ook sprake zijn van ontwikkelingsproblemen en andere kind eigen factoren. Belangrijke aandachtspunten in de hulp die geboden wordt zijn netwerkversterking, veiligheid, stimuleren van de ontwikkeling en het welbevinden van de jeugdige.
De ouder(s) doet(n) wat in zijn(hun) vermogen ligt in de opvoeding van zijn(hun) kinderen. Het netwerk om het gezin ondersteunt waar dit nodig is. De jeugdige functioneert leeftijdsadequaat, thuis, op school en buitenshuis. Hij zit goed in zijn vel. Hij heeft steunfiguren om zich heen, waar hij terecht kan om zijn emoties over de gezinssituatie te delen.
Behoefte aan het vergroten van specifieke opvoedingsvaardigheden voor ouders met eigen problematiek plus hulp voor de jeugdige(n) bij zijn/haar ontwikkeling;
In dit profiel is er sprake van jeugdigen die één of twee ouders hebben met psychi(atri)sche problemen, waarbij er vaak sprake is van een problematische thuissituatie (zoals het niet kunnen ondersteunen, beschermen of verzorgen van de jeugdige, het gebruik van middelen of verslaving). Ook is er veelal sprake van een problematische relatie tussen de ouders. Belangrijke aandachtspunten in de hulp die geboden wordt, zijn zowel het versterken van de eigen kracht van de ouders (los van de beperkingen), netwerkversterking, als ook de veiligheid, ontwikkeling en het welbevinden van de jeugdige. Wat betreft de jeugdige is er sprake van ontwikkelings-, gedrags- en emotionele problemen, die zowel kind eigen als ook contextueel bepaald kunnen zijn. Deze behoeven ook zorg, zodat de jeugdige zich zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen, los van mogelijke beperkingen.
De ouder(s) staat(n) zijn(hun) eigen kracht als opvoeder, los van de persoonlijke problemen en beperkingen. Om het gezin is een steunend netwerk aanwezig, dat bijspringt en aanvult waar en wanneer dit nodig is. Daar waar dit niet haalbaar is gebleken, is er voor de jeugdige een veilige en stimulerende opvoedsituatie gevonden. De ontwikkelings-, gedrags- en emotionele problemen zijn grotendeels verdwenen en de jeugdige kan zich weer
leeftijdsadequaat ontwikkelen binnen zijn mogelijkheden thuis, op school en buitenshuis. De jeugdige voelt zich weer beter in zijn vel.
Behoefte aan verminderen problematiek en verbeteren van functioneren jeugdige(n); hulp en behandeling voor jeugdige
Bij de jeugdige in dit profiel is er sprake van ontwikkelings- en gedragsproblemen door kind eigen problematiek (psychiatrische stoornis, verstandelijke beperking, somatische stoornis, ontwikkelingsstoornis, syndromale afwijkingen). Deze problematiek is van invloed op zijn ontwikkeling en kan gepaard gaan met disfunctioneren in meerdere levens- en ontwikkelingsgebieden. Deze jeugdige vraagt door zijn problematiek om specifieke opvoedvaardigheden van ouders en kan door de problematiek het ouderschap en de draaglastdraagkracht verhouding van hun ouders sterk beïnvloeden, evenals het gezinsfunctioneren. Belangrijke aandachtspunten in de hulp zijn het doorbreken van de ontwikkelingsstagnatie, het reduceren van klachten gerelateerd aan de kind-eigen problematiek, het versterken van de opvoedvaardigheden en ouderschap van de ouders (eigen kracht) en het verhogen van de kwaliteit van leven van de jeugdige, los van de aanwezige beperkingen.
De kind-factoren zijn dusdanig beïnvloed dat de jeugdige zich zo leeftijdsadequaat mogelijk ontwikkelt en functioneert, gebruik makend van zijn sterke kanten. De lijdensdruk van de jeugdige is sterk verminderd, hij voelt zich prettig in zijn leefomgeving. Ouders en andere betrokkenen hebben inzicht in de kind eigen factoren van de jeugdige, weten zijn gedrag te hanteren en zijn ontwikkeling optimaal te stimuleren (versterking eigen kracht ouders).
Behoefte aan leren van vaardigheden en verbeteren functioneren voor jeugdige(n), rekening houdend met verminderen van eigen problematiek ouders en waarborgen veiligheid jeugdigen
In dit profiel gaat het om een jeugdige die opgroeit in een multiprobleem gezin. Er is sprake van gezinnen waarbij één of beide ouder(s) eigen problematiek hebben, doch daarnaast is er ook sprake van ontoereikende opvoedvaardigheden, financiële problemen, huisvestingsproblemen, relationele problemen. De ouders zijn niet altijd in staat om hun kinderen voldoende zorg, bescherming en ondersteuning te bieden. Bij de jeugdige is er sprake van ontwikkelings- en gedragsproblemen. Er kan sprake zijn van angst- en stemmingsproblemen, hechtingsproblemen, traumatische ervaringen en cognitieve beperkingen. Bij deze gezinnen zijn vaak meerdere zorgverleners uit verschillende domeinen betrokken, waardoor zorgcoördinatie een belangrijke plaats in de geboden hulp inneemt.
De ouders hebben regie over de opvoeding van hun kinderen weer in handen genomen en weten waar ze terecht kunnen voor hulp en ondersteuning. Er is een steunend netwerk om het gezin heen aanwezig. Er is een plan in uitvoering voor alle problemen die zich in de gezinssituatie voordoen. Alle betrokken zorgverleners voeren samen met de ouders dit plan in samenhang uit. Door de gezamenlijke aanpak zijn de problemen van de jeugdige verminderd en functioneert hij beter thuis, op school en buitenshuis. Daarbij wordt gebruik gemaakt van zijn sterke kanten. De jeugdige maakt een gezonde positieve en veilige ontwikkeling door binnen zijn vermogen waarin acceptatie van blijvende kind problematiek een onderdeel kan zijn. De ouders beschikken over toereikende en bij jeugdige passende opvoedvaardigheden om op eigen kracht en eigen regie de ontwikkeling van hun kind(eren) positief aan te sturen en te stimuleren. De ouders werken als ouders goed samen in de opvoeding van hun kinderen en maken gebruik van een goed steunnetwerk.
Behoefte aan begeleiding en behandeling in samenhang met een verstandelijke beperking van de jeugdige
In dit profiel heeft de jeugdige een beneden gemiddelde intelligentie. Het betreft een jeugdige met een licht verstandelijke beperking (LVB) of zwaardere verstandelijke beperking (VG). Dit vraagt om extra hulp, ondersteuning en bescherming. Het vraagt van ouders naast de basis opvoedvaardigheden ook specifieke opvoedvaardigheden in de dagelijkse opvoedingspraktijk. Extra aandachtspunt is ook de draagkracht-draaglastverhouding van de ouders en het gezin (invloed op de overige kinderen in het gezin). Ontlasting van de ouders/gezin kan ingezet worden.
De ouders hebben goed zicht op de sterke kanten en de beperkingen van hun kind en hoe dit van invloed is op zijn ontwikkeling. Zij weten hoe zij hun kind kunnen stimuleren in zijn ontwikkeling en welke opvoedkundige aanpak effectief is. Zij weten waar zij ondersteuning kunnen vinden om overbelasting te voorkomen. De jeugdige weet indien mogelijk, waar zijn sterke kanten liggen en beseft dat hij beperkingen heeft. Hij functioneert overeenkomstig zijn mogelijkheden thuis, op school en buitenshuis. Hij voelt zich goed in zijn vel en heeft een reëel toekomstbeeld voor ogen. Hij voelt zich prettig in zijn leefomgeving.
Behoefte aan begeleiding en behandeling in samenhang met een verstandelijke beperking en gedragsproblematiek van de jeugdige
In dit profiel hebben de jeugdigen een beneden gemiddelde intelligentie. Het betreft jeugdigen met een licht verstandelijke beperking (LVB) of zwaardere verstandelijke beperking (VG). Hierdoor vragen zij om extra zorg, ondersteuning en bescherming. Daarnaast is er sprake van ontwikkelings- en gedragsproblemen in brede zin. Er is sprake van problemen op meerdere ontwikkelingsgebieden en levensdomeinen. De verstandelijke beperking kan voorkomen in combinatie met psychische en psychiatrische problematiek/stoornissen, waarbij het één het ander kan beïnvloeden en versterken (over en weer). Dit vraagt om extra zorg, ondersteuning en specialistische behandeling en begeleiding.
De klachten die samenhangen met de beneden gemiddelde intelligentie in combinatie met de ontwikkelings- en gedragsproblemen, zijn verminderd. Er is sprake van minder lijdensdruk en herstel van functioneren, thuis en buitenshuis. De jeugdige weet, indien mogelijk, waar zijn sterke kanten liggen en maakt daar gebruik van. Hij voelt zich prettig in zijn leefomgeving. De ouders beschikken over kennis en opvoedkundige vaardigheden die nodig zijn om de ontwikkeling positief te stimuleren. Zij weten waar zij ondersteuning kunnen vinden om overbelasting te voorkomen.
Behoefte aan begeleiding vanwege een lichamelijke beperking en/of niet-aangeboren hersenletsel van de jeugdige
In dit profiel is er bij de jeugdige sprake van een lichamelijke beperking en/of niet-aangeboren hersenletsel. Deze aandoeningen zijn van invloed op de ontwikkeling van de jeugdige in meer of mindere mate, op meerdere ontwikkelingsgebieden en leefdomeinen. Dit vraagt om extra ondersteuning, in de vorm van begeleiding en/of verpleging. Naast de basale opvoedvaardigheden, vraagt dit van de ouders ook specifieke opvoedvaardigheden in de dagelijkse opvoedingspraktijk. Dit kan hoge eisen stellen aan het ouderschap en de ouderrelatie. Extra aandachtspunt is ook de draagkracht-draaglastverhouding van de ouders en het gezin (invloed op overige kinderen in het gezin). Ontlasting van de ouder(s)/het gezin kan ingezet worden.
De jeugdige maakt zo goed mogelijk gebruik van zijn sterke kanten. Hij ontwikkelt zich positief thuis en buitenshuis, binnen zijn mogelijkheden. Hij ontwikkelt een positief zelfbeeld en voelt zich prettig in zijn leefomgeving. De ouders bieden de hulp en ondersteuning die hun kind nodig heeft, zo nodig met behulp van anderen. Zij weten waar zij ondersteuning kunnen vinden om overbelasting te voorkomen.
Behoefte aan leren van vaardigheden en verbeteren functioneren voor 0 tot 6 jarige(n) binnen het gezin (rekening houdend met verminderen van eigen problematiek ouders en waarborgen veiligheid van het jonge kind)
In dit profiel is er sprake van complexe problemen die van invloed zijn op de kwaliteit van de ouder-kindrelatie. Dit zijn complexe kind-, ouder- en omgevingsfactoren, zoals:
Kind factoren zoals een huilbaby, ernstige voedings- of slaapproblemen, een ontwikkelingsachterstand, emotionele- en gedragsproblemen, traumatische medische complicaties, syndromale afwijkingen, meervoudige beperkingen. Deze jonge kinderen vragen van de ouders naast de basale opvoedvaardigheden ook specifieke opvoedvaardigheden in de dagelijkse opvoedingspraktijk. Dit kan hoge eisen stellen aan het ouderschap en de ouderrelatie.
Extra aandachtspunt is ook de draagkracht-draaglastverhouding van de ouders en het gezin (invloed op overige kinderen in het gezin). Ontlasting van de ouder(s)/het gezin kan ingezet worden. Vaak zijn bij complexe problematiek diverse hulpverleners betrokken en dit vraagt om juiste coördinatie en samenwerking. Al deze factoren beïnvloeden elkaar over en weer. Het zeer jonge kind is nog totaal afhankelijk van de ouder/verzorger, waardoor deze factoren zowel de ontwikkeling van het brein beïnvloeden, als de kwaliteit van de ouder-kindrelatie en daarmee de hechting, meer nog dan bij oudere kinderen.
Het jonge kind maakt een gezonde, positieve en veilige ontwikkeling door binnen het vermogen van het kind, waarin acceptatie van blijvende kind problematiek een onderdeel kan zijn. De ouders beschikken over toereikende en bij het kind passende opvoedvaardigheden, om op eigen kracht en eigen regie de ontwikkeling van hun kind(eren) positief aan te sturen en te stimuleren. De ouders werken als ouders goed samen in de opvoeding van hun kinderen, en maken gebruik van een goed steunnetwerk. Zowel leerkrachten en groepsleidsters weten hoe zij het kind optimaal kunnen stimuleren in de ontwikkeling. De ontwikkeling en het gedrag van het jonge kind laat positief herstel zien thuis, op het kinderdagverblijf, de voorschool, op school en buiten
Herstel of duurzaam arrangement
Het uitgangspunt is dat het in te zetten arrangement gericht is op herstel. Het gaat immers om hulp vallend onder de Jeugdwet. Zou er in het geheel geen perspectief zijn op herstel dan is de WLZ van toepassing. Niettemin is er ook onder de Jeugdwet wel een accentverschil aan te brengen tussen:
Eventueel kan na een hersteltraject een vervolg worden ingezet op duurzame begeleiding. Dit is voornamelijk aan de orde bij de profielen 5, 7, 8 en 9.
Er zijn drie afwegingen te maken in het toekennen van de juiste jeugdhulp:
In de communicatie naar de jeugdige/het gezin gaat het om de resultaten. Het profiel en de intensiteit vormen de administratieve vertaling van de arrangementen en de inzet van een zorgaanbieder.
In de toekenning van jeugdhulp is het mogelijk één arrangement te kiezen waarbinnen de jeugdhulpaanbieder alle zorg levert om het resultaat te behalen. Er zijn echter extra componenten die aanvullend op het arrangement toegekend kunnen worden. Dit dient wel in het perspectiefplan meegenomen en gewogen te worden. Het extra component maakt dan deel uit van de toekenning.
Bijlage 3: Persoonsgebonden budget
Deze bijlage bevat een uitwerking van de artikelen uit de nadere regels Jeugdhulp gemeente Medemblik 2023 die betrekking hebben op het persoonsgebonden budget.
Artikel 6.2 Vereiste pgb-vaardigheden
Een budgethouder is in staat om de doelstellingen en de resultaten, uit het perspectiefplan te kunnen vertalen in een pgb-plan. De budgethouder zal voordat het pgb wordt toegekend een pgb-plan moeten overleggen inclusief een daarbij horende zorgovereenkomst. Het invullen van het pgb-plan en zorgovereenkomst vereist bepaalde vaardigheden. Deze vaardigheid brengt de volgende eisen mee die gesteld worden aan een budgethouder of beheerder:
Een budgethouders moet in staat zijn een administratie te kunnen voeren. Deze vaardigheid brengt de volgende eisen mee:
Jeugdigen en/of zijn ouder(s) verkrijgen het pgb via het trekkingsrecht, dat uitgevoerd wordt door de Sociale Verzekeringsbank. Jeugdige en/of zijn ouder(s) zorgen zelf voor de juiste aanlevering van informatie aan de Sociale Verzekeringsbank en de verwerking van de betalingen via de digitale mogelijkheden van de Sociale Verzekeringsbank;
In staat zijn om de doelstellingen in het ondersteuningsplan te volgen en te bewaken.
Deze vaardigheid brengt de volgende eisen mee:
d. Werkgeverschap (3 dagen ondersteuning of meer)
De budgethouder moet in staat zijn de werkgeversverplichtingen voortkomend uit het pgb te kunnen vervullen (indien van toepassing). Deze vaardigheid brengt de volgende eisen mee:
Artikel 6.3 Vereisten aan wettelijk vertegenwoordiger of gemachtigde als budgethouder:
Artikel 6.4 Kwaliteit in te kopen ondersteuning bij verstrekkingsvorm pgb
Artikel 6.6 Kwaliteitseisen aan de jeugdhulpaanbieder die via een pgb werkt
Het in te zetten personeel van de jeugdhulpaanbieder, welke beroepsmatig in contact kan komen met jeugdigen of ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikt over een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG, niet ouder dan zes maanden) bij indiensttreding. De organisatie monitort de personeelsleden op hun doen en laten, gerelateerd aan de geldende eisen voor de VOG. De VOG voor het in te zetten personeel hoeft niet met de offerte meegezonden te worden;
De jeugdhulpaanbieder draagt zorg voor een goede samenwerking met de professionals in het lokale team van de gemeente en andere relevante actoren. Onder een goede samenwerking wordt in ieder geval verstaan onderlinge afstemming tussen personeel de jeugdhulpaanbieder en de overige betrokkenen of te betrekken professionals over de samenwerking en de cliënt(en), met in achtneming van de privacywetgeving en eventuele andere privacy-protocollen van de gemeente;
De jeugdhulpaanbieder beschikt, voor zover dit voor het specifieke aanbod vereist is, over een geldige licentie die is verbonden aan de methodiek of het programma dat hij aanbiedt en voldoet gedurende de uitvoering van de opdracht aan de vereisten die aan deze licenties zijn gesteld, inclusief het op tijdig bijscholen van het personeel;