Nadere Regels Subsidiëring Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Dinkelland 2022

Artikel 1 – Bereik

• 1.

  Subsidie wordt verstrekt aan kinderdagverblijven, die gevestigd zijn in de gemeente Dinkelland, ten behoeve van het verzorgen van Voorschoolse Educatie volgens het door het college vastgestelde Beleidsplan Voor- en Vroegschoolse Educatie Dinkelland.

• 2.

  De kinderdagverblijven zijn verplicht de subsidie ten goede te laten komen aan ouders/verzorgers die ingeschreven staan in de gemeente Dinkelland en die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag, volgens de Wet kinderopvang.

• 3.

  Voor- en Vroegschoolse Educatie (hierna te noemen VVE); het stimuleren van de (taal)ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar, op grond van de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie, de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang en het door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde VVE-beleid Dinkelland d.d. 04-01-2011.

Artikel 2 – Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor de activiteiten die het kindercentrum worden georganiseerd in het kader van de Voor- en Vroegschoolse Educatie. De subsidie wordt verstrekt voor het bieden van pedagogisch verantwoorde VVE-activiteiten voor kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar, waarvan de ouders/verzorgers niet in aanmerking komen voor toeslagen volgens de Wet kinderopvang.

Artikel 3 – Criteria subsidieberekening

• 1.

  Bij de berekening van de subsidie wordt het jaarlijks vastgestelde maximale uurtarief Rijksnorm Wet Kinderopvang, hierna te noemen Kinderopvangtoeslag (KOT), verminderd met de ouderbijdrage gehanteerd.

• 2.

  De ouderbijdrage wordt vastgesteld conform de jaarlijks door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) vastgestelde adviestabel VNG Peuteropvang.

• 3.

  Subsidie wordt verleend voor de deelname aan VVE-activiteiten in een kinderdagverblijf in de gemeente Dinkelland door niet geïndiceerde peuters, waarvan de ouders niet in aanmerking komen voor KOT voor maximaal 8 uur per week gedurende 60 (school)weken in de periode dat het kind 2½ tot 4 jaar oud is.

• 4.

  Subsidie wordt verleend voor de deelname aan VVE-activiteiten in een kinderdagverblijf in de gemeente Dinkelland door VVE-geïndiceerde peuters waarvan de ouders/verzorgers (gedeeltelijk) in aanmerking komen voor KOT, voor maximaal 16 uur per week gedurende 60 (school)weken in de periode dat het kind 2½ tot 4 jaar oud is. Subsidie wordt verleend voor die uren waarop geen KOT van toepassing is.

• 5.

  Subsidie wordt verleend voor de deelname aan VVE-activiteiten in een kinderdagverblijf in de gemeente Dinkelland door VVE-geïndiceerde peuters waarvan de ouders/verzorgers niet in aanmerking komen voor KOT, voor maximaal 16 uur per week gedurende 60 (school)weken in de periode dat het kind 2½ tot 4 jaar oud is.

• 6.

  Subsidie wordt verleend voor de kosten van een pedagogisch coach. Het aantal uren wordt jaarlijks bepaald aan de hand van de volgende formule: het aantal kinderen van 2,5 tot 4 jaar per locatie die per 1 januari van dat jaar een indicatie hebben voor voorschoolse educatie x 10 uur à € 45,- (uurtarief).

• 7.

  Subsidie wordt verleend voor scholingskosten pedagogisch medewerker die werkzaam zijn op de groep van 2,5 tot 4-jarigen. Dit is een vast bedrag per medewerker.

Artikel 4 – Specifieke verplichtingen

• 1.

  De VVE-activiteiten vinden plaats in het kinderdagverblijf waar het kind ingeschreven staat.

• 2.

  Er wordt gewerkt met het VVE–gecertificeerde programma Uk en Puk.

• 3.

  De pedagogisch medewerkers die uitvoering geven aan de voorschoolse educatie binnen het kinderdagverblijf moeten VVE gecertificeerd zijn.

• 4.

  Het kinderdagverblijf neemt, indien gewenst, deel aan de zorgoverleggen in de gemeente Dinkelland, de Lokale Educatieve Agenda en de stuurgroep VVE Dinkelland. Het kinderdagverblijf draagt, in gezamenlijkheid met de GGD/JGZ, zorg voor de organisatie van het interne voorschoolse zorgteam.

• 5.

  Bij signalering van ontwikkelingsachterstanden en/of overige (gezin)problematiek die niet binnen het voorschoolse zorgteam zijn op te lossen, draagt het kinderdagverblijf, samen met het voorschoolse zorgteam en de ouders/verzorgers, zorg voor doorgeleiding naar de gemeentelijke zorgstructuur.

• 6.

  Het kinderdagverblijf past (indien nodig) het individuele VVE-programma van een kind aan. De ouders/verzorgers van het kind worden hierbij betrokken volgens het ouderprogramma in de methode Uk en Puk.

• 7.

  Het kinderdagverblijf draagt samen met het basisonderwijs zorg voor een warme overdracht van het kind van het kinderdagverblijf naar het basisonderwijs.

• 8.

  Het kinderdagverblijf draagt zorgt voor de observatie van het kind volgens het VVE-programma en maakt gebruik van het overdrachtsformulier bij de overdracht van het kind naar het primair onderwijs.

• 9.

  Het kinderdagverblijf is gehouden een registratie bij te houden waarin de resultaten van VVE worden opgenomen en verleent zijn medewerking aan de VVE-monitoring en evaluatie in de gemeente.

Artikel 5 – Termijn indienen aanvraag

Een aanvraag om subsidie dient te zijn ontvangen vóór 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd. Bij de aanvraag moet het jaarverslag over VVE over het voorafgaande kalenderjaar worden gevoegd.

Artikel 6 – Verantwoording en aanvraag vaststelling

De definitieve vaststelling van de subsidie vindt plaats in het jaar na het jaar waarvoor de subsidie is aangevraagd. Het kinderdagverblijf overlegt hiervoor in het kader van de aanvraag “vaststelling subsidie de jaaroverzichten met de voor de subsidievaststelling relevante informatie over de kinderen die gedurende het subsidiejaar in aanmerking kwamen voor subsidie, waarin staat opgenomen:

• a.

  De leeftijd van het kind.

• b.

  De periode en het aantal uren dat het kind gebruik heeft gemaakt van de VVE-activiteiten.

• c.

  Indien van toepassing de VVE-indicatie die is afgegeven door de JGZ

• d.

  Een door de ouder/verzorgers ondertekende verklaring inzake het aantal uren KOT waarvan deze ouders gebruik maken en toetsingsinkomen, zoals omschreven in artikel 3, lid 2.

Artikel 7 - Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen van een of meer bepaalde artikelen of artikelleden van deze regeling afwijken of daaraan vasthouden wanneer dit voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.

Artikel 8 – Slotbepalingen

Deze regeling wordt aangehaald als Nadere subsidieregelingen Dinkelland, bijlage 7.