Organisatie | Barendrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Aanwijzingsbesluit Wet algemene bepalingen omgevingsrecht/ Besluit omgevingsrecht alsmede Delegatiebesluit Wet ruimtelijke ordenin |
Citeertitel | Aanwijzingsbesluit Wet algemene bepalingen omgevingsrecht/ Besluit omgevingsrecht alsmede Delegatiebesluit Wet ruimtelijke ordenin |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Dit besluit vervangt het Delegatiebesluit van 15 december 2008.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-01-2023 | nieuwe regeling | 29-11-2011 |
De raad van de gemeente Barendrecht;
overwegende, dat met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht het gewenst is om categorieën gevallen aan te wijzen, waarvoor bij een omgevingsvergunning, waarbij wordt afgeweken van het bestemmingsplan geen 'verklaring van geen bedenkingen' van de raad is vereist.
Het gewenst is voor enerzijds die categorieën gevallen en anderzijds voor zover het betrekking heeft op een wijzigingsplan zoals bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder a Wro, het al dan niet vaststellen van een exploitatieplan te delegeren aan het college.
Dat het aantal momenten waarop de commissie Ruimte kennis moet nemen van een ontwerpbestemmingsplan beperkt kan worden. Het ontwerpbestemmingsplan, onder voorwaarden door het college ter inzage gelegd kan worden. De leden van de raad wel de mogelijkheid dienen te behouden om het ontwerpbestemmingsplan te bespreken in een vergadering van de commissie Ruimte;
gelet op artikel 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 6.5 derde lid van het Besluit omgevingsrecht en het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening artikel 6.12 lid 3 en de Algemene wet bestuursrecht;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2011 ;
gelet op het advies van de commissie Ruimte van 22 november 2011
Onderstaande categorieën gevallen aanwijzen waarvoor geen 'verklaring van geen bedenkingen' moet worden aangevraagd bij de raad.
Het nemen van een besluit over het al dan niet vaststellen van een exploitatieplan in combinatie met één van de hierboven genoemde categorieën gevallen (a t/m h) te delegeren aan het college van Burgemeester en Wethouders.
Het nemen van een besluit over het al dan niet vaststellen van een exploitatieplan, voor zover het betrekking heeft op een wijzigingsplan, zoals bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder — a Wro te delegeren aan het college van Burgemeester en Wethouders.
In te stemmen met de navolgende procedure voor projectbestemmingsplannen.
De gemeenteraad wordt schriftelijk in kennis gesteld door het college van Burgemeester en Wethouders van het voornemen om het ontwerpbestemmingsplan ter visie te leggen. Gelijkertijd wordt de gemeenteraad schriftelijk in kennis gesteld van de binnen gekomen inspraak- en overlegreacties en de beantwoording daarop van het college van Burgemeester en Wethouders.
Binnen twee weken na dagtekening van de brief waarmee de gemeenteraad in kennis wordt gesteld van het voornemen om het ontwerpbestemmingsplan ter visie te leggen, beslist de gemeenteraad of het ontwerpbestemmingsplan eerst behandeld moet worden in de commissie Ruimte. Behandeling in de commissie Ruimte vindt plaats als daarom door tenminste een Vijfde deel van de raadsleden wordt verzocht.
3.2 Consoliderende bestemmingsplannen
In te stemmen met de navolgende procedure voor consoliderende bestemmingsplannen.
De gemeenteraad wordt schriftelijk in kennis gesteld door het college van Burgemeester en Wethouders van het voornemen om het ontwerpbestemmingsplan ter visie te leggen. Gelijkertijd wordt de gemeenteraad schriftelijk in kennis gesteld van de binnen gekomen inspraak- en overlegreacties en de beantwoording daarop van het college van Burgemeester en Wethouders.
Binnen twee weken na dagtekening van de brief waarmee de gemeenteraad in kennis wordt gesteld van het voornemen om het ontwerpbestemmingsplan ter visie te leggen, beslist de gemeenteraad of het ontwerpbestemmingsplan eerst behandeld moet worden in de commissie Ruimte. Behandeling in de commissie Ruimte vindt plaats als daarom door tenminste een vijfde deel van de raadsleden wordt verzocht.