Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Texel

Beleidsregels juridische handhaving gemeente Texel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTexel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels juridische handhaving gemeente Texel
CiteertitelBeleidsregels juridische handhaving gemeente Texel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerphandhaving

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-01-2023Nieuwe beleidsregels

06-09-2022

gmb-2023-26264

3226315

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels juridische handhaving gemeente Texel

Het college van burgemeester en wethouders van Texel, respectievelijk de burgemeester van Texel, ieder voor zover het betreft de eigen bevoegdheden;

 

Gelet op

artikel 1:3, lid 4 en titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

 

Overwegende

• dat het gewenst is beleidsregels vast te stellen te behoeve van de juridische handhaving;

• dat de Omgevingswet 1 januari 2023 zeer waarschijnlijk van kracht wordt;

• dat het gewenst is de beleidsregels gelet op de Omgevingswet te actualiseren;

 

Besluit

Vast te stellen de Beleidsregels juridische handhaving gemeente Texel 2023.

1. Inleiding

 

Het college en -in voorkomende gevallen- de burgemeester zijn verantwoordelijk voor het naleven van de regels op Texel. Doel is een veilig en leefbaar eiland. Implicatie hiervan is dat handhavend moet worden opgetreden als overtredingen worden geconstateerd of anderen de gemeente aanspreken op naleving van de regels.

In het “Visiedocument vergunningverlening, toezicht en handhaving fysieke leefomgeving gemeente Texel” dat het college in november 2017 heeft vastgesteld is een aantal uitgangspunten vastgelegd, die zijn samengevat in het motto: We doen de goede dingen en we doen ze goed!

Het goed doen komt tevens tot uitdrukking in de verordening Uitvoering en handhaving Omgevingsrecht gemeente Texel 2023 die door de raad van Texel is vastgesteld. Ook bij de juridische handhaving moet dit motto een vertaalslag krijgen naar de daadwerkelijke uitvoering. De hier geformuleerde beleidsuitgangspunten hebben dat doel. Effectieve en efficiënte uitvoering van de handhaving en een prioriteitstelling die recht doet aan de waarden en principes van Texel.

De hier geformuleerde uitgangspunten zijn beleidsregels in de zin van artikel 1:3 lid 4 en titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit wil zeggen dat zij worden toegepast, tenzij in het besluit zelf een andere motivering is opgenomen, onder verwijzing naar bijzondere omstandigheden. De Omgevingswet brengt hierin geen wijziging.

De beleidsuitgangspunten worden jaarlijks, bij de jaarverslaglegging, geëvalueerd en waar nodig aangepast aan nieuwe inzichten en ontwikkelingen.

Daar waar in deze beleidsregels wordt gesproken over het college, moet daarvoor in de plaats de burgemeester worden gelezen wanneer de bevoegdheid tot handhaving bij de burgemeester berust.

Deze beleidsregels zijn niet van toepassing op overtredingen van de Drank- en Horecawet, hoofdstuk 2, afdeling 8 van de Algemene Plaatselijke Verordening, en Titel VA van de Wet op de Kansspelen. Hiervoor zijn afzonderlijke beleidsregels vastgesteld (Handhavingsmatrix horeca). Ook hierin brengt de Omgevingswet geen verandering.

2. Bestuursrechtelijke handhaving algemeen

 

Het belangrijkste middel om overtreding van de regels te kunnen aanpakken is bestuursrechtelijke handhaving. Het gaat hier om de bestuursrechtelijke sanctie als bedoeld in artikel 5:2, lid 1, onder a, Awb.

Daarvoor kennen we twee instrumenten die het college naar eigen inzicht kan toepassen: de last onder dwangsom en de last onder bestuursdwang *). Dit zijn herstelsancties als bedoeld in artikel 5:2, lid 1, onder b, Awb, uitgewerkt in respectievelijk de afdelingen 5.3.1 en 5.3.2 Awb.

Beide instrumenten dienen hetzelfde doel: het voorkomen en/of ongedaan maken van overtredingen. Beide instrumenten kunnen even effectief zijn. De keuze van het instrument behoeft geen afzonderlijke motivering. Wel is het zinnig om algemene uitgangspunten vast te leggen om te beoordelen welk instrument in het algemeen het meest efficiënt is. Dus met de minste bestuurslasten kan worden toegepast. Dit is verder uitgewerkt in de hoofdstukken 3 en 4.

Met nadruk wordt erop gewezen dat in het concrete van deze uitgangspunten kan worden afgeweken als dat naar het oordeel van het college nodig is.

*) Met de komst van de Omgevingswet wordt ook de mogelijkheid voor de toepassing van de bestuurlijke boete geïntroduceerd. In hoofdstuk 18 Ow staan artikelen over de situaties waarin het bevoegd gezag een bestuurlijke boete kan opleggen. Het gaat o.a. om regels over bouwen, slopen, gebruik en in stand houden van bouwwerken en erfgoedregels. In een later stadium zal worden beoordeeld of dit instrument een toegevoegde waarde heeft voor Texel.

3. Last onder dwangsom

 

Een last onder dwangsom is een bedrag dat de overtreder moet betalen als niet binnen de gestelde termijn wordt voldaan aan de in de beschikking opgenomen last (verplichting). De dwangsom kan in drie vormen worden opgelegd: bedrag ineens (voor een handeling die voor een bepaalde datum verricht dient te worden), een bedrag per tijdseenheid (dag/week) en een bedrag per overtreding.

Wanneer een last onder dwangsom?

Dwangsom bij:

Voorkeur dwangsom:

Bijzonderheden:

Illegale bouw

Ineens

 

Illegaal gebruik

Tijdseenheid/overtreding

 

Maatregelen t.b.v. brandveiligheid

Ineens

Behoudens acute noodzaak

Woningaanschrijving ernstige gebreken

Ineens

 

Tegengaan toekomstig illegaal gebruik

Per overtreding of ineens

Alleen als aantoonbaar

Incidentele en repeterende overtredingen

Per overtreding

 

Alle overige overtredingen

Ineens

 

De hoogte van de dwangsom moet afgestemd zijn op de ernst van de overtreding en tot doel hebben de overtreding ongedaan te maken of te voorkomen. Als uitgangspunt bij het bepalen van de hoogte van de dwangsom, geldt dat de dwangsom tenminste het voordeel moet compenseren dat de overtreder bij de overtreding heeft. Er is daarbij sprake van maatwerk. Ingeval van recididive zal de hoogte van de dwangsom met een factor twee worden vermenigvuldigd.

Als een dwangsombeschikking het ongedaan maken van meerdere overtredingen omvat, dan wordt per overtreding een dwangsom opgelegd en de hoogte dan ook per overtreding bepaald.

Invordering en invorderingsbeschikking

Uitgangspunt is dat verbeurde dwangsommen ook daadwerkelijk worden ingevorderd. Van invordering zal in ieder geval nooit worden afgezien als de overtreding niet ongedaan gemaakt is of als de invorderingskosten hoger zijn dan het verbeurde bedrag. Dit heeft te maken met de geloofwaardigheid van de handhaving.

In artikel 5:37 lid 2 Awb is een aanvullende regeling opgenomen voor de invordering van de dwangsom, de invorderingsbeschikking. Het bestuursorgaan geeft ook een beschikking omtrent invordering van de dwangsom, als een belanghebbende daarom verzoekt. Ook hier zal het college er te allen tijde naar streven dat dit niet nodig is, door slagvaardig zelf in te vorderen.

4. Last onder bestuursdwang

 

Met een last onder bestuursdwang zet de gemeente feitelijke maatregelen in om een illegale situatie op te heffen. De gemaakte kosten worden verhaald op de overtreder. Ingeval van acuut gevaar dient er direct te worden ingegrepen en is er geen tijd om de overtreder zelf de kans te geven de overtreding te beëindigen.

Wanneer een last onder bestuursdwang?

Bestuursdwang bij:

Termijn:

Effectueren:

Bijzonderheden:

Brandgevaar, illegale lozingen, risico op instorting e.d.

Geen

Onmiddellijk

Acuut gevaar of schade

Illegale bouw

Geen

Stilleggen van bouw

Maatregelen i.c.m. dwangsom

Geen of onvolledige melding*)

Geen

Stilleggen van de bouw

Vier weken na het indienen van de volledige melding kan weer opgestart worden.

Overtreding brandveiligheidsvoorschriften

Kort

Meteen na termijn

Gevaarzetting, niet levensbedreigend

Ernstige hinder (overtreding zorgplicht)

Kort

Meteen na termijn

Stank, stof - of geluidshinder.

Als geen overtreder bekend is

Afhankelijk van

prioriteitstelling (zie

hoofdstuk 5)

Na bezwaar/ beroep

Zeer incidenteel. Het ligt niet voor de hand dat de overtreder zich later meldt, maar met het nemen van het besluit heeft de gemeente zorgvuldig gehandeld.

Groot gevaar precedentwerking

Afhankelijk van

prioriteitstelling (zie

hoofdstuk 5)

 

 

Kleine overtredingen

Zo kort mogelijk

(max. 6 wk)

Meteen na termijn

Bezwaar/beroep niet afwachten

*) Wijziging als gevolg van de Omgevingswet

Brandgevaar, illegale lozingen, risico op instorting e.d.

Als sprake is van gevaarzetting, grote gezondheidsrisico’s en/of onomkeerbare aantasting van waarden is onmiddellijk optreden vereist. Denk bijvoorbeeld aan bouwen in strijd met de vergunning, asbestsloop, onaanvaardbare verontreiniging en lozingen of dreigende vernietiging van natuur- of archeologische waarden. In dergelijke gevallen is het stilleggen van de werkzaamheden de aangewezen weg. Als maatregelen moeten worden getroffen om de situatie veilig en/of in overeenstemming met de vergunning te brengen wordt het stilleggen gecombineerd met een dwangsom om die maatregelen af te dwingen.

Uiteraard moet ook bij spoedeisende bestuursdwang het uitgangspunt zijn dat de overtreder de kosten draagt, maar voorkomen moet worden dat niet of niet tijdig maatregelen getroffen worden omdat niet duidelijk is wie de kosten moet dragen. Het college neemt hierin zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid om daarna te bezien wie de kosten moet dragen. Uiteraard zal in veel gevallen duidelijk zijn wie overtreder is, maar ook als dat niet het geval is moet actie worden ondernomen.

Illegale bouw

Het is verboden om een bouwwerk zonder omgevingsvergunning te bouwen (en in stand te houden). Doorgaan met bouwen kan de gevolgen van deze overtreding verergeren. Bovendien heeft de gemeente tijd nodig om te beoordelen of er een mogelijkheid van legalisatie is. Daarom wordt de illegale bouw stilgelegd.

Ernstige hinder (overtreding zorgplicht)

Een voorbeeld van een zorgplichtbepaling betreft stofhinder. Een van de oplossingen om stofoverlast te beperken is een doelmatige filter. Dat is niet doelmatig als er sprake is van ernstige stofoverlast. Dat kan bv. worden verholpen door onderhoud van de installatie.

Onbekende overtreder

Als de overtreder onbekend is kan -uiteraard- geen last onder dwangsom worden opgelegd. De last onder bestuursdwang is ook dan het aangewezen instrument om de overreding te beëindigen. Daarbij moet wel worden benadrukt dat kostenverhaal niet mogelijk is zolang de overtreder niet bekend is. Als in een later stadium bekend wordt wie de overtreder is, zal worden geprobeerd de kosten te verhalen.

Groot gevaar van precedentwerking

Als een overtreding een trend in gang kan zetten die op grotere schaal navolging zal krijgen is bestuursdwang de aangewezen weg. Daarbij zal nadrukkelijk ook worden bezien welke communicatie noodzakelijk is om andere potentiële overtreders duidelijk te maken dat dit niet is toegestaan.

Kleine overtredingen

Overtredingen die eenvoudig door het college en tegen lage kosten ongedaan kunnen worden gemaakt. Voorbeelden hiervan zijn:

  • • illegale reclamevoeringen op gemeentegrond;

  • • erfafscheidingen en andere vergelijkbare bouwwerken;

Bij toepassing van dwangsommen wordt soms jaren geprocedeerd om deze onbeduidende zaken ongedaan te maken met alle bestuurslasten van dien. Bestuursdwang kan meteen worden geëffectueerd nadat de termijn voor de lastgeving is verstreken.

Bij zeer kleine overtredingen zal worden beoordeeld of afgezien wordt van invordering. Het verwijderen van kleine bouwwerkjes kost hooguit een paar honderd euro, terwijl de kosten van invordering van dit bedrag een veelvoud daarvan kunnen zijn. Het college is van mening dat daarmee de geloofwaardigheid van de handhaving niet wordt aangetast.

Voorbereiden van de bestuursdwang

De last onder bestuursdwang vraagt meer voorbereiding dan het opleggen van een dwangsom. Op voorhand moet al nagedacht zijn over de vraag hoe de gemeente zal gaan optreden. Aandacht voor de volgende aspecten:

  • 1. Welke feitelijke maatregelen moeten worden getroffen om de overtreding op de minst belastende wijze ongedaan te maken?

  • 2. Is gemeente in staat zelf de maatregelen te treffen als geen gehoor wordt gegeven aan de last? Eventueel overleg met Gemeentewerken.

  • 3. Is hiervoor de inzet van externe partijen noodzakelijk? Zo ja, dan dient de inzet daarvan al besproken te zijn voordat de aanschrijving uitgaat. Zodra de verwachting bestaat dat aan de aanschrijving geen gevolg zal worden gegeven moet een aantal voorbereidingshandelingen worden opgestart. Hierbij moet worden gedacht aan:

    • a.

      aannemers om werkzaamheden uit te voeren (zo mogelijk t.b.v. effectuering 3 offertes vragen);

    • b.

      politie;

    • c.

      toezichthouders.

  • 4. Is opslag van goederen noodzakelijk? Zo ja, dan dient ook deze opslag te zijn geregeld voordat de bestuursdwangaanschrijving kan worden geëffectueerd. Opslag door de gemeente mag niet leiden tot strijd met de gebruiksvoorschriften van het bestemmingsplan.

  • 5. Moeten woningen binnengetreden worden? Dan dient e.e.a. goed te worden voorbereid (zie hieronder) *) . Voor het binnentreden van woningen zonder toestemming van de bewoner, is een machtiging nodig van de burgemeester of het college van B&W. Deze machtiging is niet nodig is indien er naar redelijke verwachting ernstig en onmiddellijk gevaar bestaat.

  • 6. Moet voor de uitvoering van de werkzaamheden gebruik gemaakt worden van het erf van derden? Zo ja, dan is de plaagstrokenregeling van toepassing. Behoudens spoedeisende gevallen is een aanzegging nodig. Ook moet eventuele schade worden vergoed (artikel 5:27 lid 6 Awb). Inventarisatie vooraf én achteraf (incl. digitale foto’s of video) zal plaatsvinden om ongerechtvaardigde claims te voorkomen.

  • 7. Van de voorbereiding wordt een dossier bijgehouden dat bij kostenverhaal kan worden gebruikt. Uitgangspunt is dat altijd kostenverhaal zal plaatsvinden. Dit zal dan ook (moeten) worden aangegeven in de last.

*) Onder de Omgevingswet (artikel 18.7) is er een ruime betredingsbevoegdheid voor woningen. In het aanwijzingsbesluit toezichthouder kan deze bevoegdheid worden verleend. Een machtiging blijft nodig.

Binnentreden woningen

1. vaststellen noodzaak tot binnentreden:

• wegens toezicht op naleving regelgeving;

• wegens bestuursdwang uitoefenen ter beëindiging overtreding.

2. vaststellen noodzaak voor binnentreden zonder toestemming van bewoner:

• is er een aanmerkelijk belang dat binnentreden vereist?

• is te verwachten dat geen toestemming wordt verkregen?

3. vaststellen van bevoegdheid tot binnentreden in een wet of verordening;

4. bepalen wie mag binnentreden:

• de bevoegde toezichthouder in geval van toezicht op de naleving;

• degene die met uitoefening van bestuursdwang belast is.

5. ga na wie nog meer nodig is om te kunnen binnentreden, of om het doel van binnentreden te

kunnen bewerkstelligen (politie, slotenmaker, reiniging, energiebedrijf);

6. bepaal wie machtiging mag verstrekken:

• bij toezicht op de naleving: de burgemeester;

• bij bestuursdwang in verband met burgemeestersbevoegdheid: de burgemeester;

• bij bestuursdwang in andere gevallen: het college.

7. ondertekening door het bevoegd gezag;

Toepassingsbeschikking

Met het in werking treden van de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht is de positie van derde-belanghebbenden bij de handhaving versterkt. Op grond van artikel 5:31a Awb kan zowel degene die het college heeft verzocht handhavend op te treden als ook een andere belanghebbende verzoeken de bestuursdwang ook daadwerkelijk toe te passen. Uiteraard kan dit verzoek pas worden gedaan nadat de begunstigingstermijn is verstreken. Het college is dan verplicht binnen vier weken op dit verzoek te beslissen.

Beleidsuitgangspunt is dat, behoudens bijzondere omstandigheden, de effectuering van de bestuursdwang uiterlijk zal plaatsvinden binnen vier weken na afloop van de begunstigingstermijn, zodat de noodzaak om dergelijke verzoeken in te dienen zal ontbreken. Zijn er bijzondere omstandigheden dan zijn die uiteraard ook de motivatie voor de afwijzing.

Tegen deze beslissing staat bezwaar en beroep open. Inhoud van deze beslissing zal in de meeste gevallen (moeten) zijn de aankondiging wanneer de effectuering daadwerkelijk zal plaatsvinden.

5. Prioriteitsstelling

 

Als de gemeente een overtreding constateert moet er gehandhaafd worden, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden zoals concreet zicht op legalisatie of onevenredigheid van optreden (bv. afbreken schuur die paar cm te hoog is). Deze beginselplicht tot handhaving is in de jurisprudentie ontwikkeld t.a.v. de bestuurlijke herstelsancties (dwangsom en bestuursdwang). De komst van de Omgevingswet verandert daar niets aan.

Door het prioriteren van de toezichtscapaciteit (zie Uitvoeringsprogramma VTH) wordt die schaarse capaciteit zo doelmatig mogelijk ingezet. Keerzijde is dat het dan ook wenselijk is dat geconstateerde overtredingen van de prioriteiten zo spoedig mogelijk worden aangepakt, ongeacht de zwaarte van de overtreding.

De capaciteit om deze overtredingen aan te pakken kent grenzen. In het jaarlijkse uitvoeringsprogramma VTH wordt aan de hand van onderstaande afwegingskader aangegeven welke prioriteiten worden opgepakt.

Prioriteit

Risico’s

 

Veiligheid

Gezondheid

Omgevings-waarden*)

Hinder en overlast

Recreatieve waarden

Cultuur-historische waarden

Precedent-werking

Aanvullend

4.

acuut

acuut

Onomkeer-baar

zeer groot

-

-

-

 

3.

ja

ja

Groot

groot

groot

-

-

Ondermijnen bestuurlijk gezag

2.

-

-

Ja

ja

ja

ja

-

 

1.

-

-

Gering

-

gering

gering

ja

 

0.

-

-

-

-

-

-

-

 

*) De Omgevingswet kent verplichte omgevingswaarden voor Rijk en provincie. De gemeente mag andere omgevingswaarden stellen, zoals licht en geur. Deze worden t.z.t. in het Omgevingsplan van Texel opgenomen.

4 Spoedeisend

Direct optreden is vereist wegens acute veiligheids- of gezondheidsrisico’s, het gevaar van onomkeerbare schade aan belangrijke waarden en grote maatschappelijke onrust of een combinatie van deze factoren.

3 Hoge prioriteit

Snel optreden is noodzakelijk omdat de overtreding op kortere of langere termijn veiligheids- en gezondheidsrisico’s oplevert, de overtreding direct leidt tot ernstige aantasting van omgevings- of milieuwaarden, sprake is van grote hinder en overlast voor de omgeving of een flagrante schending betekent van het bestuurlijk gezag of een combinatie van deze factoren.

2 Hogere prioriteit

Optreden is noodzakelijk omdat de overtreding direct of indirect leidt tot aantasting van omgevings- of milieuwaarden, hinder en overlast of een aantasting van recreatieve of cultuurhistorische waarden oplevert of een combinatie van deze factoren.

1 Lage prioriteit

De overtreding leidt tot een zekere aantasting van omgevings- en/of recreatieve waarden of een geringe aantasting van milieu- of cultuurhistorische waarden, of leidt tot precedentwerking.

0 Geen prioriteit

Dit betreft bagatelzaken. De overtreding is in strijd met geldende wet- en regelgeving, maar levert geen substantiële risico’s op, of slechts risico’s die de overtreder zelf kunnen treffen. Er is geen sprake van opzet. Geen handhavingstraject. Kennisgeving dat overtreding is geconstateerd, zonodig wijzen op risico’s.

Hierbij wordt aangetekend dat de waardering van de risico’s in de concrete situatie altijd een subjectief element zal bevatten. Waar nodig wordt in het (voorgenomen) besluit verantwoord waarom voor deze prioriteit is gekozen.

6. Begunstigingstermijnen

 

De begunstigingstermijn is de termijn die de overtreder wordt gegeven om de overtreding ongedaan te maken, alvorens de dwangsom wordt verbeurd of de bestuurdwang wordt uitgevoerd. Die termijn moet redelijk zijn.

Uit vaste jurisprudentie blijkt dat deze termijn zo moet worden gekozen dat de overtreder voldoende tijd heeft om de overtreding ongedaan te maken of ongedaan te laten maken. Als een derde ingeschakeld moet worden, dan zal tevens een zekere voorbereidingstijd moeten worden meegerekend om het vragen van offertes en het verlenen van de opdracht mogelijk te maken. Het naleefgedrag van de overtreder mag bij het bepalen van de begunstigingstermijn in principe geen rol spelen. Immers, het doel van bestuursrechtelijke handhaving is om de overtreding ongedaan te maken, niet om te straffen. Dat naleefgedrag kan er wel toe leiden dat gelijktijdig met het inzetten van de bestuurlijke handhaving ook aangifte wordt gedaan om een strafrechtelijk traject in te zetten.

Per geval zal hierover uiteraard een afweging moeten worden gemaakt. De termijnen zullen daarbij uiteraard ook langer moeten zijn naarmate de werkzaamheden om de overtreding ongedaan te maken uitvoeriger zijn. Ingeval van aanzienlijke gevolgen of dreiging is er bij spoedeisende bestuursdwang geen begunstigingstermijn.

Als een belanghebbende of een gemachtigde verzoekt om de begunstigingstermijn van de herstelsanctie op te schorten in afwachting van de heroverweging op het bezwaarschrift, aan dergelijke verzoeken -zeer bijzondere omstandigheden daargelaten*) - geen medewerking gegeven, omdat dit de voortgang van de handhavingsprocedure frustreert. Bovendien kent de wet hiervoor ook formele mogelijkheden (verzoek voorlopige voorziening).

*) Van zo'n bijzondere omstandigheid is bijvoorbeeld sprake als het college zelf al van opvatting is dat heroverweging tot een ander besluit zal moeten leiden of blijkt dat het besluit ernstige gebreken vertoont die niet in heroverweging kunnen worden hersteld.

7. Meldingen en handhavingsverzoeken

 

Elk schriftelijk handhavingsverzoek wordt aangemerkt als een aanvraag in de zin van de Awb. Dit betekent dat zo’n verzoek alleen kan worden gedaan door een belanghebbende. Handhavingsverzoeken kunnen om die reden nooit anoniem worden gedaan. Ook moeten verzoekers de bereidheid hebben om met hun verzoek naar buiten te treden. Zij worden hierop gewezen in de ontvangstbevestiging.

Een ontvankelijk handhavingsverzoek wordt getoetst aan de prioriteitstelling zoals genoemd in hoofdstuk 5 en wordt als zodanig in behandeling genomen . De prioriteitstelling die voortkomt uit de LHS, de landelijke handhavingsstrategie (voor uitleg zie hoofdstuk 10), is daarbij leidend. Bij afwijzing van een handhavingsverzoek zal bijzondere aandacht worden gegeven aan de motivering van dat besluit, en dan met name de belangenafweging die daaraan ten grondslag ligt. Het benoemen daarvan is wezenlijk.

Binnen acht weken nadat het verzoek is gedaan ontvangt de aanvrager bericht of 1) en zo ja, wanneer de overtreding wordt aangepakt en daarop een besluit wordt genomen 2). Te zijner tijd krijgt de aanvrager als derde-belanghebbende een kopie van het (voor-)genomen besluit toegestuurd.

Alle meldingen die niet als handhavingsverzoek zijn aangemerkt, krijgen dezelfde status als een signalering zoals ook een toezichthouder die kan doen. Zij worden afgehandeld in de volgorde die door de prioriteitenstelling wordt bepaald. De melder krijgt een kennisgeving waarin wordt aangegeven dat betrokkene niet als belanghebbende wordt aangemerkt en dat dus geen sprake kan zijn van een handhavingsverzoek. Deze meldingen kunnen ook via het zaaksysteem door gemeentelijke medewerkers van andere teams worden gedaan.

1) Er zal uiteraard ook niet worden opgetreden als bijvoorbeeld geen sprake is van een overtreding of deze gelegaliseerd kan worden.

2) De Awb stelt dat binnen de wettelijke termijn of bij het ontbreken daarvan een redelijke termijn een besluit (dus niet slechts een voorgenomen besluit) wordt genomen. Hier gaat het om een redelijke termijn en die is max. 8 weken. Als die termijn onvoldoende is dan moet worden aangegeven binnen welke termijn wel een besluit kan worden genomen. Zie art. 4:13/4:14 Awb. Van belang is dit goed te hanteren met het oog op mogelijke ingebrekestellingen.

8. Gedogen

 

In principe bestaat geen ruimte voor het gedogen van overtredingen. Toch kan in een aantal gevallen een redelijke afweging van belangen leiden tot de slotsom dat optreden op dit moment niet redelijk is en dat voor een bepaalde periode de overtreding moet worden gedoogd. In de volgende gevallen kan een gedoogbesluit worden overwogen:

  • 1. Als de overtreding op het moment van constateren weliswaar in strijd is met de regelgeving, maar er concreet zicht is op mogelijke legalisering. Dat wil zeggen dat er al regelgeving wordt voorbereid waarmee de strijdigheid wordt opgeheven of een vergunning is aangevraagd waarmee de overtreding kan worden opgeheven en deze vergunning naar alle waarschijnlijk kan worden verleend.

  • 2. Als er sprake is van overmacht, dat wil zeggen dat omstandigheden die buiten de invloedssfeer van de overtreder liggen ertoe leiden dat de overtreding niet met goed fatsoen kan worden beëindigd.

  • 3. Als nader onderzoek nodig is naar de oplossing van overtredingen, kan in afwachting van de uitkomsten van dat onderzoek worden gedoogd.

Gedogen gebeurt niet passief (stilzwijgend), maar altijd actief: de gedoogbeschikking wordt gepubliceerd. Indien nodig wordt een afschrift verzonden aan het Openbaar Ministerie. In de gedoogbeschikking worden zo nodig voorschriften opgenomen om eventuele gevolgen van de gedoogsituatie zo beperkt mogelijk te laten zijn.

Wordt afwijking van de regels geconstateerd waarvan de gevolgen slechts de overtreder zelf raken, dan geldt als uitgangspunt dat daarop vooralsnog niet wordt gehandhaafd. In dergelijke gevallen zal worden volstaan met het sturen van een kennisgeving aan de overtreder over de consequenties en risico’s daarvan.

9. Uitvoeringsprogramma en communicatie

 

Communicatie speelt een belangrijke rol in het handhavingsbeleid. Handhaving is immers gedragsbeïnvloeding: men wil een bepaalde doelgroep bewegen tot gedrag dat in overeenstemming is met de wettelijke regels. Gedragsbeïnvloeding is niet mogelijk zonder communicatie. In algemene zin is het verstandig om in alle communicatie het doel van de handhaving te benadrukken, namelijk het bijdragen aan een schoon, veilig en leefbaar eiland. Jaarlijks stelt het college een uitvoeringsprogramma VTH (Vergunningen, Toezicht en Handhaving) vast. De speerpunten uit dit programma worden actief gecommuniceerd in een persbericht. Ook bij het jaarlijks op te stellen jaarverslag VTH wordt door de gemeente een persbericht opgesteld waarin de verrichtingen van de gemeente worden vermeld. In het programma wordt de handhavingscommunicatie verder uitgewerkt. Gedacht kan worden aan een analyse van de meest voorkomende overtredingen en vervolgens beoordelen van de noodzaak van uitleg over de onderliggende regels. Tot slot wordt zoveel mogelijk actief gecommuniceerd over uitkomsten van concrete handhavingszaken en handhavingsacties. Ook worden beslissingen op bezwaarschriften via de besluitenlijst van het college openbaar gemaakt. Hierbij wordt alleen een zakelijke weergave van de zaak en het besluit gegeven.

10. Gebruik landelijke handhavingsstrategie

 

In de Omgevingswet wordt de landelijke handhavingsstrategie omarmt. Uitgangspunt daarbij is dat:

  • • Een zekere standaardisering noodzakelijk is bij de aanpak van overtredingen waar meerdere overheden bij betrokken zijn.

  • • Aansluiting bij landelijke normen nodig is voor overtredingen waar bestuursrechtelijke handhaving alleen tekortschiet en strafrechtelijk optreden noodzakelijk is. Denk bijvoorbeeld aan onomkeerbare vernietiging van archeologische, monumentale of natuurwaarden. Dan valt er niets meer te herstellen. Ook als de overtreder zelf deel van het probleem is moet de strafrechtelijke sanctie worden overwogen.

Om die reden is een landelijke handhavingsstrategie (LHS) vastgelegd, die vanaf nu zal worden gevolgd. De keuze die in een concreet geval moet worden gemaakt is de volgende:

  • • Wordt alleen bestuursrechtelijk opgetreden of

  • • Bestuursrechtelijke én strafrechtelijk of

  • • Alleen strafrechtelijk.

In de matrix hierboven wordt een vergelijkbare prioritering gemaakt als op Texel gebruikelijk. Maar daarnaast wordt de ernst van de overtreding ook gerelateerd aan het gedrag van de overtreder. Een lichte overtreding weegt zwaarder als de overtreder bewust en structureel en/of vanuit crimineel perspectief handelt.

Wat is hiervan het gevolg? Daarvoor dient onderstaand plaatje.

Hoe werkt dit in de praktijk? De juridisch handhaver bepaalt in welk segment de overtreding moet worden geplaatst. Dat doet hij door:

  • • Het beoordelen van de gevolgen van de overtreding voor veiligheid, gezondheid en/of andere maatschappelijke effecten;

  • • Het typeren van de overtreder, de “normadressaat”. Is hij goedwillend, onverschillig, calculerend of een bewuste overtreder.

Op basis van deze afwegingen wordt de overtreding ingekaderd. Verwacht mag worden dat als met een aangifte een strafrechtelijke procedure door de gemeente wordt gestart, het openbaar ministerie ook daadwerkelijk tot vervolging zal overgaan en minder snel zal seponeren. Een goede afstemming in het driehoeksoverleg is daartoe wel noodzakelijk.

11. Overgangsbepalingen Omgevingswet

 

Als de gemeente vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet een bestuurlijke sanctie heeft opgelegd, is wettelijk bepaald dat het oude recht van toepassing blijft tot de handhavingsbeschikking is uitgewerkt. Concreet houdt dat bij bijvoorbeeld een dwangsom in dat het oude recht van toepassing is tot:

  • • aan de last is voldaan, of

  • • alle termijnen zijn verbeurd en betaald, of

  • • het bevoegd gezag de dwangsombeschikking heeft ingetrokken, of

  • • de dwangsombeschikking is komen te vervallen

Bij het verzenden van een voornemen tot het opleggen van een last vòòr de inwerkingtreding van de Omgevingswet, wordt het nieuwe recht wel van toepassing.

Slotbepaling

 

Deze notitie word aangehaald als ‘Beleidsregels juridische handhaving gemeente Texel’ en treedt in werking 8 dagen na publicatie, onder gelijktijdige intrekking –voor zover nodig- van alle eerder vastgestelde beleidsregels ten aanzien van juridische handhaving (uitgezonderd de Handhavingsmatrix horeca).

Vastgesteld in de vergadering van het college van 6 september 2022

burgemeester en wethouders van Texel op.

burgemeester en wethouders Texel,

de secretaris, de burgemeester,

E. van der Bruggen ir. M.C. Uitdehaag