Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Eindhoven

Besluit glas- en blikverbod Carnaval 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEindhoven
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit glas- en blikverbod Carnaval 2023
CiteertitelBesluit glas- en blikverbod Koningsdag 2023
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

APV Eindhoven

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-02-202319-02-2023openbare orde

16-01-2023

gmb-2023-25468

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit glas- en blikverbod Carnaval 2023

Hierbij maak ik bekend, dat op 16 januari 2023 is vastgesteld het:

 

Besluit glas- en blikverbod Carnaval 2023

 

Ik heb daartoe het volgende overwogen,

 

gelet op de artikelen 2:48b en 2:48c van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven (hierna: APV);

 

 

 

Op 18 februari 2023 vindt de carnavalsoptocht plaats in de binnenstad. Dit gaat gepaard met verschillende festiviteiten in de binnenstad, zoals de sleuteloverdracht aan het prinselijk gezelschap, kinderoptocht en optredens van diverse artiesten en kapellen langs de route. Er zullen duizenden bezoekers aanwezig zijn bij deze optocht. Na afloop van de optocht zullen de bezoekers veelal de festiviteiten voortzetten in en/of nabij de horecagelegenheden van de binnenstad. Op het plein voor de Paterskerk, de Markt, het Wilhelminaplein en het Stadhuisplein staan tenten waar het carnavalsfeest zal worden gevierd.

 

De politie heeft geadviseerd om te besluiten tot een glas- en blikverbod gezien de risico’s van deze festiviteiten voor de openbare orde.

 

De ervaring is dat grootschalig (al dan niet alcoholhoudende) drank wordt gebruikt. Dit wordt in de horeca gekocht en gebruikt en veel horeca zal in plastic schenken. Ook op straat is er drankgebruik; drank wordt ter plekke in winkels of op straat gekocht of meegebracht.

 

De openbare orde wordt door dit alles gekleurd. In het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid, bescherming van het woon- en leefmilieu is het nodig om van zaterdag 18 februari 2023 om 10.00 uur tot zondag 19 februari 2023 om 06.00 uur in het centrum en op het Wilhelminaplein en de daar gelegen wegen en weggedeeltes een algehele glas- en blikverbod te laten gelden. De gebieden

en periodes zijn afgestemd op de (nabije omgeving van) plaatsen en tijden waar feest wordt gevierd of voorbereid.

 

Mijn besluit luidt als volgt:

 

 

Artikel 1 Geen glas, glazen flessen en blikjes in de horeca

 

Op zaterdag 18 februari 2023 om 10.00 uur tot zondag 19 februari 2023 om 06.00 uur, aan te wijzen als gebieden waarin het verbod van artikel 2:48b, eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven geldt: het gebied dat op de bij dit besluit behorende kaart gearceerd is weergegeven.

 

Artikel 2 Geen glas, glazen flessen en blikjes op straat

 

Aan te wijzen als wegen en weggedeeltes waarop het verbod van artikel 2:48c, eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven geldt: de wegen en weggedeeltes die zijn gelegen in de in artikel 1 genoemde gebieden, inclusief de begrenzende landwegen en -weggedeeltes zelf, gedurende de daar

genoemde periodes.

 

Artikel 3 Slotbepalingen

 

  • 1.

    Dit besluit wordt aangehaald als Besluit glas- en blikverbod Carnaval 2023.

  • 2.

    De in artikel 1 genoemde kaart maakt deel uit van dit besluit.

  • 3.

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Gemeenteblad, ter informatie gevolgd door de tekst van en de toelichting op artikel 2:48b en 2:48c van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven.

  • 4.

    Dit besluit treedt in werking op 18 februari om 10.00 uur en wordt ingetrokken met ingang van 19 februari 2023 om 06.00 uur

 

 

Kaart Glas- en blikverbod Carnaval 2023

 

 

Ter informatie:

De tekst van de artikelen 2:48b en 2:48c van de APV luidt:

 

Artikel 2:48b Glas- en blikverbod horeca

Het is de houder van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:27 respectievelijk van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet verboden in een door de burgemeester aangewezen gebied en binnen een door de burgemeester aangewezen periode binnen die openbare inrichting of op de plaats waarvoor de genoemde ontheffing geldt, drank te verstrekken in drinkgerei van glas, in flessen van glas en in blikjes.

 

Het verbod geldt niet:

in het inpandige gedeelte van een openbare inrichting dan wel op daarbij horende, niet aan de weg gelegen terrassen, voor zover het glas en flessen van glas betreft, die niet in scherven uiteen kunnen vallen;

in het inpandige gedeelte van een restaurant, van een afgescheiden restaurantgedeelte van een openbare inrichting, van een hotel of van een pension, dan wel op daarbij horende, niet aan de weg gelegen terrassen.

De burgemeester kan ontheffing verlenen van het verbod.

Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

 

Artikel 2:48c Glas- en blikverbod op wegen

Het is verboden op de door de burgemeester aangewezen wegen of weggedeeltes en binnen een door de burgemeester aangewezen periode drank in drinkgerei van glas, in flessen van glas en in blikjes bij zich te hebben of met zich mee te voeren.

Onverminderd het bepaalde in het tweede lid van artikel 2:48 en 2:48a kan de burgemeester de wegen of weggedeeltes en de periode aanwijzen als dat met het oog op de belangen genoemd in artikel 1:8 noodzakelijk is.

De burgemeester kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

 

Toelichting

De artikelen 2:48b en 2:48c hebben betrekking op het volgende:

De burgemeester wordt de bevoegdheid gegeven voor een bepaalde periode een gebied aan te wijzen waarbij het (in delen van) horecabedrijven verboden wordt drank in onveilige glazen, flessen van glas en blikjes te verstrekken (artikel 2:48c).

De burgemeester wordt de bevoegdheid gegeven om drank in glazen, flessen van glas en blikjes te verbieden gedurende een bepaalde tijd in een bepaald gebied (artikel 2:48b).

 

In de huidige Algemene Plaatselijke Verordening zijn de artikelen 2:48 (Hinderlijk drankgebruik) en 2:48a (Glazen drinkgerei) opgenomen om het drankgebruik en de glasoverlast in de openbare ruimte aan te pakken. Op grond van artikel 2:48 is het de consument verboden om op straat in onder meer het centrum

alcohol te drinken of geopende alcoholverpakkingen bij zich te hebben. Artikel 2:48a richt zich op het glas. Het eerste lid van dit artikel verplicht horecaondernemers om te voorkomen dat glas vanuit hun inrichting, inclusief het terras, op straat belandt. Veel horecabedrijven maken gebruik van portiers die hierop toezien. Op grond van het tweede lid is het consumenten verboden om op straat in het centrum glas of geopende flessen van glas met zich mee te voeren.

 

Bij de vergunde evenementen tijdens carnavalszaterdag is in de vergunning een voorwaarde opgenomen waarbij het gebruik van plastic glazen op het evenemententerrein verplicht gesteld is. Schenken in plastic gebeurt nu in de horeca op vrijwillige basis.

 

Ondanks voormelde maatregelen gebeurt het nog dat bij grote evenementen als carnaval, Koningsdag, PSV kampioenschap ed. de aanwezigheid van glas en/of blikjes tot onveilige situaties leidt. Met glas kunnen opzettelijk, maar ook per ongeluk ernstige verwondingen worden toegebracht. Glas en blikjes kunnen als potentieel wapen bij ongeregeldheden gebruikt worden.

 

De politie adviseert daarom om onder omstandigheden bij bepaalde evenementen/feestdagen het gebruik van glas en blikjes in horecabedrijven te verbieden. Hiervoor moet een wettelijke grondslag opgenomen worden op basis waarvan de burgemeester kan optreden. De burgemeester is het bevoegde bestuursorgaan op grond van artikel 172 en 174 van de Gemeentewet.

Artikel 2:48b voorkomt dat op bepaalde feestdagen/evenementen – waarbij het risico van glas- en blikincidenten extra groot is – in horecabedrijven glas en (open of gesloten) glazen flessen en blikjes worden gebruikt. De horecabedrijven kunnen dan overgaan op veiligheidsglas dat in vele stukjes uiteenvalt, waar het gaat om drankverstrekking in het pand zelf of op terrassen die niet aan de weg grenzen (zie de uitzondering in het tweede lid onder a). Veiligheidsglas op het terras aan de weg levert problemen op, omdat ermee kan worden gegooid en vanwege de handhaving (op het oog is niet zichtbaar wat veiligheidsglas is). Ook kunnen zij overgaan op plastic glazen of PET-flessen.

Deze kunnen zowel binnen als op het terras aan de weg worden gebruikt.

Het is aan de horecabedrijven zelf welk soort plastic glazen men wil gaan gebruiken. Gedacht kan worden aan zacht plastic, maar ook aan hard kunststof (policarbonaat). Policarbonaat glas is onbreekbaar.

Het gebied en de periode worden door de burgemeester begrensd. Het is een bijzondere maatregel die subsidiair en proportioneel moet worden toegepast. De burgemeester kan ten behoeve van duidelijkheid voor de horecaondernemers periodiek (bijv. jaarlijks) vaststellen waar en wanneer het verbod in ieder geval geldt. Maar dit laat de bevoegdheid voor aanvullende incidentele besluiten ongemoeid. Het verbod geldt voor horecabedrijven en voor niet-horecabedrijven die een ontheffing hebben op grond van de Drank- en Horecawet. Het gaat dan bijv. om evenementenbars. Het verbod geldt ook voor de terrassen. De terrassen maken namelijk onderdeel uit van het horecabedrijf. Er zijn echter uitzonderingen

voor gevallen waarin de risico’s zo klein zijn dat een verbod niet noodzakelijk is. Daarom en om administratieve lasten en kosten te voorkomen, is gekozen voor een algemene uitzondering (tweede lid onder b). Het gaat in de eerste plaats om de inpandige delen van restaurants en (gelet op de risico’s) afgescheiden restaurantgedeeltes. Om discussie over allerlei gelegenheden te voorkomen, wordt het begrip restaurant(gedeelte) hier nauwkeurig toegelicht. Daarbij wordt een nationale uitleg gevolgd (Kamerstukken II1997/98, 25 727, nr. 3, p. 21-22 en rechtspraak van het College van beroep voor het bedrijfsleven). Een restaurant(gedeelte) is de inrichting (of het gedeelte daarvan) die is gericht op het

verstrekken van een warme driecomponentenmaaltijd (vlees, vis of vegetarisch; groente; aardappelen, rijst of pasta) en niet op merendeels afzonderlijke gerechten. Daadwerkelijke restaurants zullen dus niet onder het verbod vallen, maar cafetaria’s, snackbars, pizzeria’s en shoarmazaken wel. In de tweede plaats gaat het bij de uitzondering om de inpandige delen van hotels en pensions. Het verbod geldt ten slotte ook niet voor de bijbehorende terrassen, mits deze niet aan de weg liggen. Wat een weg is, staat in artikel 1.1.1. Bij een algeheel verbod dient ook een ontheffingsmogelijkheid (derde lid) gecreëerd

te worden omdat er zich altijd situaties kunnen voordoen waardoor een bepaald horecabedrijf in zijn belang geschaad wordt.

 

Artikel 2:48c geeft een wettelijke grondslag op basis waarvan de burgemeester de aanwezigheid van glazen en (open of gesloten) glazen flessen en van blikjes op de weg kan verbieden. Verboden is dus bijv. het met aangekochte glazen flessen en blikjes een winkel verlaten, het met glazen flessen en blikjes van buitenaf aan komen reizen en het aanvoeren respectievelijk afnemen van glazen flessen en blikjes van derden. De bepaling richt zich tot iedereen en niet specifiek tot verkopende winkeliers. Zo wordt de verantwoordelijkheid gelegd waar zij hoort, in plaats van bij ondernemers, en wordt voorkomen dat

het loont om flessen en blikjes bij winkels buiten het gebied te kopen. Dit laat overigens onverlet dat in voorkomende gevallen met bijv. supermarkten kan worden besproken om vrijwillig geen glazen flessen en blikjes te verkopen, maar bijv. PET-flessen. De klant die immers met het product de winkel verlaat, is strafbaar. Onder omstandigheden kan degene die de flessen en blikjes aanprijst, verkoopt of ter beschikking stelt bovendien strafbaar zijn als uitlokker of medepleger (artikel 47 van het Wetboek

van Strafrecht). Het gebied en de periode worden door de burgemeester begrensd. Het is een bijzondere maatregel die subsidiair en proportioneel moet worden toegepast.

Te denken valt aan uitgaansgebieden en evenemententerreinen met feestdagen en evenementen. Het risico op incidenten is dan groter. Te meer nu het om gewone gebruiksproducten gaat, moeten specifieke omstandigheden nopen tot het concreet maken van het verbod. Het gaat om de gebruikelijke gronden.

Primair wordt gedacht aan het al dan niet opzettelijke veroorzaken van verwondingen, alsmede aan overlast door kapot glas. Er is geen uitzondering voor veiligheidsglas, omdat de vele delen waarin het uiteenvalt ook tot letsel kunnen leiden, omdat met een heel veiligheidsglas ook kan worden gegooid en omdat het de handhaving bemoeilijkt (op het oog is niet zichtbaar wat veiligheidsglas is). Ook hier geldt een ontheffingsmogelijkheid (derde lid).

 

 

 

Eindhoven, 16 januari 2023

,de burgemeester