Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Eemsdelta

Marktverordening gemeente Eemsdelta 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEemsdelta
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMarktverordening gemeente Eemsdelta 2023
CiteertitelMarktverordening gemeente Eemsdelta 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 147 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2023nieuwe regeling

21-12-2022

gmb-2023-24144

Tekst van de regeling

Intitulé

Marktverordening gemeente Eemsdelta 2023

De raad van de gemeente Eemsdelta;

 

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markten;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2022;

 

gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 en artikel 160 eerste lid aanhef en onder h van de Gemeentewet;

 

gehoord de Marktcommissie Eemsdelta;

 

B E S L U I T:

 

vast te stellen de Marktverordening gemeente Eemsdelta 2023

 

 

 

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

 

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    marktreglement het Marktreglement gemeente Eemsdelta 2023 houdende nadere regels met betrekking tot de uitvoering van deze verordening en een ordelijk verloop van de markt;

  • c.

    markt de warenmarkt die plaatsvindt op de bij of krachtens artikel 2 van het marktreglement vastgestelde dagen, tijden en plaatsen;

  • d.

    marktterrein het gedeelte van de openbare weg, dat bij of krachtens artikel 2 van het marktreglement is aangewezen voor het houden van een markt;

  • e.

    standplaats de plek op het marktterrein die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • f.

    vaste standplaats de standplaats op de weekmarkt die voor de vergunningsduur ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • g.

    dagplaats de standplaats op een jaarmarkt die voor de vergunningsduur ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • h.

    standwerken de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

  • i.

    standwerkersplaats de standplaats die voor de vergunningsduur ter beschikking is gesteld om te standwerken;

  • j.

    vergunninghouder degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een vaste standplaats, dagplaats of standwerkersplaats;

  • k.

    standplaatsvergunning vergunning voor het op de markt bedrijven van handel voor de vergunningsduur;

  • l.

    vergunningsduur de duur van de verleende vergunning;

  • m.

    vaste vervanger degene aan wie het door het college is toegestaan om de vergunninghouder bij voortduring te vervangen of bij te staan;

  • n.

    anciënniteitlijst de lijst waarop door het college in volgorde van datum waarop zij voor het eerst een vaste standplaats hebben gekregen de vergunninghouders van een vaste standplaats bijhoudt;

  • o.

    marktmeester de persoon die als zodanig is aangewezen door het college;

  • p.

    marktcommissie de commissie die tot taak heeft het college gevraagd en ongevraagd te adviseren over en bij te staan ten aanzien van onderwerpen die de markt betreffen;

 

Artikel 2. Inrichting van de markt

  • 1.

    Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

  • 2.

    Het college kan ten aanzien van de markt bepalen, dat:

    • a.

      er om een bijzondere reden geen markt wordt gehouden;

    • b.

      een markt incidenteel geheel of gedeeltelijk op een andere locatie wordt gehouden.

 

Artikel 3. Nadere regels

  • 1.

    Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening, in het bijzonder met betrekking tot de volgende onderwerpen:

    • a.

      branches of artikelengroepen;

    • b.

      de vergunningverlening en overschrijving van vergunningen;

    • c.

      toewijzen van standplaatsen;

    • d.

      afwezigheid bij ziekte, vakantie en ingeval van bijzondere omstandigheden;

    • e.

      het gebruik van eigen materiaal;

    • f.

      het gebruik van standplaatsen;

    • g.

      veiligheidsnormen en normen ter voorkoming van hinder en overlast.

 

HOOFDSTUK 2. VERGUNNINGEN

 

Artikel 4. Standplaatsvergunning

Het is verboden een vaste standplaats, dagplaats of standwerkersplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

 

Artikel 5. Vereisten vergunning

Voor toewijzing van een vergunning voor een vaste standplaats, dagplaats of standwerkersplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten en een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college.

 

Artikel 6. Weigeringsgronden

  • 1.

    Het college weigert de vergunning voor een vaste standplaats, dagplaats of standwerkersplaats in het geval dat alle beschikbare standplaatsen zijn vergund of er geen plaats is volgens de lijst met artikelengroepen of branches.

  • 2.

    Het college kan de vergunning voor een vaste standplaats, dagplaats of standwerkersplaats weigeren indien:

    • a.

      de marktcommissie een negatief advies uitbrengt;

    • b.

      de aanvrager onjuiste of niet volledig de gevraagde informatie heeft verstrekt;

    • c.

      de aanvrager eerder beschikte over een vergunning en het naar aanleiding daarvan verschuldigde marktgeld, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet niet heeft voldaan.

  • 3.

    Het college kan de vergunning voor een vaste standplaats, dagplaats of standwerkersplaats tevens weigeren in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de openbare veiligheid;

    • c.

      de volksgezondheid;

    • d.

      de bescherming van het milieu.

 

Artikel 7. Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Het college kan voorschriften en beperkingen aan een standplaatsvergunning verbinden ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning is vereist.

  • 2.

    De vergunninghouder of de vaste vervanger is verplicht de verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

 

Artikel 8. Intrekking standplaatsvergunning

  • 1.

    Het college trekt een standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 9 van het marktreglement de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2.

    Het college kan een standplaatsvergunning intrekken:

    • a.

      als ter verkrijging daarvan onjuiste of niet volledig de gevraagde informatie is verstrekt;

    • b.

      als de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 7 genoemde vereisten;

    • c.

      als er gedurende ten minste twee maanden geen gebruik van de vergunning is gemaakt.

  • 3.

    Indien degene op wie een vergunning ingevolge het eerste lid sub b wordt overgeschreven, al een vergunning heeft voor een andere standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

 

HOOFDSTUK 3. STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 9. Intrekking en schorsing vaste standplaats

Onverminderd het bepaalde in artikel 8 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier marktdagen schorsen, als de vergunninghouder of de vaste vervanger:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften en beperkingen van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet;

  • d.

    de marktmeester belemmert in het uitoefenen van zijn functie of de door of namens het college gegeven aanwijzingen niet opvolgt.

 

Artikel 10. Uitsluiting standwerker

Het college kan een vergunninghouder van een standwerkersplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, indien deze:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats;

  • d.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet;

  • e.

    de marktmeester belemmert in het uitoefenen van zijn functie dan wel de door of namens het college gegeven aanwijzingen niet opvolgt.

 

Artikel 11. Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien deze:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften en beperkingen van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats;

  • d.

    de marktmeester belemmert in het uitoefenen van zijn functie dan wel de door of namens het college gegeven aanwijzingen niet opvolgt.

 

Artikel 12. Strafbepaling

Tegen overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt bestuursrechtelijke opgetreden of een overtreding wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie.

 

Artikel 13. Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door het college aangewezen marktmeester en de overige door het college aangewezen toezichthouders.

 

Artikel 14. Vervallenverklaring oude regelingen

De volgende verordeningen worden vervallen verklaard:

  • de Verordening op de warenmarkt(en) voor de gemeente Delfzijl 2008, vastgesteld door de raad van de gemeente Delfzijl op 26 april 2007.

  • de Verordening regelende het marktwezen in de gemeente Loppersum, vastgesteld door de raad van de gemeente Loppersum op 18 maart 1991;

 

Artikel 15. Overgangsbepalingen

Besluiten - hoe ook genaamd- die genomen zijn bij of krachtens de verordeningen, zoals bedoeld in artikel 14, die golden op het moment van inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

 

Artikel 16. Bijzondere bepalingen

  • 1.

    Drie maanden na inwerkingtreding van deze verordening vervallen alle besluiten - hoe ook genaamd - die genomen zijn bij of krachtens de verordeningen, zoals bedoeld in artikel 14, die golden op het moment van inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent.

  • 2.

    Alle huidige besluiten zoals bedoeld in het eerste lid worden van gemeentewege vervangen door een standplaatsvergunning zoals bedoeld in artikel 4.

  • 3.

    De standplaats wordt, in afwijking van artikel 1 onder k, voor dezelfde periode aan de vergunninghouder beschikbaar gesteld zoals opgenomen in een besluit - hoe ook genaamd- die genomen zijn bij of krachtens de verordeningen, zoals bedoeld in artikel 14, die golden op het moment van inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, indien deze periode langer is. In het geval dat deze periode korter is, dan geldt de periode zoals genoemd in artikel 1 onder l.

  • 4.

    Op de verlening of weigering van een standplaatsvergunning zoals bedoeld in het tweede lid worden geen leges geheven.

 

Artikel 17. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2023.

 

Artikel 18. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Eemsdelta 2023.

 

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van 21 december 2022.

De raad van de gemeente Eemsdelta

B. Visser,

Voorzitter

T.G.C. Kramer-Klein,

Griffier

Toelichting Marktverordening gemeente Eemsdelta 2023

 

Algemene toelichting

 

De voor u liggende marktverordening is van toepassing voor de gehele gemeente Eemsdelta.

 

Schaarse vergunningen

In 2016 is door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het bestaan erkend van een nationale rechtsnorm die gevolgen heeft voor de besluitvorming over schaarse vergunningen. Het gelijkheidsbeginsel betekent volgens deze uitspraak voor de verdeling van schaarse vergunningen dat het gemeentebestuur aan (potentiele) gegadigden gelijke kansen moet bieden om in aanmerking te komen voor deze vergunningen. Deze uitspraak betekent dat vanaf 1 januari 2021 alleen vergunningen voor een bepaalde tijd worden verstrekt.

 

Grondslag en belang verordening

In artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet is bepaald dat gemeentelijke verordeningen door de raad worden vastgesteld voor zover de bevoegdheid daartoe niet bij de wet of door de raad krachtens de wet aan het college of de burgemeester is toegekend. Op grond van artikel 149 van de Gemeentewet maakt de raad de verordeningen die hij in het belang van de gemeente nodig acht.

 

Artikel 160, eerste lid, sub h Gemeentewet kent het college de bevoegdheid toe, om jaarmarkten of gewone marktdagen in te stellen, af te schaffen of te veranderen.

 

Inhoud

Deze verordening is op alle door het college ingestelde warenmarkten van toepassing.

 

Hoofdstuk 1 van de marktverordening bevat algemene bepalingen die betrekking hebben op de markt in zijn geheel. In het bijzonder is hier een delegatie tot regelgevende bevoegdheid aan het college opgenomen. Hoofdstuk 2 bevat de regelingen die van belang zijn in het kader van de vergunningverlening. In hoofdstuk 3 zijn de straf-, overgangs- en slotbepalingen opgenomen.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit artikel wordt een aantal begrippen dat in de verordening wordt gehanteerd gedefinieerd zodat geen onduidelijkheid over een bepaalde terminologie kan ontstaan.

 

Artikel 2. Inrichting van de markt

De in dit artikel opgenomen bevoegdheden zijn niet uitgewerkt, maar als aandachtspunten voor het college opgenomen.

 

Op grond van het eerste lid, onder a, stelt het college het aantal standplaatsen op de markt vast met onder meer als doel het aantrekkelijk maken van de markt voor de consumenten.

 

Artikel 3. Nadere regels

Het college is op grond van dit artikel bevoegd nadere regels te stellen. Nadere regels zijn algemene regels die te karakteriseren zijn als algemeen verbindende voorschriften. Om te voorkomen dat er onduidelijkheid ontstaat over de bevoegdheid van het college tot het regelen van bepaalde onderwerpen is gekozen voor een vrij uitgebreide opsomming van onderwerpen.

 

Artikel 4. Standplaatsvergunning

Het innemen van een standplaats op de markt kan uitsluitend geschieden door degene aan wie daarvoor vergunning is verleend door het college.

 

Artikel 5. Vereisten vergunning

De vergunning wordt verleend aan een natuurlijk persoon, niet aan een rechtspersoon. Uiteraard kan het wel zo zijn dat de natuurlijke persoon een onderneming drijft in de vorm van een rechtspersoon. Ook dan wordt de natuurlijke persoon aangemerkt als vergunninghouder. Het is echter niet mogelijk de vergunning op naam van de rechtspersoon te stellen.

 

Artikel 6. Weigeringsgronden

In artikel 6, lid 1 worden de gronden genoemd waarop een standplaatsvergunning wordt geweigerd dor het college.

In artikel 6, lid 2 worden de gronden genoemd waarop het college een standplaatsvergunning zou kunnen weigeren.

 

Artikel 7. Voorschriften en beperkingen

In Artikel 7 is het opnemen van voorschriften en beperkingen in een standplaatsvergunning geregeld.

 

Artikel 8 Intrekking standplaatsvergunning

Tegen overtredingen van de in deze verordening opgenomen bepalingen, evenals tegen handelingen die de orde op de markt op enigerlei wijze kunnen verstoren, heeft een administratieve afhandeling de voorkeur. Maar er kunnen zich situaties voordoen die daarnaast om een strafrechtelijke afdoening vragen.

 

In het artikel worden de gronden genoemd waarop een vergunning voor een vaste standplaats kan worden ingetrokken of geschorst. Het artikel heeft een facultatief karakter. Het hangt van de omstandigheden af of tot intrekking of schorsing wordt overgegaan.

 

Artikel 9. Intrekking en schorsing vaste standplaats.

In artikel 9 is de intrekking of schorsing van een vaste standplaatsvergunning geregeld.

 

Artikel 10 Uitsluiting standwerker

In artikel 10 is de intrekking of schorsing van een vergunning voor een standwerker geregeld.

 

Artikel 11 Onmiddellijke verwijdering

Artikel 125 van de Gemeentewet bevat voor het college de bevoegdheidsgrondslag om bestuursdwang toe te passen bij overtreding van de Marktverordening en de daarop gebaseerde voorschriften. In de artikelen 5:21 tot en met 5:39 van de Awb worden regels over de besluitvorming omtrent de toepassing van bestuursdwang (en dwangsom) gegeven. De in artikel 10 geregelde onmiddellijke verwijdering is een vorm van bestuursdwang, waarbij de spoedeisendheid als bedoeld in artikel 5:31, tweede lid, van de Awb wordt verondersteld. Achteraf dient dan het besluit tot het toepassen van bestuursdwang op schrift te worden gesteld. Van deze bevoegdheid dient uiteraard alleen in zeer spoedeisende gevallen gebruik te worden gemaakt.

 

Artikel 12 Strafbepaling

Ten aanzien van de in artikel 8 opgenomen strafbepaling geldt dat van overtreding strafrechtelijk gezien alleen sprake kan zijn indien de verordening een ge- of verbodsnorm (een verplichtende norm) inhoudt.

 

Tegen overtredingen van de in deze verordening opgenomen bepalingen, evenals tegen handelingen die de orde op de markt op enigerlei wijze kunnen verstoren, verdient een bestuursrechtelijke afhandeling de voorkeur.

 

Artikel 13 Toezicht

In artikel 5:11 van de Awb wordt aangegeven, dat onder toezichthouder wordt verstaan: een natuurlijke persoon, die bij of krachtens een wettelijk voorschrift is belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Een persoon die aangewezen is als toezichthouder beschikt in beginsel over alle in afdeling 5.2 van de Awb opgenomen bevoegdheden. Het ligt voor de hand de marktmeester als toezichthouder aan te wijzen.

 

Artikel 14. Vervallenverklaring oude regelingen

Spreekt voor zich.

 

Artikel 15 Overgangsbepalingen

Een overgangsregeling als hier opgenomen, is noodzakelijk om de oude bestaande rechten van de vergunninghouders te eerbiedigen. Onder de ruime formulering ‘besluiten’ van het eerste lid vallen vergunningen, ontheffingen, voorschriften en beperkingen.

 

Artikel 16 Bijzondere bepalingen

Met deze Marktverordening vindt harmonisatie plaats van de diverse regels op het gebied van het marktwezen van de oude gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum. Deze gemeenten kenden eigen regels en ook een eigen vergunningsstelsel voor de standplaatsen op de markten. Hierdoor zitten er verschillen tussen de huidige standplaatsvergunningen van de diverse markten in onze gemeente. Met deze bijzondere bepaling wordt beoogd om alle huidige actieve marktondernemers te voorzien van een nieuwe eenduidige standplaatsvergunning waarbij rekening wordt gehouden met bestaande rechten.

 

Met het derde lid van dit artikel wordt voorkomen dat de huidige rechten over de periode waarin de standplaats aan de vergunninghouder beschikbaar wordt gesteld komt te vervallen indien de periode op basis van de huidige standplaatsvergunning langer is. Tegenovergesteld wordt in die gevallen dat de huidige periode korter is, een ruimere en in lijn met deze verordening opgestelde, periode toegekend.