Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Beuningen

RIOOLAANSLUITINGSVERORDENING BEUNINGEN 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBeuningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRIOOLAANSLUITINGSVERORDENING BEUNINGEN 2023
CiteertitelRioolaansluitingsverordening Beuningen 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 10.33 van de Wet milieubeheer

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-01-202331-12-2022Rioolaansluitingsverordening Beuningen 2023

20-12-2022

gmb-2023-22851

Tekst van de regeling

Intitulé

RIOOLAANSLUITINGSVERORDENING BEUNINGEN 2023

 

De raad van de gemeente Beuningen;

Gezien het voorstel van het college van 8 november 2022; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gelet op artikel10.33 van de Wet milieubeheer;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende Rioolaansluitingsverordening Beuningen 2023

 

PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN

ARTIKEL 1: Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    rioolaansluiting: rioolleiding tussen een gemeentelijke voorziening voor het beheer van afvalwater en het gebouw waar afvalwater vrijkomt;

  • b.

    voorziening voor het beheer van afvalwater: openbaar vuilwaterriool, openbaar hemelwaterstelsel, openbaar ontwateringstelsel, andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater of zuiveringsvoorziening;

  • c.

    particuliere aansluitleiding: deel van de rioolaansluitleiding dat volgens artikel 2 in particulier eigendom is;

  • d.

    gemeentelijke aansluitleiding: deel van de rioolaansluitleiding dat volgens artikel 2 in eigendom bij de gemeente is;

  • e.

    IBA: individuele behandeling afvalwater.

     

PARAGRAAF 2 EIGENDOM EN BEHEER AANSLUITLEIDINGEN

ARTIKEL 2Eigendom aansluitleiding

  • 1.

    De grens tussen het gemeentelijke eigendom en het particuliere eigendom van een rioolaansluitleiding ligt ter plaatse van de erfgrens.

  • 2.

    Als voor de afvoer van huishoudelijk afvalwater of bedrijfsafvalwater in het buitengebied een

rioolwaterpomp is vereist, ligt de grens, in afwijking van het eerste lid, ter plaatse van de aansluiting van de rioolaansluitleiding op de pompput.

  • 3.

    Als het huishoudelijk afvalwaterof bedrijfsafvalwater in hetbuitengebied is aangesloten op een IBA, ligt de grens, in afwijking van het eerste lid, ter plaatse van de aansluiting van de rioolaansluitleiding op de IBA.

     

ARTIKEL 3: Aanleg aansluitleiding

  • 1.

    Het type rioolaansluiting is afhankelijk van het gebied waarvoor deze wordt aangevraagd:

    • a.

      Binnen de bebouwde kom ligt normaliter een vrijverval stelsel waarop wordt aangesloten.

    • b.

      Buiten de bebouwde kom ligt normaliter een mechanische riolering (drukriool) waarop wordt aangesloten.

  • 2.

    Het werkterrein moet ruimte bieden tijdens de aanlegwerkzaamheden.

 

  • 3.

    Het aansluitpunt (controlepunt) wordt geplaatst op particulier terrein, ongeveer 500 mm vanaf de erfscheiding op particuliere grand.

  • 4.

    Wanneer de aansluiting op een (druk)rioleringssysteem wordt gemaakt, mag de daadwerkelijke aansluiting op de controleput niet eerder warden gemaakt, dan nadat de op particulier gelegen leiding door de gemeente, in openliggende sleuf, is gecontroleerd en goedgekeurd.

  • 5.

    De particuliere leiding moet warden aangesloten op het aansluitpunt en vanaf dat moment dient ook de rioolretributie te warden betaald.

  • 6.

    Wanneer een aansluiting op meerdere systemen plaatsvindt (vuilwatersysteem (DWA leidingkleur grijs), hemelwatersysteem (HWA leidingkleur bruin)) mag het huishoudelijke afvalwater uitsluitend warden aangesloten op het vuilwatersysteem en het andere afvalwater (neerslag afkomstig van dakvlakken en/of verharde (parkeer-)terreinen en dergelijke) uitsluitend op het desbetreffende hemelwatersysteem.

  • 7.

    Wanneer er sprake is van afvoer van zwembadwater, moet de zwembadafvoer voor de controleput op het particuliere vuilwaterriool warden aangesloten.

     

ARTIKEL 4: Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging

  • 1.

    Het beheer, onderhoud, de renovatie of vervanging van de gemeentelijke aansluitleiding wordt uitgevoerd door of namens de gemeente en voor rekening van de gemeente, tenzij het werkzaamheden betreft als gevolg van een onjuist gebruik van de particuliere aansluitleiding.

  • 2.

    Onder onjuist gebruik wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      Het lozen van stoffen die verstoppingen in de aansluitleiding of de voorzieningen voor het beheer van afvalwater kunnen veroorzaken;

    • b.

      het lozen van stoffen die de constructie van de aansluitleiding kunnen aantasten; of

    • c.

      het lozen van afvalwater op een niet daarvoor bedoelde voorziening voor het beheer van afvalwater.

  • 3.

    De kosten voor het onderhoud van de particuliere aansluitleiding komen voor rekening van de eigenaar of gebruiker.

  • 4.

    Het werkterrein moet ruimte bieden tijdens de beheer-, onderhoud-, renovatie-, of vervangingswerkzaamheden.

  • 5.

    Bij wijziging in de afvoer op de gemeentelijke riolering, geldt een meldingsplicht.

  • 6.

    Voor bedrijven gelden aanvullende voorwaarden voor toegestane lazing op de gemeentelijke riolering.

     

ARTIKEL 5: Verstopping of andere storing

  • 1.

    Bij een verstopping of een andere storing toont de eigenaar of gebruiker aan of het een probleem in de particuliere aansluitleiding of in de gemeentelijke aansluitleiding betreft.

  • 2.

    Als wordt vermoed dater sprake is van een verstopping of een andere storing in de

gemeentelijke aansluitleiding neemt de eigenaar of gebruiker contact op met de gemeente en stelt diegene de gemeente in de gelegenheid voor het verrichten van de noodzakelijke werkzaamheden.

  • 3.

    Als er sprake is van een verstopping of een andere storing in de particuliere aansluitleiding, zorgt de eigenaar of gebruiker ervoor dat deze wordt verholpen.

  • 4.

    Gemaakte kosten voor het onderzoek ter uitvoering van het eerste lid komen voor rekening van de eigenaar of gebruiker.

     

PARAGRAAF 3 OVERIGE BEPALINGEN

ARTIKEL 6: lnwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 31-12-2022.

 

ARTIKEL 7: Citeertitel

Deze verordering wordt aangehaald als "Rioolaansluitingsverordening Beuningen 2023".

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2022.

 

De griffier, de voorzitter,

 

TOELICHTING ARTIKELGEWIJS ALGEMEEN

Gemeenten hebben op grand van artikel 10.33 Wet milieubeheer een zorgplicht voor de inzameling

van stedelijk afvalwater. Onder stedelijk afvalwater wordt het afvalwater verstaan dat bestaat uit huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater,afvloeiend hemelwater, grandwater of ander afvalwater. De gemeente draagt zorg voor transport van stedelijk afvalwater naar de rioolwaterzuivering. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet zullen de zorgplichten overgenomen warden in artikel 2.16 en 2.17 van die wet.

De zorgplicht voor stedelijk afvalwater vult de gemeente in door de aanleg en beheer van een openbaar vuilwaterriool. Met een rioolaansluitingsverardening legt de gemeente het beleidskader ten aanzien van het eigendom en beheer van aansluitleidingen op de openbare riolering vast. Onder het huidige recht geldt de rioolaansluitingsverardening voor aansluitleidingen vanaf de perceelgrens tot aan het openbaar riool. De terreinleidingen op het perceel zijn geregeld in het Bouwbesluit 2012, zodat de gemeente daar geen regels over mag stellen in een verardening. Onder de Omgevingswet gaat dit veranderen.Het Rijk stelt in het Besluit bouwwerken leefomgeving, de opvolger van het Bouwbesluit 2012, niet !anger regels over de terreinleidingen. Het toepassingsbereik van de rioolaansluitverardening wordt in het nieuwe stelsel de aansluitleiding vanaf het gebouw tot aan het openbare riool.

 

ARTIKEL 1: Definities

Het begrip "voorziening voor het beheer van afvalwater" is een breed begrip. Het omvat alle soorten voorzieningen die zijn bedoeld voor de inzameling, verwerking of zuivering van afvalwater. Dat is dus vrijvervalriolering en drukriolering, maar oak IBA's (individuele behandeling van afvalwater).

 

ARTIKEL 2: Eigendomaansluitleiding

Er bestond jarenlang onduidelijkheid over de vraag of de eigendom van een leidingnetwerk door verticale of horizontale natrekking werd bepaald. Bij verticale natrekking zou de eigendom van een leiding in de grand aan de eigenaar van de grand toekomen.Bij horizontale natrekking zou de eigendom aan de eigenaar van het gratere geheel van het netwerk toekomen.

Aan de onduidelijkheid over de eigendomsvraag is een einde gekomen met de wijziging van het Burgerlijk Wetboek (BW) in 2007. Volgens artikel 5:20 lid 2 BW ligt de eigendom van een net bij de bevoegde aanlegger van dat net of zijn rechtsopvolger. Op grand hiervan is de gemeente, als bevoegd aanlegger van de openbare riolering, eigenaar van het gehele rioolstelsel.

In de toelichting bij de wijziging van het Burgerlijk Wetboek is aangegeven dat de begrenzing van een leidingnetwerk bij gemeentelijke verardening kan warden bepaald. In dit artikel wordt van die mogelijkheid gebruik gemaakt, door te bepalen wat tot de gemeentelijke riolering behoort en waar de particuliere huisaansluiting, die eigendom is van de huiseigenaar, begint (zie Kamerstukken II 2005-2006, 29 834, nr. 9, Tweede nota van wijziging, p.7).

Met het vastleggen van de eigendomssituatie is duidelijk wie er verantwoordelijk is voor het verhelpen van verstoppingen en het herstellen van lekkages of andere beschadigingen aan de rioolaansluitleiding. De perceeleigenaar is verantwoordelijk voor het particuliere deel van de aansluitleiding en de gemeente is verantwoordelijk voor het deeI dat behoort tot de gemeentelijke riolering. Dit is nader uitgewerkt in artikel 3 en 4.

Lid 1. Op grand van het eerste lid ligt de grens tussen de particuliere aansluitleiding en de gemeentelijke aansluitleiding ter plaatse van de erfgrens.

Lid 2. Het tweede lid bevat een afwijkende regeling voor drukriolering in het buitengebied. De gemeente is eigenaar en beheerder van de persleidingen en rioolwaterpompen in het buitengebied. De vrijvervalleiding vanaf het gebouw tot aan de pompput is geheel in eigendom van de perceeleigenaar. De pompput zelf en de rioolwaterpomp zijn in gemeentelijk eigendom.

Het tweede lid geldt niet voor rioolwaterpompen in het stedelijk gebied die nodig zijn als de lozingstoestellen in een gebouw lager zijn gelegen dan 150 mm boven straatpeil. De bouwregelgeving (het Bouwbesluit 2012, waarin wordt verwezen naar NEN 3215) bepaalt dat bij laaggelegen lozingstoestellen een rioolwaterpomp moet warden tussengeschakeld, omdat er anders rioolwater kan terugstramen, het gebouw in. Deze rioolwaterpomp is wel in beheer bij de perceeleigenaar. Op deze gevallen is het eerste lid van toepassing.

Lid 3. Voor IBA's geldt, op grand van het derde lid, eveneens dat de gemeente eigenaar en beheerder is van de IBA. De vrijvervalleiding tot aan de IBA is in eigendom van de perceeleigenaar. De IBA zelf is in gemeentelijk eigendom, inclusief de afvoerleiding naar het oppervlaktewater en de elektrakabel tot aan de meterkast.

 

ARTIKEL 3: Aanleg rioolaansluiting

Lid 1. Binnen de bebouwde kom ligt normaliter een vrijverval stelsel. Dit is het openbaar riool waarbij het afvalwater, hemelwater, grandwater en bedrijfsafvalwater door hoogteverschil wordt getransporteerd. Mogelijk warden de verschillende type water oak gescheiden afgevoerd. Het aansluiten bestaat uit het leggen van een of meer leidingen vanaf het openbaar riool tot en met het plaatsen van het aansluitpunt (ontstoppingsvoorziening gelegen op particulierterrein). Het is dus mogelijk dat u meerdere aansluitingen krijgt bij een gescheiden stelsel.

Buiten de bebouwde kom ligt normaliter een mechanische riolering (drukriolering). Dit is het openbaar riool voor de afvoer van uitsluitend afvalwater dat getransporteerd wordt door pompen

e.d. Het aansluiten bestaat soms uit het plaatsen van een pompput met sturingskast en bekabeling en/of een leidingvanaf een pompput en het plaatsenvan het aansluitpunt (ontstoppingsvoorziening gelegen op particulierterrein).

De werkzaamheden voor beide gebieden warden door de gemeente of namens de gemeente door een particulier bedrijf uitgevoerd.

Burgemeester en wethouders kunnen afwijkende of aanvullende voorwaarden stellen.

Lid 2. Voor de uitvoering van de werkzaamheden is het noodzakelijk dat het werkterrein is vrijgemaakt van opslag, zodat de aangevraagde aansluitingen kunnen warden gemaakt. lndien er sprake is van meerdere aan te sluiten percelen warden de aansluitingen gelijktijdig, dat wil zeggen in een werkgang, gemaakt.

Lid 3. Het aansluitpunt is de scheiding tussen het particuliere riool en het openbare riool en maakt na plaatsing deel uit van de particuliere afvoerleiding. In sommige bestaande situaties komt het voor dat deze contraleput nooit geplaatst is. De kadastrale-erfscheiding is dan de overgang tussen het particuliere riool en het openbare riool. lndien de aanvrager/gemachtigde niet de eigenaar van het aan te sluiten perceel is, dient hij ervoor te zorgen dat de eigenaar of toekomstige eigenaar een kopie van de te verlenen vergunning krijgt, inclusief de daarbij behorende voorwaarden.

Lid 4. Op grand van lid 4 dient de aansluiting op de contraleput voor aansluiting goedgekeurd te warden door de gemeente.Het tijdstip van de contrale dient twee werkdagen voor het geplande tijdstip te warden aangemeld op telefoonnummer 10 024, bij de afdeling Buitenruimte.

Lid 5. Op grand van lid 5 wordt vanaf het moment van aansluiting van de particuliere leiding op het aansluitpunt oak rioolretributie betaald zoals bepaald in de "Verardening op de hefting en invordering van rioolheffing 2021". Eventueel aanwezige septic tanks, zinkputten en dergelijke mogen niet in verbinding staan met de leiding die afvoert naar het gemeentelijke rioleringssysteem. Voor het realiseren van de aansluiting worden de werkelijke kosten en de eenmalige aansluitkosten in rekening gebracht. Eenmalige aansluitkosten, 10% van de werkelijk gemaakte kosten (tot een maximum van €500,-). De aansluiting wordt pas gerealiseerd nadat de gemeente de betaling van de geoffreerde kosten heeft ontvangen of hiervoor schriftelijk akkoord heeft gekregen van de aanvrager. Wanneer tussen het moment van het indienen van de aanvraag en het moment van de feitelijke aanleg van de aansluiting een tariefwijziging plaatsvindt, is het meest recente tarief verschuldigd en zal een aanvullende nota worden toegezonden.

Bij rioolaansluitingen worden de aansluitkosten bij woningen die over een vuilafvoersysteem (DWA) en een hemelwaterafvoersysteem (HWA) beschikken eenmalig in rekening gebracht.

Lid 6. Op grond van lid 6, dient u aan te sluiten op het juiste riool. In het geval van aansluiting op een drukrioleringssysteem is het uitsluitend toegestaan huishoudelijk afvalwater te lozen. Hierbij geldt een maxima le stroomsnelheid van ongeveer 0,55 liter per seconde (ongeveer 2 m3/h) tot een maximale hoeveelheid van 10 m3/dag. Het is verboden andersoortig afvalwater, opgepompt grondwater, dan wel van verharde oppervlakken afstromend regenwater of andersoortig neerslag af te voeren op het gemeentelijke drukrioleringssysteem.

Ook bij een normaal rioolsysteem wordt een afkoppelbeleid gehanteerd, wat is opgenomen in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRWP 2023-2027). Dit houdt in dater op het perceel naar alle redelijkheid een oplossing moet worden gezocht voor het afvoeren van hemelwater.Hiervoor kunnen vergunningen nodig zijn van het Waterschap. Is het aantoonbaar niet mogelijk om hemelwater te verwerken op eigen perceel, dan moet het hemelwater gescheiden worden aangeleverd richting het aansluitpunt,nabij de perceelgrens.Voor de grote van de berging/infiltratievoorziening moet worden gerekend met 45 liter/m2.

Lid 7. Voor een optimaal functioneren, moet zwembadafvoer via een gedoseerde afvoer worden geloosd. Bij aansluiting op een drukrioleringssysteem mag de lozing van het zwembadwater uitsluitend plaatsvinden tussen 22:00 's avonds en 04:00 's morgens, met een maximum van ongeveer 0,5 liter per seconde (ongeveer 1,5 m3/h). Bestrating rondom het zwembad mag niet afvoeren op het vuilwaterriool maar moet afvoeren op het hemelwaterriool.

 

ARTIKEL 4: Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging

Dit artikel regelt wie verantwoordelijk is voor het beheer, onderhoud, de renovatie en vervanging van de gemeentelijke aansluitleiding.

Lid 1. De verantwoordelijkheid voor het beheer, onderhoud, de renovatie en vervanging van de gemeentelijke aansluitleiding ligt in beginsel bij de gemeente Beuningen, tenzij de particuliere aansluitleiding niet goed wordt onderhouden. Onder renovatie wordt tevens verstaan het aanpassen van de rioolaansluitleiding als gevolg van een wijziging van een gemeentelijke voorziening voor het beheer van afvalwater.

Lid 2. Als de verstopping in gemeentegrond zit maar veroorzaakt is door bijvoorbeeld afval vanuit huis (zoals door olie, frituurvet of schoonmaakdoekjes), dan zijn de kosten van onderhoud voor de eigenaar of gebruiker van de particuliere aansluitleiding. Ook is het verboden op de riolering afvalwater te lozen dat afvalstoffen bevat die door een versnijden of vermalen apparatuur zijn versneden of vermalen.

Lid 3. De eigenaar of gebruiker van de particuliere aansluitleiding is op grond van het derde lid verantwoordelijk voor het onderhoud van het eigen deel van de rioolaansluitleiding tot de erfgrens. Onderhouds- of herstelwerkzaamheden aan het particuliere deel van de riolering tot en met de erfgrens zijn dan oak voor rekening van de eigenaar of gebruiker.

Lid 4. De controleput en/of pompput met besturingskast (drukriolering), dient altijd voor de gemeente gemakkelijk bereikbaar te zijn.

Teneinde controle- en herstelwerkzaamheden te kunnen verrichten, verleent de gebruiker van de aansluiting de gemeente of door de gemeente ingeschakelde derden, op een daartoe strekkend verzoek, steeds toegang tot het perceel c.q. de controleput en/of pompput met sturingskast (drukriolering). Hiervoor is vaak een zakelijk recht van opstal geregeld. Dit is notarieel vastgelegd in de eigendomsakte van het perceel.

Wanneer op een controleput of pompput twee naburige percelen zijn aangesloten, verleent de bewoner/eigenaar op wiens perceel zich de controleput of pompput bevindt, oak toegang tot het perceel c.q.de controleput, wanneer een storing/verstopping in de afvoer van de naburige medegebruiker dit noodzakelijk maakt. Oak dit wordt geregeld in een zakelijk recht van opstal. Dit is notarieel vastgelegd in de eigendomsakte van het perceel.

Het is tevens niet toegestaan om obstakels van welke aard dan oak (zoals bomen, struiken, verharding, grand, vuil, bebouwing en dergelijke) boven de controleput dan wel boven of in de directe nabijheid van de pompput/kast (drukriolering) aan te brengen. Onder directe nabijheid wordt verstaan dat de kast (drukriolering) zonder verhindering te openen is en er om de put een vrije ruimte van 1,5 meter is.

Lid 5. Wanneer er een wijziging plaats vindt in de hoeveelheid en/of aard van het af te voeren rioolwater op de gemeentelijke riolering, dienen Burgemeester en wethouders hiervan te warden ingelicht.

Lid 6. Naast de in deze verordening opgenomen voorschriften zijn bedrijven gebonden aan de bepalingen die zijn opgenomen in de voor de bedrijfsvoering vereiste vergunningen (met name de Milieuvergunning) en/of vergunningen van het Waterschap.

 

ARTIKEL 5: Verstopping of andere storing

In dit artikel wordt geregeld wie verantwoordelijk is voor het opsporen en verwijderen van verstoppingen in de rioolaansluitleiding.

Lid 1. De eigenaar of gebruiker van de particuliere aansluitleiding dient aan te tonen met onderzoek of de oorzaak van de verstopping of storing zich in de particuliere aansluitleiding of in de gemeentelijke aansluitleiding bevindt.

Lid 2. Ligt de oorzaak van de verstopping bij de gemeente, dan betaalt de gemeente de gemaakte kosten. Het is dan de bedoeling om de gemeente hiervan op de hoogte te stellen, zodat de gemeente de herstelwerkzaamheden kan verrichten.

Lid 3. Als de oorzaak van de verstopping of andere storing ligt bij de particuliere aansluitleiding, dan is de eigenaar of gebruiker van de particuliere aansluitleiding oak verantwoordelijk voor het verhelpen van het probleem.

Lid 4. De kosten van het onderzoek benoemd in lid 1 warden in alle gevallen gedragen door de eigenaar of gebruiker van de particuliere aansluitleiding.